2022_CBS_03117 - Omgevingsvergunning - OMV_2022014103. Leo Vermandellei 2. District Ekeren - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 17 december 2021 weigerde het college de omgevingsvergunningsaanvraag met referentie OMV_2021161093 voor een grondwaterbemaling. Tegen dit besluit werd door de indiener beroep aangetekend met toevoeging van bijkomende dossierstukken.

Aangevraagde rubriek

Aangevraagde rubriek Bemaling Ekeren Leo Vermandellei 2
 

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen (wo1).

(Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

De geplande werken zijn overeenkomstig de afgeleverde omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen met referentienummer OMV_2019082287. De verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening werd afgetoetst in dit dossier.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Het project bestaat uit de bouw van een ondergrondse bouwlaag waarop een meergezinswoning zal opgetrokken worden. Voor de uitgraving van de kelder (circa 26 meter x 22 meter) dient het grondwater verlaagd te worden tot maximaal 3,9 m-mv voor de kelder en 5,15 m-mv voor de liftputten. De duurtijd van de bemaling wordt ingeschat op 5 maanden.
 

Volgens de bijgevoegde bemalingsnota zal de grondwaterverlaging gebeuren door middel van  een traditionele vacuümbemaling, waarbij de bemalingsfilters geïnstalleerd worden in de tertiaire zandlagen tot ongeveer 7 meter onder het maaiveld. De juiste diepte van de bemaling dient echter bepaald te worden door het bemalingsbedrijf in functie van de plaatselijke omstandigheden.

Voor de begroting van het te onttrekken waterbezwaar alsook de “evaluatie” van de impact op de omgeving, heeft de deskundige zich gebaseerd op sondeerverslagen uit de dichte omgeving.

De Vlaamse Milieumaatschappij merkt echter op in haar advies dat het inschatten van grondwaterstanden op basis van sondeerverslagen een vertekend beeld van de werkelijke grondwaterstand kan weergeven én raadt aan de grondwaterstanden na te gaan op basis van een peilbuis op de site.

Binnen de invloedstraal van de werken (575 meter) zijn er verschillende decretale bodemonderzoeken gekend. In de vorige aanvraag werd de impact van de bemaling op de mogelijk aanwezige verontreiniging niet onderzocht. Hierdoor kon niet beoordeeld worden of de impact van de bemaling op de omgeving al dan niet aanvaardbaar is.

Bij dit dossier werd een nota gevoegd, waarin de impact van de bemaling op de mogelijk aanwezige verontreiniging in de omgeving werd geëvalueerd. Uit het verslag van de deskundige blijkt dat:

 “Op basis van deze screening zijn er geen indicaties dat er in de nabije omgeving van de bemaling grondwaterverontreinigingen aanwezig zijn die de bouwput kunnen bereiken. Er worden bijgevolg geen waterzuiveringen of lozingsnormen voorgesteld.”

Tenslotte blijft het risico op schade door zettingen ten gevolge van de bemaling beperkt.  De berekende zetting bedraagt minder dan 15 mm.

Tenslotte adviseert de Vlaamse Milieumaatschappij om het bemalingswater, eventueel deels, te retourneren. Indien dit niet mogelijk is, moet dit gemotiveerd worden. Vervolgens moet onderzocht worden of er kan geloosd worden in oppervlaktewater of de RWA. Lozing in de riolering (gemengd stelsel of DWA) moet vermeden worden.

In de Kapelsesteenweg is de aanleg van een gescheiden riolering gepland. Het is niet gekend wanneer deze voorzien wordt. Indien RWA aanwezig is op het moment van de bemaling, zal hierop geloosd worden. Zo niet, zal op de gemengde riolering geloosd worden. Dit wordt opgenomen als bijzondere voorwaarde.

Advies aan het college

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag wordt voorwaardelijk gunstig beoordeeld, vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorgesteld de gevraagde vergunning te verlenen. De bemalingsactiviteiten kunnen worden vergund voor een periode van 12 maanden die aanvangt bij de opstart van de bemaling en voor een waterbezwaar van 108.909 m³/jaar én een debiet van maximaal 1.096 m³/dag.

Geadviseerde rubrieken

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.