2022_CBS_06494 - Omgevingsvergunning - OMV_2022036456. Maantjessteenweg 161. District Merksem - Goedkeuring

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

• artikel 29/2:
  er wordt geen aangepast toilet voorzien in het sanitair blok bij de kantoorruimte op de eerste verdieping.

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

Artikel 27 Open ruimte:
Voortuinen zijn vrij van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen, brievenbussen.
Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten:

1. paden, palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1,50 meter
2. opritten naar een garage, carport of autostaanplaatsen met een maximumbreedte van 3 meter per autostaanplaats.

De voortuinstroken zijn grotendeels verhard.

• artikel 33 Zaak-gebonden publiciteit:
  de zaak-gebonden publiciteit boven de inrit tot de parking dient zich op minstens 0,6 m van de perceelsgrens te bevinden, de twee uithangborden voor de parking hebben elk een hoogte van 1,6 m waar dit maximaal 0,6 m mag zijn en het bord haaks op de zuidgevel heeft ook een breedte van 1,6 m waar dit maximaal 0,6 m mag zijn.
  
  

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling van de afwijking op de voorschriften

De aanvraag wijkt af van artikel 27 - Open ruimte van de bouwcode. De voortuinen zijn nagenoeg volledig verhard. De aanvrager stelt beperkte onthardingen voor die slechts gedeeltelijk tegemoet komen aan artikel 27. Rekening houdend met de specifieke situatie moeten we vaststellen dat volledig voldoen aan artikel 27 geen realistisch vraag is. De zeer versteende omgeving heeft echter nood aan meer groen dan wat nu voorzien wordt. Daarom zullen er bijkomende voorwaarden omtrent ontharding en de vergroening opgelegd worden.

De aanvraag wijkt af van artikel 33 - Zaak-gebonden publiciteit. Dit wordt verder in het verslag besproken.

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is gesitueerd in de Maantjessteenweg, gelegen in het district Merksem. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door meergezinswoningen met handel op de gelijkvloerse verdieping.

Voorliggende aanvraag omvat stedenbouwkundig geen functiewijziging. De bestaande functie van handel blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende functies in de omgeving.
 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Buiten het slopen van 2 uitkragende toegangen en een overdekte ruimte in het bouwblok, worden er geen volumetrische wijzigingen voorzien ten opzichte van de vergunde toestand waardoor het advies inzake schaal en ruimtegebruik gunstig is.
 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak visueel-vormelijke elementen.

De feitelijke toestand van de omgeving wijst uit dat de Maantjessteenweg en Laarsebaan gekenmerkt worden door gevels in gevelbakstenen.

De gevels worden afgewerkt met antraciet aluminium gevelbekleding op de gelijkvloerse verdieping en wit pleisterwerk op de verdieping. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.

De raamverdeling in de voorgevel wordt gewijzigd naar een verticale verdeling. Deze verdeling weerspiegelt de achterliggende functies. Hierdoor is er een duidelijke uitspraak over de architectuur van de handelszaak en de beeldkwaliteit van het gebouw is in samenhang met zijn omgeving. De gevelwijziging is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

De afwijking op artikel 33 van de bouwcode is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

De zaak-gebonden publiciteit boven de inrit tot de parking bevindt zich niet op 0,6 m van de perceelsgrens. Echter is deze uitgelijnd op de inrit en wordt deze over de volledige breedte van de inrit geplaatst. Hierdoor is de inrit duidelijk herkenbaar in het straatbeeld. Tevens staat dit in verhouding tot de gevel.

De twee haakse uithangborden voor de parking (aan de zuid- en westgevel) hebben elk een hoogte van 1,6 m waar dit maximaal 0,6 m mag zijn. Het bord op de zuidgevel heeft ook een breedte van 1,6 m waar dit maximaal 0,6 m mag zijn. Gezien de grote gevelvlakken en de uitkragende overkappingen, staan beide borden in verhouding tot het gevelvlak.

De bestaande publiciteitszuil wordt verbreed zodat hier ook zaak-gebonden publiciteit kan worden voorzien. De voorgestelde afmetingen kunnen gunstig worden geadviseerd.

Verder wordt er op de draagkolommen in de voorgevel (zijde Maantjessteenweg) ruimte voorzien om de logo’s van de overige handelszaken te plaatsen. Hierdoor blijft de kenmerkende luifel gevrijwaard van publiciteit.

Bodemreliëf

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door Water-link/Aquafin. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de Vlaamse Milieumaatschappij. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Naar voorwaarden wordt meegenomen om een aangepast toilet te voorzien in het sanitair blok op de eerste verdieping, conform artikel 29/2 van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

De aanvraag is voor advies opgestuurd naar de dienst Groen en Begraafplaatsen. De dienst adviseert voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:

“Voorwaardelijk gunstig indien de boomkeuze wordt aangepast aan het doorwortelbaar volume en de standplaats.

De beplanting dient aangepast te worden aan de omgeving en dient eigentijds te zijn.”
 

De voorwaarden geformuleerd in dit advies zullen als voorwaarden bij de omgevingsvergunning worden opgelegd.

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de brandweer. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

Echter is – omwille van de herorganisatie van de parking – de aanvraag voor advies opgestuurd naar de dienst Mobiliteit. De dienst adviseert voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:

“Wel wordt er aan herorganisatie gedaan van het parkeren binnen de plannen, waarbij er 2 elektrische laadplaatsen voorzien worden ondergronds. Vanuit de dienst Mobiliteit zou het interessanter zijn om deze in te richten op bovengrondse plaatsen, om deze toegankelijker te maken voor de omgeving.

Verder moeten er voor 10% van het totale aantal parkeerplaatsen elektrische installaties voorzien worden om toekomstig indien nodig om te vormen tot volwaardige plaatsen voor elektrisch laden.”

De voorwaarden geformuleerd in dit advies zullen als voorwaarden bij de omgevingsvergunning worden opgelegd.

Fietsvoorzieningen

Er worden extra fietsenstallingen voorzien aan het complex. Het zou interessant zijn om hierbij ook te denken aan fietsvoorzieningen voor fietsen met afwijkende maten zoals bakfietsen.

Ook vanaf 30 fietsstalplaatsen moeten er oplaadpunten beschikbaar zijn voor elektrische fietsen. Echter bevinden deze plaatsen zich in de voortuin, quasi op het openbaar domein waardoor het, vanuit diefstalpreventie en veiligheidsaspect, afgeraden is om dit hier op te leggen.

De aanvraag is voor advies opgestuurd naar de verkeerspolitie Antwerpen. De dienst adviseert voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:

“De verkeerspolitie heeft vanuit verkeersveiligheidsoogpunt onderstaande opmerkingen op de aanvraag voor het verbouwen van een handelspand, het wijzigen van de voorgevel en het plaatsen van zaakgebonden publiciteit.

Ter hoogte van de Laarsebaan wordt een fietsenstalling met 20 fietsparkeerplaatsen voorzien langsheen de openbare parkeerstrook met haakse parkeervakken. Om deze fietsenstalling te bereiken dienen fietsers zich ofwel doorheen de geparkeerde auto’s te manoeuvreren ofwel zich te voet hiernaartoe te begeven (want gesitueerd op trottoir). Het lijkt ons bijgevolg aangewezen om de fietsenstalling dichterbij de hoek, en aldus de ingang van het gebouw, te positioneren. Indien de fietsenstalling op de aangegeven positie wordt behouden, wordt er best voor geopteerd om in de parkeerstrook een vrije doorgang voor de fietsers te voorzien.

Laden en lossen gebeurt op eigen terrein in de leveringszone ter hoogte van de Laarsebaan. Dit beantwoordt niet aan het principe waarbij vrachtwagens voorwaarts in- en uitrijden met het oog op de belevering. Vanuit verkeersveiligheidsoogpunt is dit echter gewenst.

Aan de Trompetvogelstraat worden er twee aangepaste en voorbehouden parkeerplaatsen en twee reguliere parkeerplaatsen voorzien op eigen terrein. Dit betreffen haakse parkeerplaatsen waarbij telkens het voetpad dient te worden gekruist bij het in- en uitrijden ervan. Omwille van de aanwezigheid van een ruime ondergrondse parkeergarage en de mogelijkheid tot parkeren op de openbare weg, stellen we ons vragen bij de noodzaak hiervan.”

De fietsenstalling (zijde Laarsebaan) ligt inderdaad ongelukkig. Om hier vlot te geraken moet er inderdaad tussen de geparkeerde wagens gemanoeuvreerd worden. Door deze op te schuiven naar de linkerzijde van de ingang (tussen de 2 eerste plantvakken) ligt deze al dichter tegen het kruispunt zodat de afstand te voet kan overbrugd worden. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.

Het laden en lossen verloopt zoals nu reeds gebeurt. Er wordt achterwaarts ingereden en voorwaarts uitgereden. Het betreft geen nieuwbouwproject waar kan opgelegd worden om de laad-en loszone in 1 lus aan te leggen zodat het perceel voorwaarts in- en uitgereden kan worden.

Het aandachtspunt van de verkeerspolitie inzake de parkeerplaatsen aan de Trompetvogelstraat kan worden bijgetreden. De ondergrondse parkeergarage biedt ruim voldoende plaats om te parkeren. Echter is het vanuit de verordening toegankelijkheid wel aangeraden om de aangepaste parkeerplaatsen te behouden.

Naar voorwaarden wordt meegenomen om de parkeerplaatsen 3 en 4 niet aan te leggen maar mee op te nemen in het plantvak.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

De aanvraag omvat de exploitatie van een winkelcentrum met vijf commerciële ruimtes en een kantoorruimte.

Het winkelcentrum aan de Maantjessteenweg/Laarsebaan te Merksem bestaat al een tijdje maar wordt nu grondig gerenoveerd. Na de werken zullen nieuwe exploitanten er hun intrek nemen.

Commerciële ruimte 1 zal uitgebaat worden door Albert Heijn. De verwachte ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s) horende bij een supermarkt, worden gevraagd. Het betreft een transformator, koelinstallaties, opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen, een verkooppunt van producten van dierlijke oorsprong evenals opslag hiervan en een bakkerij-afdeling. Deze laatste bestaat uit twee afbakovens met elk een vermogen van 27,6 kW. 

Aangezien afbakovens niet aanzien worden als “inrichtingen voor het bereiden van voedingsproducten op basis van plantaardige melen”, wordt deze rubriek zonder voorwerp verklaard. Rubriek 45.4.d omvat de verkooppunten van producten van dierlijke oorsprong (vlees, vis, gevogelte) alsook de aan die verkooppunten verbonden uitsnijderijen. Bij toepassing van deze rubriek is de aanwezigheid van een uitsnijderij noodzakelijk. Voorliggende rubriek is bijgevolg eveneens zonder voorwerp. Alle IIOA’s zijn in de derde klasse ingedeeld. De verwachte hinder is beperkt.
Voor de vier andere vernieuwde commerciële ruimtes is de nieuwe exploitant blijkbaar nog niet gekend. Voor elk van deze vier wordt een warmtepomp gevraagd (rubriek 16.3.2.a). Voor de kantoorruimte wordt een bezetting van 99 personen opgegeven. Dit resulteert in rubriek 3.2.2.a met een debiet van 1.262,25 m³/jaar en eveneens rubriek 16.3.2.a voor een warmtepomp met een vermogen van 30 kW. Ook hier zijn alle IIOA’s in de derde klasse ingedeeld.

Albert Heijn België en Jovamm Real Estate zijn beide aanvrager van deze omgevingsvergunning. Logischerwijze worden de IIOA’s gemeld voor de exploitatie van de Albert Heijn supermarkt vergund aan Albert Heijn België en worden de IIOA’s van de andere vier commerciële ruimtes en de kantoorruimte (rubriek 16.3.2.a en 3.2.2.a) vergund aan de vastgoedmakelaar Jovamm Real Estate.

Voorliggend project is niet MER-plichtig. Het aanvraagdossier heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III (besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening).

De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet het geval.

Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid. Dit blijkt uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets.

Toetsing van het aangevraagde aan de beoordelingsgronden van het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid

Doelstelling 1: Duurzame vestigingsmogelijkheden en vermijden van handelslinten

Het pand is gelegen in de zone verspreide bewinkeling volgens Beleidsnota Detailhandel 2020. Behoud en optimalisatie van bestaande vergunde handelsruimte is in deze zone gewenst. Er is enkel sprake van een beperkte uitbreiding, waarvan geen negatieve impact te verwachten is. Het project past dus in de geformuleerde visie rond kleinhandel, met name behoud van wijkondersteunende en goed ontsloten locaties in woonzone.

Het project maakt deel uit van het gewestplan Antwerpen. Hierin staat de omgeving van het project aangeduid als woongebied. Woongebieden zijn bestemd “voor wonen, alsmede handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven”. Het voorgestelde project lijkt verenigbaar met deze omgeving waardoor voorliggende aanvraag voldoet aan de eisen van het gewestplan.

De aanvraag is niet gelegen op een bedrijventerrein.

Doelstelling 2: Het waarborgen van een toegankelijk aanbod voor consumenten

De consument doet zijn dagelijkse boodschappen het liefst zo dicht mogelijk bij zijn eigen woonomgeving. Hierbij spelen nabijheid (inclusief bereikbaarheid en parkeren), gemak en comfort een belangrijke rol. Gezien de ligging in de woonzone van Merksem en nabij een aantal andere handelszaken en dienstverleningen, past dit project in zijn omgeving.

In bepaalde wijken wordt een tekort vastgesteld van buurtwinkels en kleine supermarkten. De vraag naar buurtwinkels en -supermarkten zal in de toekomst nog stijgen door maatschappelijke evoluties als kleinere huishoudens en een toenemend aantal ouderen.

Ook de minst mobiele burgers dienen zich te kunnen voorzien in hun behoeften en moeten op een aanvaardbare afstand toegang hebben tot een voldoende groot aanbod voedingsmiddelen om gezond te blijven. Dit project beantwoordt aan de verwezenlijking van deze doelstelling. Rolstoelgebruikers kunnen de supermarkt op een eenvoudige manier betreden.

Doelstelling 3: Het waarborgen en versterken van de leefbaarheid in het stedelijk milieu/kernwinkelgebieden

De supermarktfunctie focust op verse producten en maaltijdoplossingen en richt zich vooral naar de omliggende bewoning, waar klanten hun dagelijkse aankopen komen verrichten. Dit type winkel wordt steeds gevestigd in dichtbebouwde woonwijken of binnenstedelijke centra. Op deze locatie is al lange tijd een supermarktfunctie; behoud ervan is dus gunstig te beoordelen. Een dergelijke supermarkt wordt doelgericht bezocht. Bij het doelmatig winkelen ligt de nadruk op het aankopen van de noodzakelijke dagelijkse goederen.

De aanvullende units richten zich op buurtondersteunend aanbod, zoals dierenvoeding, parapharmacie. Ze zijn complementair aan het supermarktaanbod en versterken elkaar.

Doelstelling 4: Het bewerkstelligen van een duurzame mobiliteit

Hiervoor wordt verwezen naar het onderdeel 'Mobiliteitsimpact' onder de 'Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening'.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. De bijgevoegde voorwaarden van Water-link/Aquafin zijn strikt na te leven.

3. De bijgevoegde voorwaarden van de Vlaamse Milieumaatschappij zijn strikt na te leven.

4. Er moet een aangepast toilet worden voorzien in het sanitair blok op de eerste verdieping, conform artikel 29/2 van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

5. Er moet voldaan worden aan de voorwaarden van de dienst Groen en Begraafplaatsen:

- In de langwerpige plantvakken aan de Laarsebaan dient een boomsoort te komen met een maximumgrootte van klasse 2.

- In het plantvak ter hoogte van de Trompetvogelstraat dient een boomsoort te komen met een maximumgrootte van klasse 1B.

- In de plantvakken waar 1 boom staat ingetekend, dienen deze telkens in het midden van het plantvak ingeplant te worden.

- De boomsoorten zijn bij voorkeur inheems en dienen een plantmaat van minimum 14/16 te hebben.

- De onderbeplanting dient onderhoudsvriendelijk te zijn, rekening houdend met de opstaande boord, en is bij voorkeur een onderhoudsvriendelijke mengeling van siergrassen en/of bijenvriendelijke vaste planten en/of lage heesters.

6. Er moeten voor 10% van het totale aantal parkeerplaatsen elektrische installaties voorzien worden om indien nodig in de toekomst deze om te vormen tot volwaardige plaatsen voor elektrisch laden.

7. De fietsstalling – zijde Laarsebaan – moet geplaatst worden tussen de eerste 2 linkse plantvakken, links van de inkomdeur.

8. De parkeerplaatsen 3 en 4 – zijde Trompetvogelstraat – mogen niet worden aangelegd en moeten mee in het plantvak worden opgenomen.

9. Langs de zijde van de Maantjessteenweg moeten alle bestaande, verhoogde plantvakken, die nu volledig verhard zijn, onthard worden en voorzien van groen in volle grond.
10. Langs de zijde van de Laarsebaan moet over de volledige breedte van de gevel minimaal 50% van de totale oppervlakte van de voortuin onthard en worden voorzien van groen in volle grond met behoud van een voetpad van minimaal 1,70 m excl. boordsteen.

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

Geadviseerde rubriek(en)

Geadviseerde rubriek(en) Commerciële ruimte 01 - Albert Heijn
 

Geadviseerde rubriek(en) Commerciële ruimte 02
 

Geadviseerde rubriek(en) Commerciële ruimte 03
 

Geadviseerde rubriek(en) Commerciële ruimte 04
 

Geadviseerde rubriek(en) Commerciële ruimte 05
 

Geadviseerde rubriek(en) Kantoorruimte 01
 

Advies over de kleinhandelsactiviteiten

Op basis van doelstelling 1 tot en met 4 geeft de dienst Investdesk gunstig advies voor het uitreiken van een omgevingsvergunning kleinhandelsactiviteiten met het oog op de vernieuwing en uitbreiding met 182 m² netto-handelsruimte van een bestaand vergund handelsgeheel aan de Maantjessteenweg 143 in 2170 Merksem. De totale netto-verkoopoppervlakte van het handelsgeheel zal 3.042 m² bedragen, met volgende opdeling in categorieën:

-          verkoop van voeding (categorie 1 decreet integraal handelsvestigingsbeleid van 15 juli 2016) 1.893 m²;

-          verkoop van goederen voor persoonsuitrusting (categorie 2 decreet integraal handelsvestigingsbeleid van 15 juli 2016) 526 m²;

-          verkoop van planten, bloemen en goederen voor land- en tuinbouw (categorie 3 decreet integraal handelsvestigingsbeleid van 15 juli 2016) 508 m²;

-          verkoop van andere producten (categorie 4 decreet integraal handelsvestigingsbeleid van 15 juli 2016) 115 m².