Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022078138 |
Gegevens van de aanvrager: | AUTOGEMB Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen met als adres Frankrijklei 71/73 te 2000 Antwerpen en mevrouw Ilse Verlegh met als adres Frankrijklei 71/73 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Pastoor Goetschalckxstraat 57 te 2180 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 34 sectie E nr. 46K2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van schoolgebouwen en bouwen van een nieuw schoolgebouw met heraanleg van de speelplaats |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/03/2019: vaststelling (ID: 11410) van de jongensgemeenteschool met onderwijzerswoning als bouwkundig erfgoed;
- 24/08/2018: (intussen vervallen) vergunning (2018932) voor het uitbreiden van een schoolgebouw;
- 14/2/2014: vergunning (20136210) voor het vellen van een boom.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
- conform vergunde toestand.
Gewenste toestand
- conform vergunde toestand, afgezien van:
- bouwvolume:
- gevelafwerking nieuwe vleugel:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van luifel, refter, onthaalgebouw, klassenvleugel en tuinberging;
- bouwen van een nieuw L-vormig gebouw, om (vervangend) bovenstaande functies in onder te brengen;
- herinrichten van de open ruimte, met spelvoorzieningen en het oog op een betere waterinfiltratie.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 9 juni 2022 | 6 juli 2022 | Ongunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 9 juni 2022 | 25 juli 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 9 juni 2022 | 17 juni 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Water-link | 9 juni 2022 | 6 juli 2022 | Ongunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen | 9 juni 2022 | 15 juni 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 9 juni 2022 | 16 juni 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 9 juni 2022 | 20 juli 2022 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen) | 9 juni 2022 | 15 juni 2022 |
Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving/ Onderwijsbeleid/ Capaciteit | 9 juni 2022 | 9 juni 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er zijn geen gegronde redenen om af te wijken van de geldende voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt de verbouwing en uitbreiding van een bestaande lagere en kleuterschool en gelet op de ligging van de gebouwen in kwestie in woongebied en de verenigbaarheid van dergelijke bestemming met het wonen in ruimere zin, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De geplande uitbreiding aan de voorzijde van de school past zich geheel in het straatbeeld in en respecteert voldoende de omliggende bebouwing en die van de site zelf. Verder wordt door het uitvoeren van het nieuwe gedeelte orde geschapen in het deel voor de oude schoolgebouwen dat voorheen werd ingevuld met losse bouwsels.
Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is bijgevolg dan ook gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
Ondanks het feit dat er sprake is van een staalstructuur is de invulling met geglazuurde steenstrips, houten schrijnwerk en wit gelakt metaal visueel voldoende stedelijk om zich in te passen in het straatbeeld, aangezien deze materialen reeds voorkomen in de onmiddellijke omgeving.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.
Cultuurhistorische aspecten
De te slopen delen hebben geen erfgoedwaarde en bij de renovatie van de bestaande delen blijven de aanwezige erfgoedelementen behouden en worden ze gevaloriseerd. De nieuwbouw doet geen afbreuk aan de totale waarde van het complex en zorgt er door zijn positionering voor dat voldoende doorzichten gecreëerd worden zodat de belevingswaarde van de gebouwen niet kan wordt belemmerd.
Ook voor dit deelaspect van de aanvraag is het advies gunstig.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
De aanvraag betreft een vervangingsbouw van een refter, sanitair en twee klaslokalen van een kleuter- en lagere school. Ook wordt de speelplaats heraangelegd.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding, functiewijziging of nieuwbouw. Omdat er hier geen sprake is van een functiewijziging of uitbreiding van de capaciteit van de school, wordt er geen bijkomende parkeerbehoefte opgelegd.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0 – 0 = 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 – 0 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
Het benodigde aantal fietsparkeerplaatsen wordt bepaald op het aantal klaslokalen.
Voor een kleuterschool is dit 3 plaatsen per klaslokaal: 3 x 3 = 9. Voor een lagere school is dit 9 plaatsen per klaslokaal: 7 (7 lokalen = 5 bestaande + nieuwbouw ‘klas groot’ + nieuwbouw ‘klas klein’) x 9 = 63.
Het totaal aantal benodigde fietsparkeerplaatsen is bijgevolg 72.
Het project voorziet een overdekte fietsenstalling met plaats voor 40 fietsen. Daarnaast is er nog een bestaande niet overdekte fietsenstalling met plaats voor 40 fietsen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. De nieuw ontworpen toiletten, ter hoogte van secretariaat/directie en bij de kleedkamers van de turnzaal, dienen te voldoen aan de richtlijnen van artikel 29/2, inzake integrale toegankelijkheid.
3. Er moet gezorgd worden dat fietsen van leerlingen veilig kunnen gestald worden in de aanwezige fietsenstallingen en dit kan door het sluiten van de poorten tijdens de lesuren.
4. De bijgevoegde richtlijnen en voorwaarden uit het advies van Fluvius zijn voorafgaand aan de opstart der werken en op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
5. Er dient voorafgaand aan de opstart der werken en op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt te worden voldaan aan de opgesomde voorwaarden uit het bijgevoegde (en initieel ongunstige) advies van Aquafin/Water-Link. De infiltratie moet rekening houden met de hoge grondwaterstand, vermeld in het advies, en de impact van wortelgroei van de bomen.
6. Inzake de riolering van de bestaande bebouwing dient vanuit milieutechnisch oogpunt te worden bekeken hoe hemelwateropvang- en hergebruik voorzien kunnen worden.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 2 juni 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 9 juni 2022 |
Start openbaar onderzoek | 17 juli 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 15 augustus 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 22 september 2022 |
Verslag GOA | 1 september 2022 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
17 juli 2022 | 15 augustus 2022 | 1 | 0 | 0 | 1 |
Bespreking van de bezwaren
Er werden tijdens de looptermijn van het openbare onderzoek 2 bezwaarschriften ingediend, 1 digitaal en 1 schriftelijk, die zich als volgt laten samenvatten:
Beoordeling:
De organisatie en uitvoering van de werken, ter realisatie van het project, maken geen deel uit van de stedenbouwkundige of ruimtelijke beoordeling van de aanvraag en kunnen in deze dan ook niet behandeld worden; betreffende maakt eerder onderwerp uit van een verkeerstechnische klacht, op voorkomend moment voor te leggen aan de bevoegde verkeerspolitie.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling:
Het al dan niet na-isoleren en (opnieuw) afwerken van vrijgekomen scheidsmuren is essentieel vrijgesteld van een omgevingsvergunning en maakt bijgevolg geen onderwerp uit van enige vorm van stedenbouwkundige beoordeling maar is een louter burgerrechtelijke procedure, te regelen tussen de burgerlijke partijen onderling.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling:
De constructieve en stabiliteitsaspecten van het project maken in se geen voorwerp uit van specifiek de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag maar zijn de uitsluitende verantwoordelijkheid van de door de aanvrager aangestelde architect en ingenieur. Eventueel als gevolg hiervan optredende effecten maken eveneens geen onderdeel uit van de ruimtelijke afweging maar zijn op betreffend moment eveneens te regelen op burgerrechtelijke wijze, dus tussen de partijen onderling.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling:
Dergelijke vorm van (al dan niet vastgelegde) erfdienstbaarheid (van afvoer) maakt in eerste instantie geen onderdeel uit van enige vorm van ruimtelijke beoordeling maar dient het onderwerp uit te maken van een notariële overeenkomst. Blijkt laatstgenoemde niet mogelijk dan dient in overeenstemming met de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek het hemelwater eenduidig te worden afgevoerd via het eigen terrein.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling:
De precieze wijze van afwerken van het ter plaatse vrijgekomen deel van de scheidsmuur maakt geen essentieel onderdeel uit van de in deze procedure vereiste stedenbouwkundige beoordeling maar is een louter burgerrechtelijke procedure, te regelen tussen de burgerlijke partijen onderling. Inzake de (ver-)plaatsing van vermelde regenwaterafvoer wordt in deze verwezen naar het eerder aangehaalde punt 4.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling:
Uit de aangeleverde informatie blijkt inderdaad dat een zeer klein gebouwdeel van de aanpalende woning (± 2,20 x 1,30 m in oppervlakte en ± 2,40 m hoog), grenzend aan af te breken delen van de schoolgebouwen, op het aangeleverde inplantingsplan niet werd opgetekend.
Betreffende is voor de ruimtelijke beoordeling van de aangevraagde werken echter niet van belang, dit aangezien het gabarit van de scheidsmuur waartegen het gebouwdeel in kwestie zich bevindt niet zal gewijzigd worden: de hoogte ervan blijft over de gehele lengte ondubbelzinnig behouden, waardoor er geen stedenbouwkundige impact op het aanpalende pand zal zijn.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. De nieuw ontworpen toiletten, ter hoogte van secretariaat/directie en bij de kleedkamers van de turnzaal, dienen te voldoen aan de richtlijnen van artikel 29/2, inzake integrale toegankelijkheid.
3. Er moet gezorgd worden dat fietsen van leerlingen veilig kunnen gestald worden in de aanwezige fietsenstallingen en dit kan door het sluiten van de poorten tijdens de lesuren.
4. De bijgevoegde richtlijnen en voorwaarden uit het advies van Fluvius zijn voorafgaand aan de opstart der werken en op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
5. Er dient voorafgaand aan de opstart der werken en op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt te worden voldaan aan de opgesomde voorwaarden uit het bijgevoegde (en initieel ongunstige) advies van Aquafin/Water-Link. De infiltratie moet rekening houden met de hoge grondwaterstand, vermeld in het advies, en de impact van wortelgroei van de bomen.
6. Inzake de riolering van de bestaande bebouwing dient vanuit milieutechnisch oogpunt te worden bekeken hoe hemelwateropvang- en hergebruik voorzien kunnen worden.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.