Terug
Gepubliceerd op 25/04/2022

2022_CBS_02941 - Omgevingsvergunning - OMV_2022011217. Antoon van Dyckstraat 20. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 22/04/2022 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_02941 - Omgevingsvergunning - OMV_2022011217. Antoon van Dyckstraat 20. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_02941 - Omgevingsvergunning - OMV_2022011217. Antoon van Dyckstraat 20. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022011217

Gegevens van de aanvrager:

de heer Chryster Aerts met als adres Antoon van Dyckstraat 20 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Antoon van Dyckstraat 20 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 6 sectie F nr. 1446N11

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een bijgebouw en aanleg van een zwemvijver

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          12/05/1937: (18#7698) voor onrechtstreeks spoelstelsel;

-          11/06/1920: (1920#9911) voor binnen veranderingen;

-          17/06/1910: toelating (1910#1064) voor het afbreken van een paviljoen;

-          26/03/1886: toelating (1886#220) voor het bouwen van drie huizen.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          Er werd geen relevante vergunde/vergund geachte toestand teruggevonden.

Huidige toestand

-          vaststelling (ID: 98331) van Geheel van drie burgerhuizen in eclectische stijl als bouwkundig erfgoed;

-          het bijgebouw bestaat uit 2 bouwlagen onder plat dak en grenst aan de achter en linker perceelgrens:

  • de kroonlijsthoogte bedraagt 5,2m;
  • het grondplan is in de vorm van een driehoek;
  • de gevelbreedte bedraagt circa 5,5m;
  • de maximale bouwdiepte bedraagt circa 4,5m

-          de tuin is ommuurd met variërende hoogtes tussen 1,9m en 3,3m

-          het perceel heeft een oppervlakte van 395,3m² waarvan 102,5m² bebouwd voor de woning en 13,1m² bebouwd voor een bijgebouw;

-          de tuin is ingericht met 2 terrassen bij de woning en het bijgebouw van in totaal 73,3m², de resterende oppervlakte (206,4m²) is ingericht met een groenaanleg;

Gewenste toestand

-          het bijgebouw bestaat uit 1 bouwlaag onder plat dak:

  • de vloeroppervlakte wordt vergroot tot 40m²;
  • de kroonlijsthoogte bedraagt 3,00m;
  • de gevelbreedte bedraagt circa 9m;
  • de maximale bouwdiepte bedraagt circa 8,5m;
  • het plat dak wordt voorzien van een groen dak;

-          de zwemvijver heeft een oppervlakte van 32m²:

  • de breedte bedraagt 4m;
  • de lengte bedraagt 8m;
  • de diepte bedraagt circa 1,2m waarvan circa 0,6m ondergronds;
  • de zwemvijver wordt op minimaal 0,5m van de perceelgrenzen geplaatst;

-          het perceel heeft een oppervlakte van 395,3m² waarvan 102,5m² bebouwd voor de woning en 40m² bebouwd wordt voor een bijgebouw;

-          de tuin wordt ingericht met een terras in waterdoorlatende verharding van 82,2m², een terras in verharding van 14,1m² en een zwemvijver van 32m², de resterende oppervlakte (124,5m²) wordt ingericht met een groenaanleg;

-          er wordt een regenwaterput van 5.000l voorzien.

Inhoud van de aanvraag

-          verbouwen van het bijgebouw;

-          aanleggen van een zwemvijver;

-          wijzigen van de verhardingen in de tuin.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

 

22 maart 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan

woongebieden en de aanvullende voorschriften gp 14 : art 1, º1 punt 2 (bruinomrand, cfr binnenstad).

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 27 Open ruimte
    • Verhardingen zoals een terras of een tuinhuis zijn in zij- en achtertuinen beperkt toegestaan, met een maximum van1/3 van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 vierkante meter.

De totale oppervlakte van de achtertuin is 292,5 m². Hiervan is 168,3 m² verhard terwijl dit maximum dit maximum 97,5 m² (1/3 van 292,5) mag zijn.

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren
    • het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Dit is niet het geval in voorliggende aanvraag.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
 

-          Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het beperkte bijgebouw achteraan en de zwemvijver kunnen gezien de oppervlakte van de achtertuin gunstig geadviseerd worden.  Deze werken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Strijdig met de bouwcode echter dient opgemerkt dat de achtertuin grotendeels wordt verhard. Conform de bouwcode moet minimum 2/3 van de tuin als onverharde groene ruimte worden aangeplant. De zwemvijver dient net als het terras en het bijgebouw beschouwd te worden als verharde ruimte. In voorliggende aanvraag is slechts 124,5 m² aangelegd als tuin terwijl dit minstens 195 m² zou moeten zijn. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan.

Een groene tuin heeft een aangenamer uitzicht binnen in een bouwblok en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Bovendien is elke tuin, hoe klein ook, een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,… en zorgt ze ervoor dat de opwarming van de stedelijke omgeving verminderd wordt. In voorwaarde zal worden opgelegd bijkomend 70,5 m² van de waterdoorlatende verharding aan te leggen als onverharde groene ruimte.

 

Er dient vastgesteld dat de terrasverharding zich, door de aanwezigheid van de trap, boven het maaiveld bevindt. Dit terras dient hierom als een volume beschouwd te worden. Doordat de bouwdiepte van de aanpalende panden niet werden opgetekend is het onduidelijk of dit volume zich bevindt binnen de kenmerkende bouwdiepte. Vanop dit terras is bovendien  inkijk mogelijk in de aanpalende panden wat naar privacy niet aanvaardbaar is. Aangezien het onduidelijk is of dit terras ooit vergund werd, dan wel als geacht vergund kan worden beschouwd, zal dit uitgesloten worden van vergunning.

 

Cultuurhistorische aspecten

De dienst monumentenzorg meldt geen bezwaar te hebben.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De plannen bevatten tegenstrijdigheden zodat de scheimuur van het bijgebouw met de aanpalenden mogelijk niet overal wordt uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode.
Aangezien het dak voorzien is van een groendak kan afgeweken worden van een minimale opstand van 30cm  wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat de in deze aanvraag vervatte werken geen aanleiding geven tot de vermeerdering van het aantal woongelegenheden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Er moet minstens 195 m² als onverharde groene tuinzone worden aangelegd, conform artikel 27 van de bouwcode.

3. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak moet voorzien worden van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen het groendak en de scheidingswand.

4. De verhoogde terrasverharding aansluitend aan de woning wordt uitgesloten van vergunning.


Standpunt college

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. De huidige aanvraag voorziet onder meer in de aanleg van een zwemvijver van 32m², de uitbreiding van een bestaand bijgebouw tot 40m², een terras van 14m² en bijkomende waterdoorlatende verharding in de tuinzone met een oppervlakte van 82,2m². De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt dat er conform de Antwerpse Bouwcode maximaal 97,5m² verhard mag worden, aangezien de tuin een oppervlakte heeft van 292,5m². Om die reden wordt als bijkomende voorwaarde opgelegd om minstens 195 m² als onverharde groene tuinzone aan te leggen, conform artikel 27 van de Antwerpse Bouwcode.

Open binnengebieden zijn zeer belangrijk voor de woon- en leefkwaliteit binnen een bouwblok en voor de ecologische kwaliteiten van een wijk. Open binnengebieden brengen niet enkel licht en lucht in de aangrenzende bebouwing, zij zorgen ook voor speelruimte, voor infiltratiemogelijkheden van het regenwater en voor een afkoeling van de stadslucht in tegenstelling tot bebouwde oppervlakten en wegen. Aangezien de stad al zeer dicht bebouwd is, dienen de onbebouwde delen van een perceel, de tuin, hun groen karakter zo veel mogelijk te behouden. De bouwcode ondersteunt de zo natuurlijk mogelijke inrichting van de niet-bebouwde delen van een perceel. Dit heeft immers verschillende voordelen. Een groene tuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat of binnen in een bouwblok en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. Door de tuin niet te bebouwen of te verharden blijft een deel beschikbaar voor natuurlijke infiltratie van regenwater in de bodem, zodat de openbare riolering minder belast wordt en het risico op problemen met de waterhuishouding vermindert. Bovendien is elke tuin, hoe klein ook, een natuurlijke oase in de bebouwing voor vogels, insecten,… en zorgt ze ervoor dat de opwarming van de stedelijke omgeving licht verminderd wordt. Om die reden stelt de Antwerpse bouwcode dan ook voorop dat de tuin zoveel mogelijk als onverharde en groene ruimte dient ingericht en aangeplant te worden.

Hoewel een zwemvijver theoretisch gezien als verharde oppervlakte beschouwd kan worden, kan deze evenzeer bijdragen aan het tegengaan van hittestress en ter bevordering dienen van de biodiversiteit. Aangezien de aanvraag de aanleg van de zwemvijver niet concretiseert, meent het college dat de zwemvijver minimaal aan een aantal voorwaarden dient te voldoen, namelijk:

1. Allereerst dient de zwemvijver te beschikken over een ecologisch waterzuiveringssysteem met behulp van een biologische filter of door het gebruik van speciale filterplanten, vrij van chloor en andere chemische stoffen;

2. Daarnaast dient het (overtollig) water van de zwemvijver te kunnen infiltreren in de bodem via een plantenborder langsheen de zwemvijver en/of desgevallend via een infiltratievoorziening in de tuin. Het water mag in geen geval via de riolering worden afgevoerd;

3. Bovendien moet ter bevordering van de ecologische meerwaarde van de zwemvijver, het natuurlijke zuiveringssysteem voorzien worden van middelhoge biodiverse beplanting en minimaal 1/3 van de oppervlakte van de zwemvijver innemen;

4. Tot slot dient de overige verharding van de tuin (in casu het bijgebouw en de terrassen) en de open ruimte (zijnde de overige tuinzone, exclusief het gedeelte van de zwemvijver) te voldoen aan de vooropgestelde verhoudingen van artikel 27 (maximaal 1/3de verharding, minimaal 2/3de open ruimte). In die zin moet er minstens 165 m² als onverharde groene tuinzone worden aangelegd. De zone met waterdoorlatende verharding, die op inplantingsplan nieuwe toestand 82,2m² bedraagt, dient bijgevolg beperkt te worden tot max. 30m².

Het college is aldus van mening dat, mits het opleggen van deze voorwaarden, de aanleg van een zwemvijver tegemoet komt aan de vooropgestelde doelstellingen van de Antwerpse bouwcode. In die zin worden de geadviseerde voorwaarden dan ook bijgesteld.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 februari 2022

Volledig en ontvankelijk

2 maart 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

1 mei 2022

Verslag GOA

7 april 2022

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Er moet minstens 155 m² als onverharde groene tuinzone worden aangelegd, conform artikel 27 van de bouwcode.

3. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak moet voorzien worden van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen het groendak en de scheidingswand.

4. De verhoogde terrasverharding aansluitend aan de woning wordt uitgesloten van vergunning. 

5. De zwemvijver moet beschikken over een ecologisch waterzuiveringssysteem met behulp van een biologische filter of door het gebruik van speciale filterplanten, vrij van chloor en andere chemische stoffen;

6. Het (overtollig) water van de zwemvijver moet kunnen infiltreren in de bodem via een plantenborder langsheen de zwemvijver en/of desgevallend via een infiltratievoorziening in de tuin. Het water mag in geen geval via de riolering worden afgevoerd;

7. Bovendien moet ter bevordering van de ecologische meerwaarde van de zwemvijver, het natuurlijke zuiveringssysteem voorzien worden van middelhoge biodiverse beplanting en minimaal 1/3 van de oppervlakte van de zwemvijver innemen;

8. De overige verharding van de tuin (in casu het bijgebouw en de terrassen) en de open ruimte (zijnde de overige tuinzone, exclusief het gedeelte van de zwemvijver) moet voldoen aan de vooropgestelde verhoudingen van artikel 27 (maximaal 1/3e verharding, minimaal 2/3de open ruimte). In die zin moet er minstens 165 m² als onverharde groene tuinzone worden aangelegd. De zone met waterdoorlatende verharding, die op inplantingsplan nieuwe toestand 82,2m² bedraagt, dient bijgevolg beperkt te worden tot max. 30m².

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.