Terug
Gepubliceerd op 22/08/2022

2022_CBS_06727 - Omgevingsvergunning - OMV_2022075015. Drakenhoflaan 76. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/08/2022 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2022_CBS_06727 - Omgevingsvergunning - OMV_2022075015. Drakenhoflaan 76. District Deurne - Goedkeuring 2022_CBS_06727 - Omgevingsvergunning - OMV_2022075015. Drakenhoflaan 76. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022075015

Gegevens van de aanvrager:

de heer Simon Somlai met als adres Drakenhoflaan 76 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Drakenhoflaan 76 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 32 sectie B nr. 826R6

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning tot twee appartementen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          02/04/1953: toelating (626#14733) voor het oprichten van een woning.

 

Vergunde toestand

 

-          functie: eengezinswoning met een netto vloeroppervlakte van circa 87 m²;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte van 9,6 m;
  • overdekt terras op elke verdieping;

-          voorgevelafwerking:

  • rode gevelsteen met een gevelplint in blauwe steen;
  • houten buitenschrijnwerk;
  • houten voordeur met omkadering in zandsteen.

 

Bestaande toestand

 

-          functie: meergezinswoning met 2 woongelegenheden:

  • 1 studio met een netto vloeroppervlakte van circa 54,5 m²;
  • 1 tweeslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 105,5 m²;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte van 11 m op de gelijkvloerse verdieping;

-          voorgevelafwerking: pvc buitenschrijnwerk, wit.

 

Nieuwe toestand

 

-          functie: meergezinswoning met 2 woongelegenheden:

  • 1 eenslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 71 m²;
  • 1 tweeslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 104 m²;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte van circa 15,5 m op de gelijkvloerse verdieping;
  • dakterras op de eerste verdieping;

-          voorgevelafwerking: ongewijzigd.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          slopen van de bestaande achterbouw;

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 1 naar 2;

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          inrichten van een dakterras;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

30 juni 2022

27 juli 2022

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

30 juni 2022

3 augustus

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

30 juni 2022

25 juli 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

30 juni 2022

12 juli 2022

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning

30 juni 2022

19 juli 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-      Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-      Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-      Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-      Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

De fietsenberging is niet conform de inrichtingsprincipes opgenomen in dit artikel.

  • Artikel 39 Infiltratie- en buffervoorzieningen:

Niet-overdekte terrassen grenzend aan een tuin of andere onverharde bodem dienen aangelegd te worden in een helling van 1 à 2%, om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren.
 

Sectorale regelgeving

 

-      MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-      Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-      Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-      Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag omvat het opdelen van een eengezinswoning. Er is een bijkomende woongelegenheid gecreëerd. De woning werd opgedeeld naar een meergezinswoning met twee woongelegenheden. De functie wonen blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende functies in de Drakenhoflaan.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Inzake volumetrie betreft de aanvraag het uitbreiden van de woning op de gelijkvloerse verdieping. Ter hoogte van de linkse perceelgrens wordt de scheimuur opgehoogd in functie van het nieuw dakterras.

 

De naastgelegen panden bestaan overwegend uit woningen van drie bouwlagen onder een plat dak en een achtergevellijn op circa 13 m bouwdiepte. Op het gelijkvloers zijn de gebouwen uitgebreid met een achterbouw tot een bouwdiepte tussen 16 m en 17 m.

 

Het gebouw in voorliggende aanvraag bestaat thans uit drie bouwlagen onder een plat dak. De woning heeft een beperkte bouwdiepte ten opzichte van de naastliggende percelen. Dit volume wordt met deze aanvraag uitgebreid tot een bouwdiepte van 15,67 m op het gelijkvloers en ongeveer 12,30 m op de eerste verdieping, de bouwdiepte van de tweede verdieping blijft ongewijzigd.

 

De voorgestelde bouwdieptes zijn in overeenstemming met de kenmerkende bouwdieptes van de naastliggende bebouwing.

 

De stad telt heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Daarom legt artikel 23 van de bouwcode minimum eisen op in geval van opdeling eengezinswoning. De grootste woongelegenheid in het project wordt op de verdiepingen voorzien en bedraagt circa 104 m² netto.

 

De woongelegenheid heeft voldoende woonkwaliteit en voldoende oppervlakte om een gezin te herbergen.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De voorgevel blijft ongewijzigd.

 

De achtergevel wordt afgewerkt met een witte gevelpleister. Nieuw buitenschrijnwerk wordt voorzien in wit aluminium. De gelijkvloerse achtergevel wordt volledig opengewerkt en ter hoogte van het dakterras wordt een staal witgelakte balustrade geplaatst.

 

De voorgestelde gevelafwerking is vanuit stedenbouwkundig oogpunt inpasbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Artikel 39 van de bouwcode stelt dat niet overdekte terrassen grenzend aan een tuin of andere onverharde bodem dienen aangelegd te worden in een helling van 1 à 2%, om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren. Dit is niet af te lezen uit de tekeningen en wordt als voorwaarde opgelegd.

 

De scheimuurwijziging overschrijdt de kenmerkende bouwdiepte in de straat niet. Het dakterras wordt binnen de scheimuren voorzien, waardoor geen hinder inzake privacy veroorzaakt wordt.

 

Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig. De voorwaarden in het advies dienen strikt nageleefd te worden.

 

Mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden, voldoen de woningen aan de actuele eisen inzake hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid.

 

Mobiliteitsimpact

 

Toetsing parkeerbehoefte

 

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

 

In de huidige situatie is er 1 woning aanwezig die niet over een parkeerplaats beschikt. Toekomstig zal dit verbouwd worden tot 2 wooneenheden.

Bij woonprojecten onder de 5 wooneenheden is de parkeerbehoefte 1 per wooneenheid.

De werkelijke parkeerbehoefte is 2.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden:

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 0 = 2.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 1 parkeerplaatsen.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 – 1 = 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

 

Fietsvoorzieningen

 

Voor dit project dienen er 5 overdekte, afsluitbare fietsstalplaatsen voorzien te worden. Er werden 4 fietsparkeerplaatsen ingetekend op het gelijkvloers in een aparte berging.

 

Van deze 4 fietsparkeerplaatsen zijn er maar 2 nuttig, gezien er geen afstand is voorzien achter de fietsen om uit de berging te kunnen rijden. Tevens zijn de deuren te smal. Er dient een ruimere fietsenberging te worden voorzien, dit kan eventueel door de technische ruimte naar de kelder te verplaatsen en de muur tussen de fietsen- en technische berging open te werken. Dit wordt als voorwaarde opgelegd.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Het niet-overdekt terras in de achtertuin dient aangelegd te worden in een helling van 1 à 2%, om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren conform artikel 39 van de bouwcode.
  1. Er dient een ruimere fietsenberging voor 5 fietsstalplaatsen voorzien te worden conform artikel 29 van de bouwcode. Dit kan door de technische ruimte naar de kelder te verplaatsen en de muur tussen de fietsen- en technische berging open te werken.
  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

15 juni 2022

Volledig en ontvankelijk

30 juni 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

29 augustus 2022

Verslag GOA

9 augustus 2022

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Het niet-overdekt terras in de achtertuin dient aangelegd te worden in een helling van 1 à 2%, om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren conform artikel 39 van de bouwcode.
  1. Er dient een ruimere fietsenberging voor 5 fietsstalplaatsen voorzien te worden conform artikel 29 van de bouwcode. Dit kan door de technische ruimte naar de kelder te verplaatsen en de muur tussen de fietsen- en technische berging open te werken.
  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.