Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021179956 |
Gegevens van de aanvrager: | NV WINVEST I met als contactadres Jordaenskaai 25 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Duinstraat 68 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 5 sectie E nr. 475E6 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van twee eengezinswoningen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 21/10/2021: weigering (20203881) voor het bouwen van een eengezinswoning;
- 03/07/2020: vergunning (2020210) voor het verbouwen van een garage (bedrijvigheid) met vier bovenliggende wooneenheden naar een meergezinswoning met zes woningen en twee vrijstaande eengezinswoningen;
- 05/07/2005: vergunning (545#91) voor het slopen van drie krotwoningen, het rooien van twee bomen en het bouwen van achttien woonunits;
- 08/12/1967: vergunning (18#80809) voor een flatgebouw.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- meergezinswoning met zes woningen en twee vrijstaande eengezinswoningen, het bouwen van de twee eengezinswoningen achteraan op het perceel is uitgesloten uit de vergunning (dossiernummer: 2020210).
Huidige toestand
- gelijkvloerse uitbouw over de volledige diepte van het perceel;
- de werken van de laatst afgeleverde vergunning moeten nog van start gaan, de bestaande toestand is op dit moment dus hetzelfde als de bestaande toestand in de toenmalige aanvraag (dossiernummer: 2020210).
Gewenste toestand
- het bouwen van twee eengezinswoningen op het Vincent van Goghplein;
- kroonlijsthoogte 9,57 meter;
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van twee eengezinswoningen achteraan op het perceel gelegen aan de Duinstraat 68 en het Vincent van Goghplein.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 24 december 2021 | 30 januari 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 24 december 2021 | 13 januari 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor wonen - (wo).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:
- 1 Algemene Voorschriften, 1.3 Harmonieregel en referentiebeeld:
De woningen zijn niet afgestemd op de schaal van de aanpalende bebouwing en sluiten niet aan op de kroonlijsthoogte van het omringende bestaande weefsel. Het bouwvolume van de woningen creëert geenszins een kwaliteitsvolle relatie met het bestaande weefsel aan de Duinstraat en van het Vincent van Goghplein.
- artikel 1 Zone voor wonen (Wo), 1.2 Inrichting, 1.2.1 Bouwdiepte:
De nieuwe eengezinswoningen worden opgetrokken tegen de achterste perceelgrens. De maximale bouwdiepte is echter afhankelijk van de perceelsdiepte en wordt vastgelegd op 5 meter afstand van de achterste perceelsgrens. Deze 5 meter moet gevrijwaard van constructies en is bestemd als tuinzone.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de hoogte van de voortuinmuur bedraagt 1,80 meter in plaats van de maximale hoogte van 1,00 meter;
er worden geen autostalplaatsen voorzien;
de aansluiting van de DWA en RWA op het openbaar rioolstelsel dient te gebeuren conform de voorwaarden opgelegd in dit artikel.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het bouwen van 2 eengezinswoningen grenzend aan het Vincent Van Goghplein in aanvulling van een reeds verkregen vergunning voor de verbouwing van een meergezinswoning op hetzelfde perceel maar grenzend aan de Duinstraat. Wonen is conform de bestemmingsvoorschriften van het RUP 2060 en functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De nieuwe eengezinswoningen in gekoppelde bebouwing grenzen ter hoogte van het Vincent Van Goghplein aan een aaneengesloten rij eengezinswoningen bestaande uit 2 bouwlagen onder een zadeldak. Het is ruimtelijk logisch dat het aangevraagde moet aansluiten op de kenmerken van de woningen in deze straatwand.
De nieuwe woningen worden opgebouwd uit 3 bouwlagen onder een plat dak waarvan de bovenste bouwlagen terugspringen. Net zoals de rechts aanpalende woningen springt de voorgevellijn terug ten opzichte van de rooilijn waardoor een voortuinzone ontstaat grenzend aan het plein. Op de verdiepingen springt het bouwvolume nog verder terug ter hoogte van de perceelsgrens waardoor de voorgevellijn van de aanpalende woningen wordt gevolgd. Deze ingreep blijft echter beperkt tot de verdiepingen waardoor de scheimuur met het rechts aanpalende perceel ter hoogte van de voortuin een hoogte van 4,65 m blijft behouden, dit is onaanvaardbaar. Ook qua dakvorm sluit het nieuwe bouwvolume niet aan op de bestaande en kenmerkende bebouwing. Langs de kant van de meergezinswoning in de Duinstraat wordt het bouwvolume voorzien van een hoge blinde muur op amper 5,05 m van de achtergevel van de meergezinswoning. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan niet ingestemd worden met het volume zoals voorgesteld. Het nieuwbouwvolume aan het Vincent van Goghplein is niet kenmerkend, storend voor de omgeving en in niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
De nieuwe bebouwing hypothekeert een kwalitatief ontwikkelingspotentieel van de naburige percelen. De voorliggende aanvraag bevat geen ruimtelijke argumenten om af te wijken van de kenmerkende bebouwing in het bouwblok.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevels van de nieuwe woningen worden uitgevoerd in wit gevelpleisterwerk en buitenschrijnwerk in zwarte pvc. Het voorgestelde materiaalgebruik is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden.
De voortuinzone van de woningen wordt ter hoogte van de rooilijn afgesloten met een 1,80 m hoge tuinmuur. De tuinmuur met de voortuinzone van de rechter aanpalende heeft een hoogte van 4,65 m. Dit is onaanvaardbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw van 2 eengezinswoningen. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 2 eengezinswoningen : parkeerbehoefte = 2 De werkelijke parkeerbehoefte is 2
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
De woningen zijn gelegen aan een autovrij plein. Het creëren van een garage is bijgevolg niet aanvaardbaar.
|
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw van eengezinswoningen kan echter afgeweken worden van de berekening van de parkeerbehoefte zoals vermeld in bovenstaande tabel, indien realisatie vande parkeerplaatsen niet mogelijk is. Dit geldt tevens voor eengezinswoningen die boven winkelpanden ingericht worden. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
|
Voor de woning met 2 slaapkamers moeten 3 fietsenstallingen voorzien worden en voor de woning met 3 slaapkamers moeten 4 fietsenstallingen voorzien worden. De fietsenstallingen worden ingericht met een hangsysteem in de inkomhal van de woningen. Deze ruimte zal in werkelijkheid eerder als vestiaire/berging gebruikt worden. Indien voorliggende aanvraag in aanmerking zou komen voor vergunning zou daarom als voorwaarde moeten opgelegd worden om iedere woning van een aparte fietsenstalling te voorzien.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 25 november 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 24 december 2021 |
Start openbaar onderzoek | 5 januari 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 3 februari 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 8 april 2022 |
Verslag GOA | 23 maart 2022 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
5 januari 2022 | 3 februari 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.