Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022093780 |
Gegevens van de aanvrager: | Zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | Van Hellem Herman met als adres Bredabaan 49 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Bredabaan 49 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | Antwerpen afdeling 40 sectie C perceelnummer 622 H5 |
inrichtingsnummer | 20220425-0091 |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het kweken van slangen en het kweken van knaagdieren als voedsel voor de slangen |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 9 januari 2002 verleende het college aan de heer Herman Van Hellem een milieuvergunning klasse 2 voor het houden van reptielen (AN2001/653). Deze vergunning was geldig tot 9 januari 2022. Op 13 februari 2009 werd de vergunning gewijzigd (AN2008/643).
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat het kweken van slangen en het kweken van knaagdieren als voedsel voor de slangen. De vergunning wordt gevraagd voor onbepaalde duur.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) exploitant
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
9.2.2.2 | inrichtingen waarin volwassen amfibieën of reptielen andere dan ingedeeld in rubriek 9.2.1. gefokt of gehouden worden voor meer dan 30 dieren; | 700 dieren |
9.7.a.2 | Inrichtingen waarin konijnen, knaagdieren, katten, en dergelijke, andere dan deze ingedeeld in rubriek 9.1, 9.8 en 9.9, gefokt of gehouden worden in een gebied ander dan woongebieden met landelijk karakter en agrarische gebieden met plaatsen voor meer dan 50 tot en met 10.000 gespeende dieren. | 500 dieren |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Maatschappelijke Veiligheid/Milieu-Interventie | 12 september 2022 | 28 september 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten.
Tevens worden in deze gebieden complementerende dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop (artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP’s) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https:// omgeving.vlaanderen.be/gewestplan).
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag bevat geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen en is in overeenstemming met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Het perceel is gelegen in industriegebied. Het gebouw betreft een eengezinswoning waarvan het gelijkvloers volledig is ingericht voor het kweken van de dieren. De exploitant is kweker en handelaar van slangen, meer bepaald van Python regius of Koningspython. De dieren worden gehouden in plastic bakken die opgesteld staan in rekken. Het betreft voornamelijk zeer jonge dieren. De exploitant kweekt eveneens het voedsel voor de slangen, namelijk ratten (Rattus norvegicus domestica) en muizen (Mus musculus). Ook deze dieren worden gekweekt en gehouden in rekken.
Volgende klasse 2 rubrieken worden aangevraagd:
Rubriek 9.2.2.2: inrichtingen waarin volwassen amfibieën of reptielen andere dan ingedeeld in rubriek 9.2.1 gefokt of gehouden worden voor meer dan dertig dieren (gevraagd voor 700 dieren).
Rubriek 9.7.a.2: kleine zoogdieren in een gebied anders dan woongebieden met landelijk karakter en agrarische gebieden met plaatsen voor meer dan 50 tot en met 10.000 dieren (gevraagd voor 500 dieren).
De koningspython of Python regius staat op de “Positieve Lijst Reptielen” die in voege is sinds 22 maart 2019. Vandaar dat in dit geval rubriek 9.2.2.2 van toepassing is en niet meer rubriek 9.2.1.
Zowel de dienst Milieu-Interventie van de stad Antwerpen als de lokale recherche Leefmilieu van de politiezone Antwerpen geven een gunstig advies op deze aanvraag. Plaatsbezoeken gaven aan dat de exploitatie veilig, hygiënisch en met kennis van zaken uitgebaat wordt. De dienst Stedenbouwkundige Vergunningen van de stad Antwerpen geeft een voorwaardelijk gunstig advies en stelt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening mits er voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
de woonfunctie blijft behouden als hoofdfunctie;
de aanvraag beslaat enkel de gelijkvloerse verdieping;
de aanvraag beslaat een geringere oppervlakte dan de woonfunctie met een totale maximale vloeroppervlakte van 100 m².
Het is echter niet duidelijk of het gebouw in de praktijk nog een woonfunctie heeft.
Er werden geen bezwaarschriften ingediend voor deze aanvraag.
Voorliggende project is niet MER-plichtig. Het aanvraagdossier heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III (besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening).
De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet het geval.
De watertoets is niet van toepassing op deze vergunningsaanvraag.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
9.2.2.2 | inrichtingen waarin volwassen amfibieën of reptielen andere dan ingedeeld in rubriek 9.2.1. gefokt of gehouden worden voor meer dan 30 dieren; | 700 dieren |
9.7.a.2 | Inrichtingen waarin konijnen, knaagdieren, katten, en dergelijke, andere dan deze ingedeeld in rubriek 9.1, 9.8 en 9.9, gefokt of gehouden worden in een gebied ander dan woongebieden met landelijk karakter en agrarische gebieden met plaatsen voor meer dan 50 tot en met 10.000 gespeende dieren. | 500 dieren |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. De inrichting, de dieren en de naaste omgeving worden in een goede, hygiënisch verantwoorde toestand gehouden.
2. De exploitant zorgt voor regelmatig onderhoud en is voldoende ter plaatse om de inrichting te controleren.
3. De ruimtes waarin de terraria staan evenals de ruimtes waarin de knaagdieren gekweekt en gehouden worden, moeten te allen tijde degelijk afgesloten zijn zodat een accidentele ontsnapping van de dieren vermeden wordt.
4. In de inrichting mogen geen kleinhandelsactiviteiten gebeuren.
5. De dieren dienen onder toezicht te staan van een dierenarts.
6. De exploitant zorgt ervoor dat uiterlijk zes maanden na vergunningsverlening de volledige ruimte waar de dieren gehouden en gekweekt worden, zichtbaar is doorheen het sas. Dit kan door een extra raampartij in het sas aan te brengen en een spiegel te plaatsen in de kweekruimte.
7. Ook op de kleinere bakken dienen stickers aangebracht te worden met de Nederlandse en Latijnse naam van de dieren die zich hierin bevinden.
8. De exploitant zorgt ervoor dat de inrichting in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening door te voldoen aan volgende voorwaarden:
- de woonfunctie blijft behouden als hoofdfunctie;
- de aanvraag beslaat enkel de gelijkvloerse verdieping;
- de aanvraag beslaat een geringere oppervlakte dan de woonfunctie met een totale maximale vloeroppervlakte van 100 m².
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 4 juli 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 12 september 2022 |
Start openbaar onderzoek | 22 september 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 21 oktober 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 24 februari 2023 |
Verslag GOA | 9 december 2022 |
naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
22 september 2022 | 21 oktober 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Wegens een cyberaanval op de stad Antwerpen werd het openbaar onderzoek mogelijks geschaad en konden eventuele analoog ingediende bezwaarschriften niet meer worden verwerkt.
Gelieve ook rekening te houden met het feit dat de stad Antwerpen nog niet in de mogelijkheid is om onmiddellijk een nieuw openbaar onderzoek op te starten.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. De inrichting, de dieren en de naaste omgeving worden in een goede, hygiënisch verantwoorde toestand gehouden.
2. De exploitant zorgt voor regelmatig onderhoud en is voldoende ter plaatse om de inrichting te controleren.
3. De ruimtes waarin de terraria staan evenals de ruimtes waarin de knaagdieren gekweekt en gehouden worden, moeten te allen tijde degelijk afgesloten zijn zodat een accidentele ontsnapping van de dieren vermeden wordt.
4. In de inrichting mogen geen kleinhandelsactiviteiten gebeuren.
5. De dieren dienen onder toezicht te staan van een dierenarts.
6. De exploitant zorgt ervoor dat uiterlijk zes maanden na vergunningsverlening de volledige ruimte waar de dieren gehouden en gekweekt worden, zichtbaar is doorheen het sas. Dit kan door een extra raampartij in het sas aan te brengen en een spiegel te plaatsen in de kweekruimte.
7. Ook op de kleinere bakken dienen stickers aangebracht te worden met de Nederlandse en Latijnse naam van de dieren die zich hierin bevinden.
8. De exploitant zorgt ervoor dat de inrichting in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening door te voldoen aan volgende voorwaarden:
- de woonfunctie blijft behouden als hoofdfunctie;
- de aanvraag beslaat enkel de gelijkvloerse verdieping;
- de aanvraag beslaat een geringere oppervlakte dan de woonfunctie met een totale maximale vloeroppervlakte van 100 m².
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd voor |
9.2.2.2 | inrichtingen waarin volwassen amfibieën of reptielen andere dan ingedeeld in rubriek 9.2.1. gefokt of gehouden worden voor meer dan 30 dieren; | 700 dieren |
9.7.a.2 | Inrichtingen waarin konijnen, knaagdieren, katten, en dergelijke, andere dan deze ingedeeld in rubriek 9.1, 9.8 en 9.9, gefokt of gehouden worden in een gebied ander dan woongebieden met landelijk karakter en agrarische gebieden met plaatsen voor meer dan 50 tot en met 10.000 gespeende dieren. | 500 dieren |
De vergunning wordt verleend voor onbepaalde duur.