Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022018086 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Mimoun El Abdellaoui met als adres Cornelis Schutstraat 23 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Cornelis Schutstraat 23 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 29 sectie A nr. 573G6 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren van de aanbouw van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 14/11/1973: vergunning (627#32619) voor het uitvoeren van een voorgevelverandering;
- 03/04/1968: vergunning (627#32617) voor het uitvoeren van verbouwingswerken;
- 18/10/2021: proces-verbaal (11002_2021_14902_VPV) voor het ophogen van de linker scheidsmuur en het bouwen van een gelijkvloerse linker achterbouw.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume: bouwdiepte volledige gelijkvloerse verdieping tot circa 17 m.
Gewenste toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume: bouwdiepte volledige gelijkvloerse verdieping tot 17 m;
- ongewijzigde gevelafwerking;
- de aanvraag bevat geen plannen van de verdieping.
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een gelijkvloerse aanbouw (linkerzijde);
- ophogen van de linker scheidingsmuur.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
elke verblijfsruimte dient openingen te hebben voor de toetreding van daglicht, zicht en lucht. De eetkamer heeft enkel een lichtkoepel;
zij- en achtertuinen die kleiner zijn dan 60 m² mogen maximaal voor 20 m² verhard worden. De volledige achtertuinzone (29 m²) werd verhard aangelegd;
het gedeelte van de scheidingsmuur moet een opstand van minimaal 0,30 m hebben ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. De zichtbaar blijvende onderdelen van de scheidingsmuur moeten esthetisch verantwoord en volgens de regels der kunst afgewerkt worden. Het is niet duidelijk of de scheidingsmuur hieraan voldoet.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestemming van de eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag heeft betrekking op het regulariseren van de gelijkvloerse uitbreiding.
De eetkamer heeft door de uitbreiding achteraan slechts een beperkte toegang tot natuurlijke verluchting en verlichting, zoals voorzien in artikel 24 van de bouwcode.
Deze ruimte wordt voornamelijk verlicht via een dakkoepel, waarvan niet gekend is of deze open kan voor verluchting.
Niet enkel daglichttoetreding is belangrijk, maar ook het zicht. Voor de belevingswaarde van elke verblijfsruimte moet er een doorzicht zijn zodat er effectief naar buiten kan gekeken worden. Deze ruimte bevindt zich op minimaal 8 m van de ramen in de voorgevel. Daarnaast is er door de beperkte opening naar de keuken ook een beperkt zicht naar de achtergevel.
Om toch voldoende woonkwaliteit te bekomen en deze eetruimte te voorzien van voldoende licht, zicht en lucht, worden volgende zaken opgenomen in de voorwaarden van vergunning:
- De opening tussen de keuken en de eetkamer moet vergroot worden zoals in rood aangeduid op het grondplan.
- De dakkoepel ter hoogte van de eetkamer moet voor verluchting kunnen geopend worden.
- De deur tussen de hal en de eetruimte moet uitgevoerd worden met een lichtdoorlatend materiaal.
Verhardingen in zij- en achtertuinen zijn conform artikel 27 van de bouwcode beperkt toegelaten tot 20 m² voor tuinen kleiner dan 60 m². De volledige achtertuinzone werd verhard aangelegd. Er is geen gegronde aanleiding om af te wijken van dit geldende voorschrift. Bijgevolg wordt in de voorwaarde opgenomen dat de verharding in de achtertuinzone beperkt moet blijven tot 20 m².
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan verder ingestemd worden met het volume en de inrichting zoals voorgesteld, mits de naleving van de gestelde voorwaarden.
Visueel-vormelijke elementen
De gelijkvloerse uitbreiding werd uitgevoerd in grijze cementering in combinatie met rockpanelen. Dit materiaalgebruik langs de achtergevel is visueel inpasbaar in dit woongebied.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag bevat geen plannen van de voorgevel en verdiepingen. Hierdoor worden alle vergunningsplichtige handelingen, werken en wijzigingen aan de voorgevel en op de verdieping uitgesloten van vergunning.
De scheimuur met de aanpalende werd ter hoogte van de gelijkvloerse uitbreiding niet uitgevoerd met een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Met het oog op het voorkomen van brandoverslag kan van dit artikel enkel afgeweken worden als de brandwerendheid van het dak voldoende is. In de voorwaarden wordt een minimale brandklasse opgelegd voor de dakbekleding.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De opening tussen de keuken en de eetruimte moet vergroot worden, zodat de overblijvende tussenmuur een maximale breedte heeft van 60 cm, conform in rood aangeduid op het grondplan nieuwe toestand.
2. De dakkoepel ter hoogte van de eetkamer moet voor verluchting kunnen geopend worden.
3. De deur tussen de hal en de eetruimte moet uitgevoerd worden met een lichtdoorlatend materiaal.
4. De verharding in de tuinzone moet beperkt blijven tot maximaal 20 m² conform artikel 27 van de bouwcode. Iedere vorm van half-verharding zoals bijvoorbeeld grasdallen, grindmatten (niet limitatief) wordt eveneens aanzien als verharding.
5. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
7. Alle vergunningsplichtige handelingen, werken en wijzigingen aan de voorgevel en op de verdieping worden uitgesloten van vergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 7 februari 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 9 maart 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 7 mei 2022 |
Verslag GOA | 19 april 2022 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werd één bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laat samenvatten:
Beoordeling: Overeenkomstig artikel 4.2.22 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening hebben stedenbouwkundige vergunningen een zakelijk karakter en worden ze verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten. Het bezwaar is niet van stedenbouwkundige aard, noch concreet.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling: De aanvraag is gelegen in de nabijheid van de zogenaamde oksel van het bouwblok. Wonen in dit gedeelte betekent vaak meer bebouwing op een kleinere oppervlakte, wat een impact kan hebben op zichten. De vergunde bouwdiepte aan de linker perceelgrens werd perceelsbreed, maar enkel op het gelijkvloers uitgevoerd. Na de uitgevoerde werkzaamheden blijft er voldoende tuinzone over op dit perceel en er worden geen bomen gerooid. De gelijkvloerse uitbreiding brengt ook de woonkwaliteit van de aanpalende woningen niet in het gedrang.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De opening tussen de keuken en de eetruimte moet vergroot worden, zodat de overblijvende tussenmuur een maximale breedte heeft van 60 cm, conform in rood aangeduid op het grondplan nieuwe toestand.
2. De dakkoepel ter hoogte van de eetkamer moet voor verluchting kunnen geopend worden.
3. De deur tussen de hal en de eetruimte moet uitgevoerd worden met een lichtdoorlatend materiaal.
4. De verharding in de tuinzone moet beperkt blijven tot maximaal 20 m² conform artikel 27 van de bouwcode. Iedere vorm van half-verharding zoals bijvoorbeeld grasdallen, grindmatten (niet limitatief) wordt eveneens aanzien als verharding.
5. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
7. Alle vergunningsplichtige handelingen, werken en wijzigingen aan de voorgevel en op de verdieping worden uitgesloten van vergunning.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.