Op datum van 21 april 2021 vroeg Mark Van de Kar om het pand gelegen Graaf van Egmontstraat 36, district Antwerpen, op te nemen in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning.
De beoordeling gebeurde aan de hand van volgende stukken:
1. Bestaande juridische toestand
Geldende bestemmingsplannen:
Gewestplan:
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Kadastrale gegevens:
Het pand, Graaf van Egmontstraat 36 district Antwerpen, met kadastrale ligging (afd. 11) sectie L 3653 S2 is kadastraal gekend als huis met twee woongelegenheden.
Voor dit pand werden de volgende relevante vergunningen / toelatingen verleend:
Op 8 oktober 1901 werd een toelating afgeleverd voor het bouwen van twee huizen.
2.Bestaande feitelijke toestand
Omschrijving van de bestaande toestand:
Het pand betreft een rijwoning met drie bouwlagen onder een zadeldak en bestaat momenteel uit een duplex-appartement op het gelijkvloers en de kelderverdieping, een appartement op verdieping 1, een appartement op verdieping 2 en een appartement op de dakverdieping.
Overtredingen:
Er werd geen proces-verbaal van overtreding teruggevonden.
Het voorwerp
De aanvraag betreft de vraag tot opname in het vergunningenregister van een constructie met de functie van meergezinswoning en vier woonentiteiten.
De bewijsvoering
Volgens de kadastrale gegevens dateert de ingebruikneming van het gebouw van voor 1919.
Het pand is, samen met het naburige pand, vastgesteld als bouwkundig erfgoed als ‘twee eclectische meergezinswoningen’ (ID: 209222).
Uit de kadastergegevens blijkt dat, voor de datum van het gewestplan, reeds twee woningen aanwezig waren. Uit de bevolkingsgegevens blijkt dat, vóór 1960 er twee gezinnen tegelijkertijd in het pand waren ingeschreven. Vanaf 1960 echter, is er tot 1986 slechts één gezin ingeschreven. Pas vanaf 1986 waren er drie gezinnen tegelijkertijd ingeschreven.
Het vermeerderen van het aantal woongelegenheden van één naar vier, wordt uitgesloten van opname in het vergunningenregister, conform de rode aanduiding op de plannen.
Uit de kadastergegevens blijkt uit de code ‘040’ dat het pand valt binnen de categorie ‘huis zonder bewoonbare kelder’. Verder blijkt uit de gegevens van het kadaster dat er geen bewoonbare daklaag aanwezig was. Uit de bestaande toestand blijkt dat op vandaag de dag zowel de kelderruimtes als de zolderverdieping worden gebruikt voor bewoning. Er is onvoldoende bewijs dat deze wijziging gebeurde vóór 9 november 1979, waardoor de bewoning van de kelder en de dakverdieping wordt uitgesloten van opname in het vergunningenregister, zoals in rood aangeduid op de plannen.
Het gewijzigde gebruik van de kelder- en dakverdieping als leefruimtes is een melding/vergunningsplichtige wijziging en wordt uitgesloten van opname in het vergunningenregister.
Verder werden interne constructieve werken uitgevoerd die niet bewezen zijn als gebeurd vóór 9 november 1979. Het gaat om het creëren van mezzanines met bijhorende trap op het gelijkvloers en op de dakverdieping, het plaatsen van een trap die een interne verbinding maakt tussen de kelderverdieping en het gelijkvloers, en het maken van openingen in draagmuren en zo een interne opening tussen de leefruimte en de badkamer op het gelijkvloers creëren.
Het uitvoeren van constructieve werken is een melding- of vergunningsplichtige wijziging en wordt uitgesloten van opname in het vergunningenregister, conform de rode aanduiding op de plannen.
Verder blijkt dat uit de foto’s die de aanvrager aanleverde dat er gevelopeningen werden dichtgemaakt. De deuropening in de zijgevel richting de koer werd dichtgemaakt en het is niet bewezen dat dit gebeurde vóór 9/11/1979. Hetzelfde geldt voor een raamopening in de zijgevel van de uitbouw op de tweede verdieping.
Het dichtmaken van gevelopeningen is een melding- of vergunningsplichtige wijziging en wordt uitgesloten van opname in het vergunningenregister, conform de rode aanduiding op de plannen.
In het archief werden plannen teruggevonden van een toelating uit 1901. Hieruit blijkt dat de dakvensters langs de straatzijde niet langer aanwezig zijn in de bestaande toestand. De huidige dakvensters in het zadeldak zijn onvoldoende bewezen als zijnde aanwezig van vóór 9 november 1979 en worden, net als het verwijderen van de originele dakvensters, uitgesloten van opname in het vergunningenregister, zoals in rood aangeduid op de plannen.
Voorgaande bewijst voldoende dat de constructie, inclusief de functie van wonen en één woonentiteit, dateert van voor de inwerkingtreding van de Wet op Stedenbouw (22 april 1962), met uitzondering van:
Conclusie
Uit de bijgevoegde bewijsmaterialen blijkt dat de constructie, inclusief de functie van wonen en één woonentiteit in aanmerking komen voor opname in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning met uitzondering van:
.
Iedere constructie waarvan aangetoond is dat ze gebouwd werd voor 22 april 1962 ofwel tussen deze en voor de eerste invoering van het gewestplan (3 oktober 1979, van kracht 9 november 1979), dient te worden opgenomen in het vergunningenregister als “vergund geacht” in toepassing van artikel 5.1.3. §1 en §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.
Het college is bevoegd in het kader van de opmaak van het vergunningenregister en de actieve onderzoeksplicht in toepassing van artikel 5.1.3 §1 en §2, en artikel 7.6.2. §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het college neemt kennis van de opname van de constructie Graaf van Egmontstraat 36, district Antwerpen, inclusief de functie van wonen en één woonentiteit, in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning, met uitsluiting van:
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan het kadaster voor eventuele aanpassing van de kadastrale gegevens. |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan maatschappelijke veiligheid/ stadstoezicht (MV/ST) voor eventueel verder gevolg. |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan maatschappelijke veiligheid/ bestuurlijke handhaving (MV/ BH)voor eventueel verder gevolg. |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen DL/huisnummering voor eventuele aanpassing van de gegevens. |