Terug
Gepubliceerd op 02/05/2022

2022_CBS_03299 - Omgevingsvergunning - OMV_2021173023. Scheldelaan 703K. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 29/04/2022 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_03299 - Omgevingsvergunning - OMV_2021173023. Scheldelaan 703K. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_03299 - Omgevingsvergunning - OMV_2021173023. Scheldelaan 703K. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021173023

Gegevens van de aanvrager:

NV PSA Antwerp met als adres Napelsstraat 79 te 2000 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV PSA Antwerp (0442652075) met als adres Napelsstraat 79 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Scheldelaan 703K te 2040 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 19 sectie B nrs. 22/2  en afdeling 20 sectie D nrs. 255/2

waarvan:

 

-          20211117-0014

afdeling 19 sectie B nrs. 22/2  en afdeling 20 sectie D nrs. 255/2  (Lichterkaai K703)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Herinrichten en exploitatie van een containerterminal

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

23/10/1997: stedenbouwkundige vergunning (HV/1997/B/0175) voor de inrichting van een plein voor lichterterminal.

 

Bestaande toestand

Een reeds ingerichte barge-terminal die volledig verhard is met een klinkerbevloering.


Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft het herinrichten van een terminal voor lichterschepen (barge-terminal). De herinrichting omvat: 

-     het vervangen van de bestaande kadekraan door een nieuwe containerkraan; 

-     het vervangen van de bestaande omheining door een nieuwe ISPS-omheining; 

-     het plaatsen van vijf camerapalen; 

-     het aanleggen van verhardingen; 

-     het plaatsen van vier stootbuffers; 

-     het plaatsen van een stroomcontainer; 

-     het voorzien van een lekbak voor containers.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat het exploiteren van een containerterminal.

 

Aangevraagde rubrieken


Aangevraagde rubrieken Lichterkaai K703
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

2,54 m³/uur

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 170 kVA

1 x 400 kVA 

12.2.2°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA;

1 x 1.600 kVA

12.3.1°

accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000;

12.000 VAh

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

3 voertuigen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

30 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt.

4,17 ton

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Lichterkaai K703

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

 

Artikel 4.2.5.1.1.§1. : "Bedrijfsafvalwater van inrichtingen met een max. hoeveelheid bedrijfsafvalwater van meer dan 2 m³/dag of 50 m³/maand of 500 m³/jaar lozen, moet worden geloosd via een controle- inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en in die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen. Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning dient deze controle-inrichting vanaf de hierna vermelde debieten bovendien te beantwoorden aan de volgende eisen: - voor debieten > 2m³/uur of > 20 m³/dag: de plaatsing van een meetgoot (bij voorkeur) volgens de in bijlage 4.2.5.1 bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen of een andere evenwaardige meet mogelijkheid."

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

 

Een controle-inrichting is aanwezig. Deze bestaat uit twee goed bereikbare controleputten waar het geloosde bedrijfsafvalwater kan worden gecontroleerd.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen

15 februari 2022

1 april 2022

Voorwaardelijk gunstig

AIR LIQUIDE INDUSTRIES BELGIUM

15 februari 2022

14 maart 2022

Voorwaardelijk gunstig

Air Products

15 februari 2022

4 maart 2022

Voorwaardelijk gunstig

BASF Antwerpen

15 februari 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen

15 februari 2022

24 maart 2022

Voorwaardelijk gunstig

Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer

15 februari 2022

28 februari 2022

Voorwaardelijk gunstig

Fluxys Belgium NV

15 februari 2022

3 maart 2022

Voorwaardelijk gunstig

Havenbedrijf Antwerpen/ terreinen

15 februari 2022

6 april 2022

Voorwaardelijk gunstig

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

15 februari 2022

28 maart 2022

Gunstig

INFRABEL/ Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant

15 februari 2022

17 maart 2022

Voorwaardelijk gunstig

Petrochemical Pipeline Services

15 februari 2022

24 februari 2022

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

15 februari 2022

3 maart 2022

Geen bezwaar

Total Olefins Antwerp

15 februari 2022

21 februari 2022

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

15 februari 2022

24 maart 2022

Voorwaardelijk gunstig

The Sniffers (Vitol Tank Terminals International BV)

15 februari 2022


Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag


Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn


Ethyleen Pijpleiding Maatschappij (België) N.V. – Société Belge de Transport

15 februari 2022


Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag


Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn


 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Kanaaldok B2, het Kanaaldok B3 en de Zandvliet- en Berendrechtsluis – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Scheldelaan heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Aan de overzijde van de Scheldelaan loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag. De aanvrager is niet verplicht om een hemelwaterput te plaatsen daar er geen gebouw met een dakoppervlakte groter dan 100 m² wordt voorzien. Er geldt wel een infiltratieverplichting wegens de heraangelegde verharding die groter is dan 40 m².  Maar de aanvrager vraagt een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening wat betreft het aspect infiltratie. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.

Volgens de aanvrager biedt het plaatsen van infiltratievoorzieningen geen meerwaarde wanneer dit geplaatst wordt met als bedoeling om de buffering te ontlasten, vermits de buffercapaciteit van de Schelde en het dokkenstelstel nagenoeg onbeperkt is ten opzichte van de te capteren hemelwaterdebieten (bron: “Onderzoek over de toepassing van het hemelwaterbesluit in het Antwerps havengebied op de rechteroever, in het bijzonder de mogelijke rol van infiltratie in het tegengaan van de verzilting van het grondwater, IMDC 2012”). Tevens is volgens de aanvrager het plaatsen van infiltratievoorzieningen voor het bevorderen van een hogere grondwatertafel niet van toepassing voor het havengebied. Lozing in de Schelde heeft geen nadelig gevolg voor de grondwatertafel. 

Ten slotte is de aanvraag gelegen in een zone waar de infiltratie van hemelwater niet bijdraagt aan het tegengaan van de verzilting van de poldergebieden. (bron: IMDC 2012). 

De gevraagde afwijking kan worden toegestaan.
 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Bij de beslissing over de volledig- en ontvankelijkheid is beslist dat de aanvraag geen betrekking heeft op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project veroorzaakt geen toename aan verharde oppervlakte ten opzichte van de vergunde situatie. Een beperkt deel van de bestaande verharding wordt louter vervangen door een ander type verharding. De nieuwe container wordt boven reeds verharde oppervlakte voorzien. In alle redelijkheid kan geoordeeld worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota waarvan akte is genomen worden toegevoegd.

Het voorliggende project heeft een oppervlakte kleiner dan 5.000 m² waardoor een archeologienota waarvan akte is genomen niet van toepassing is.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid – Visueel-vormelijke elementen

Ter hoogte van kaai 703 langs het Kanaaldok B3 wordt de bestaande barge-terminal heringericht. Deze terminal staat in functie van het laden en lossen van containerlichterschepen (binnenschepen) en tijdelijke containeropslag. Hiervoor worden volgende werken uitgevoerd: 

-     het vervangen van de oude kadekraan door een nieuwe containerkraan op de voorkaai voor het laden en lossen van de lichterschepen. De kraan heeft een lengte van circa 123 meter en een hoogte van 71,5 meter. De maximale hoogte van de kraan, wanneer de kraanarm omhoog staat, betreft 87,5 meter. Aan de uiteinden van de kraanrails worden vier nieuwe stootbuffers geplaatst; 

-     aanpassingswerken met betrekking tot de omheining, poorten, een tourniquet en slagbomen. De bestaande omheining op de perceelsgrens wordt vervangen door een nieuwe ISPS-omheining. Daarnaast wordt een nieuwe ISPS-omheining op het terrein geplaatst in functie van de toegang tot de terminal. In de omheining worden tevens slagbomen, een tourniquet, poorten en toegangsdeuren voorzien. De omheining bestaat uit een draadhekwerk op new-jerseys met bovenaan drie prikkeldraden en heeft een totale hoogte van 3,35 meter; 

-     het plaatsen van vijf camerapalen langs de perceelsgrens. Deze camerapalen hebben een hoogte van 6 meter en worden op een betonnen sokkel van 0,90 meter geplaatst; 

-     het verbreden van de betonverharding ter hoogte van de spoorovergang. Deze verbreding is noodzakelijk om het gelijktijdig in- en uitrijden van vrachtwagens mogelijk te maken. De vrachtwagens kunnen hierdoor het terrein rechts afrijden zonder de linkerrijstrook te hinderen. De verharding wordt circa 18,5 meter verbreed en heeft een oppervlakte van 95 m²; 

-     het aanleggen van een tank- en parkeerzone voor de reachstackers ten noordoosten van de HS-cabine. Hiervoor wordt een vloeistofdichte betonvloer aangelegd met een oppervlakte van circa 160 m²; 

-     het plaatsen van een stroomcontainer in het zuiden op de voorkaai waarin zich de elektrische installaties ten behoeve van de elektrische voeding naar de containerkraan bevinden. Deze container heeft een oppervlakte van circa 15 m² en een hoogte van 3,1 meter;

-     het plaatsen van een lekbak met opvangbak voor lekkende containers in het noorden op de site. Deze lekbak heeft een oppervlakte van circa 44,7 m².

 

De nieuwe installaties en constructies maken de verdere exploitatie van het bestaand industrieel bedrijf mogelijk en zorgen voor het verder optimaliseren van de bedrijfsprocessen. Bijgevolg past de aanvraag zich functioneel in binnen het industrieveld.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Er werd advies ingewonnen bij het Havenbedrijf Antwerpen als gebiedsbeheerder. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit waarin onder andere volgend aspect is opgenomen:

-     In de directe nabijheid van het concessieterrein bevindt zich een windturbine. De slagschaduwstudie opgesteld voor deze turbine toont aan dat het terug in gebruik te nemen kantoorgebouw dat onderwerp uitmaakt van deze aanvraag zich bevindt in een slagschaduwgevoelige zone. Het kantoorgebouw moet dusdanig ingericht worden dat bijkomende hinderlijke effecten van slagschaduw ten aanzien van de referentiesituatie uit de slagschaduwstudie worden vermeden. Het is aangewezen dat de aanvrager van de vergunning deze voorwaarde in het advies van het Havenbedrijf verder afstemt met de exploitant van de windturbine. Dit kan als aandachtspunt in de vergunning worden opgenomen.

De overige voorwaarden betreffen uitvoeringsmodaliteiten die onder andere te maken hebben met de uitrusting, de stabiliteit en de bereikbaarheid van de kaaimuren en met veiligheidsmaatregelen tijdens de werf – en exploitatiefase. Deze voorwaarden kunnen integraal aan de vergunning gekoppeld worden.

 

Gezien de aard van de aanvraag, werd het advies ingewonnen van de Brandweerzone Antwerpen. Dit advies is voorwaardelijk gunstig. De brandweer merkt op dat er geen plannen werden aangeleverd voor de kantoren met sanitair, verpozingsruimte en inpandige hoogspanningscabine. De werken die uitgevoerd worden aan dit gebouw zijn vrijgesteld van vergunningsplicht, vormen dus ook geen onderwerp van voorliggende vergunningsaanvraag en de aanvrager hiervoor niet verplicht is plannen toe te voegen aan de brandweer. De overige voorwaarden en opmerkingen uit dit advies, met het oog op de brandveiligheid, kunnen integraal aan dit advies worden gehecht. 

 

Door de nabijheid van de spoorweg ten westen van de aanvraag, werd advies gevraagd aan Infrabel, de beheerder van deze sporen. Het advies van Infrabel is gunstig met volgende voorwaarden:

-     Voor het plaatsen en uitbaten van de containerkraan, die zich deels boven het spoor bevindt, dient een afzonderlijke toelating aangevraagd te worden bij Infrabel. Hiervoor is onder andere een technisch dossier in te dienen. Er dient aangetoond te worden dat de guirlande zich voldoende ver van het spoor bevindt en er geen verhoogde risico's zijn naar het treinverkeer toe (bijvoorbeeld inzake ijsvorming);

-     De verbreding (technische uitvoering) van de overgang dient te gebeuren in overleg met Infrabel. Voor de bestaande overgang bestaat een overeenkomst met Infrabel. Voor Infrabel kan de verbrede overgang onveranderd onder deze overeenkomst blijven vallen. Infrabel wijst er wel op dat de FOD Mobiliteit bijkomende voorwaarden kan opleggen hieromtrent, buiten Infrabel om;

-     De camerapalen staan op een afstand van het spoor, kleiner dan hun hoogte. De stabiliteit van deze palen dient aangetoond te worden;

-     De uitvoering van de werken dient in overleg te gebeuren met Infrabel, ten einde de gepaste veiligheidsvoorwaarden/-maatregelen te kunnen opleggen/ treffen.

Deze voorwaarden kunnen integraal aan de vergunning worden gehecht.

 

Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van pijpleidingen werd het advies ingewonnen van de beheerders van deze leidingen. De instanties Air Liquide, Air Products, Fluxys, Petrochemical Pipeline Services (PPS) en Total Olefins Antwerp geven allen een voorwaardelijk gunstig advies en verwijzen naar de algemene en specifieke voorschriften en veiligheidsmaatregelen -en afstanden (onder andere FETRAPI voorwaarden). BASF, Vitol en Ethyleen Pijpleiding Maatschappij (EPM) hebben geen tijdig advies uitgebracht waardoor het geacht wordt gunstig te zijn.

De voorwaarden uit al deze adviezen, die gericht zijn op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren, met het oog op de beperking van de hinder van de geplande werkzaamheden en met het oog op de veiligheid, kunnen integraal aan de vergunning worden gehecht.

Voor de ontbrekende adviezen wordt de aanvrager alsnog sterk aangeraden hen te contacteren vooraleer de werkzaamheden te starten.

 

Daar de nieuwe kraanconstructies een hoogte overschrijden van 60 meter boven het maaiveld werd het advies ingewonnen van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer - Directoraat-generaal Luchtvaart. Dit advies is voorwaardelijk gunstig.

De voorwaarden uit dit advies kunnen integraal aan deze vergunning worden gehecht.

 

Wegens de situering van de aanvraag aan een gewestweg werd tevens het advies ingewonnen van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). Dit advies is voorwaardelijk gunstig en verwijst naar het bekomen van een domeinvergunning voor het verbreden van de toegang dat zich op het openbare domein van de gewestweg bevindt. Tevens wordt er voor de uitvoering van de vergunning verwezen naar de algemene aandachtspunten voor gewestwegen.

Gelet op het zakelijk karakter van een omgevingsvergunning en een vergunning wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed kan de voorwaarde in verband met de domeinvergunning niet overgenomen worden. Het kan echter wel het geval zijn dat dergelijke rechten (of het gebrek eraan) een omgevingsvergunning onuitvoerbaar maken. De algemene aandachtspunten voor gewestwegen kunnen niet overgenomen worden als voorwaarden met als gevolg dat geen voorwaarden uit dit advies overgenomen worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.

 

De Politiezone Antwerpen/Verkeerspolitie heeft vanuit verkeersveiligheid geen bezwaar tegen de omgevingsvergunningsaanvraag.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

PSA wenst met voorliggende aanvraag de site ter hoogte van Kanaaldok B2/B3 her in te richten en in gebruik te nemen als zogenaamde barge containerterminal (kleine lichtere schepen voor binnenvaart). Vanuit deze terminal zullen de containers verder vervoerd worden naar de twee andere containerterminals van PSA, Europaterminal en Noordzeeterminal. Andersom worden containers van beide terminals naar de nieuwe site vervoerd om geladen te worden op binnenschepen.

 

De aanvraag omvat het terug in gebruik nemen van het bestaande kantoorgebouw, het stallen van havenvoertuigen, het inrichten van een tankplaats en het plaatsen van een containerkraan.

 

Het kantoor zal worden voorzien van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) voor de lozing van het huishoudelijk afvalwater, een transformator met een vermogen van 400 kVA en vast opgestelde batterijen met een vermogen van 12.000 VAh.

De aanwezige transformator is oliehoudend en wordt op een lekbak geplaatst.

 

Er is een vloeistofdichte piste aanwezig op het terrein waar de tankplaats en de stalplaats voor 2 reachstackers en 1 vrachtwagen zich zullen bevinden. Op de vloeistofdichte piste van 160 m² wordt een verdeelinstallatie voor gasolie voorzien met 1 verdeelslang voor de bevoorrading van eigen voertuigen. De nieuwe bijhorende opslagtank voor 4,17 ton gasolie zal bovengronds en dubbelwandig uitgevoerd worden en voorzien worden van een overvulbeveiliging.

 

Het potentieel verontreinigd hemelwater dat op de tankpiste valt, dient beschouwd te worden als bedrijfsafvalwater en zal een debiet hebben van 2,5 m³/uur (6,5 m³/dag en 136 m³/jaar). Het water wordt via een KWS-afscheider met coalescentiefilter geloosd op oppervlaktewater. Deze installatie zal om de 3 maanden geïnspecteerd en zo nodig gereinigd worden volgens het aanvraagdossier.

 

Artikel 4.2.5.1.1§1 van VLAREM II stelt dat het plaatsen van een meetgoot verplicht is, tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning. Aangezien de nieuwe berekeningswijze van VMM voor potentieel verontreinigd hemelwater rekening houdt met hevige neerslagbuien die maar uitzonderlijk voorkomen, vraagt het bedrijf om geen meetgoot te moeten plaatsen. Het bedrijf verbindt zich echter wel tot het plaatsen van een controleput waardoor de kwaliteit van het geloosde water steeds zal kunnen worden gecontroleerd.

In het voorwaardelijke gunstige advies van de VMM van 24 maart 2022 verleent de VMM haar goedkeuring om geen meetgoot te plaatsen. Een controle-inrichting bestaande uit een controleput wordt voldoende geacht. Dit wordt opgelegd als bijzondere voorwaarde. Het bedrijfsafvalwater zal moeten voldoen aan de sectorale lozingsnormen 52 a en c en mag slechts geloosd worden na passage via een KWS-afscheider met coalescentiefilter, zoals voorzien door het bedrijf.

 

Het laden en lossen van de containers gebeurt via een containerkraan op de kade. Deze kraan is uitgerust met 2 transformatoren (1 x 175 kVA en 1 x 1.600 kVA) en airconditioning met een totaal geïnstalleerd vermogen van 30 kW.

De airconditioning maakt gebruik van het toegelaten koelmiddel R410A. In het dossier wordt gesteld dat de transformator van het kantoorgebouw oliehoudend is en op een lekbak geplaatst werd. Het is niet duidelijk of de transformatoren van de containerkraan oliehoudend zijn of van het droge type. Opgemerkt wordt dat – indien oliehoudend – deze 2 transformatoren tevens op een lekbak moeten worden geplaatst.

 

Op het containerplein worden volle en lege containers kortstondig opgeslagen. Dit gebeurt onder het voorkaairegime en staat onder toezicht van de Havenkapiteinsdienst van het Havenbedrijf Antwerpen. Er is een laadzone voor vrachtwagens aanwezig en een aparte zone voor het plaatsen van koelcontainers.

De terminal beschikt over een ingerichte lekbakzone. Wanneer een productlek bij een container wordt vastgesteld, wordt de container op de lekbak geplaatst. Deze lekbak heeft een capaciteit van > 20 m³ en kan tevens verplaatst worden.

Het is aangewezen om de aanwezigheid van deze lekbak als bijzondere voorwaarde op te leggen.

 

Wat betreft de mobiliteit zal het transport over de weg zich beperken tot verplaatsingen tussen deze terminal en 1 van de 2 dichtbijgelegen terminals van PSA. Het transport van de containers wordt afhankelijk van de drukte uitgevoerd door een beperkt aantal vast aangeduide vrachtwagens.

Er wordt verwacht dat de effecten op de mobiliteit beperkt zullen zijn.

 

De activiteiten betreffen typische havenactiviteiten, met name het laden en lossen van binnenvaartschepen en vrachtwagens. Gelet op de ligging in havengebied, wordt er geen geluidshinder van deze activiteiten verwacht.

 

Op 24 maart 2022 verleende de hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies (kenmerk BW/JM/2022/H.00154.A4.0001). De voorgestelde brandweervoorwaarden worden opgelegd als bijzondere voorwaarden. De exploitant wordt gewezen op de voorwaarde van het advies aangaande de aanwezigheid van brandkranen en een poederblusser in de nabijheid van de lekbak.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van het Havenbedrijf Antwerpen, met uitzondering van voorwaarde 2 in verband met de windturbine.
2. De voorwaarden uit het advies van Infrabel dienen strikt nageleefd te worden.
3. De voorwaarden en opmerkingen uit het advies van Air Liquide dienen strikt nageleefd te worden.
4. De voorwaarden uit het advies van Air Products dienen strikt nageleefd te worden.
5. De voorwaarden en bepalingen uit het advies van Fluxys dienen strikt nageleefd te worden.
6. De voorwaarden uit het advies van Petrochemical Pipeline Services dienen strikt nageleefd te worden.
7. De voorwaarden uit het advies van Total Olefins Antwerp dienen strikt nageleefd te worden.
8. De voorwaarden uit het advies van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer – Directoraat-generaal Luchtvaart dienen strikt nageleefd te worden. 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.  

Geadviseerde rubrieken

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

2,54 m³/uur

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 175 kVA

1 x 400 kVA

12.2.2°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA;

1 x 1.600 kVA

12.3.1°

accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000;

12.000 VAh

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

3 voertuigen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

30 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt.

4,16 ton

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

In afwijking van artikel 4.2.5.1.1§1 van VLAREM moet er geen meetgoot geplaatst worden. Een controle-inrichting bestaande uit een controleput wordt voldoende geacht.

2.

een lekbak met een capaciteit van 20 m³, dient voorzien te worden om eventuele calamiteiten op te vangen.


Geadviseerde brandweervoorwaarden
De opmerkingen en voorwaarden uit het advies van de Brandweerzone Antwerpen dienen strikt nageleefd te worden.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

20 december 2021

Volledig en ontvankelijk

15 februari 2022

Start openbaar onderzoek

24 februari 2022

Einde openbaar onderzoek

25 maart 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

31 mei 2022

Verslag GOA

21 april 2022

naam GOA

Bieke Geypens

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

24 februari 2022

25 maart 2022

0

0

0

0

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van het Havenbedrijf Antwerpen, met uitzondering van voorwaarde 2 in verband met de windturbine.

2. De voorwaarden uit het advies van Infrabel dienen strikt nageleefd te worden.

3. De voorwaarden en opmerkingen uit het advies van Air Liquide dienen strikt nageleefd te worden.

4. De voorwaarden uit het advies van Air Products dienen strikt nageleefd te worden.

5. De voorwaarden en bepalingen uit het advies van Fluxys dienen strikt nageleefd te worden.

6. De voorwaarden uit het advies van Petrochemical Pipeline Services dienen strikt nageleefd te worden.

7. De voorwaarden uit het advies van Total Olefins Antwerp dienen strikt nageleefd te worden.

8. De voorwaarden uit het advies van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer – Directoraat-generaal Luchtvaart dienen strikt nageleefd te worden.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1.

In afwijking van artikel 4.2.5.1.1§1 van VLAREM moet er geen meetgoot geplaatst worden. Een controle-inrichting bestaande uit een controleput wordt voldoende geacht.

2.

een lekbak met een capaciteit van 20 m³, dient voorzien te worden om eventuele calamiteiten op te vangen.


Brandweervoorwaarden

De opmerkingen en voorwaarden uit het advies van de Brandweerzone Antwerpen dienen strikt nageleefd te worden.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

2,54 m³/uur

6.5.1°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen;

1 verdeelslang

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 175 kVA

1 x 400 kVA

12.2.2°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA;

1 x 1.600 kVA

12.3.1°

accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000;

12.000 VAh

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

3 voertuigen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

30 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt.

4,16 ton

 

De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

1.

In afwijking van artikel 4.2.5.1.1§1 van VLAREM moet er geen meetgoot geplaatst worden. Een controle-inrichting bestaande uit een controleput wordt voldoende geacht.

2.

een lekbak met een capaciteit van 20 m³, dient voorzien te worden om eventuele calamiteiten op te vangen.

Artikel 4

De omgevingsvergunning wordt verleend voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.