Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022066870 |
Gegevens van de aanvrager: | Ena en Mathias Everaerts - Poppe met als adres Lodewijk Van Berckenlaan 62 te 2600 Antwerpen |
Ligging van het project: | Lodewijk Van Berckenlaan 62 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 22 sectie A nr. 101L2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | voorzien van een nieuwe gelijkvloerse achterbouw bij een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/08/1928: toelating (961#10049) voor het bouwen van een woning met bergplaats.
Geacht vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
- bouwvolume in overeenstemming met de geachte vergunde toestand, uitgezonderd:
- gevelafwerking in overeenstemming met de geachte vergunde toestand, uitgezonderd:
- inrichting:
Gewenste toestand
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- sloop van de gelijkvloerse achterbouw rechts;
- voorzien van een nieuwe gelijkvloerse uitbreiding rechts;
- herinrichting van de woning en doorvoeren van interne constructieve werken;
- vernieuwen buitenschrijnwerk en kroonlijst in de voorgevel;
- herinrichting van het bijgebouw met twee verdiepingen;
- het bijgebouw voorzien van een nieuw buitenschrijnwerk en dakconstructie met isolatie.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Voorbouw:
Rechts achteraan het gelijkvloers wordt een nieuwe aanbouw voorzien met hellend dak tot bouwdiepte van circa 14,5 meter. Hierbij worden de interne muren tussen de verblijfsruimtes maximaal verwijderd, waardoor er een doorzontypologie ontstaat. Ook wordt de achtergevel van een groot schuifraam voorzien en wordt het nieuwe hellende dak maximaal beglaasd. Dit komt de ideale daglichttoetreding van de woning ten goede.
De verdiepingen worden heringericht waarbij het bouwvolume ongewijzigd blijft. Hierbij werd de kleinste ruimte ter hoogte van de tweede verdieping (op plan aangeduid als slaapkamer 4) als slaapkamer ingericht. Deze ruimte is kleiner dan 6 m², want onvoldoende is om als kwalitatieve slaapkamer gebruikt te kunnen worden. Dit wordt uitgesloten uit de vergunning.
Bijgebouw:
Het atelier achteraan de tuin werd onderverdeeld in twee verdiepingen. Wat voorheen een hoge ruimte was met overmaat en veel bijkomende lichttoetreding door het hoge raam worden nu 2 ruimten met minder kwaliteiten.
De gelijkvloerse verdieping betreft een atelier/werkruimte met een oppervlakte van circa 15 m² en een vrije hoogte van 2,4 meter. De bovenste verdieping betreft een bijkomende atelier/werkruimte met een oppervlakte van circa 15 m² met een vrije hoogte van 2,0 meter.
Gelet op de grote ramen van het gelijkvloers en gelet op het feit dat dit atelier niet noodzakelijk is voor het functioneren van de woning, kan de gelijkvloerse atelierruimte met een vrije hoogte van 2,4 meter gunstig geadviseerd worden.
De atelierruimte ter hoogte van de eerste verdieping is ruim onvoldoende hoog om als werkruimte te kunnen dienen, daarenboven genereert een ruimte op de eerste verdieping in de achterbouw met voorgestelde ramen onaanvaardbare inkijk en heeft het volume door het omvormen van het schuin dak naar een plat dak een te hoge kroonlijst voor een volume in de tuinzone.
Gelet hierop zal de bouwfysische aanpassingen van schuin naar plat dak, de bijhorende raamopening en de functiewijziging naar werkruimte worden uitgesloten.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel van de woning werd van wit pvc buitenschrijnwerk voorzien. Het metselwerk en natuursteendetaillering blijft maximaal behouden. Dit wordt gunstig geadviseerd.
De achtergevel van de woning blijft maximaal behouden. De aanbouw wordt afgewerkt in gele crepi en voorzien van grote schuiframen in bruin houten schrijnwerk. Gelet op de stedelijke context van de achtergevel hiertegen geen bezwaar.
De voorgevel van het ateliergebouw achteraan werd opgetrokken in rode baksteen met bruin houten schrijnwerk met een industrieel karakter. De raamdorpels en balk boven de ramen werden in grijze natuursteen voorzien. Gelet op de context van dit gebouw als een ateliergebouw als nevenfunctie van de woning wordt dit gunstig geadviseerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het rechter gedeelte van de gelijkvloerse keuken heeft een vrije hoogte groter dan 2,6 meter. Dit komt overeen met circa 12,3 m² (of circa 44% van de totale keuken). De overige circa 15,4 m² (of circa 56% van de totale keuken) heeft een vrije hoogte van 2,47 meter. Ondanks deze beperkte vrije hoogte van de keuken komt de leefkwaliteit van de woning niet in gedrang.
Gelet op het feit dat hier een kleiner keuken met vrije hoogte van circa 2,45 meter vergund werd, en gelet op het feit dat als compensatie het rechter gedeelte hoger voorzien wordt, en gelet op de maatregelen die genomen worden om de daglichttoetreding van het gelijkvloers te verbeteren, kan een afwijking op artikel 21 van de bouwcode gunstig geadviseerd worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De eerste verdieping van het bijgebouw achteraan het perceel te voorzien als bergruimte.
2. Het voorzien van de ruimte links vooraan de tweede verdieping (op plan aangeduid als slaapkaper 4) als een slaapkamer wordt uitgesloten van vergunning.
3. Het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
5. Het omvormen van het schuine dak van het bijgebouw achteraan het perceel naar plat dak en het wijzigen van het raam wordt uitgesloten van vergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 13 mei 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 4 juli 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 2 september 2022 |
Verslag GOA | 10 augustus 2022 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De eerste verdieping van het bijgebouw achteraan het perceel te voorzien als bergruimte.
2. Het voorzien van de ruimte links vooraan de tweede verdieping (op plan aangeduid als slaapkaper 4) als een slaapkamer wordt uitgesloten van vergunning.
3. Het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
5. Het omvormen van het schuine dak van het bijgebouw achteraan het perceel naar plat dak en het wijzigen van het raam wordt uitgesloten van vergunning.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.