Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022082942 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA PARK REALTY met als contactadres Fortsteenweg 2 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Groot Hagelkruis 132-134 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 35 sectie F nrs. 676B2 en 676C2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van bestaande bebouwing en bouwen van 2 eengezinswoningen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 10/10/1950: aktename (802#5320) voor het uitvoeren van veranderingswerken.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie:
- bouwvolume:
Bestaande toestand
- te slopen panden, in overeenstemming met vergund geachte toestand.
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume (beide woningen):
- voorgevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van bestaande bebouwing (2 eengezinswoningen);
- nieuw bouwen van 2 eengezinswoningen, met elk een tuinberging.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 18 juli 2022 | 29 juli 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 1-3A Hagelkruis en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 12 mei 1993. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone a voor woningen.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgend(e) punt(en):
- Hoofdstuk II – Bebouwingsvoorschriften:
Voor beide woningen bedraagt deze oppervlakte respectievelijk 18 % en 21,50 % van de totale perceelsoppervlakte;
Beide tuinbergingen worden in deze hoger voorzien.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
In deze heeft woning 1 een tuin van 51 m2 met in totaal 24 m2 verharding en woning 2 een tuin van 76 m2 met 35 m2 verharding (laatstgenoemde komt neer op een verhardingspercentage van 46 %);
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is strijdig met een aantal van de geldende richtlijnen en voor een aantal daarvan kunnen in het eindadvies voorwaarden worden opgenomen waardoor het project in uitvoering alsnog zal voldoen aan de artikels in kwestie.
Betreffende echter de hoogte van de gelijkvloerse achterbouw van de woningen en de tuinbergingen, die beide de maximaal opgelegde maat overschrijden (3,35 m waar maximaal 3 m is toegelaten voor de woning en 3,20 m waar een maximum van 2,50 m is voor de bergingen), kan er zonder meer geargumenteerd worden dat betreffende maatvoering eenduidig ruimtelijk aanvaardbaar is, dit aangezien de beperkte verhoging enerzijds vereist is om aan de hedendaagse normen inzake vrije plafondhoogte en isolatie tegemoet te komen. Anderzijds is de gehanteerde hoogte (3,20 à 3,35 m) in overeenstemming met de richtlijnen die voor dergelijke constructies doorgaans worden gehanteerd.
Inzake de afwijkende inrichting van de fietsenberging, open in een ruime inkomhal in plaats van als een afgesloten afzonderlijke ruimte, kan eveneens worden geoordeeld dat de aangeboden oplossing voldoende comfortabel is in gebruik en dat zij ruimschoots garanties biedt voor het effectieve gebruik van deze ruimte.
Er wordt dan ook geadviseerd betreffende afwijkingen als dusdanig te bekrachtigen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet het optrekken van 2 nieuwe eengezinswoningen en gelet op de verenigbaarheid van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van het van kracht zijnde ordeningsplan, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De voorgestelde volumetrie, van beide woningen en hun bergingen, is grotendeels in overeenstemming met de voorschriften dienaangaande van het geldende ordeningsplan – enkel de hoogte van de gelijkvloerse achterbouw en de bergingen zijn hierop beperkt afwijkend. Er werd dienaangaande een openbaar onderzoek georganiseerd, hetgeen geen bezwaarschriften opleverde, en in de eerste paragraaf hierboven werd reeds geargumenteerd dat betreffende afwijkingen ruimtelijk voldoende aanvaardbaar zijn om bekrachtigd te worden.
Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De te hanteren materialen, leien, aluminium schrijnwerk, gevelsteen en aluminium dakrand (allen in een witte kleur), zijn visueel in overeenstemming met de gebouwde context, dientengevolge niet strijdig met de bepalingen van het Bijzonder Plan van Aanleg en zij beantwoorden bijkomend aan de uitgangspunten van materialisatie zoals die zijn opgenomen in de Antwerpse bouwcode.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.
De aanvraag betreft het bouwen van 2 eengezinswoningen.
De parkeerbehoefte voor woonprojecten kleiner of gelijk aan 5 eenheden is 1 parkeerplaats per woning. De werkelijke parkeerbehoefte is hier bijgevolg 2. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:
‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op twee panden/percelen met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (“levendige plint”) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.’ |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 – 2 = 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 0 = 2. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw van eengezinswoningen kan echter afgeweken worden van de berekening van de parkeerbehoefte zoals vermeld in bovenstaande tabel, indien realisatie van de parkeerplaatsen niet mogelijk is. Dit geldt tevens voor eengezinswoningen die boven winkelpanden ingericht worden. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 – 2 = 0. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Het geheel aan verhardingen (terras + tuinberging) in de achtertuinen van beide woningen dient te voldoen aan de bepalingen van artikel 27 van de Antwerpse bouwcode én aan de richtlijnen aangaande binnenplaatsen en tuinen van het geldende Bijzonder Plan van Aanleg.
In se betekent dit voor woning 1 dat dit samen maximaal 20 m² én maximaal 15 % van de gehele perceelsoppervlakte (± 19,20 m²) mag innemen – voor woning 2 is dit respectievelijk maximaal 25,80 m² én eveneens maximaal 15 % van de gehele perceelsoppervlakte (in deze ± 24,50 m²). Het laagste cijfer is telkens van kracht.
2. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 22 juni 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 18 juli 2022 |
Start openbaar onderzoek | 27 juli 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 25 augustus 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 31 oktober 2022 |
Verslag GOA | 3 oktober 2022 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
27 juli 2022 | 25 augustus 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Het geheel aan verhardingen (terras + tuinberging) in de achtertuinen van beide woningen dient te voldoen aan de bepalingen van artikel 27 van de Antwerpse bouwcode én aan de richtlijnen aangaande binnenplaatsen en tuinen van het geldende Bijzonder Plan van Aanleg.
In se betekent dit voor woning 1 dat dit samen maximaal 20 m² én maximaal 15 % van de gehele perceelsoppervlakte (± 19,20 m²) mag innemen – voor woning 2 is dit respectievelijk maximaal 25,80 m² én eveneens maximaal 15 % van de gehele perceelsoppervlakte (in deze ± 24,50 m²). Het laagste cijfer is telkens van kracht.
2. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.