Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021185949 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA WoonConcept Vastgoed met als adres Tavernierkaai 2 bus 10 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Kardinaal Mercierlei 39 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 23 sectie B nrs. 359X2 en 359K3 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van een garagebox en bouwen van een meergezinswoning met 4 wooneenheden |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden;
- bescherming als stadsgezicht (ID:6994) van de Kardinaal Mercierlei met omgeving;
- Kardinaal Mercierlei 41-61 (linkerbuur):
- Kardinaal Mercierlei 37 (rechterbuur):
Vergund geachte toestand
- functie en bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Gewenste toestand
- meergezinswoning met 4 woningen;
- halfopen bebouwing met 4 bouwlagen onder plat dak;
- bouwdiepte van ca. 18,5 meter op de gelijkvloerse verdieping en ca. 13,8 meter op de bovenliggende verdiepingen;
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van een garagebox met twee autostaanplaatsen;
- bouwen van een meergezinswoning van 4 bouwlagen met 4 wooneenheden.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 25 januari 2022 | 9 maart 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 25 januari 2022 | 1 februari 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Onroerend Erfgoed | 25 januari 2022 | 26 april 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 24 januari 2022 | 25 januari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 24 januari 2022 | 14 februari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 24 januari 2022 | 25 maart 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend(e) punt(en):
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De Kardinaal Mercierlei wordt gekenmerkt door historische eengezinswoningen aan de ene zijde van de straat en een lange tuinmuur ter begrenzing van de kloostertuin aan de andere zijde.
De voorgestelde meergezinswoning met 4 woonentiteiten wijkt af van de kenmerkende woontypologie aan deze zijde van de straat maar is, gelet op de woonfunctie, wel functioneel inpasbaar.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet de sloop van de bestaande garages en de bouw van een halfopen meergezinswoning met 4 bouwlagen onder een plat dak. De bouwdiepte bedraagt op het gelijkvloers ca. 18,5 m en beperkt zich op de bovenliggende verdiepingen tot 13,8 m. Dit sluit harmonieus aan op de bouwdiepte van de rechterbuur.
Qua bouwhoogte wijkt het nieuwbouwvolume af van de rechterbuur. Het nieuwbouwvolume van 4 bouwlagen overschrijdt de kroonlijsthoogte van de naastgelegen historische herenwoning bestaande uit 3 ruime bouwlagen onder een licht hellend dak.
Gelet op de naastgelegen kloostertuin, ommuurd met een doorlopende tuinmuur van ca. 3 m hoog, en het vrijstaande karakter van de naastgelegen herenwoning, geldt de aansluiting van de kroonlijsthoogte van de nieuwbouw op de kroonlijsthoogte en de verdiepingshoogtes van het buurpand als absolute voorwaarde om een nieuwbouwvolume gunstig te adviseren, wat ook steeds in voorbesprekingen is meegegeven. Dit is niet het geval in voorliggende aanvraag waardoor deze strijdig is met artikel 6 en 10 van de bouwcode. Bijgevolg wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.
Naast het te hoge volume is ook het programma te dens. Het eenzijdig woonprogramma van 4 eenslaapkamerappartementen is atypisch in deze woonstraat, die zich kenmerkt door ruime en statige eengezinswoningen. De parkeerbehoefte die ontstaat door de sloop van de 2 bestaande garages en de 4 nieuwe woonentiteiten, wordt volledig op het openbaar domein afgewenteld wat de overschrijding van de draagkracht van het perceel mee onderschrijft. Door het te grote programma in het eveneens al te grote volume wordt ingeboet op de woonkwaliteit (zie verder in het verslag).
De aanvraag dient geweigerd te worden.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels van het pand worden afgewerkt in zichtbeton, deels voorzien van een structuur door een planken bekisting. De bouwlagen worden geaccentueerd door een horizontale belijning tussen alle niveaus. Grote vierkante schuiframen met onzichtbare profielen en een claustraverband in betonmetselwerk domineren de voorgevel.
De zijgevel wordt als volwaardige gevel afgewerkt met zichtbeton en voorzien van dieperliggende delen waarin dezelfde vierkante vorm van de ramen in de voorgevel terugkomen.
De achtergevel laat zich kenmerken door brede balkons met glazen balustrade en daarachter grote schuiframen.
Zowel de voorgestelde materialisatie, de belijningen en de vorm van de ramen wijken af van het referentiebeeld dat gekenmerkt wordt door gevelparament, natuursteen en gladde bepleistering. De prominente horizontale belijning in de gevel sluit niet harmonisch aan op de horizontale geleding van de vrijstaande rechterbuur waardoor de afwijkende verdiepingshoogtes nog meer in het oog springen. De vierkante ramen benadrukken het horizontale karakter van het pand in een omgeving die gekenmerkt wordt door hoge, verticale ramen.
Bijgevolg dient geoordeeld te worden dat het pand zich niet visueel inpast in de omgeving (bouwcode, art. 6) waardoor de aanvraag geweigerd dient te worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
3 van de 4 eenslaapkamerappartementen zijn behoorlijk klein (60 m²). Dit is een gevolg van een te groot woonprogramma in het voorgestelde bouwvolume. Doordat er teveel woningen worden voorzien wordt niet alleen zuinig omgegaan met de vloeroppervlakte, ook de buitenruimten zijn betrekkelijk klein en weinig functioneel. Daar waar de gelijkvloerse entiteit genot heeft van een ruime tuinzone van ca. 78 m² zijn de terrassen van de bovenliggende appartementen beperkt tot een perceelsbrede strook van slechts 1m diep. Het gebruiksgemak van deze balkons wordt door de geringe diepte in vraag gesteld aangezien het niet mogelijk is om terrasmeubilair te plaatsen.
Daarnaast wordt de woonkwaliteit bijkomend verminderd doordat de fietsenberging niet goed toegankelijk (bouwcode, art. 29) is en wordt de parkeerbehoefte van 6 parkeerplaatsen volledig afgewenteld op het openbaar domein (bouwcode, art. 30).
Bijkomend wordt opgemerkt dat de scheidingsmuur geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak wat naar brandoverslag niet toelaatbaar is (bouwcode, art. 34) en wordt het voornaamste dakvlakoppervlak niet als groendak aangelegd (bouwcode, art. 38).
Naast strijdigheden met de bouwcode wijkt de aanvraag ook af van de gewestelijke verordening hemelwater aangezien er slechts een hemelwaterput voorzien wordt van 5000 l i.p.v. de vereiste 6000 l.
Gelet op de reeds besproken overschrijding van de draagkracht en het ontbreken van een visuele inpassing in de straatwand dient de aanvraag geweigerd te worden. Indien alsnog een vergunning verleend zou worden, dienen er voorwaarden bij de vergunning geformuleerd te worden om de aanvraag in overeenstemming te brengen met de bouwcode en de hemelwater verordening.
Cultuurhistorische aspecten
Aangezien het pand gelegen is in het beschermde stadsgezicht ‘geheel gevormd oor de Kardinaal Mercierlei, de Le Grellelei en de Merodelei met tuinen’ werd advies ingewonnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed. Dit advies is gedeeltelijk gunstig, gedeeltelijk ongunstig:
“Volgende handelingen krijgen een gunstig advies omdat ze geen afbreuk doen aan de bescherming: de site is gelegen in het beschermde stadgezicht ‘geheel gevormd door de Kardinaal Mercierlaan, de Le Grellelei en de Merodelei met tuinen’. Op het perceel bevindt zich heden een garage, die de aanvrager wil slopen en vervangen door een nieuwbouw met verschillende wooneenheden. Het perceel hoorde in het verleden niet tot de kloostertuin. In 1921 werd het domein van het klooster wel vergroot door het perceel, grenzend aan de garage eraan toe te voegen. Hierdoor richtte men een nieuwe scheidingsmuur tussen de vergrootte kloostertuin en dit perceel op. Deze scheidingsmuur is een eenvoudige bakstenen muur (2,20m) gemetst in staand verband en afgedekt met een betonnen deksteen. De muur zal ter hoogte van de nieuwbouw worden afgebroken, maar blijft achter de nieuwbouw als scheidingsmuur tussen beide percelen behouden. De verhoogde muurpenant van de kloostermuur aan de straat, blijft eveneens behouden.
Volgende handelingen krijgen een ongunstig advies, omdat ze afbreuk doen aan de bescherming: Het voorgestelde volume overstijgt de kroonlijsthoogte van het aangrenzende beschermde volume. Door de nieuwbouw hoger op trekken dan het beschermde herenhuis, wordt de aandacht in hoofdzaak op dit nieuwe volume gericht wat een negatieve impact heeft op uitstraling van het beschermde volume. Bovendien bevat het stadsgezicht in hoofdzaak heren- en burgerwoningen van twee tot drie bouwlagen onder zadel of pseudo-manaderdedak, terwijl het nieuwbouwvolume over vier bouwlagen beschikt. We adviseren de kroonlijsthoogte van het nieuwe volume bijgevolg gelijk te trekken aan het aangrenzende beschermde volume of verder te verlagen. Door de bouwhoogte te verlagen, kan de horizontale aflijning van de verdiepingslagen beter aansluiten op de gevelbelijning van het beschermde volume wat tot meer harmonie en rust leidt. Het beschermde stads- en dorpsgezicht wordt gekenmerkt door een homogene bebouwing van heren-en burgerhuizen met een gevelparement van hoofdzakelijk witte natuursteen of gekleurde baksteen, verlevendigd met natuursteen en een typische gevelgeleding met hoge, smalle houten ramen. De keuze voor een afwerking in beton met grote, bijna vierkante ramen verstoort het homogeen karakter van het beschermde stadsgezicht.
Uit de motivering blijkt dat deze handelingen niet overeenstemmen met de direct werkende normen van de regelgeving Onroerend erfgoed.”
Dit advies wordt bijgetreden. De aanvraag dient geweigerd te worden omdat deze niet in overeenstemming is met de direct werkende normen van de regelgeving Onroerend erfgoed.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 6 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw van 4 wooneenheden. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. Er verdwijnen door de verbouwing 2 parkeerplaatsen. Deze worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte. Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden.
De werkelijke parkeerbehoefte is 6.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 6.
Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 6.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 6 Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen.
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 6.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 6 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
Voor dit project dienen er 8 (4 eenslaapkamerappartementen met parkeerbehoefte van 2 fietsen) overdekte, afsluitbare fietsstalplaatsen voorzien te worden. Deze werden ingetekend in de kelder en zijn bereikbaar via een trap met fietsgoot. De fietsstalplaatsen zijn niet conform de voorwaarden in de bouwcode ingetekend. Er dient een hart-op-hart afstand van minstens 50cm tussen 2 fietsen te zijn. Dit is in de huidige intekening niet gebeurd. Verder zijn er ook enkel fietsstalplaatsen voor standaardfietsen ingetekend. Er dient ook ruimte te zijn voor buitenmaatse fietsen: cargofiets, longtailfiets,…
De bereikbaarheid van de fietsberging is niet goed. Er dienen 3 deuren gepasseerd te worden alvorens men de fietsberging bereikt. De deuren van de fietsberging dienen automatisch geopend te kunnen worden of er dient minstens 1 binnendeur verwijderd te worden. Indien de fietsberging niet goed toegankelijk is, zal ze niet gebruikt worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften, onverenigbaarheden met een goede ruimtelijke ordening en niet in overeenstemming is met de direct werkende normen van de regelgeving Onroerend erfgoed.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 24 december 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 24 januari 2022 |
Start openbaar onderzoek | 2 februari 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 3 maart 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 7 mei 2022 |
Verslag GOA | 26 april 2022 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
2 februari 2022 | 3 maart 2022 | 1 | 0 | 0 | 2 |
Bespreking van de bezwaren
Beoordeling: Er zijn 4 woongelegenheden voorzien in de aanvraag, wat onverenigbaar is met de karakteristieken van de straat waar voornamelijk eengezinswoningen aanwezig zijn. Het bezwaar is gegrond;
Beoordeling: Het pand is inderdaad hoger dan zijn rechterbuur. Een nieuw volume, conform het gabariet van de rechterbuur zou wel in overeenstemming zijn met de goede ruimetelijke ordening. Uiteraard zal door een dergelijk nieuw volume, het uitzicht voor enkele omwonenden wijzigen, maar brengt de woonkwaliteit van de omliggende panden niet in het gedrang. Het bezwaar is ongegrond;
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.