2022_MOT_00046 - Voorstel tot motie van raadslid Ilse van Dienderen: Geen 5000 EUR belasting voor een ontbrekende autostalplaats voor huishoudens zonder auto

De stad streeft naar een modal shift van 50/50.

In de feiten zien we dat er steeds meer en meer gezinnen (huishoudens) zijn zonder eigen wagen; er wordt meer en meer gebruik gemaakt van deelwagens.

Een belastingreglement dient mee te evolueren met zijn tijd en dient billijk te zijn.

We stellen vast dat er huishoudens zijn die belast worden met 5000 EUR bij de bouw of verbouwing van een woning zonder garage of autostalplaats, omdat ze geen eigen wagen hebben.

Op basis van cijfers van het schepencollege kunnen we het volgende afleiden:

- deze belasting brengt een aardige duit op voor de stadskas:

*op moment van vraagstelling nog niet helemaal duidelijk; nog 21 bezwaren in behandeling

En verder nog:

In 2019 ging het in 47 van de 157 gevallen om een belasting voor 1 ontbrekende parkeerplaats (30%).

In 2020 ging het in 149 van de 252 gevallen om een belasting voor 1 ontbrekende parkeerplaats (60%).

In 2021 ging het in 81 van de 177 gevallen om een belasting voor 1 ontbrekende parkeerplaats (46%).

In ieder jaar toch een zeer aanzienlijk aandeel. Het gaat dus niet om een belasting die grote ontwikkelaars treft maar 'gewone' gezinnen.

Het is verder ook interessant te kijken waar deze belasting geheven wordt:

een belasting voor 30 ontbrekende autoparkeerplaatsen in de Dambruggestraat, 10 in de Borzestraat, 18 in de Keizerstraat. Allemaal toch smalle straten. Is dat de plek waar we nieuwe parkeerplaatsen nodig hebben?

Of wat te denken van de belasting die geheven wordt in straten die autovrij of autoluw zijn: 3 in de Meir, 1 op de Grote Markt, 1 in de Offerandestraat, 2 in de Oudemansstraat, 1 in de Korte Gasthuisstraat? Zeer bizar toch? Ook in woonerven wordt de belasting geheven: de Rijke Beuckelaerstraat, Sudermanstraat, Korte Sint Annastraat, ..

De belasting wordt geheven op basis van de werkelijke parkeerbehoefte. Een weldenkend mens zou denken: ah ja dus de parkeerbehoefte van het gezin (huishouden) dat de verbouwing of bouw uitvoert.

Nee, die 'werkelijke' parkeerbehoefte wordt eigenlijk bepaald op basis van de parkeernormen uit de bouwcode. En die stelt: min. 1 auto per huishouden.

Dus de stad heft een belasting op basis van (verouderde) parkeernormen uit de bouwcode. Gezien er veel gezinnen aan autodelen doen, is een lagere parkeernorm aangewezen. Zo stelt Hamburg een norm van 0-0,4 voorop.

En zo krijgen wij mails van gezinnen binnen die die 5000 EUR moeten ophoesten, hoewel ze geen auto hebben.

Dit wordt als onrechtvaardig en dus niet billijk ervaren.

Bovendien is het ook bijzonder onduidelijk of dit parkeren op eigen terrein tot minder parkeerplaatsen op het openbaar domein leidt. Niemand schijnt dat aantal parkeerplaatsen bij te houden. Districten dienen bij de heraanleg van straten nog steeds naar een status quo te gaan van aantal parkeerplaatsen -- hoewel we allemaal meer groen willen en willen ontharden. Of er wordt een bijzondere terughoudendheid aan de dag gelegd in het creëren van deelautoparkeerplaatsen: 10 extra in 2019, 20 extra in 2020 (bron: jaarverslag MPA). Weinig in verhouding met de nieuwe ondergrondse parkings die maar blijven komen... In 2020 Parking Opera met 338 parkeerplaatsen, en Parking Steendok met 900 parkeerplaatsen.

Het lijkt ons dus een en-en-verhaal: dat parkeren op eigen terrein zorgt ervoor dat er gewoon meer autoparkeerplaatsen bij komen in de stad.

Vandaar dient Groen volgende motie in:

Artikel 1:

De raad vraagt het college het belastingreglement op de omgevingsvergunning aan te passen en gewijzigd voor te leggen aan de raad, zodat huishoudens zonder eigen wagen vrijgesteld worden van de belasting voor een ontbrekende autostal- en / of autoparkeerplaats.

Artikel 2:

De raad vraagt een bijsturing naar beneden van de parkeernormen uit de bouwcode, in lijn met de evolutie naar meer deelwagens en het aanbod van het openbaar vervoer.