Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022069439 |
Gegevens van de aanvrager: | Christophe en Sam Ysewyn - Peeters met als adres Transvaalstraat 16 te 2060 Antwerpen |
Ligging van het project: | Transvaalstraat 16 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 22 sectie D nr. 1290Z19 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een woning met magazijn tot eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/217206;
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/120661;
- 10/01/1980: beschermd stads- of dorpsgezicht: https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/6401;
- 4/03/1935: toelating (1275#3014) voor het bouwen van een 2e verdieping, plaatsen van 2 ramen en bouwen van terras en 2 koolkelders.
Vergunde toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- voorgevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- functie: eengezinswoning met magazijn;
- bouwvolume: conform vergunde toestand met uitzondering van:
- voorgevelafwerking: conform vergunde toestand met uitzondering van:
- achtergevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- voorgevelafwerking:
- achtergevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande achterbouw;
- oprichten van een nieuwe aanbouw;
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- voorzien van technische installaties op het dak;
- wijzigen van de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Onroerend Erfgoed | 18 juli 2022 | 3 augustus 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 18 juli 2022 | 8 augustus 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
- De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
op het dak wordt de buiten-unit van de warmtepomp voorzien. De hoogte van deze technische installaties wordt niet verduidelijkt en deze dient op minstens 2 meter van de perceelsgrenzen geplaatst te worden en de geluidsterkte mag niet meer dan 43dB(A) bedragen aan de perceelsgrens;
op de tweede verdieping wordt nieuwe vloerafwerking en een verlaagd plafond voorzien, hierdoor verkleint de vrije hoogte naar 2,49 meter. Voor verblijfsruimtes geldt er een minimale vrije hoogte van 2,60 meter;
het dak van het hoofdvolume wordt voorzien van zonnepanelen. Op platte daken mag de ondersteunende constructie geen nieuw hellend dak vormen. De panelen dienen achter elkaar op het platte dak geplaatst te worden en de maximale hoogte is beperkt tot 1,50 meter.
de bestaande beerput wordt gesupprimeerd. Het is verplicht om bij nieuwbouw, herbouw en/of verbouwingen waar het afvoerstelsel van afval- en hemelwater kan aangepast worden een septische put te voorzien. In dit geval dient deze een minimale inhoud van 2000 liter te hebben.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er een eenduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. Het pand maakt bovendien deel uit van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Zurenborg: deel Berchem. Deze bescherming is geldig sinds 10-01-1980.
Artikel 5 §1 van de bouwcode stelt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Gelet op de erfgoedswaarde van de woning en de omgeving werd het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed en de stedelijke dienst monumentenzorg gevraagd.
Vanuit het Agentschap Onroerend Erfgoed volgde onderstaand voorwaardelijk gunstig advies:
“Ons advies is gunstig als de handelingen voldoen aan volgende voorwaarden:
De aanvraag omvat de renovatie en restauratie van een woning in het beschermde stads- en dorpsgezicht Zurenborg: deel Berchem. Bij de renovatie zullen de zichtbare en nog onzichtbare (onder latere afwerkingslagen) authentieke elementen gerestaureerd worden. Het magazijn dat in de loop der jaren in de tuin werd opgericht, wordt verwijderd en vervangen door een kleinere uitbreiding ter hoogte van de achtergevel en aangrenzende tuin. Het metsel- en pleisterwerk van de voorgevel wordt hersteld en de dakgoot zal ontmanteld worden om de oorspronkelijke toestand te traceren. Het buitenschrijnwerk wordt teruggebracht in zijn oorspronkelijke toestand met houten ramen voorzien van een T-verdeling. Op het gevelplan van de nieuwe toestand van de voorgevel, valt het wel op dat de onderzijde van de bovenlichten (in hoofdzaak ter hoogte van de tweede verdieping) niet op gelijke hoogte ligt als de onderzijde van de doorlopende bepleisterde speklagen. Op de originele gevelplannen liggen beiden wel op dezelfde lijn. Vooraleer de werken aan het schrijnwerk kunnen aanvangen, dient het gevelplan bijgevolg bijgestuurd te worden.
Bijkomend moet er getrokken glas (= glas met een lichte wemeling) worden toegepast, aangezien het hedendaagse floatglas nog niet werd toegepast bij de oprichting van deze woning.
De oorspronkelijke achtergevel is in de loop der jaren herhaaldelijk verbouwd en wit geschilderd, waardoor de authenticiteit en erfgoedwaarde van de gevel grotendeels verloren is gegaan. De voorgestelde werken zoals het isoleren en bepleisteren van deze gevel en het aanpassen van de gevelopeningen is daarom toegestaan. De zonnepanelen die men op het dak wil plaatsen, zijn toegestaan als ze niet zichtbaar zijn vanuit de publieke ruimte.
Als ze aan deze voorwaarden voldoen, doet geen van de gevraagde handelingen afbreuk aan de
bescherming. Als ze niet aan de voorwaarden voldoen, dan is ons advies ongunstig.
In ons advies voor vergunningsplichtige werken aan publiek toegankelijke gebouwen maken we altijd een afweging tussen het behoud van de erfgoedwaarden en de toegankelijkheid. In dit dossier komen de werken voor toegankelijkheid voldoende overeen met de erfgoedwaarden (art.35 Besluit Vlaamse Regering van 5 juni 2009 over toegankelijkheid tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid).”
Ook vanuit de stedelijke dienst monumentenzorg werd een voorwaardelijk gunstig advies gegeven:
“Cultuurhistorische waardenstelling
Deze grote woning is het resultaat van vier bouwfases, waarin een kleine woning uit 1888 telkens werd uitgebreid.
Charles De Roeck ontwierp in 1888 een woning van twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak in opdracht van Van Oosterzee, die woonde in Berchem in de Driekoningenstraat 112. Het was een half vrijstaande woning, met een lijstgevel die door het rode bakstenen parement met speklagen, de noppen en de natuurstenen waterlijsten boven de segmentboogvensters, een neotraditioneel karakter had. De toegang tot de woning zat in de zijgevel, toegankelijk via een smeedijzeren hek rechts.
In 1890 tekende De Roeck de plannen voor de uitbreiding met een bureel, magazijn en aanhorigheden, waarbij het bestaande gebouw rechts met twee traveeën van twee bouwlagen wordt uitgebreid, onder zadeldak. Een verbouwing waarvoor zowel in 1910 en 1911 een dossier werd ingediend, laat zien dat er van de aanbouw enkel nog de poort onder plat dak overschiet. Op dat moment tekent Gustave Fierens een verhoging van de poorttravee met een bouwlaag onder plat dak. In 1935 ten slotte, wordt het volledige gebouw met één bouwlaag verhoogd tot het huidige volume.
Bij de verbouwingen werden telkens de materialen en verhoudingen van het basisvolume gerespecteerd. Het gebouw telt nu drie bouwlagen en drie traveeën onder plat dak. De rode bakstenen gevel heeft een hardstenen plint en witte natuurstenen speklagen. De segmentbogige muuropeningen zijn door doorlopende natuurstenen waterlijsten verbonden. De poort is bewaard, met glas in lood in het bovenlicht; schrijnwerk van ramen en kroonlijst is vervangen.
Afweging
De aangevraagde werken omvatten de verbouwing van de woning en de sloop van het achterliggende magazijn. Een nieuwe gelijkvloerse aanbouw wordt ingericht als leefkeuken. Waar nog aanwezig worden de oorspronkelijke kamerindeling, alsook interieurelementen bewaard. De achtergevel wordt voorzien van een isolerende bepleistering. Vooraan worden de ramen en de kroonlijst vernieuwd naar historisch model.
De erfgoedwaarde van de achterliggende magazijnen is beperkt. Er is vanuit oogpunt monumentenzorg dan ook geen bezwaar tegen de sloop van deze constructies. De oorspronkelijke kamerindeling en locatie achtergevel blijft bewaard, waardoor de ingrepen op het gelijkvloers gunstig geadviseerd kunnen worden.
De inspanningen die geleverd worden om de oorspronkelijke kamerstructuur op de verdiepingen terug leesbaar te maken, worden sterk gewaardeerd. De ingrepen zoals de implementatie van een vide en de aanleg van het platte dak als terras zijn, voor zover stedenbouwkundig aanvaardbaar, eveneens gunstig te adviseren vanuit oogpunt monumentenzorg.
De achtergevel behield als gevolg van verschillende wijzigingen nog slechts weinig authenticiteit. Vanuit oogpunt monumentenzorg zijn de geplande wijzigingen, bepleistering en wijziging schrijnwerk dan ook aanvaardbaar.
De reconstructie van het houten schrijnwerk en kroonlijst in de voorgevel betekenen een grote meerwaarde voor de erfgoedwaarde van het pand alsook voor de waarde van het beschermde stadsgezicht. Als voorwaarde wordt opgelegd dat de typedetails van het houten schrijnwerk voorafgaand aan de bestelling en de plaatsing ter goedkeuring moeten worden voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg.
Het pand is gelegen binnen een beschermd stadsgezicht. Het agentschap Onroerend Erfgoed, adviseert de aanvraag voorwaardelijk gunstig. De voorwaarden van het agentschap dienen strikt te worden nageleefd.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden deze adviezen bijgetreden. In harmonie met het totaalontwerp van de woning dienen de bovenlichten van de ramen afgestemd te worden op de hoogte van de speklagen. Het gebruik van getrokken glas en correct gedetailleerd schrijnwerk is noodzakelijk om het waardevolle karakter van de woning te behouden.
Inzake de zonnepanelen op het dak zullen de gepaste voorwaarden opgenomen worden, conform artikel 36 van de bouwcode, om te voorkomen dat deze de uitstaling van de woning aantasten.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De niet-vergunde aanbouw wordt gesloopt en vervangen door een veel kleinere aanbouw. De totale diepte van het gelijkvloers wordt uitgebreid tot circa 14 meter. Dit sluit voldoende aan bij de kleinschalige aanbouwen die aanwezig zijn in de omgeving. Door de afbraak van de aanbouw ontstaat opnieuw een ruime stadstuin. Om de ideale daglichttoetreding van de woning te beschermen wordt de achtergevel van drie grote ramen voorzien. Dit wordt gunstig geadviseerd.
Visueel-vormelijke elementen
De aanbouw wordt afgewerkt als een veranda-constructie met aluminium schrijnwerk. De achtergevel van het hoofdvolume wordt na-geïsoleerd en afgewerkt in witte pleister. Gelet op de stedelijke context van de achtergevel is hiertegen geen bezwaar.
De voorgevel blijft met uitzondering van het schrijnwerk ongewijzigd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De slaapkamers worden van valse plafonds voorzien. Hierdoor beschikken de slaapkamers op de tweede verdieping over onvoldoende vrije hoogte. Dit heeft een ongunstige invloed op de leefkwaliteit van de woning. Bijgevolg wordt deze verlaging uitgesloten van vergunning.
De hoogtes van de warmtepomp en de zonnepanelen zijn niet vermeld op de plannen en zijn niet af te leiden op basis van de sneden of terreinprofielen. Deze dienen voldoende in hoogte beperkt te blijven, zodanig dat deze niet zichtbaar zijn vanuit de straat. Bovendien is het niet aanvaardbaar om de zonnepanelen tot boven de scheidingsmuur te voorzien. De warmtepomp dient op voldoende afstand tot de perceelgrens te voorzien, zodanig dat de hinder voor de buren maximaal beperkt blijft.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Onderstaande voorwaarden uit het advies van het Vlaamse Agentschap Onroerend Erfgoed strikt na te leven:
- de onderzijde van de bovenlichten moeten op gelijke hoogte liggen als de onderzijde van de doorlopende speklagen;
- de ramen moeten voorzien worden van getrokken glas ( = glas met een lichte wemeling);
- de zonnepanelen op het dak moeten zodanig ingepast worden dat deze niet zichtbaar zijn vanuit de publieke ruimte.
2. Typedetails van het houten schrijnwerk in de voorgevel, dienen voorafgaand aan de bestelling en de plaatsing, ter goedkeuring worden voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg.
3. De warmtepomp op het dak moet op minimaal 2 meter van de perceelgrens geplaatst worden, en integraal voldoen aan artikel 16 van de bouwcode.
4. De zonnepanelen mogen niet tot op (of over) de scheidingsmuur voorzien worden. De zonnepalen moeten zodanig voorzien worden dat deze integraal voldoen aan artikel 36 van de bouwcode.
5. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen dakopstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
6. Er moet een septische put voorzien worden met een minimale inhoud van 2.000 liter, conform artikel 43 van de bouwcode.
7. Het valse plafond van slaapkamers op de tweede verdieping wordt uitgesloten uit de vergunning.
8. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 19 mei 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 18 juli 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 16 september 2022 |
Verslag GOA | 2 september 2022 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Onderstaande voorwaarden uit het advies van het Vlaamse Agentschap Onroerend Erfgoed strikt na te leven:
- de onderzijde van de bovenlichten moeten op gelijke hoogte liggen als de onderzijde van de doorlopende speklagen;
- de ramen moeten voorzien worden van getrokken glas ( = glas met een lichte wemeling);
- de zonnepanelen op het dak moeten zodanig ingepast worden dat deze niet zichtbaar zijn vanuit de publieke ruimte.
2. Typedetails van het houten schrijnwerk in de voorgevel, dienen voorafgaand aan de bestelling en de plaatsing, ter goedkeuring worden voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg.
3. De warmtepomp op het dak moet op minimaal 2 meter van de perceelgrens geplaatst worden, en integraal voldoen aan artikel 16 van de bouwcode.
4. De zonnepanelen mogen niet tot op (of over) de scheidingsmuur voorzien worden. De zonnepalen moeten zodanig voorzien worden dat deze integraal voldoen aan artikel 36 van de bouwcode.
5. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen dakopstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
6. Er moet een septische put voorzien worden met een minimale inhoud van 2.000 liter, conform artikel 43 van de bouwcode.
7. Het valse plafond van slaapkamers op de tweede verdieping wordt uitgesloten uit de vergunning.
8. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.