Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021194367 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Jan Verhoeven met als adres Doornstraat 95 te 2610 Antwerpen |
Ligging van het project: | Daalblok zn (lot 9) te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 43 sectie A nr. 435W4 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 16/03/2018: vergunning (2017305) voor het verkavelen van een perceel in 9 loten met aanleg van wegenis;
- 08/12/2017: voorwaardelijk gunstige bespreking op welstandscommissie, wat betreft architecturale uitwerking verkaveling;
- 27/10/2017: voorwaardelijk gunstige bespreking op welstandscommissie, wat betreft verkaveling.
Huidige toestand
- braakliggend terrein met een oppervlakte van 495 m².
Gewenste toestand
- functie/bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een eengezinswoning.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 19 januari 2022 | 25 januari 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt in de verkaveling 2017305, goedgekeurd op 16 maart 2018, meer bepaald in lot(en) 9.
De aanvraag is niet in overeenstemming met de voorschriften van de verkavelingsvergunning en wijkt af op volgend punt:
- 1.2. Typedwarsprofielen bebouwing (loten 1-9): De kroonlijst op de verplichte bouwlijn wordt over een lengte van 6,28 m voorzien op 7,10 m en over een lengte van 4,72 m op 4,1 m.
- artikel 3.1 Bestemming niet-bebouwd gedeelte: Een oprit tot de garage dient binnen de overdruk ‘opritten’ te worden aangelegd indien deze is weergegeven op het plan. De aanvraag voorziet een oprit met een breedte van 3,34 meter, de overdrukzone heeft een breedte van 3,00 meter.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op het volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet het bouwen van een eengezinswoning. Dit is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van de goedgekeurde verkaveling en in harmonie met de toekomstige woonfuncties in de straat.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Gelet op de geldende voorschriften zal worden opgelegd de berging en 2de badkamer op de eerste verdieping 1,72 m breder te voorzien opdat de breedte van de voorgevel op de verplichte bouwlijn 8 m bedraagt.
Met deze voorwaarde komt het voorgestelde profiel grotendeels overeen met de voorschriften van de goedgekeurde verkaveling. De afwijking van 10cm kroonlijsthoogte is aanvaardbaar, gelet op de beperkte afwijking.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag voorziet een lichtgrijze gevelsteen, aluminium buitenschrijnwerk, aluminium gevelbekleding, aluminium dakrand en een plint in blauwe hardsteen. Dit is in overeenstemming met de voorschriften van de goedgekeurde verkaveling.
De leesbaarheid van de verschillende woningen is echter onvoldoende uitgewerkt door het niet laten doorlopen van de posten ter hoogte van de rechterperceelsgrens en het niet voorzien van een arriere-corps. Bijgevolg zal dit worden opgelegd in voorwaarde.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Voorliggende aanvraag vraagt een afwijking op artikel 3.1 van de verkaveling. Er is geen aanleiding om een afwijking toe te staan op de breedte van de oprit. Wel is een afwijking op de positie van deze oprit aanvaardbaar. Indien de oprit gelijk gelegd wordt met de garagepoort ontstaat er een vrije zone van 0,40 meter tussen de oprit en de perceelgrens. Indien deze zone mee aangelegd wordt als voortuin met de voortuin van de rechterbuur ontstaat er een grotere doorlopende voortuin wat in overeenstemming is met de doelstelling van de verkaverlingsvergunning om geen versnipperde groenzones te voorzien.
Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening kan na het voeren van een openbaar onderzoek deze beperkte afwijking op de positie van de voortuin toegestaan worden. Het aanleggen van de zone als groenzone samen met de voortuin van de rechterbuur zal in voorwaarde worden opgenomen.
Verder wijkt de aanvraag af van artikel 29 van de bouwcode. Er worden geen fietsenstallingen voorzien voor de eengezinswoning. Artikel 3.2.3 van de verkavelingsvergunning laat echter toe dat er een fietsenberging wordt voorzien in de achtertuinzone op minstens 1 meter van de perceelgrenzen. Bijgevolg is het niet nodig om het inpandig voorzien van fietsenstallingen in voorwaarde op te nemen. Wel wordt opgenomen om een fietsenberging te voorzien conform de voorschriften van de verkaveling.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw eengezinswoning. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De werkelijke parkeerbehoefte is 1 x 1 = 1 parkeerplaats.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De oprit te voorzien van een maximale breedte van 3,14m en de zone tussen de oprit en de perceelgrens aan te leggen als groenzone, aansluitend op de groenzone van de rechterbuur.
2. Een fietsenberging te voorzien voor minstens 5 fietsen conform de bepalingen van artikel 29 van de bouwcode en van artikel 3.2.3 van de verkavelingsvergunning.
3. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
4. Een arrière-corps te voorzien aan de rechterperceelsgrens.
5. Aan de rechterzijde van het overdekte inkomgeheel aan de straatzijde een post te voorzien van 65cm breedte zoals op de eerste verdieping.
6. De berging en 2de badkamer op de eerste verdieping 1,72 m breder te voorzien opdat de breedte van de voorgevel op de verplichte bouwlijn 8 m bedraagt.
7. Het raam op het gelijkvloers in de voorgevel 1m groter te voorzien door de dorpel 1m lager te voorzien.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 21 december 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 19 januari 2022 |
Start openbaar onderzoek | 28 januari 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 26 februari 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 4 mei 2022 |
Verslag GOA | 12 april 2022 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
28 januari 2022 | 26 februari 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De oprit te voorzien van een maximale breedte van 3,14m en de zone tussen de oprit en de perceelgrens aan te leggen als groenzone, aansluitend op de groenzone van de rechterbuur.
2. Een fietsenberging te voorzien voor minstens 5 fietsen conform de bepalingen van artikel 29 van de bouwcode en van artikel 3.2.3 van de verkavelingsvergunning.
3. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
4. Een arrière-corps te voorzien aan de rechterperceelsgrens.
5. Aan de rechterzijde van het overdekte inkomgeheel aan de straatzijde een post te voorzien van 65cm breedte zoals op de eerste verdieping.
6. De berging en 2de badkamer op de eerste verdieping 1,72 m breder te voorzien opdat de breedte van de voorgevel op de verplichte bouwlijn 8 m bedraagt.
7. Het raam op het gelijkvloers in de voorgevel 1m groter te voorzien door de dorpel 1m lager te voorzien.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.