Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021189391 |
Gegevens van de aanvrager: | NV MEVACOM SERVICES met als contactadres Belcrownlaan 13 bus D te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Aalscholverlaan ZN te 2050 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 13 sectie N nr. 324X |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van 2 meergezinswoningen, 7 eengezinswoningen en 2 ondergrondse parkeergarages (lot 14 en 15) |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 03/10/2019: voorwaardelijke vergunning (20191) voor het verkavelen van 30 loten voor eengezinswoningen en 2 loten voor meergezinswoningen en het aanleggen van nieuw openbaar domein;
- 22/4/2021: integrale kwaliteitskamer.
Vergunde/huidige toestand
- inrichting: bouwrijp terrein.
Gewenste toestand
- ontwikkeling van loten 14 en 15 binnen verkaveling 20191;
- functie:
- bouwvolume:
- voorgevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 21 januari 2022 | 7 april 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 21 januari 2022 | 7 maart 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 21 januari 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie | 21 januari 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie | 21 januari 2022 | 11 februari 2022 | Geen bezwaar |
PROXIMUS/ Proximus | 21 januari 2022 | 10 maart 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn/ De Lijn Entiteit Antwerpen | 21 januari 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Water-link | 21 januari 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 21 januari 2022 | 4 februari 2022 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 21 januari 2022 | 1 maart 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 21 januari 2022 | 11 februari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning/ SOK | 21 januari 2022 | 3 februari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 21 januari 2022 | 24 januari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 21 januari 2022 | 15 februari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 21 januari 2022 | 8 februari 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Galgenweel Oost, goedgekeurd op 9 augustus 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 1 zone voor wonen - (wo) en artikel 3 zone voor groen - (gr).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt in de verkaveling 20191, goedgekeurd op 3 oktober 2019, meer bepaald in lot(en) 14 en 15.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgende punten:
- lot 14 Constructies:
constructies zijn toegelaten op de gemarkeerde plaatsen voor zover ze niet hoger zijn dan 3,00m. De constructies zijn maximaal 3,00 x 3,00 meter groot. Ze moeten worden uitgevoerd in hout. Er worden in de achtertuin van lot 14a extra tuinberging en een trap naar de parking voorzien;
- lot 15 Inplanting:
het overdekt gedeelte van de doorgang aan de rechterzijgrens van lot 15a begint op 2,00 meter uit de rooilijn en is 7,60 meter diep. Dit is in de aanvraag 0,80 meter uit de rooilijn en is 7,00 meter diep;
- lot 15 Constructies:
de overdekte inrit van de ondergrondse parking op lot 15 wordt gekoppeld opgericht
aan het gebouw op lot 16 en is maximaal 3,50 meter breed en 12,00 meter diep. De inrit is 4,00 meter breed en heeft een lengte van meer dan 24 meter.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen.
De voorliggende aanvraag handelt over het bouwen van loten 14 en 15. Voor deze verkaveling werd een omgevingsvergunning (OMV_2018062900) afgeleverd. Het betreft een omgevingsvergunning met een projectgebied gelegen buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is groter dan 3000 m² (ca. 9 603 m²). Voor deze aanvraag was de opmaak van een archeologienota wettelijk verplicht. De archeologienota werd opgemaakt door Studiebureau Archeologie (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/3112) en waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 27/05/2017. Er werd geen programma van maatregelen opgemaakt. Er werden geen voorwaarden opgenomen.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving. De aanvraag voorziet in twee meergezinsgebouwen met respectievelijk 23 en 12 wooneenheden en 7 eengezinswoningen. De functie is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het RUP Galgenweel Oost en de verkavelingvoorschriften.
Woningtypologie
De verdeling van 35 appartementen over loten 14a en 15a vloeit voort uit het goedkeuringsbesluit van de deputatie op de verkavelingsaanvraag. De verhouding is onevenwichtig als gevolg van een vergissing bij de beslissing van de deputatie waarbij het besluit een ander aantal units in lot 15a vermeldt ten opzichte van het masterplan. Dit betekent dat er binnen het lot 15a per bouwlaag maximaal 3 appartementen kunnen voorzien worden bij een project met 4 bouwlagen. De appartementen in dit bouwblok zijn bijgevolg allemaal ruime appartementen. In het project op lot 14a worden daarom vervolgens eerdere kleinere appartementen ingericht. Verder omvat deze aanvraag 7 grondgebonden woningen. In de rest van de verkaveling kunnen echter enkel grondgebonden woningen worden gerealiseerd. Dit zal de verhouding tussen appartementen en grondgebonden woningen op 35/30 brengen na de uitvoering van de volledige verkaveling. Bijkomende wordt opgemerkt dat 4 van deze appartementen ruime gezinsappartementen zijn met 3 slaapkamers en een grote buitenruimte. Het project zet dus in op het creëren van een woonaanbod voor gezinnen conform het beleid van de stad. De mix van het aantal wooneenheden moet dan ook over het volledige project gezien worden en niet per lot, zoals het project bovendien ook werd bedacht bij opmaak van het RUP en het verkavelingsplan.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De schaal en het ruimtegebruik van de aanvraag zijn in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening mits het uitvoeren van de voorwaarden bij de vergunning.
De aanvraag voorziet in een eerste fase (loten 14 en 15) van een woonproject dat het woongebied van Linkeroever ten zuiden van de Blancefloerlaan verder afwerkt en verbindt met de Regattawijk. Het beoogde woonproject dat juridisch werd verankerd in een RUP en verder verfijnd in een verkaveling, voorziet in de opsplitsing van het terrein met een nieuwe straat, de Richard Declerkstraat, die dwars op de Aalscholverlaan uitkomt. De loten 14 en 15 bevinden zich links en rechts van deze nieuwe straat, op de hoeken met de Aalscholverlaan. Er wordt op deze loten een gemengd woningbouwproject voorzien met zowel appartementen als eengezinswoningen.
De verkavelingsvoorschriften leggen maximale bebouwingsprofielen op. De aanvraag blijft binnen deze profielen. Op de hoeken van de Aalscholverlaan met de nieuwe straat worden de meergezinsgebouwen ingericht als “poortwachters” tot de nieuwe wijk. De eengezinswoningen bouwen af naar de bestaande aanpalende wijk enerzijds en de toekomstige wijk anderzijds.
In het RUP werd tussen de zone voor wonen en het aanpalende bedrijventerrein een zone voor groen voorzien als een bufferstrook. Deze zone voor groen bevindt zich op de bedrijfspercelen. Het meergezinsgebouw op lot 14a wordt op de zonegrens van de zone voor wonen, maar dus ook op de perceelsgrens gebouwd. De voorziene openingen in de westelijke zijgevel van het gebouw zijn hierdoor burgerrechterlijk niet mogelijk waardoor een vergunning onuitvoerbaar kan worden. Artikel 78 van het Omgevingsvergunningsdecreet stelt dat een omgevingsvergunning een zakelijk karakter heeft en wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed. Om de vergunning te garanderen van haar uitvoerbaarheid zullen daarom voorwaarden worden opgelegd. Zo moeten de voorziene raamopeningen in de zijgevel in terugspringende metselwerk uitgewerkt worden. Ook de openingen in de zijgevel ter hoogte van de terrassen en de claustra aan de inrit naar de ondergrondse parking moeten als volle muren in baksteen worden opgetrokken.
In de tuinzone van lot 14a wordt een constructie van 3 tuinbergingen gegroepeerd met een vluchttrap vanuit de gemeenschappelijke kelder. De oppervlakte van deze constructie is ruimer dan de toegelaten zone voor tuinbergingen volgens de verkavelingsvoorschriften. In de verkavelingsvoorschriften werd met de positionering van een vluchttrap echter nog geen rekening gehouden. De helling van de inrit naar de ondergrondse garage reikt ook tot buiten het bouwvolume. In het verlengde van de tuinbergingen en de vluchttrap is de uitloper van de helling naar de parkeergarage traceerbaar. Het realiseren van een helling naar de ondergrondse garage heeft echter meer lengte nodig dan de diepte voor het gebouw zoals voorzien in het verkavelingsplan. Dit is ook zo voor de helling naar de ondergrondse garage in lot 15a. De constructie met de inrit is een halve meter breder dan de opgelegde 3,5 meter en 2 meter langer dan de opgelegde 12 meter in de verkavelingsvoorschriften. Ook hier is een verdere uitloper van de helling van de inrit traceerbar die als helling in de tuinaanleg wordt geïntegreerd. Sectorale regelgeving die veiligheid en toegankelijkheid nastreeft, noopt echter tot deze afwijkingen. De afwijkingen zijn beperkt en kunnen worden toegestaan.
De erfdienstbaarheid van overgang aan de rechterzijgrens van lot 15a kan overdekt worden met een luifel op 2,00m uit de rooilijn met een diepte van 7,60 m. In de aanvraag start de luifel echter al op 0,80m uit de rooilijn met een diepte van 7,00 m waarmee een afwijking van de verkavelingsvoorschriften wordt vastgesteld. De luifel springt echter nog steeds terug, waardoor de onderdoorgang ondergeschikt blijft aan de bebouwing. De groene accentkleur, die in het project alle toegangen markeert, draagt dan weer bij aan de herkenbaarheid van de onderdoorgang. De diepte van de luifel wordt afgestemd op de bouwdiepte van het hoofdvolume van de eengezinswoningen. De luifel creëert geen hinder naar lichttoetreding. Er kan een afwijking worden toegestaan.
Visueel-vormelijke elementen
Het project werd voorgelegd aan de Kwaliteitskamer. Deze apprecieerde de vormentaalstrategie, de materialisatie en het beoogde kleurenpalet van het project. De gevels worden uitgewerkt in lichtkleurig gestapeld metselwerk gevat tussen horizontale banden in beton. Kleuraccenten in donkergroen en de verbijzondering van de inkomhallen zijn geïnspireerd op de modernistische architectuur in de omgeving. Naar aanleiding van een bedenking vanuit de Kwaliteitskamer werden de raampartijen quasi allemaal verdiepingshoog uitgewerkt waardoor de afwisseling tussen open en gesloten geveldelen repetitief wordt. De visueel-vormelijke inpassing van de aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In het meergezinsgebouw op lot 15a zijn alle wooneenheden doorzonappartementen. In het meergezinsgebouw op lot 14a werd echter geopteerd om ook enkele kleinere wooneenheden te voorzien om een mix te kunnen realiseren in het project (zie ook de beoordeling onder ‘woningtypologie’). Om die reden werden toch enkele wooneenheden eenzijdig georiënteerd. De traphallen werd zodanig gepositioneerd dat natuurlijke lichtinval mogelijk is.
Een insprong grenzend aan de openbare ruimte en op het gelijkvloers moet ’s nachts afgesloten kunnen worden indien: de diepte van de insprong groter is dan 2 m en meer dan de helft van de breedte van de insprong bedraagt. Dit is niet het geval bij de ingang van lot 15a. De aanvraag wijkt daarmee af van artikel 14 van de bouwcode. Deze insprong wordt echter voorzien omdat hier ook de deur van het hoogspanningslokaal op uitgeeft. Het hoogspanningslokaal moet ten allen tijden bereikbaar zijn waardoor de insprong niet kan worden afgesloten. Het ontwerp waarbij de toegang tot het hoogspanningslokaal in een zijgevel van een insprong wordt voorzien is een mooi compromis tussen een toegankelijk lokaal en een elegante visueel-vormelijke inpassing. Met toepassing van artikel 3 van de bouwcode wordt een afwijking toegestaan. De insprong moet wel verlicht worden conform hetzelfde artikel van de bouwcode. Dit moet als voorwaarde aan vergunning worden gekoppeld.
De stedelijke dienst voor groen werd om advies gevraagd. Zij stellen dat nieuw aangelegde bomen op straatniveau moeten worden voorzien van voldoende ondergrondse ruimte volgens de regels van het “bomenplan 2.0”. De vergunning van de nieuwe straat gebeurde echter gelijktijdig met deze van de verkavelingsvergunning. Het is niet mogelijk om aan voorliggende vergunning voorwaarden te koppelen betreffende de bomen op de straat.
De stedelijke dienst voor milieuvergunning geeft gunstig advies op de aanvraag maar maakt volgende opmerking: “Uit het dossier blijkt niet dat er gemeenschappelijke technische installaties aanwezig zijn voor de verwarming of klimatisatie. Deze worden individueel per appartement voorzien in de bergingen. Op de gelijkvloerse verdieping van lot 15a is een hoogspanningscabine voorzien. Deze wordt niet opgenomen in het project, maar is wel opgenomen in de indelingslijst (bijlage 1 van Vlarem II). Voor de exploitatie zal dus nog een melding moeten gebeuren.”
De stedelijke dienst voor openbaar domein geeft voorwaardelijk gunstig advies: “De woningen dienen aan te sluiten aan het vergunde openbaar domein project Regatta. Elke aansluiting aan het openbaar domein (parking inrit, toegangen) dient besproken te worden met ontwerper en uitvoerder openbaar domein site Regatta. Er dient tevens een hydraulisch advies opgevraagd te worden voor gunning bij de rioolbeheerder Stad Antwerpen.” De rioolbeheerder werd om advies gevraagd en de voorwaarden van de rioolbeheerder worden aan de vergunning gekoppeld. De voorwaarde met betrekking tot de aansluiting van het openbaar domein moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 66 parkeerplaatsen.
De aanvraag betreft het bouwen van 2 meergezinswoningen (met 23 en 12 wooneenheden), 7 eengezinswoningen en 2 ondergrondse parkeergarages (lot 14 en 15). De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw in deze verkaveling: - 8 appartementen < 60m² met parkeernorm 1,05 = 8,4; - 20 appartementen tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1,2 = 24; - 14 appartementen/woningen > 90m² met parkeernorm 1,35 = 18,9. De parkeerbehoefte is 51.
Bijstelling mobiliteit |voorwaarde uit de verkavelingsvergunning: op loten 14 en 15 moeten in totaal minimum 66 inpandige parkeerplaatsen voorzien worden. Er dient opgemerkt dat de grondgebonden woningen op loten 10, 11, 12, 13, 14b, 14c, 15b tot en met 15f, 16 en 17 geen garage of stalplaats hebben en onvoldoende breed zijn om – conform de bouwcode – hun parkeerbehoefte op eigen terrein te voorzien. De aanvrager voorziet ‘principieel’ inpandig parkeergelegenheid in overtal op de loten 14 en 15, namelijk 66 parkeerplaatsen, zoals beschreven in de verantwoordingsnota die deel uitmaakt van het aanvraagdossier. De woningen op de loten 10, 11, 12, 13, 14b, 14c, 15b tot en met 15f, 16 en 17 zijn voorzien van een parkeerplaats, niet op eigen terrein, maar wel in de ondergrondse parking van de loten 14 en 15 waar volgens de berekeningen parkeerplaatsen in overtal zijn. In de voorwaarden van de vergunning werd opgenomen dat er op de loten 14 en 15 minstens 66 parkeerplaatsen moeten worden voorzien, zoals beschreven in de verantwoordingsnota die deel uitmaakt van het aanvraagdossier. Er worden binnen de verkaveling voldoende parkeerplaatsen voorzien.
De werkelijke parkeerbehoefte is 66
|
De plannen voorzien in 66 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. Er worden 2 ondergrondse parkings ingericht. Onder lot 14 met 27 plaatsen, onder lot 15 met 39 plaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 66. Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Aangezien het terrein waarop het project ontwikkeld wordt in de bestaande toestand braakliggend is en gezien de werkelijke parkeerbehoefte wordt gerealiseerd is een bijstelling in deze aanvraag niet van toepassing.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.
|
Ontsluiting/bereikbaarheid
De parking onder lot 14 wordt ontsloten via Aalscholverlaan.
De parking onder lot 15 wordt ontsloten via de nieuwe straat van de verkaveling.
De hellingen naar de ondergrondse parking zijn te smal om auto’s te laten kruisen. Er moet een verkeerslicht voorzien worden zodat niet tegelijk kan in- en uitgereden worden.
Deze voorwaarde uit het advies van de stedelijk dienst mobiliteit wordt bijgetreden en moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.
Fietsvoorzieningen
Voor de verschillende appartementen en woningen moeten 117 fietsenstallingen voorzien worden:
- 19 appartementen met 1 slaapkamer : 19 x 2 = 38;
- 13 appartementen met 2 slaapkamers : 13 x 3 = 39;
- 10 appartementen met 3 slaapkamers : 10 x 4 = 40.
In de ondergrondse parking van lot 14 worden 60 fietsenstallingen ingericht. Hiervan zijn er 24 met een dubbelhoog systeem. In de ondergrondse parking van lot 15 worden 59 fietsenstallingen ingericht. Hiervan zijn er 30 met een dubbelhoog systeem. Dit aantal is voldoende.
Er moet een fysieke afscheiding geplaatst worden tussen de fietsenstallingen en de parkeerplaatsen voor auto’s, om beschadiging te vermijden. De fietsenstalling is bereikbaar via een luie trap in het midden van de helling voor auto’s. Het verkeerslicht moet ook werken voor de fietsers, zodat ze niet tegelijk met auto’s op de helling zijn.
Deze voorwaarden uit het advies van de stedelijk dienst mobiliteit worden bijgetreden en moeten als voorwaarden aan de vergunning worden gekoppeld.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. De bijgevoegde voorwaarden van Aquafin/Water-link zijn strikt na te leven.
3. De raamopeningen, de openingen ter hoogte van de terrassen en de claustra ter hoogte van de inrit, gesitueerd in de westgevel van het meergezinsgebouw op lot 14a, worden uitgesloten uit de vergunning. Dit wordt in rood aangeduid op het gevelplan BA_2004.268-GALG_G_N_03_westgevel14_ROOD.
4. De voorziene raamopeningen, de openingen ter hoogte van de terrassen en de voorziene claustra ter hoogte van de inrit, gesitueerd in de westgevel van het meergezinsgebouw op lot 14a, moet in vol terugspringend metselwerk uitgewerkt worden.
5. De insprong ter hoogte van de inkom naar het meergezinsgebouw op lot 15a moet verlicht worden.
6. Er moet een melding gebeuren alvorens de hoogspanningscabine, opgenomen in de indelingslijst (bijlage 1 van Vlarem II) te kunnen exploiteren (zie advies stedelijke dienst Vergunningen Milieu).
7. Elke aansluiting aan het openbaar domein (parking inrit, toegangen) dient besproken te worden met ontwerper en uitvoerder openbaar domein site Regatta.
8. Er moet een verkeerslicht voorzien worden aan de inrit van de parkings zodat niet tegelijk kan in- en uitgereden worden.
9. Het verkeerslicht aan de inrit van de parkings moet ook werken voor de fietsers, zodat deze niet tegelijk met auto’s de helling gebruiken.
10. Er moet een fysieke afscheiding voorzien worden tussen de fietsenstallingen en de parkeerplaatsen voor auto’s om beschadiging te vermijden.
11. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 23 december 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 21 januari 2022 |
Start openbaar onderzoek | 1 februari 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 2 maart 2022 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 14 februari 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 6 mei 2022 |
Verslag GOA | 22 april 2022 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Wijzigingsverzoeken
De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
1 februari 2022 | 2 maart 2022 | 0 | 0 | 0 | 1 |
Bespreking van de bezwaren
Schending tegen artikel 3.132 van het Burgerlijk Wetboek: Het bezwaar dat het project op de perceelsgrens wordt opgericht en er zichten worden gecreëerd van de scheidingsmuur richting het perceel van de bezwaarindiener;
Beoordeling: Het bezwaar is gegrond. In het RUP werd tussen de zone voor wonen en het aanpalende bedrijventerrein een zone voor groen voorzien als een bufferstrook. Deze zone voor groen bevindt zich op de bedrijfspercelen. Het meergezinsgebouw op lot 14a wordt op de zonegrens van de zone voor wonen, maar dus ook op de perceelsgrens, gebouwd. De voorziene openingen in de westelijke zijgevel van het gebouw zijn hierdoor burgerrechterlijk niet mogelijk waardoor een vergunning onuitvoerbaar kan worden. Artikel 78 van het Omgevingsvergunningsdecreet stelt dat een omgevingsvergunning een zakelijk karakter heeft en wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed. Er kunnen bijgevolg geen openingen in de zijgevel voorzien worden om een uitvoerbare vergunning af te leveren. In de voorwaarden bij de vergunning moet worden opgelegd dat de voorziene raamopeningen in de zijgevel in terugspringende metselwerk moet uitgewerkt worden. Ook de openingen in de zijgevel ter hoogte van de terrassen en de claustra aan de inrit naar de ondergrondse parking moeten als volle muren in baksteen worden opgetrokken.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. De bijgevoegde voorwaarden van Aquafin/Water-link zijn strikt na te leven.
3. De raamopeningen, de openingen ter hoogte van de terrassen en de claustra ter hoogte van de inrit, gesitueerd in de westgevel van het meergezinsgebouw op lot 14a, worden uitgesloten uit de vergunning. Dit wordt in rood aangeduid op het gevelplan BA_2004.268-GALG_G_N_03_westgevel14_ROOD.
4. De voorziene raamopeningen, de openingen ter hoogte van de terrassen en de voorziene claustra ter hoogte van de inrit, gesitueerd in de westgevel van het meergezinsgebouw op lot 14a, moet in vol terugspringend metselwerk uitgewerkt worden.
5. De insprong ter hoogte van de inkom naar het meergezinsgebouw op lot 15a moet verlicht worden.
6. Er moet een melding gebeuren alvorens de hoogspanningscabine, opgenomen in de indelingslijst (bijlage 1 van Vlarem II) te kunnen exploiteren (zie advies stedelijke dienst Vergunningen Milieu).
7. Elke aansluiting aan het openbaar domein (parking inrit, toegangen) dient besproken te worden met ontwerper en uitvoerder openbaar domein site Regatta.
8. Er moet een verkeerslicht voorzien worden aan de inrit van de parkings zodat niet tegelijk kan in- en uitgereden worden.
9. Het verkeerslicht aan de inrit van de parkings moet ook werken voor de fietsers, zodat deze niet tegelijk met auto’s de helling gebruiken.
10. Er moet een fysieke afscheiding voorzien worden tussen de fietsenstallingen en de parkeerplaatsen voor auto’s om beschadiging te vermijden.
11. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.