Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022097044 |
Gegevens van de aanvrager: | Ali Marchouhi met als adres Van den Hautelei 114 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Van den Hautelei 114 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 32 sectie B nr. 460V4 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een eengezinswoning en isoleren van de voorgevel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 09/11/2007: vergunning (20073663/3184#482) voor het uitvoeren van uitbreidingswerken;
- 24/08/2007: weigering (20072089/3184#277) voor de uitbreiding van een bestaande woning;
- 01/01/1956: toelating (627#17175) voor een verbouwing.
Vergunde toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting: verhard terras in de achtertuin;
Bestaande toestand
in overeenstemming met de laatst vergunde toestand, afgezien van:
- bouwvolume:
- gevelafwerking: vernieuwd van het buitenschrijnwerk in de voorgevel in witte PVC;
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie: eengezinswoning met 4 slaapkamers;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het bouwvolume;
- wijzigen van de gevels;
- herinrichten van de voor- en achtertuin;
- doorvoeren van constructieve werken.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De voorgestelde werken hebben geen invloed op de aanwezige functie van eengezinswoning. De functionele inpasbaarheid blijft ook na de werken gegarandeerd.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Voorliggend aanvraag omvat uitbreidings- en verbouwingswerken aan een bestaande eengezinswoning.
Het gelijkvloers van de woning wordt intern verbouwd. Zo worden een aantal muren tussen de verschillende leefruimtes gedeeltelijk of in zijn geheel weggehaald. Hierdoor ontstaat op het gelijkvloers een grote open ruimte met zoneringen voor leefruimte, eetkamer en leefkeuken. In de achtergevel van het gelijkvloers wordt de gevelopening vergroot en voorzien van een ruim schrijnwerkgeheel.
De tuin wordt onthard uitgezonderd een terras van 10,8m², grenzend aan de leefkeuken. Uit de snedes kan niet afgeleid worden in hoeverre dit terras afhellend naar de tuin wordt aangelegd. Het voldoen van het terras aan artikel 39 van de bouwcode, zodanig dat het terras 1 à 2% afhellend aangelegd wordt opdat het aflopende regenwater op natuurlijke wijze kan infiltreren, zal als voorwaarde bij de vergunning opgenomen worden.
Naast de werken aan het volume zelf wordt de voortuinzone onthard uitgezonderd een pad naar de voordeur met een breedte van 1,50 m, wat gunstig beoordeeld kan worden.
De gevraagde uitbreidingen situeren zich op de eerste en tweede verdieping van de bestaande woning.
Op de eerste verdieping wordt een volume-uitbreiding voorgesteld die aansluit bij de bouwdiepte van het links aanpalende pand, wat resulteert in een bouwdiepte van 15,84 m. Ter hoogte van de rechter perceelsgrens wordt het bestaande volume, na afbraak van een kleiner volume, met 4,44 m uitgebreid tot een totale bouwdiepte van 12,44 m. Hoewel deze bouwdiepte niet aansluit bij deze van het rechts aanpalende pand, verwijst ze wel naar in de omgeving vaker voorkomende bouwdieptes. De overgang van de verschillende bouwdieptes van de uitbreiding op de eerste verdieping wordt gemaakt op eigen terrein, en dit op een afstand van 1,90 m vanaf de rechter perceelsgrens. Binnen dit nieuwe volume op de eerste verdieping wordt een slaapkamer met dressing ingericht.
Naast deze uitbreiding op de eerste verdieping wordt ook een nieuwe tweede verdieping voorgesteld. Deze nieuwe bouwlaag heeft een bouwdiepte van 8 m, wat overeenstemt met de bouwdiepte van de hoofdbebouwing. Deze extra toegevoegde laag wordt ontworpen als een mansardedak waarin aan de straatzijde een dakkapel geplaatst wordt. Binnen dit nieuwe dakvolume worden twee slaapkamers ingericht. De bestaande kroonlijst boven de eerste verdieping blijft behouden.
De omgeving bestaat uit volumes van twee bouwlagen, meestal met een uitgesproken kroonlijst, maar ook volumes met drie bouwlagen, waarvan de derde bouwlaag een daklaag betreft, komen vaker voor in het straatbeeld. Op de hoeken met de zijstraten komen zelfs volumes met vier bouwlagen voor. Een aantal van de voorkomende extra daklagen bij andere panden in de straat werden eveneens opgevat als mansardedak.
Uit lezing van de snedes in dit dossier blijkt dat de scheidingsmuren geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak, zoals voorzien in artikel 34 van de bouwcode. Om dit te remediëren zal bij de vergunning als voorwaarde opgenomen worden dat het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien is van een dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz).
Rekening houdend met dit alles kan gesteld worden dat drie bouwlagen in deze omgeving en met de voorgestelde vormgeving ruimtelijk inpasbaar zijn. Ditzelfde kan gezegd worden over de voorgestelde bouwdieptes.
Visueel-vormelijke elementen
Naast de gevraagde uitbreidingswerken, worden alle gevels van het pand voorzien van isolatie en een nieuwe afwerking. Voor de voorgevel wordt een nieuwe afwerking in grijze steenstrips voorgesteld. Teneinde koudebruggen te vermijden wordt het bestaande balkon op de eerste verdieping in de voorgevel gesupprimeerd.
De achtergevel wordt geïsoleerd en afgewerkt met een witte bepleistering.
Het na-isoleren van de gevels is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar. Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd. Het is uit de plannen noch uit de nota af te leiden welke dikte het pakket van de isolatie plus de nieuwe afwerking zal hebben. Conform het rooilijndecreet wordt de te realiseren dikte van het nieuwe afwerkingspakket bepaald op 14 cm. Dit zal als voorwaarde bij een vergunning worden opgelegd.
Om vervlakking van het straatbeeld tegen te gaan, dient er vanuit de zorg voor de architecturale kwaliteit aandacht besteed te worden aan een aantal ontwerpdetails bij het opnieuw afwerken van de gevels na isoleren. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande elementen in natuursteen (raamdorpel, plint, deksteen…) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen in natuursteen. Deze details hebben immers ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen. De arrière-corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te behouden.
Specifiek voor het pand in de aanvraag wordt opgemerkt dat boven de ramen in de bestaande voorgevel een licht gebogen rollaag aanwezig is. Deze gebogen rollaag dient ook in de nieuwe toestand bewaard te blijven. Ook dit zal als voorwaarde bij de vergunning opgenomen worden.
De nieuwe daklaag wordt aan de straatzijde vormgegeven als een mansardedak met een afwerking in grijze leien. De dakkapel wordt afgewerkt in zwarte vezelcementplaat. Rekening houdend met de afwerking van de gevel in grijze steenstrips en de afwerking van de daklaag in grijze leien, en gelet op de harmonie en eenheid van de nieuwe gevel in zijn totaliteit, lijkt het aangewezen om de dakkapel eveneens uit te werken in een grijze kleur in plaats van zwart. Op deze manier kan voldaan worden aan artikel 6 van de bouwcode inzake harmonie.
Deze wijziging, het afwerken van de dakkapel in grijze vezelcementplaat zal als voorwaarde opgenomen worden bij de vergunning.
Het pand wordt in de voorgevel voorzien van nieuw schrijnwerk in wit PVC, voor de achtergevel wordt antracietkleurig schrijnwerk, eveneens in PVC voorgesteld.
Mits het naleven van de voorwaarden kunnen de gevraagde werken inpasbaar in de omgeving worden beschouwd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De voorgestelde werken beogen een verbetering van de algemene woon- en leefkwaliteit van de woning en kunnen aanvaard worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De totale dikte van het nieuwe afwerkingspakket van de gevels moet 14 cm zijn.
3. De gebogen rollaag boven de gevelopeningen in de voorgevel is ook in nieuwe toestand te bewaren.
4. Conform artikel 6 van de bouwcode is de dakkapel in grijze vezelcementplaat uit te voeren.
5. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz).
6. Conform artikel 39 van de bouwcode moet het terras 1 à 2% afhellen naar de tuinzone.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 18 juli 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 10 augustus 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 9 oktober 2022 |
Verslag GOA | 22 september 2022 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Tijdens de periode van de bevraging aanpalende werd 1 bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laten samenvatten:
Zonlicht:
Het bezwaar stelt dat aanbouw ter hoogte van eerste verdieping zal zorgen voor zon- en lichtverlies. Privacy en comfort zouden hierdoor in het gedrang komen.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond.
Op de eerste verdieping wordt een volume-uitbreiding voorgesteld die aansluit bij de bouwdiepte van het links aanpalende pand. Ter hoogte van de rechter perceelsgrens blijft de bestaande bouwdiepte behouden. Een overgang van de verschillende bouwdieptes van de uitbreiding op de eerste verdieping wordt gemaakt op eigen terrein, en dit op een afstand van 1,90 m vanaf de rechter perceelsgrens. Gezien de oriëntatie en de bouwdiepte van de linkerbuur, zal weinig tot geen bijkomende hinder naar zonlicht veroorzaakt worden ten opzichte van de rechterbuur. Van privacyhinder is envenmin sprake, aangezien de uitbreiding niet van ramen voorzien wordt aan de zijgevel.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De totale dikte van het nieuwe afwerkingspakket van de gevels moet 14 cm zijn.
3. De gebogen rollaag boven de gevelopeningen in de voorgevel is ook in nieuwe toestand te bewaren.
4. Conform artikel 6 van de bouwcode is de dakkapel in grijze vezelcementplaat uit te voeren.
5. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz).
6. Conform artikel 39 van de bouwcode moet het terras 1 à 2% afhellen naar de tuinzone.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.