Terug
Gepubliceerd op 24/10/2022

2022_CBS_08498 - Omgevingsvergunning - OMV_2022083393. Dianalaan 62. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/10/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_08498 - Omgevingsvergunning - OMV_2022083393. Dianalaan 62. District Berchem - Goedkeuring 2022_CBS_08498 - Omgevingsvergunning - OMV_2022083393. Dianalaan 62. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022083393

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Geertruda schoonen met als adres Max Temmermanlaan 22 te 2920 Kalmthout

Ligging van het project:

Dianalaan 62 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 22 sectie A nr. 49T10

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

renoveren van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          14/07/1948: toelating (961#5841) voor het bouwen van een woning.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • wonen - eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen onder plat dak; 
  • 13 m bouwdiepte aan de linker- en 15,90 m aan de rechter perceelgrens op het gelijkvloers en de verdieping;
  • overdekte koer ter hoogte van de linker perceelgrens;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel met kroonlijsthoogte 7,81 m;
  • voorgevel in rode gevelsteen met arduinen plint en houten buitenschrijnwerk;

-          inrichting:

  • voortuinafsluiting.

 

Bestaande toestand

-          functie en bouwvolume:

  •  overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd afbraak gelijkvloerse luifel en uitdiepen kelder;

-          gevelafwerking:

  • gewijzigde gevelafwerking met geïsoleerde wit bepleisterde gevels en  zwart aluminium buitenschrijnwerk.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • wonen - eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 13 m bouwdiepte aan de linker- en 15,90 m aan de rechter perceelgrens op het gelijkvloers en de verdieping;

-          gevelafwerking:

  • geïsoleerde wit bepleisterde gevels en  zwart aluminium buitenschrijnwerk;

-          inrichting:

  • voortuinafsluiting in metselwerk;
  • 17 m²  terrasverharding in de achtertuin van 34 m².

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van het bestaande gelijkvloerse afdak;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          uitbreiden van de dikte van het platte dak;

-          gewijzigde voortuinafsluiting;

-          wijzigen van de voorgevel.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-      Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-      Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 6 Harmonie en draagkracht: een wit bepleisterde voorgevel is niet kenmerkend voor de omgeving waar de voorgevels het talrijkst zijn afgewerkt in roodbruin metselwerk;
  • Artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik: Bij het schilderen, pleisteren of kaleien van een voorgevel dienen elementen en decoraties die niet bedoeld waren om beschilderd, bepleisterd of gekaleid te worden, zoals natuursteen of arduinen plinten en dorpels, onbepleisterd, onbeschilderd en ongekaleid te blijven. De arduinen plint wordt bepleisterd. De natuurstenen raamdorpels en voordeurluifel werden verwijderd;
  • Artikel 19 Tuinafsluitingen: niet elke tuinmuur blijft in hoogte beperkt tot een hoogte van maximaal 2,6 meter. De tuinmuur links naast het terras heeft een hoogte van circa 3,5 m op het hoogste punt;
  • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten: de uitgediepte kelder heeft een hoogte van  2 m < 2,20 m;
  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren: door het isoleren van het dak bedraagt de opstand 0,20 m t.o.v. het hoogst aangrenzende dakvlak < 0,30 m;
  • Artikel 38 Groendaken: het gewijzigde platte dak van de woning wordt niet als groendak voorzien en er is geen hemelwaterput aanwezig.
  • Artikel 43 Septische putten: de inhoud van de septische put wordt niet verduidelijkt.
     

Sectorale regelgeving

-      MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-      Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-      Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-      Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De luifel boven de overdekte koer werd afgebroken. Dit komt de ideale daglichttoetreding van de woning ten goede. Dit wordt gunstig geadviseerd.

 

De scheidingsmuur links naast de koer, wordt door de afbraak van de luifel omgevormd van een scheidingsmuur (dragende muur van een constructie) naar een tuinmuur. De hoogte van deze muur is niet aangepast naar een normale tuinmuurhoogte.

 

Het platte dak van de woning wordt uitgebreid. De scheidingsmuren worden echter niet aangepast aan deze nieuwe dakhoogte. Er dienen gepaste maatregelen genomen te worden om brandoverslag te voorkomen.

 

De vrije hoogte en indeling van de kelder werd verlaagd tot 2 meter. De plannen duiden dit echter niet aan als een bergruimte. Conform artikel 21 van de bouwcode, betreft dit dus een kruipkelder.

 

De gelijkvloerse verblijfsruimtes werden met elkaar verbonden tot een doorzontypologie. Dit komt de ideale daglichttoetreding van de woning ten goede. Dit wordt gunstig geadviseerd.

 

Ook de eerste verdieping werd heringericht, waarbij er drie volwaardige slaapkamers voorzien worden. Dit wordt gunstig geadviseerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gevels worden extern van isolatie voorzien. Er is begrip voor de wens tot het isoleren van alle gevels van de woning. Echter dient hierbij het gewijzigde gevelontwerp voldoende kwalitatief te zijn. Dit is in voorliggende aanvraag niet het geval bij de voorgevel.

 

Het wijzigen van de voorgevel naar witte pleister is niet in overeenstemming met de kenmerkende baksteenarchitectuur in de omgeving. De uitwerking van de voorgevel betreft een verarming van de materialisatie van het straatbeeld en een vervlakking van de gevel.

 

Zoals reeds werd vermeld bij de conclusies van de energetische performantie van buitengevelisolatie, moeten de werken altijd over de volledige dikte van 14cm worden uitgevoerd. Wanneer er een aanvraag wordt ingediend voor minder dan 14cm en deze is voor vergunning vatbaar moet dit als voorwaarde worden opgenomen bij het gunstig advies. Waarbij het duidelijk moet zijn dat de extra opgelegde centimeters moeten bekomen worden door middel van een dikker isolatiepakket om op die manier maximaal bij te dragen aan de energiebesparing.

 

De arrière-corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te behouden.

 

Het toepassen van buitengevelisolatie leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande elementen in natuursteen (raamdorpel, plint, …) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen in natuursteen.

 

De uitstekende delen van een gevel (plint, raamdorpel, kroonlijst, …) zorgen voor een detaillering van de gevel. Daarnaast hebben deze details ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen, vervuiling, ...

Indien er voor het uitvoeren van de werken een plint aanwezig is, moet deze behouden blijven. Dit kan door de bestaande plint naar voren te plaatsen (en er achter isolatie aan te brengen) of de bestaande plint te vervangen door een nieuwe plint.

Bij materialen die schadegevoelig zijn zoals bijvoorbeeld pleisterwerk of sommige plaatmaterialen, kan het aan te bevelen zijn om een plint te plaatsen, ook al is deze niet aanwezig in de bestaande toestand.

Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie).

Deze elementen moeten te allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein.

 

Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.

 

De tuinafsluiting in de voortuin werd volledig gewijzigd naar een bakstenen tuinafsluiting met een hoogte van circa 0,55 meter tot 0,65 meter. Hiertegen geen bezwaar.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De gevelafwerking te voorzien in steenstrips, in plaats van pleisterwerk, met een gelijkaardige kleur en verwerking als de oorspronkelijke.

2. Het platte dak van de woning moet als een groendak voorzien worden, of aangesloten worden op een hemelwaterput.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:

-          indien het platte dak niet als groendak voorzien wordt (maar wel aangesloten wordt op een hemelwaterput, conform bovenstaande voorwaarde): dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          indien het platte dak als groendak voorzien wordt (conform bovenstaande voorwaarde):  een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

4. De tuinmuren die hoger zijn dan 2,6 meter, te verlagen tot maximaal 2,6 meter conform artikel 19 van de bouwcode.

5. Het verkleinen van de inhoud van de septische put wordt uitgesloten uit de vergunning.

6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

7. De isolatie plus afwerkingsmateriaal met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn uit te voeren.

8. De arrière-corps te behouden. De arrière-corps moet vrij blijven van materiaal en isolatie.

9. De oorspronkelijke elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.

10. De oorspronkelijke plint te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element in hetzelfde materiaal als de oorspronkelijke. Na het uitvoeren van de werken moet de plint voorbij het gevelmateriaal steken.

11. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

14 juni 2022

Volledig en ontvankelijk

1 september 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

31 oktober 2022

Verslag GOA

13 oktober 2022

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De gevelafwerking te voorzien in steenstrips, in plaats van pleisterwerk, met een gelijkaardige kleur en verwerking als de oorspronkelijke.

2. Het platte dak van de woning moet als een groendak voorzien worden, of aangesloten worden op een hemelwaterput.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:

-          indien het platte dak niet als groendak voorzien wordt (maar wel aangesloten wordt op een hemelwaterput, conform bovenstaande voorwaarde): dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          indien het platte dak als groendak voorzien wordt (conform bovenstaande voorwaarde):  een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

4. De tuinmuren die hoger zijn dan 2,6 meter, te verlagen tot maximaal 2,6 meter conform artikel 19 van de bouwcode.

5. Het verkleinen van de inhoud van de septische put wordt uitgesloten uit de vergunning.

6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

7. De isolatie plus afwerkingsmateriaal met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn uit te voeren.

8. De arrière-corps te behouden. De arrière-corps moet vrij blijven van materiaal en isolatie.

9. De oorspronkelijke elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.

10. De oorspronkelijke plint te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element in hetzelfde materiaal als de oorspronkelijke. Na het uitvoeren van de werken moet de plint voorbij het gevelmateriaal steken.

11. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.