Er werd bij de deputatie een verzoek tot bijstelling van vergunningsvoorwaarden ingediend. Het verzoek wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2022123813 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV BASF Antwerpen (0404754472) met als adres Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 20 sectie A nrs. 2N en 2P |
waarvan: |
|
- 20190913-0072 | afdeling 20 sectie A nrs. 2N en 2P (formaldehyde) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van het verzoek: | Chemisch bedrijf - productie-eenheid voor isobuteen, polyisobuteen en butadieen. Verzoek tot bijstelling van de voorwaarden |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 20 september 2012 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een productie-eenheid voor isobuteen, polyisobuteen en butadieen horende bij een chemisch bedrijf, voor een termijn verstrijkend op 20 september 2032. Nadien werden nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft een vraag tot bijstelling van de lozingsnorm voor fluoride.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 18 oktober 2022 | 7 november 2022 | Gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
Omgevingstoets
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De IB-PIB-BD-installatie bestaat uit een butadieen destillatie, een eenheid voor de productie van isobuteen en een eenheid voor de productie van polyisobuteen.
In het ministerieel besluit van de minister van Omgeving van 30 september 2020 werd met betrekking tot de lozing van fluor volgende voorwaarde opgenomen:
‘Een tijdelijke hogere decentrale norm van 450 mg totaal anorganisch gebonden fluoride/l in het effluent van de IB-PIB-BD-installatie wordt toegestaan voor een termijn van 3 jaar na het verlenen van de vergunning. Na de termijn van drie jaar wordt 150 mg totaal anorganisch gebonden fluoride/l van kracht als decentrale norm. De parameter totaal anorganisch gebonden fluoride wordt gedurende een periode van anderhalf jaar minstens om de twee weken gemonitord, en dit verspreid over de volledige periode, zodat alle productieomstandigheden mee opgenomen zijn in deze monitoringscampagne. De exploitant, in samenwerking met een extern gespecialiseerd consultant, (1) analyseert deze meetresultaten en (2) stelt tegelijk een studie op waarin onderzocht wordt wat de impact is van de parameters BF3, BF4- en aanverwante complexen op de ecologie en fysico-chemie van het aquatische milieu van de Schelde. De exploitant bezorgt de analyse van de meetresultaten en de studie binnen een termijn van twee jaar na het verlenen van de vergunning ter evaluatie aan de afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten (GOP) (Milieu) van het departement Omgeving (gop.ant.omgeving@vlaanderen.be) en de afdeling Ecologisch Toezicht van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) (vergunningen@vmm.be).’
De resultaten van de voorgeschreven monitoringscampagne en de impactstudie werden aan de omschreven instanties bezorgd.
Met onderhavig verzoek tot bijstelling vraagt de exploitant om een permanente lozingsnorm voor totaal fluor te verkrijgen voor het restwater van de PIB-installatie van 450 mg/l (milieuprestatieniveau), met een jaargemiddelde van 250 mg/l.
Een verhoogde inzet van BF3 leidt tot hogere F-concentraties in het restwater van de PIB-installatie. De exploitant argumenteert dat de eerder opgelegde norm van 150 mg/l voor het effluent van de PIB-installatie is gebaseerd op een gegevensreeks voor de periode van 2017 tot medio 2019 waarin er ook effectief een lagere inzet van BF3 kon bereikt worden. Men zal ook in de toekomst met de inzet van BF3 zo efficiënt mogelijk omgaan, maar de lage BF3-inzet uit de eerdere periode is niet langer haalbaar omwille van verscherpte kwaliteitseisen voor het eindproduct (PIB), waaraan enkel kan voldaan worden door een verhoogde inzet van BF3 met hogere fluorvrijgave tot gevolg.
Uit de monitoringscampagne blijkt dat de gemiddelde F-concentratie in het effluent circa 250 mg/l bedraagt (totaal F) met maximale concentraties tot 440 mg/l.
Uit de studie uitgevoerd door de Universiteit Antwerpen blijkt dat de bijdrage van het effluent van de WZI t.o.v. de achtergrondconcentraties in de Schelde ter hoogte van het lozingspunt voor de verschillende componenten verwaarloosbaar tot beperkt is. Verder geeft de studie aan dat er t.g.v. de geloosde hoeveelheden BF4- , fluoride en boor vanuit de WZI van BASF Antwerpen geen ecotoxicologische effecten te verwachten zijn in het aquatisch milieu van de Schelde.
In het ministerieel besluit van 30 september 2020 wordt de termijn van 3 jaar gegeven om de exploitant onder meer de kans te geven om onderzoeken uit te voeren naar procesgeïntegreerde technieken. Men oordeelde dat de exploitant blijvend onderzoek diende uit te voeren naar de reductie van het fluorverbruik in de installaties en er uitvoerige bedrijfstesten uitgevoerd dienen te worden om te evalueren of de eindstandigheid van het PIB-product op alternatieve manieren verhoogd kan worden, opdat het fluorverbruik opnieuw gereduceerd kan worden. Dit werd echter niet expliciet opgenomen in een bijzondere milieuvoorwaarde. Uit het verzoek tot bijstelling is niet af te leiden of dergelijke onderzoeken werden uitgevoerd. Men geeft aan dat de inzet van BF3 zo efficiënt mogelijk zal gebeuren, maar de verscherpte kwaliteitseisen voor het eindproduct (PIB) een verhoogde inzet van BF3 vereisen. Indien de voorgestelde onderzoeken nog niet zouden zijn uitgevoerd, is het raadzaam om dat alsnog te doen en de gevraagde lozingsnormen te beperken in de tijd.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
De gevraagde lozingsnormen kunnen verleend worden in afwachting van verdere onderzoeken naar een reductie van het fluorverbruik, tenzij dit onderzoek reeds werd uitgevoerd. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 17 oktober 2022 |
Start openbaar onderzoek | 26 oktober 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 24 november 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 6 december 2022 |
Het verzoek werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
26 oktober 2022 | 24 november 2022 | 2 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Tijdens het openbaar onderzoek werd een brief ontvangen van Elia Asset nv. Met deze brief reageert Elia Asset op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. Het schrijven van Elia Asset nv en de bijhorende bijlagen wordt aan de provincie, als vergunningverlener, bezorgd.
De omgevingsdienst voor een schoon en veilig Zeeland geeft in haar schrijven aan dat men kan vinden in de formulering van de bijzondere voorwaarde m.b.t. de emissie van fluor van de IB-PIB-DB-installatie. Men stelt zich de vraag of het noodzakelijk is dat de geldigheid van de maximale tijdstermijn van 3 jaar vastgelegd dient te worden in een besluit.
De huidige voorwaarde is slechts geldend voor een termijn van 3 jaar. De voorwaarde die de exploitant wenst te bekomen zou gelden voor een termijn van onbepaalde duur.
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op het verzoek onder volgende voorwaarde:
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
De gevraagde lozingsnormen kunnen verleend worden in afwachting van verdere onderzoeken naar een reductie van het fluorverbruik, tenzij dit onderzoek reeds werd uitgevoerd. |