Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022123129 |
Gegevens van de aanvrager: | Antwerpen met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen en de heer Johan Pieraerts met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | Antwerpen met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Stadswaag, Hoornstraat, Lange Brilstraat, Raapstraat zn te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: |
|
waarvan: |
|
- 20220914-0027 | (Stadswaag en omgeving) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | heraanleggen van de Stadswaag en omliggende straten (SH) en de exploitatie van een bronbemaling (IIOA) |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 18/06/1986: beschermd stads- en dorpsgezicht: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/112999.
Vergunde toestand
- openbare ruimte met wegenis en plein (Stadswaag);
- afwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- openbare ruimte met nieuwe wegenis en plein (Stadswaag);
- afwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- heraanleggen van een plein, de bestrating, de ondergrondse en bovengrondse voorzieningen in de Stadswaag, Hoornstraat, Lange Brilstraat en Raapstraat.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
Het project omvat een bemaling, noodzakelijk voor de aanleg van een nieuwe riolering.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) Stadswaag en omgeving
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.2 | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 46,60 m³/uur |
53.2.2.b.2 | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; | 47.362,00 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
Stadswaag en omgeving
1. |
| Bij te stellen voorwaarde: Artikel 4.2.5.1.1§ 1: Bedrijfsafvalwater van inrichtingen die een maximumhoeveelheid bedrijfsafvalwater van meer dan 2 m³ per dag of 50 m³ per maand of 500 m³ per jaar lozen, moet worden geloosd via een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen. Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit dient deze controle-inrichting vanaf de hierna vermelde debieten bovendien te beantwoorden aan de volgende eisen: - voor debieten > 2 m³/uur of > 20 m³/dag: de plaatsing van een meetgoot (bij voorkeur) volgens de in bijlage 4.2.5.1. bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen of een andere evenwaardige meetmogelijkheid;
Voorgesteld alternatief/aanvulling: Het plaatsen van een meetgoot is niet verplicht.
|
2. |
| Bij te stellen voorwaarde: Artikel 4.2.3.1.2°: Voor de lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen van bijlage 2C bevat gelden dezelfde algemene emissiegrenswaarden als in de Afdeling 4.2.2. voorgeschreven voor de lozing van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen bevat, behoudens het bepaalde onder 3° hierna. Artikel 4.2.3.1.3°: Van de gevaarlijke stoffen als bedoeld in bijlage 2C, mogen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van artikel 3 van bijlage 2.3.1 [...], enkel die stoffen worden geloosd waarvoor in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit emissiegrenswaarden zijn vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.3.6.1.
Voorgesteld alternatief/aanvulling: Volgende bijzondere lozingsvoorwaarden worden gevraagd:
- arseen: 50 µg/l; - zink: 2.000 µg/l; - koper: 500 µg/l.
|
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 11 oktober 2022 | 13 oktober 2022 | Geen advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 11 oktober 2022 | 9 november 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 11 oktober 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie | 11 oktober 2022 | 25 oktober 2022 | Gunstig |
Onroerend Erfgoed | 11 oktober 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie | 11 oktober 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie | 11 oktober 2022 | 20 oktober 2022 | Geen bezwaar |
Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 11 oktober 2022 | 9 november 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies grondwater Antwerpen | 11 oktober 2022 | 23 november 2022 | Geen advies |
Water-link | 11 oktober 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen | 11 oktober 2022 | 19 oktober 2022 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 11 oktober 2022 | 28 oktober 2022 |
Stadsbeheer/ Vastgoed/ Ontwikkeling/ Bouwprojecten | 11 oktober 2022 | 19 oktober 2022 |
Stadsontwikkeling/ Beheer en Operaties | 11 oktober 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu | 11 oktober 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 11 oktober 2022 | 28 oktober 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 11 oktober 2022 | 11 oktober 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 11 oktober 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 11 oktober 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 8: zone voor publiek domein - (pu).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen.
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 30 juni 2021. De nota bevat voorwaarden, die moeten opgelegd worden in de vergunning.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De bestaande situatie betreft een plein met omliggende woonstraten dewelke centraal in de pleingevels uitkomen. De rijweg bevindt zich in het verlengde van de straten en komt centraal op het plein samen.
De omgeving, gelegen in de universiteitsbuurt, wordt gekenmerkt door een mix van één- en meergezinswoningen van overwegend twee en drie bouwlagen. Op het plein, gelegen in de horecakern, bevinden zich enkele horecazaken en staan er 36 grote bomen.
Met de geplande heraanleg verbetert de beeldkwaliteit van het plein en de omliggende straten in belangrijke mate. Zo wordt er maximaal ingezet op vergroening van het straatbeeld en de maximalisatie van de verblijfs- en bewegingsruimte voor de zwakke weggebruiker. Zo wordt de Stadswaag een autoluw plein en de Raapstraat, Hoornstraat en Lange Brilstraat ingericht als woonerf. De aanvraag voorziet in het creëren van een aangename woon- en leefomgeving.
De circulatie wordt voorzien langs de randen van het plein met centraal een verkeersvrije gebruiksruimte.
De Stadswaag zal worden aangelegd in mozaïekkeien in waaierverband met waterdoorlatende ongebonden voeg. Het middelste ‘plein’ wordt een verhoogd deel in kalksteen type Comblanchien. De zijstraten worden aangelegd in betonstraatstenen met een toplaag van natuursteengranulaten 20 x 40. De parkeervakken in straatkeien met waterdoorlatende voeg.
De bomen op het plein worden allemaal behouden. De nieuwe parkeerstroken in de zijstraten zullen worden begrensd met een Small boom Alnus glutinosa ‘Laciniata’. Zo komen er 11 bomen bij. De heraanleg werd besproken op de commissie openbaar domein van 14 juni 2021.
De voorgestelde materialen zijn analoog aan deze in de omgeving, en zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Het projectgebied bevindt zich binnen een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is binnen een woon- en recreatiegebied gelegen met een oppervlakte boven 300 m² (circa 4.362 m²) en een ingreep boven 100 m² (circa gelijk aan projectgebied). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.
De archeologienota werd opgemaakt door de stedelijke dienst Archeologie van stad Antwerpen en waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 30 juni 2021 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/19113). Het programma van maatregelen schrijft een archeologische werfbegeleiding voor. Dit onderzoek dient verplicht te worden uitgevoerd tijdens de geplande werkzaamheden.
Met uitzondering van graaf- en rioleringswerken worden geen wijzigingen aan het bodemreliëf voorzien.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Stad Antwerpen wenst de Stadswaag, Hoornstraat, Lange Brilstraat en Raapstraat in te richten als woonerf. Bij de aanleg wordt de bestaande riolering opgebroken en vervangen door een gescheiden riolering. Het hemelwater komt via poreuze buizen in de ondergrond terecht; het afvalwater wordt afgevoerd naar de waterzuivering Antwerpen-Zuid. Om de riolering in den droge te kunnen aanleggen is een tijdelijke verlaging van de grondwatertafel noodzakelijk.
Bemaling
De verlaging van het grondwaterniveau zal gerealiseerd worden via een vacuümbemaling met filters van 5 cm tot op een diepte van 8 m-mv. Het project wordt opgesplitst in vier bouwputten. Er wordt telkens uitgegaan van vijf dagen om de gewenste verlaging te realiseren, en 10 dagen om de werken uit te voeren.
| Raapstraat | Lange Brilstraat | Hoornstraat | Stadswaag |
dimensies (l x b) | 90 m x 5 m | 99 m x 5 m | 80 m x 5 m | 150 m x 5 m |
diepte | 4,1 m-mv | 4,0 m-mv | 4,0 m-mv | 4,0 m-mv |
verlaging | 4,6 m-mv | 4,5 m-mv | 4,5 m-mv | 4,5 m-mv |
duur bemaling | 15 dagen | 15 dagen | 15 dagen | 15 dagen |
grondwaterstand* | 3,5 m-mv | 4,2 m-mv | 2,9 m-mv | 3,5 m-mv |
max. uurdebiet | 40,9 m³ | 33 m³ | 44,4 m³ | 46,6 m³ |
max. dagdebiet | 981 m³ | 792 m³ | 1.067 m³ | 1.119 m³ |
totaaldebiet | 11.761 m³ | 10.036 m³ | 12.543 m³ | 13.022 m³ |
aantal putten | 30 | 35 | 30 | 50 |
invloedstraal | 218 m | 147 | 240 | 214 |
* hoogst gemeten grondwaterstand tussen september 2021 en juni 2022.
In totaal zal zo’n 47.362 m³ grondwater opgepompt en geloosd worden. Het maximale te lozen debiet bedraagt 46,6 m³/uur en 1.119 m³/dag.
De bemaling zal geen invloed hebben op verzilting of beschermde gebieden. Wel werden binnen de invloedstraal van de bemaling meerdere bodemonderzoeken uitgevoerd. Deze OVAM-dossiers werden gescreend in de bemalingsnota. Voor onderstaande dossiers werd nagegaan of de vastgestelde bodemverontreiniging aanleiding kan geven tot een significante verplaatsing en/of uitbreiding van de bodemsaneringscontour (zowel horizontaal als verticaal) gedurende de periode van de bemaling.
OVAM-dossier | adres | parameters | type onderzoek* |
35592 | Mutsaardstraat 31 | koper, zink, arseen | OBO, 2016 |
20539 | Minderbroederstraat 4-16 | VOCl | OBO, 2008 |
15601 | Klapdorp 14-16 | arseen | OBO, 2008 |
12163 | Hessenstraatje 1-8 | BTEX | EEO, 2012 |
14003 | G. Belliardstraat 17 | arseen | OBO, 2008 |
93778 | Klapdorp 75 | VOCl | OBO, 2020 |
28178 | Grote Kauwenberg 2 en 18 | arseen | OBO, 2006 |
3975 | Oudeleeuwenrui 32-44 | arseen, BTEX, MTBE, minerale olie | EEO, 2017 |
14533 | Hessenstraatje 3 | arseen | OBO, 2008 |
20669 | Huikstraat 10 | BTEX, minerale olie, MTBE | OBO, 2005 |
13292 | Falconplein 32 | arseen | OBO, 2000 |
26760 | Falconplein 17-19 | arseen | OBO, 2007 |
23128 | Falconplein 9 | arseen | OBO, 2004 |
14131 | Oudeleeuwenrui 54 | arseen | OBO, 2001 |
12163 | Hessenstraatje 1-8 | BTEX | EEO, 2012 |
* OBO: oriënterend bodemonderzoek, BBO: beschrijvend bodemonderzoek, EEO: eindevaluatieonderzoek
Voor dossiers 20669, 20539, 3975 en 12163 wordt een beperkte versnelling zonder relevante verplaatsing vastgesteld. De deskundige stelt voor dat de uitvoerder een monitoring van het debiet en de grondwaterstand uitvoert ter hoogte van de bemaling. Indien deze metingen afwijken van de theoretische berekeningen, dient de impact hiervan te worden nagegaan. Het risico op significante verspreiding van de gekende verontreinigingen als gevolg van de bemaling lijkt aanvaardbaar. Er werd een stilzwijgend gunstig advies ontvangen van de VMM, grondwater.
Lozing
In de onmiddellijke omgeving van het project zijn geen mogelijkheden het water te infiltreren of te lozen in oppervlaktewater. De exploitant voorziet het opgepompte grondwater te lozen in de openbare riolering (OR), aangesloten op de RWZI Antwerpen-Zuid. Er zijn drie lozingspunten (LP) voorzien:
- LP1: bouwput Raapstraat => lozing in OR Mutsaardstraat;
- LP2: bouwput Lange Brilstraat => lozing in OR Venusstraat;
- LP3: bouwput Stadswaag en Hoornstraat => lozing in OR Varkensmarkt.
Aangezien in elk lozingspunt meer dan 10 m³/uur geloosd zal worden, dienen hiervoor saneringscontracten met Aquafin opgemaakt te worden.
Om de kwaliteit van het grondwater te bepalen werden nabij de projectlocatie drie peilbuizen bemonsterd en geanalyseerd op zware metalen, BTEX, VOCl’s en PFAS. Uit de analyseresultaten blijkt dat het indelingscriterium voor arseen overschreden werd. De lozingsnormen voor PFAS werden, rekening houdend met het tijdelijk handelingskader van de VMM (i.e.100 ng/l PFAS individueel en 500 ng/l PFAS), niet overschreden.
Uit de screening van de OVAM-dossiers binnen de invloedstraal van de bemaling kwam wel naar voor dat in dossier 35592 (Mutsaardstraat 31) een verhoogde zink- en koperconcentratie gemeten werd. De aanwezigheid van zink en koper werden als niet-terreingebonden verontreiniging en geologisch van aard beschouwd (natuurlijke aanrijking van de glauconiethoudende en kleihoudende ondergrond). Op basis hiervan wordt een verhoogde lozingsnorm aangevraagd voor zink (2.000 µg/l) en koper (500 µg/l). Samengevat worden volgende lozingsnormen gevraagd:
parameter | gevraagd | IC | advies VMM |
arseen | 50 µg/l | 5 µg/l | 50 µg/l |
zink | 2.000 µg/l | 200 µg/l | 2.000 µg/l |
koper | 500 µg/l | 50 µg/l | 500 µg/l |
Gelet op de beperkte duur en debiet van de bemaling, de ligging in centraal gebied, de grotendeels geologische afkomst van de verontreiniging voor de parameters en het advies van VMM- afvalwater kan akkoord gegaan worden met de gevraagde lozingsvoorwaarden.
Zettingsrisico’s
De theoretische zettingen werden bepaald voor de resultaten van drie sonderingen, en bedragen respectievelijk 2,83 mm, 2,41 mm en 0,76 mm, ruim lager dan de maximaal toelaatbare zettingen van 20 mm.
Bijstellen sectorale voorwaarden
Een afwijking wordt gevraagd op de bepaling die oplegt dat vóór de lozing een debietmeet- en bemonsteringsapparatuur moet worden voorzien (artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II). Indien de hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald met een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II kan de afwijking toegestaan worden. Deze meetmethode biedt immers in voorliggende situatie evenveel garanties dat het geloosde debiet en de kwaliteit ervan bepaald kan worden. Het volume opgepompt grondwater is gelijk aan het volume water dat geloosd zal worden. Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, kunnen stalen genomen worden via een aftapkraan.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:
- De bouwheer voert het programma van maatregelen, nl. een archeologische werfbegeleiding, uit conform de bepalingen uit de opgestelde archeologienota (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/19113).
- De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be).
- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
3. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van de Vlaamse Milieumaatschappij zijn strikt na te komen.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden wordt gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van vier maanden vanaf de start van de bemaling.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.2 | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 46,60 m³/uur |
53.2.2.b.2 | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; | 47.362,00 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. Het grondwaterpeil dient opgevolgd te worden in minstens één peilbuis ter hoogte van elke bouwput met minstens één filter in elke laag waaruit gepompt wordt. Het grondwaterpeil wordt opgemeten en genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgende frequentie:
o voor de opstart van de bemaling: éénmaal;
o in de eerste week van elke bemalingsfase: vijfmaal;
o voor de overige periode: wekelijks.
2. De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf:
o in de eerste week van elke bemalingsfase (nieuw bemalingspeil): vijfmaal;
o voor de overige periode: wekelijks.
3. De startdatum van de bemaling en de contactgegevens van de werfverantwoordelijke worden gemeld aan het college (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer OMV_2022123129.
4. Er kan afgeweken worden van artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II op voorwaarde dat de bepalingen van hoofdstuk 5.53 van Vlarem II strikt nageleefd worden.
5. Het bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden en de volgende bijzondere lozingsvoorwaarden:
parameter | lozingsvoorwaarde |
arseen | 50 µg/l |
zink | 2.000 µg/l |
koper | 500 µg/l |
6. Voor de start van de lozingen dienen hiervoor saneringscontracten afgesloten te worden met Aquafin.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 29 september 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 11 oktober 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 10 december 2022 |
Verslag GOA | 28 november 2022 |
naam GOA | Wim Van Roosendael en Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:
- De bouwheer voert het programma van maatregelen, nl. een archeologische werfbegeleiding, uit conform de bepalingen uit de opgestelde archeologienota (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/19113).
- De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be).
- De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
3. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van de Vlaamse milieumaatschappij zijn strikt na te komen.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. Het grondwaterpeil dient opgevolgd te worden in minstens één peilbuis ter hoogte van elke bouwput met minstens één filter in elke laag waaruit gepompt wordt. Het grondwaterpeil wordt opgemeten en genoteerd in een logboek dat ter inzage ligt op de werf, minstens met volgende frequentie:
o voor de opstart van de bemaling: éénmaal;
o in de eerste week van elke bemalingsfase: vijfmaal;
o voor de overige periode: wekelijks.
2. De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf:
o in de eerste week van elke bemalingsfase (nieuw bemalingspeil): vijfmaal;
o voor de overige periode: wekelijks.
3. De startdatum van de bemaling en de contactgegevens van de werfverantwoordelijke worden gemeld aan het college (milieuvergunningen@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer OMV_2022123129.
4. Er kan afgeweken worden van artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II op voorwaarde dat de bepalingen van hoofdstuk 5.53 van Vlarem II strikt nageleefd worden.
5. Het bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden en de volgende bijzondere lozingsvoorwaarden:
parameter | lozingsvoorwaarde |
arseen | 50 µg/l |
zink | 2.000 µg/l |
koper | 500 µg/l |
6. Voor de start van de lozingen dienen hiervoor saneringscontracten afgesloten te worden met Aquafin.
Brandweervoorwaarden
De brandweervoorwaarden uit het brandpreventieverslag met referentie BW/RVDE/2022/W.00115.A1.0007.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.2 | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 46,60 m³/uur |
53.2.2.b.2 | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; | 47.362,00 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning voor de stedenbouwkunidge handelingen geldig is voor onbepaalde duur en voor de ingedeelde inrichtingen en activiteiten voor 4 maanden vanaf de start van de bemaling.