Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021144319 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV Compagnie de Manutention Groupe (0439564012) met als contactadres Sneeuwbeslaan 14 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Sneeuwbeslaan 14 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 42 sectie B nr. 41S |
waarvan: |
|
- 20210910-0016 | afdeling 42 sectie B nr. 41S (CDMG Wilrijk) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | de exploitatie van een kantoorgebouw |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 31 oktober 2001 verleende het college een milieuvergunning voor het exploiteren van een kantoorgebouw aan Compagnie de Manutention Groupe nv (kenmerk AN2001488). Deze beslissing werd in beroep bevestigd door de deputatie op 21 maart 2002 (kenmerk MLBR2/01-89). Op 28 augustus 2009 werd de vergunning geactualiseerd (kenmerk AN2009332). De vergunning was geldig tot 31 oktober 2021.
Inhoud van de aanvraag
Het project omvat de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA) verbonden aan een kantoorgebouw.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 7.200 m³/jaar |
12.1.1.1°b) | inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 200 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt; | 186,50 kVA |
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 1 x 630 kVA |
12.3.1° | accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000; | 59.770 VAh |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 5 voertuigen |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | 539,30 kW |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 1,04 ton |
43.1.1°b) | het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. | 1.168,00 kW |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 30 november 2021 | 5 januari 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw | 30 november 2021 | 15 december 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvrager levert geen vergunde toestand van het gebouw aan, waardoor de wijzigingen ten opzichte van de laatst vergunde toestand niet beoordeeld kunnen worden.
Met uitzondering van de technische installaties, dienen alle stedenbouwkundige aspecten uitgesloten te worden uit de vergunning.
De hoogte van de koelgroepen en condensors werd niet weergegeven op het dakenplan en er werd geen snede aangeleverd waarop deze technische installaties zichtbaar zijn. In voorwaarde dient opgelegd te worden dat deze moeten voldoen aan artikel 16 van de Bouwcode.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Het kantoorgebouw, gelegen aan de Sneeuwbeslaan 14 te Wilrijk, wordt reeds door de exploitant uitgebaat maar door de laattijdige hernieuwingsaanvraag wordt de inrichting als nieuw aanzien. In het kantoor zijn verschillende bedrijven gevestigd; de verhuurbare oppervlakte bedraagt 9.380 m². De exploitant (verhuurder) neemt in de aanvraag de gebouwoverkoepelende IIOA’s op. De huurders worden zelf verantwoordelijk gesteld voor eventuele IIOA’s die ze installeren en beheren (bijvoorbeeld bijkomende koeling of opslag).
In totaal zal 7.200 m³ huishoudelijk afvalwater geloosd worden in de openbare riolering van de Sneeuwbeslaan via één lozingspunt. Het afvalwater is afkomstig van de sanitaire installaties, het onderhoud van het gebouw en de kitchenettes. De riolering is aangesloten op de RWZI Antwerpen-Zuid.
Het gebouw is niet voorzien om hemelwater op te vangen en nuttig te gebruiken. Er is geen infiltratie- of buffervoorziening. Het gebouw dateert uit een periode waarin hier geen aandacht voor was (circa 1986) zodat aanpassingen niet vanzelfsprekend zijn. Het gevraagde project omvat geen werken aan het gebouw of riolering, maar elke aanpassing van het gebouw dient er mee op gericht te zijn het hemelwater op te vangen, nuttig te gebruiken en/of te bufferen en infiltreren.
Om in geval van een netstroomonderbreking een tijdelijk alternatief te hebben, is een noodstroomgroep aanwezig die staat opgesteld in een afgesloten lokaal in de kelder. De groep bestaat uit een dieselgroep van 305 kW, een stroomgenerator van 373 kVA en een bovengrondse houder van 1.200 liter diesel (1,04 ton). Voor noodstroomgroepen met minder dan 500 bedrijfsuren per kalenderjaar moet het vermogen voor rubriek 12 en 31 voor 50% meegenomen worden. Het te beschouwen vermogen wordt dan respectievelijk 186,5 kVA (rubriek 12.1.1.1°b) en 152,5 kW (niet ingedeeld).
Het vermogen van de dieselgroep en die van de elektriciteitsgenerator zijn volgens de aanvraag ongeveer gelijk. Het is waarschijnlijk dat voor de dieselgroep niet het thermisch ingangsvermogen maar wel het geproduceerde vermogen opgegeven werd in de aanvraag. Het effectief geproduceerde vermogen bedraagt maximaal circa 40% van het thermisch ingangsvermogen, zodat het indelingscriterium voor rubriek 31.1.1°b) mogelijk wel overschreden wordt. De installatie wordt enkel gebruikt in noodgevallen, zodat het risico op hinder beperkt. De brandstofhouder is bovengronds en dubbelwandig. Een keuringsattest van de houder is nog geldig tot 10 juli 2023. Het risico op bodemverontreiniging is beperkt.
Een oliegekoelde transformator staat in voor de omzetting van hoogspanning naar laagspanning. De transformator bevindt zich in een afzonderlijk lokaal in de kelderverdieping en is ingekuipt om lekkende olie op te vangen. Het risico op bodemverontreiniging is beperkt.
De serverroom is aangesloten op een UPS met een vermogen van 19.680 VAh. Een tweede algemene ‘no break’ UPS heeft een vermogen van 40.090 VAh. Beide staan opgesteld in afzonderlijke afgesloten lokalen naast de HS-cabine in de kelder.
Het gebouw beschikt over volgende airconditioningsinstallaties:
- twee koelgroepen van elk 255 kW;
- één airco van 1,5 kW;
- vier klimaatkasten van elk 5,4 kW.
De twee grote koelgroepen staan in voor de comfortkoeling van het kantoorgebouw. Ze maken elk gebruik van 114 kg koelmiddel R410a. Het koelvermogen bedraagt 506 kW. De klimaatkasten zorgen voor de klimaatregeling in de serverroom en hebben elk 17,6 kg koelmiddel R407c. Het koelvermogen bedraagt 20,6 kW. De toestellen worden tweemaal per jaar onderworpen aan lektesten door een erkende koeltechnicus. De koelgroep voor de wijnkelder bevat 3 kg koelmiddel R22. Het koelvermogen bedraagt circa 5 kW. Ook hier gebeuren minstens jaarlijkse lektesten. Van zodra een interventie (herstelling, handeling met koelmiddel) nodig is, zal het toestel vervangen worden. Gelet op het verbod om toestellen bij te vullen met R22 wordt dit toestel uitgesloten van de omgevingsvergunning. R22 is een HCFK met een zeer negatieve werking op de ozonlaag. Wachten tot het toestel koelvloeistof begint te verliezen om het te vervangen is niet gewenst. Het betreft een klein toestel waarvan de vervanging als een beperkte investering voor de exploitant wordt aanzien. Het is zowel voor de bescherming van de omgeving (HCFK) als voor de exploitant (continuïteit van de bedrijfsvoering) beter niet te wachten met het vervangen van het oude toestel.
De twee grote koelgroepen op het dak vleugel B beschikken over scroll-compressoren met een laag trillingsniveau, gemonteerd op flexibele trillingsdempers en uitgevoerd met geluidsisolatie rond de compressor. De installaties produceren een maximaal geluidsdrukniveau van 60 dB(A) (op 10 meter in vrij veld). De koelgroepen met hun condensors zijn opgesteld op de zuidoostelijke vleugel van het gebouw en dus weg van de bewoning. De condensors van de klimaatkasten in de serverroom staan opgesteld op de noordwestelijke vleugel van het dak. Deze zouden geluidsarm zijn. De afstand tot de dichtstbij gelegen woning is 60 meter. In functie van geluidsoverdracht staan de toestellen gunstig opgesteld (voldoende hoog ten opzichte van andere bebouwing, geen weerkaatsing). Er zijn geen klachten over geluidsoverlast gekend bij de toezichthoudende diensten. Het risico op geluidshinder is beperkt.
Voor de verwarming van het gebouw en de productie van warm water zijn twee stookinstallaties van elk 584 kW op aardgas aanwezig, geplaatst in een lokaal in het zuidelijke deel van de derde verdieping. De stookinstallaties worden volgens de exploitant onderworpen aan een tweejaarlijks onderhoud, een vierjaarlijkse audit en een vijfjaarlijkse emissiemeting.
Voor één van de stookketels werd een rapport met de emissiemetingen van 17 november 2021 (rapportdatum 11 januari 2011) bijgevoegd. Dit toont dat voldaan kan worden aan de strengste emissiegrenswaarden voor CO en NOx. Voor de tweede ketel kon geen geldige meting gebeuren. De ketel ondersteunt enkel vanaf een bepaalde temperatuur en was op het moment van de meting niet in werking. Als bijzondere voorwaarde wordt opgelegd dat vóór 1 april 2023 de resultaten van de ontbrekende emissiemeting worden overgemaakt aan het college. Tijdens de wintermaanden moet het mogelijk zijn een meting uit te voeren in een koude periode waarin de ketel wel aanslaat.
Volgende niet ingedeelde activiteiten vinden eveneens plaats:
- de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen voor de onderhoudsploegen en de technische dienst (< 50 liter);
- de opslag van 500 liter mazout in een geïntegreerde houder bij de noodgroep;
- de opslag van minder dan 20 ton strooizout;
- de opslag van 12 flessen van 80 liter argonite gas aangesloten aan een automatische blusinstallatie.
De carwashactiviteiten en de hieraan verbonden lozing van bedrijfsafvalwater werden stopgezet.
De exploitant geeft aan de klassieke afvalstromen te verwachten bij kantooractiviteiten (PMD, papier en karton, restafval) selectief in te zamelen en af te voeren via een erkende afvalophaler. Indien er huurders specifieke afvalstoffen genereren, staan ze zelf in voor de correcte inzameling en afvoer.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Gezien de affiche van het openbaar onderzoek laattijdig werd uitgehangen en er geen mogelijkheid meer bestaat tot het toepassen van een tweede administratieve lus, dient de vergunning geweigerd te worden gezien derden geschonden werden in hun rechten.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geweigerd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 7.200 m³/jaar |
12.1.1.1°b) | inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 200 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt; | 186,50 kVA |
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 1 x 630 kVA |
12.3.1° | accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000; | 59.770 VAh |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 5 voertuigen |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | 537,80 kW |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 1,04 ton |
43.1.1°b) | het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas. | 1.168 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 8 november 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 30 november 2021 |
Start 1e openbaar onderzoek | 10 december 2021 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 8 januari 2022 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 13 januari 2022 |
Start laatste openbaar onderzoek | 23 januari 2022 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 21 februari 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 14 mei 2022 |
Verslag GOA | 21 april 2022 |
naam GOA | Bieke Geypens |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
Er werd geen datum van aanplakking van de affiche ingegeven op het omgevingsloket.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
10 december 2021 | 8 januari 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
23 januari 2022 | 21 februari 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.