2022_CBS_03294 - Omgevingsvergunning - OMV_2021187041. Jezusstraat 28-30. District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          15/11/2019: voorwaardelijke vergunning (20192296) voor het verbouwen en exploiteren van het voormalig Veiligheidsinstituut naar een gebouw met kantoorruimten, reca en culturele voorzieningen;

-          26/01/2017: vergunning (20162116) voor het verbouwen van het Veiligheidsinstituut tot concept store Oyaya – vergunning vervallen;

-          29/03/2019: vaststelling (ID: 302203) van het Provinciaal Veiligheidsinstituut als bouwkundig erfgoed.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          functie: gebouw met gemengd gebruik als kantoorruimte, reca en culturele voorzieningen;

-          gevelafwerking zijde Jezusstraat:

• sculpturaal gevelfront in natuursteen;
• buitenschrijnwerk in zwart staal.

Huidige toestand

-          functie: leegstaand kantoorgebouw;

-          bouwvolume: interne werken werden aangevat;

-          gevelafwerking zijde Jezusstraat: ramen, exclusief raamkaders, op de gelijkvloerse verdieping volledig beplakt met publiciteit.

Gewenste toestand

-          gevelafwerking zijde Jezusstraat: ramen, exclusief raamkaders, op de gelijkvloerse verdieping volledig beplakt met publiciteit voorzien van een simulatie van de nieuwe toestand.

Inhoud van de aanvraag

-          aanbrengen van tijdelijke publiciteit;

-          de vergunningsplichtige functiewijziging en andere handelingen, werken en wijzigingen aan het gebouw maken geen deel uit van de aanvraag.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel  2:   zone voor wonen - (wo2) en artikel  5:   zone voor centrumfuncties - publieksgerichte gebouwen (ce5).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

• artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed: de publiciteit wordt aangebracht op de ramen van een op de inventaris vastgesteld pand;
• artikel 12 Levendige plint: door het aanbrengen van niet-doorzichtige publiciteit op alle gelijkvloerse gevelramen, is er geen regelmatig contact mogelijk tussen de gebruikers van het gebouw en de straat;
• artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: door het aanbrengen van niet-doorzichtige publiciteit op alle gelijkvloerse gevelramen, is er onvoldoende lichttoetreding;
• artikel 32 Niet-zaakgebonden publiciteit: publiciteit op steigerdoeken (in dit geval geplakt op de ramen) mag in CHE-gebied enkel uitgevoerd worden indien maximaal 2/3 van de volledige oppervlakte van het doek beslaan wordt. Bijkomend kan de publiciteit op steigerdoeken slechts vergund worden ten belope van de noodzakelijke periode van de steigerwerken.

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))

Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid – schaal – ruimtegebruik

Voorliggende aanvraag betreft het plaatsen van tijdelijke publiciteit aan de voorgevel.

Er wordt echter vastgesteld dat het pand wijzigt van een kantoor- naar een gemeenschapsfunctie (universiteit). Dit is een vergunningsplichtige handeling die expliciet moet worden aangevraagd.

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Met betrekking tot het aanbrengen van tijdelijke, niet-zaakgebonden publiciteit verleent de dienst Monumentenzorg onderstaand ongunstig advies:

“De aanvraag betreft de plaatsing van reclame op de volledig beglaasde gevelpui en dit voor een periode van 24 maanden. Het doel van de bestickering betreft de aankondiging van een nieuw open leercentrum voor studenten aan de KU Leuven. Het pand is momenteel vergund als een kantoorgebouw. De werken die nodig zijn in functie van de nieuwe bestemming (leercentrum KU Leuven) worden niet beschreven en maken ook geen deel uit van de bouwaanvraag.

De aanvraag bevat onvoldoende informatie om de wijzigingen in functie van de herbestemming van het gebouw te kennen en de impact van deze ingrepen op de cultuurhistorische waarde van het pand te kunnen beoordelen. Gezien het bovenstaande kan de aanvraag tot gevelreclame in functie van een herbestemming niet gunstig worden geadviseerd.”

Omdat de interne werken een uitvoering zijn van de eerder verleende vergunning voor het kantoorgebouw en de bestickering op de ramen voor deze werf wordt voorzien, kan de gevraagde publiciteit ten tijde van deze werken toegelaten worden. Echter voor de vergunningsplichtige functiewijziging dient een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag wijkt in principe af van artikel 12 en 24 van de bouwcode, maar gezien er werken achter de gevel worden uitgevoerd, zijn deze afwijkingen niet relevant.

-          Overeenkomstig artikel 32 van de bouwcode kan publiciteit op steigerdoeken (in dit geval geplakt op de ramen) in CHE-gebied slechts vergund worden ten belope van de noodzakelijke periode van de steigerwerken in functie van werken aan het gebouw. De publiciteit mag maximaal 2/3^de van de volledige oppervlakte van de bestickering beslaan, minimaal 1/3^de van de oppervlakte moet voorzien zijn van een fotosimulatie van de nieuwe toestand.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De publiciteit wordt vergund ten belope van de noodzakelijke periode van de werken aan het gebouw, voor een maximale duur van 2 jaar na het verkrijgen van deze vergunning.

2. De publiciteit mag maximaal 2/3^de van de volledige oppervlakte van de bestickering beslaan, minimaal 1/3^de van de oppervlakte moet voorzien zijn van een fotosimulatie van de nieuwe toestand.

3. De vergunningsplichtige functiewijziging en andere handelingen, werken en wijzigingen aan het gebouw dan de aangevraagde tijdelijke publiciteit, worden uitgesloten uit de vergunning.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.