Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022022424 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Sureyya SONAKALAN met als adres Arthur Sterckstraat 12 te 2600 Antwerpen |
Ligging van het project: | Jules Moretuslei 181 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 43 sectie A nr. 203T2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een handelswoning tot een meergezinswoning met 3 wooneenheden |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 21/01/2022: weigering (20214444) voor het verbouwen van een handelswoning tot een meergezinswoning met 5 wooneenheden;
- 28/06/1976: vergunning (222#4307) voor verbouwingswerken aan een woning;
- 12/06/1972: vergunning (19728138) voor het verbouwen van een handelszaak.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- functie en bouwvolume:
Huidige toestand
- functie en bouwvolume conform de vergunde toestand.
Gewenste toestand
- functie en bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen en uitbreiden van een bakkerij, winkel met aansluitende woning tot een meergezinswoning met 3 wooneenheden;
- uitbreiden met een extra bouwlaag;
- wijzigen van de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen | 8 maart 2022 | 30 maart 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 8 maart 2022 | 6 april 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 8 maart 2022 | 11 maart 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 8 maart 2022 | 21 maart 2022 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 8 maart 2022 | 16 maart 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 8 maart 2022 | 18 maart 2022 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 8 maart 2022 | 23 maart 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het voorzien van meerdere appartementen met private buitenruimtes is principieel inpasbaar in dit deel van de Jules Moretuslei waar voornamelijk meergezinswoningen kenmerkend zijn.
Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden voldoende wooncomfort bieden.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
In dit deel van de Jules Moretuslei, waar er een aansluiting is op de ventweg van de Krijgsbaan, is het kenmerkend dat er achteraan het perceel een volume is voorzien. Bij panden met op het gelijkvloers een andere functie dan wonen is het perceel vaak volledig bebouwd. Bij panden met enkel een woonfunctie is er een bijgebouw in functie van parkeren aanwezig. Het behouden van een deel van het volume van de voormalige bakkerij is bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar.
De oppervlakte van de verhardingen van het bijgebouw, terras en doorgang in de tuinzone dient beperkt te worden tot maximaal 1/3 van de oppervlakte van de tuinzone. Dit is in voorliggende aanvraag niet het geval.
Door het grote bijgebouw wordt de kwaliteit van de tuinzone beperkt in functie van het opvangen van meer dan de noodzakelijke parkeerbehoefte bepaald volgens de bouwcode. Dit is onaanvaardbaar. Omwille van het uitbreiden van de woonfunctie op het gelijkvloers én het aantal woongelegenheden op het perceel is een tuinzone met voldoende kwaliteit op eigen perceel noodzakelijk.
In voorwaarde zal daarom opgenomen worden om de open ruimte te vergroten tot 12m tussen de twee gebouwen, door het bijgebouw in oppervlakte te beperken, maar nog altijd voldoende groot voor het stallen van 2 wagens en 9 fietsen.
Ook na deze voorwaarden wijkt de aanvraag af van artikel 27 van de bouwcode, maar beperkt en aanvaardbaar in de omgeving.
Mits toepassing van artikel 3 van de bouwcode, en mits het strikt na leven van de voorwaarden, kan deze beperkte afwijking toegestaan worden.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume zoals voorgesteld voor het hoofdgebouw. Het voorgestelde project komt inzake het aantal bouwlagen en dakvorm overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving.
Visueel-vormelijke elementen
Kenmerkend in dit deel van de Jules Moretuslei zijn gevels in gevelsteen in verschillende kleurtinten met op het gelijkvloers een afwerking in natuursteen. De voorgevel wordt na de uitbreiding geïsoleerd en afgewerkt met steenstrips in een bruine kleur. Dit materiaal is in harmonie met de omgeving en aanvaardbaar.
De arrière-corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te behouden.
Het toepassen van buitengevelisolatie leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande elementen in natuursteen (raamdorpel, plint, …) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen in natuursteen.
De uitstekende delen van een gevel (plint, raamdorpel, kroonlijst, …) zorgen voor een detaillering van de gevel. Daarnaast hebben deze details ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen, vervuiling, ...
Indien er voor het uitvoeren van de werken een plint aanwezig is, moet deze behouden blijven. Dit kan door de bestaande plint naar voren te plaatsen (en er achter isolatie aan te brengen) of de bestaande plint te vervangen door een nieuwe plint.
Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein.
De gevel ter hoogte van de Krijgsbaan wordt voorzien van een witte bepleistering en een zwarte poort. Ook beide achtergevels worden afgewerkt met een witte bepleistering en zwart buitenschrijnwerk.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Uit plannen voor het oprichten en verbouwen van de meergezinswoning aan de rechterzijde is vast te stellen dat beide percelen ooit een geheel hebben gevormd. De scheidingsmuur ter hoogte van de bakkerij was afgebroken zodat er grote bijkomende berging ontstond. In voorliggend dossier is deze situatie niet meer aanwezig. Ook op aangeleverd beeldmateriaal is vast te stellen dat beide percelen volledig zelfstandig functioneren. De aanvraag is dan ook zo beoordeeld.
Bijkomend wordt vastgesteld dat de septische put een te kleine inhoud heeft en dat er achteraan een deur open draait over het openbaar domein. Dit is strijdig met artikel 43 en artikel 14 van de bouwcode. In voorwaarde zal daarom opgenomen worden aan deze voorschriften te voldoen.
Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is als voorwaardelijk gunstig opgeladen in het omgevingsloket, maar het is een gunstig advies zonder voorwaarden. Om die reden kunnen geen voorwaarden uit dit advies overgenomen worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Een handelswoning waar een bakkerij achter gevestigd was wordt omgebouwd tot meergezinswoning. Hierbij is er op het gelijkvloers een 2-slaapkamerappartement en op de 2 verdiepingen steeds een 2-slaapkamerappartement. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 Er is een toename van 2 wooneenheden. De werkelijke parkeerbehoefte is 2 x 1 = 2 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 3 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er zijn voor de 3 wooneenheden 3 plaatsen beschikbaar. De vraag is echter of de indeling van de berging meest gunstig is. We verwachten dat de derde wagen zich niet netjes in rij zal parkeren maar dicht tegen de fietsen zal staan, waardoor het een probleem is de fietsen uit de stalling te nemen. Op een manier de vakken aanduiden, zodat de fietsen bereikbaar blijven.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.
Gelet op de beoordeling bij het onderdeel ‘Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid’ van dit verslag wordt opgelegd om het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein te beperken tot 2.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 2 = 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 2 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
De fietsparkeerbehoefte voor het geheel is 3 x (2+1) = 9 fietsen.
Er worden 9 plaatsen voorzien. Zoals nu ingetekend wordt er gewerkt met een systeem op 1 niveau. Dan moet de tussenafstand tussen de fietsen minstens 60 cm zijn. Zouden er rekken gezet worden met een hoog/laag systeem dan is 40 cm het minimum.
De deur in de poort moet minstens 100 cm zijn.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Het advies van Fluvius strikt na te leven.
3. De deur in de poort aan de Krijgsbaan dient naar binnen te draaien conform de voorschriften van artikel 14 van de bouwcode.
4. De inhoud van de septische put dient te voldoen aan de voorschriften van artikel 43 van de bouwcode.
5. Het volume van de garage te beperken door de achtergevel van het volume op 12m afstand te voorzien van de achtergevel van de gelijkvloerse woongelegenheid en deze bijkomende open ruimte te voorzien als onverharde oppervlakte uitgezonderd op een pad van 1,50m breedte.
6. De isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale dikte van 14 centimeter.
7. De arrière-corps te behouden. De arrière-corps moet vrij blijven van materiaal en isolatie.
8. De uitstekende delen van de gevel (plint, raamdorpels, raamkaders, kroonlijst, …) te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element in het zelfde materiaal en met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand.
9. De elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, integraal te verplaatsen.
10. Fietsrekken te voorzien met tussenafstand van minstens 60 cm.
11. De deur in de poort te voorzien van een doorgangsbreedte van 100 cm.
12. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
13. De bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie en dezelfde elementen te voorzien op de tweede verdieping.
14. De nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 14 februari 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 8 maart 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 1 april 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 7 mei 2022 |
Verslag GOA | 21 april 2022 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
Wijzigingsverzoeken
De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Het advies van Fluvius strikt na te leven.
3. De deur in de poort aan de Krijgsbaan dient naar binnen te draaien conform de voorschriften van artikel 14 van de bouwcode.
4. De inhoud van de septische put dient te voldoen aan de voorschriften van artikel 43 van de bouwcode.
5. Het volume van de garage te beperken door de achtergevel van het volume op 12m afstand te voorzien van de achtergevel van de gelijkvloerse woongelegenheid en deze bijkomende open ruimte te voorzien als onverharde oppervlakte uitgezonderd op een pad van 1,50m breedte.
6. De isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale dikte van 14 centimeter.
7. De arrière-corps te behouden. De arrière-corps moet vrij blijven van materiaal en isolatie.
8. De uitstekende delen van de gevel (plint, raamdorpels, raamkaders, kroonlijst, …) te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element in het zelfde materiaal en met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand.
9. De elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, integraal te verplaatsen.
10. Fietsrekken te voorzien met tussenafstand van minstens 60 cm.
11. De deur in de poort te voorzien van een doorgangsbreedte van 100 cm.
12. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
13. De bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie en dezelfde elementen te voorzien op de tweede verdieping.
14. De nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.