Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022058179 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Frédéric Crynen met als adres Dorpstraat 24 te 2040 Berendrecht - Zandvliet - Lillo (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Dorpstraat 24 te 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 19 sectie B nrs. 460G en 460F |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | oprichten van een carport en aanleggen van verharding |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 30/07/2021: vergunning (OMV_2021080376) voor het verbouwen van een eengezinswoning.
Vergunde toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- vergunning OMV_2021080376 in uitvoering.
Nieuwe toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- oprichten van een carport en fiets- en afvalberging;
- aanleggen van verharding in de voortuin.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid | 2 augustus 2022 | 31 augustus 2022 | Ongunstig |
Water-link | 2 augustus 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 2 augustus 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
De scheimuur ter hoogte van de linker perceelsgrens heeft geen opstand van minstens 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak.
De overloop van de infiltratievoorziening (RWA) wordt niet aangeboden aan de straat maar wordt geloosd in de naastgelegen beek.
De aansluiting van de RWA moet aangesloten worden aan het openbaar rioolstelsel.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied.
Het perceel paalt aan de waterloop nr. A.S.01.13 Dorpsbeek van de 2de categorie.
Het project is onverenigbaar met het watersysteem. De voorziene werken zijn in strijd met het decreet Integraal Waterbeleid, artikel 1.3.2.2 §1, 4° dat stelt dat er een bouwverbod geldt binnen de 5 m zone langs een geklasseerde waterloop. De gevraagde werken (carport en fietsenberging) worden opgericht binnen de 5 m zone.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving. De bestaande vergunde eengezinswoning blijft behouden en blijft verenigbaar met de woonomgeving.
Schaal – ruimtegebruik
Voorliggende aanvraag omvat het oprichten van een carport/fiets- en afvalberging aan een bestaande woning. De gewenste constructie wordt ingeplant aan de linkerzijde van de aanwezige halfopen bebouwing en reikt tot aan de linker perceelsgrens. Dit betekent dat de breedte van de constructie varieert van 4,46 m ter plaatse van het gedeelte carport tot 3,09 m aan de tuinzijde voor het gedeelte van de fiets- en afvalberging. De totale constructie heeft een bouwdiepte van 11,65 m en wordt ingeplant op 6 m achter de rooilijn.
Samen met de constructie wordt een even grote verharding plus een oprit met een breedte van 3 m naar de carport voorzien in waterdoorlatende klinkers.
De voorgestelde houten constructie, met een kroonlijsthoogte van 3,05 m sluit aan tegen de bakstenen gevel van de woning.
Echter, zijn de voorziene werken in strijd met de voorschriften van het decreet Integraal Waterbeleid, artikel 1.3.2.2 §1, 4°, waarbij een bouwverbod geldt binnen de 5 m zone langs een geklasseerde waterloop. De provinciale dienst Integraal Waterbeleid heeft in eerste instantie in uitvoering van artikel 5 van het watertoetsbesluit dan ook ongunstig advies uitgebracht. De nieuwe carport en fiets- en afvalberging worden immers opgericht op het talud zelf van de waterloop nr. A.S.01.13 Dorpsbeek van 2de categorie. Vanuit het oogpunt water kunnen de voorgestelde werken niet toegestaan worden. Een soortgelijke constructie voor een carport werd om dezelfde reden uitgesloten uit een eerder verleende vergunning voor het verbouwen van de woning (dossier OMV2021080376 – intern nummer 20212020).
Tijdens het verloop van de vergunningsprocedure heeft het stadsbestuur een heroverweging van het advies van de provinciale dienst Integraal Waterbeleid gevraagd. Op 27 september 2022 heeft het provinciebestuur zich akkoord verklaard met enkel een verharding voor de oprit onder volgende voorwaarden:
“Verhardingen (opritten, terrassen,…), leidingen en ondergrondse constructies voorzien tot op een afstand van minder dan 5 m vanaf de kruin van de waterloop moeten bestand zijn tegen het overrijden van machines tot 40 ton. Verhardingen zijn niet toegestaan binnen de 1 m landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de waterloop. De bestaande garage dient te worden afgebroken.”
Door louter een oprit langs de waterloop te voorzien, in plaats van de bestaande garage of de gevraagde carport/bergingen, wordt tegelijkertijd een vrije doorgang naar de Dorpsbeek voor onderhoudswerken bekomen en kan er worden geparkeerd op het eigen terrein. Om de toegang tot de waterloop te verzekeren, wordt als voorwaarde opgelegd om de bestaande garage vooraan links af te breken en dienen de carport en bergingen uit de vergunning uitgesloten te worden. De waterdoorlatende verharde oprit dient zich te beperken over een breedte van 3 m tot de eerste 12 m links in de voortuin/zijtuin.
Behoudens deze oprit en de strikt noodzakelijke toegangen dient het overige gedeelte van de voor- en zijtuin groen en onverhard te worden aangelegd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Vastgesteld wordt dat de scheidingsmuur op de perceelgrens geen opstand van minstens 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak heeft, wat strijdig is met artikel 34 van de bouwcode. Hiervan kan omwille van de risico’s voor brandoverslag niet van worden afgeweken.
Daarnaast wordt opgemerkt dat de RWA van de nieuwe constructie geloosd wordt in de naastgelegen beek en niet aangeboden wordt aan de straat, zoals bepaald in artikels 40 en 41 van de bouwcode.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte. Door het oprichten van een carport/fietsenberging komt de aanvrager alsnog tegemoet aan het oplossen van de parkeerbehoefte van één wagen voor een bestaande, vergunde eengezinswoning. Deze kan echter omwille van bovenstaande stedenbouwkundige motivering niet opgericht worden, maar er kan enkel een verharde oprit als parkeerplaats voorzien worden. Hierover worden voorwaarden opgenomen in de vergunning.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 16 juni 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 2 augustus 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 1 oktober 2022 |
Verslag GOA | 28 september 2022 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
1 | 0 | 0 | 0 |
Behandeling van de bezwaren
Tijdens het openbaar onderzoek werd 1 bezwaarschrift ingediend dat als volgt wordt beoordeeld:
Volgens de plannen komt er naast de volledige lengte van ons huis (hun actuele zijtuinstrook) een volledig afgesloten carport en fietsenberging. Net naast de beek wordt er hiervoor een muur opgetrokken van 3 m hoog. Onze vloer ligt ongeveer gelijk met de vloer van de woning van de aanvraag, dus wil dit zeggen dat ons raam in de leefruimte grondig zal bedekt worden en bijgevolg het daglicht zal wegnemen.
Onze woning (aan de linkerzijde) staat met de zijgevel met ramen op de perceelsgrens (dit is altijd zo geweest). Enkel de beek (Dorpsbeek) ligt nog tussen beide percelen. De breedte van deze beek is zo'n 80 cm. Rekening houdend met het feit dat enkel de Dorpsbeek tussen de twee percelen ligt, lijkt het ons zeker opportuun om goed te checken of alles voldoet aan de minimum perceelgrenzen?
Beoordeling:
Het bezwaar is gegrond. De carport en bergingen bevinden zich binnen de 5-m zone van de Dorpsbeek, een geklasseerde waterloop van de 2de categorie, waar een bouwverbod geldt. In uitvoering van artikel 5 van het watertoetsbesluit heeft de provinciale dienst Integraal Waterbeleid ongunstig advies uitgebracht en komen deze constructies niet in aanmerking voor vergunning. Enkel een verharde oprit langsheen de beek kan gunstig geadviseerd worden. De gevraagde carport en bergingen worden uit de vergunning uitgesloten zodat dit bezwaar komt te vervallen.
Kunnen de carport en fietsenberging niet opnieuw opgetrokken worden in de zijtuinstrook tegen de straat, daar waar in de oorspronkelijke bouw zich ook de garage (volgens de plannen komt hier nu een extra oprit) bevond? Eventueel zou de carport ook kunnen doorlopen tot aan ons raam op het gelijkvloers (= leefruimte) waardoor dit aanzienlijk minder impact zal hebben op de lichtinval in onze leefruimte.
Beoordeling:
Om de doorgang naar de Dorpsbeek vrij te maken voor onderhoudswerken aan de waterloop, heeft de provinciale dienst Integraal Waterbeleid als voorwaarde opgelegd om ook de bestaande garage af te breken, zoals voorzien in de aanvraag. Op deze vraag van de bezwaarindieners wordt daarom niet ingegaan.
Tevens hebben we ernstige bedenkingen bij het voorstel om te werken met een houten buitengevel die dan verwijderd kan worden voor het reinigen van de beek? Hoe gaat dit dan plaatsvinden in de praktijk? Is het dan niet logischer dat de buitengevel gewoon openblijft, zoals een standaard carport geplaatst wordt?
Beoordeling:
Het bezwaar is gegrond. De gevraagde carport en bergingen verhinderen de onderhoudswerken aan de Dorpsbeek. Om toch een vrije doorgang naar de Dorpsbeek vrij te maken voor onderhoudswerken aan de waterloop, heeft de provinciale dienst Integraal Waterbeleid als voorwaarde opgelegd om niet alleen de bestaande garage af te breken, maar ook de gevraagde carport en bergingen uit te sluiten uit de vergunning. Enkel een verharde oprit op minimum 1 m van de waterloop kan hier toegestaan worden.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.