Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021196321 |
Gegevens van de aanvrager: | Soulaiman Bennamari met als adres Bleekhofstraat 37 te 2140 Antwerpen |
Ligging van het project: | Groenenhoekstraat 22 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 22 sectie A nr. 169C7 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | Verbouwen van een eengezinswoning. |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 31/10/2019: voorwaardelijke vergunning (20192472) wijziging functie eengezinswoning naar museum;
- 29/08/1988: vergunning (961#2824) wijziging dakkapel.
Vergunde/vergund geachte toestand
- laatst vergunde toestand uit 2019 is slechts gedeeltelijk uitgevoerd;
- eengezinswoning;
- bouwvolume: gesloten bebouwing met twee bouwlagen onder een mansardedak;
- gevelafwerking niet gekend.
Huidige toestand
- vaststelling (ID: 97693) van Tuinwijken Groenenhoek als bouwkundig erfgoed;
- besloten eengezinswoning;
- bouwvolume: bouwdiepte van circa 8,60 m met een kroonlijsthoogte van circa 3,50 m en een variërende nokhoogte van circa7,65m - 8,25 m;
- gevelafwerking: gevelsteen in rood metselwerk met buitenschrijnwerk in donkerbruin aluminium en wit pvc.
Gewenste toestand
- functie conform huidige toestand;
- bouwvolume:
- gevelafwerking: de nieuwe aanbouw wordt gezien in een licht grijze gevelbepleistering met buitenschrijnwerk in zwart pvc;
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van een eengezinswoning met een nieuwe aanbouw;
- oprichten van een tuinhuis;
- voorgevelwijziging.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 11 maart 2022 | 22 maart 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de lichtdoorlatende oppervlakte van het raam van slaapkamer 2 is onvoldoende groot;
in de tuin wordt een terras van circa 14,5 m² en een tuinhuis van circa 9,2 m² ingericht. Voor tuinen tot 60 m² wordt er maximaal 20 m² verharding toegelaten.
de opstand van de scheidingsmuur ten opzichte van het hoogste dakvlak is circa 0,20 m. Deze opstand dient minimaal 0,30 m te zijn en mag niet bekleed worden met brandbaar materiaal. Daarnaast dienen de zichtbaar blijvende onderdelen van de scheidingsmuur esthetisch verantwoord en volgens de regels der kunst afgewerkt te worden.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De bestaande eengezinswoning omvat een hoofdbouw van 1 bouwlaag onder een mansardedak. Deze wordt in voorliggende aanvraag aangevuld met een perceelsbrede achterbouw van 1 bouwlaag onder een plat dak tot een bouwdiepte van 11,60 m. Daarmee komt de achterbouw in lijn te liggen met de bouwdiepte van de linker aanpalende. Tegen de achterste perceelsgrens wordt daarnaast ook een tuinhuis voorzien met een oppervlakte van circa 9,2 m2. De voorgestelde bouwdiepte is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Na de geplande werken blijft er nog voldoende ruimte over op het gelijkvloers om een kwalitatieve tuinzone te behouden.
Visueel-vormelijke elementen en Cultuurhistorische aspecten
De bestaande voorgevel in rood gevelmetselwerk en een dak in oranje dakpannen wordt in voorliggende aanvraag voorzien van nieuw buitenschrijnwerk in zwarte PVC op de gelijkvloerse verdieping. De achterbouw en het tuinhuis worden gerealiseerd in lichtgrijze crepi, eveneens met buitenschrijnwerk in zwarte PVC. De geplande gevelwijzigingen zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Omdat de aanvraag betrekking heeft op een pand dat deel uitmaakt van een tuinwijk die is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg.
De afweging in dit advies luidt: “Men wenst het pand uit te breiden met een gelijkvloerse uitbouw, ook intern gebeuren er een aantal werken.
Het buitenschrijnwerk wordt eveneens vernieuwd en er wordt een tuinhuis achteraan in de tuin geplaatst.
Het dak wordt geïsoleerd. Het is niet duidelijk hoe dit juist zal gebeuren.
De nieuwe uitbouw blijft onder de dakrand tussen 0 en 1, waardoor het hoofdvolume afleesbaar blijft.
De dakhellingen en nokhoogte dienen ongewijzigd te blijven, er kan dus enkel geïsoleerd worden langs de binnenzijde tussen de dakconstructie. Dit zal als voorwaarde worden opgenomen.”
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In de nieuwe achterbouw worden de keuken en eetruimte ingericht. In de achtergevel wordt een groot raam voorzien waardoor het contact tussen de verblijfsruimtes en de buitenruimte wordt versterkt en de woning wordt voorzien van voldoende daglichttoetreding. De uitbreiding van de leefruimtes heeft een positieve invloed op de algemene woon en leefkwaliteit van de woning en wordt dan ook gunstig beoordeeld.
Voor de realisatie van de nieuwe achterbouw wordt de scheimuur met de rechter buur opgehoogd met circa 0,90 m over een afstand van 2,30 m en verlengd over een afstand van circa 0,70m. Er wordt door de uitbreiding van de scheimuur geen onaanvaardbaar groot nadeel met betrekking tot bezonning verwacht voor het aanpalende perceel.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het dak te voorzien van isolatie langs de binnenzijde tussen de dakconstructie opdat de dakhelling en nokhoogte ongewijzigd blijven;
2. de oppervlakte van het terras te bepreken tot 11 m2 conform artikel 27 van de bouwcode en te voorzien van een helling van 1 à 2 % richting het aangrenzende groen conform artikel 39 van de bouwcode;
3. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
4. in slaapkamer 2 een oppervlakte van minstens 1 m2 lichtdoorlatend te voorzien conform artikel 24 van de bouwcode;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 25 december 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 11 maart 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 3 mei 2022 |
Verslag GOA | 19 april 2022 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het dak te voorzien van isolatie langs de binnenzijde tussen de dakconstructie opdat de dakhelling en nokhoogte ongewijzigd blijven;
2. de oppervlakte van het terras te bepreken tot 11 m2 conform artikel 27 van de bouwcode en te voorzien van een helling van 1 à 2 % richting het aangrenzende groen conform artikel 39 van de bouwcode;
3. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
4. in slaapkamer 2 een oppervlakte van minstens 1 m2 lichtdoorlatend te voorzien conform artikel 24 van de bouwcode;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.