Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022096259 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Salomon Rosenberg met als adres Belgiëlei 189 te 2000 Antwerpen en mevrouw Talia Pruwer met als adres Belgiëlei 189 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Belgiëlei 189 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 6 sectie F nr. 1388A4 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/98581;
- 17/02/1939: toelating (18#11862) voor binnenveranderingen;
- 29/08/1924: toelating (1924#18989) voor een huis.
Geacht vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gelijkvloers: links 22,20m, rechts 16,30m;
- 1ste en 2de verdieping: links 22,20m, rechts 11,50m;
- 3de verdieping (onderdaks): 11,50m;
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- functie, bouwvolume en gevelafwerking in overeenstemming met de geacht vergunde toestand uitgezonderd van:
- gelijkvloers: links 26m, rechts 19,20m;
- 1ste verdieping: links 22,20m, rechts 14,80m;
- 2de verdieping: links 22,20m, rechts 11,50m;
- 3de verdieping (onderdaks): 11,50m.
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie, bouwvolume en gevelafwerking in overeenstemming met de geacht vergunde toestand uitgezonderd van:
- gelijkvloers: 22,30m;
- 1ste verdieping: links 22,30m, rechts 14,90m;
- 2de verdieping: links 22,30m, rechts 13m;
- 3de verdieping (onderdaks): 11,60m.
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van gelijkvloerse aanbouwen;
- bouwen van getrapte aanbouwen rechts achter hoofdvolume;
- aanbrengen van een dakkapel in achterste dakvlak;
- beperkt ophogen van de rechter scheimuur op het gelijkvloers;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 2 augustus 2022 | 9 augustus 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestemming van de eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het bestaande hoofdvolume blijft behouden en de achterliggende entresol wordt van de aanbouwen ontdaan waardoor de achtergevellijn van het entresolvolume op een diepte van 22,28 m komt te liggen.
Tussen de entresol en de aanpalende buur voorziet de aanvraag een nieuw volume dat zich over de bovenliggende verdiepingen trapsgewijs tot tegen de achtergevel van het hoofdvolume terugtrekt.
De beperkte verhoging van de scheimuur over een lengte van 0,47 m en een hoogte van 2,27 m impliceert geen verlies voor de woonkwaliteit in de aangrenzende woning.
Ook het nieuwe terras achteraan de 2de verdieping is ingesloten gelegen tussen de hoge opgaande scheimuur van de buur en het entresolvolume waardoor er geen mogelijkheid is op privacyhinder naar het naastgelegen perceel toe.
De uitbreiding is bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De waardevolle voorgevel blijft behouden en waar nodig in ere hersteld.
De achtergevel wordt na-geïsoleerd en afgewerkt in geborsteld pleisterwerk. Ook de gevelvlakken van het nieuwe volume wordt in dit materiaal afgewerkt.
Op de diverse verdiepingen zorgen ruime raampartijen in bruin-zwart gekleurd aluminium buitenschrijnwerk voor een betere daglichttoetreding binnen het diepe bouwvolume en een verbeterd contact met de bestaande tuin. Een enkele dakkapel doorbreekt het dakvlak.
Het gebruik van een uniforme gevelafwerking en het toepassen van gelijkvormige boven elkaar uitgelijnde ramen met een identieke verdeling resulteert in een coherent gevelbeeld.
In principe is het niet wenselijk dat een dakkapel de kroonlijst onderbreekt (bouwcode, art. 15). Een dakkapel behoort tot een dak, niet tot een gevel. Het voorzien van een dakkapel tot in het gevelvlak doorbreekt de zuivere opdeling van gevelvlak-dak. Echter, in voorliggend ontwerp weegt het behoud van de kroonlijst niet op tegen de betere leefkwaliteit die de dakkapel de achterliggende polyvalente ruimte biedt. Daarom is deze ingreep alsnog gunstig te adviseren.
De aanpassingen aan de achtergevel volgen uit de functionele herinrichting van het pand en het beoogde materiaalgebruik is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Cultuurhistorische aspecten
Gezien het pand opgenomen is op de Inventaris Onroerend Erfgoed werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:
“De aanvraag, die voorafgaand werd voorbesproken met de stedelijke dienst monumentenzorg, omvat de verbouwing van een burgerwoning. De gelijkvloerse aanbouwen worden gesupprimeerd en vervangen door een nieuwe achterbouw. De voorgevel wordt gerestaureerd.
De voorgevel is nog zeer authentiek bewaard, inclusief het houten schrijnwerk. De erfgoedwaarde van de gevel is daardoor zeer hoog. De stedelijke dienst monumentenzorg waardeert dan ook de intentie tot behoud van deze erfgoedelementen.
De erfgoedwaarde achteraan is beduidend lager. Niet alleen werd deze oorspronkelijk al in een meer sobere stijl uitgevoerd. Daarenboven verloor de achtergevel een deel van zijn authenticiteit door een aantal uitbreidingen. Mits stedenbouwkundig aanvaardbaar, is er vanuit oogpunt monumentenzorg dan ook geen principieel bezwaar tegen aanpassingen en uitbreidingen achteraan.
De beschrijvende nota beschrijft de renovatie van het interieur, waarbij de oorspronkelijke elementen maximaal bewaard worden en de recentere verstoringen en decoratie worden verwijderd. Deze principes werden voorafgaand met de stedelijke dienst monumentenzorg besproken en zijn dan ook aanvaardbaar.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de aandachtspunten van de dienst monumentenzorg integraal bijgetreden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het gelijkvloers omvat hoofdzakelijk leefruimtes. De oppervlakten ervan staan in een goede verhouding tot het aantal slaapkamers op de verdiepingen.
Wel wordt opgemerkt dat de gastenslaapkamer op de 3de verdieping te weinig licht ontvangt in verhouding tot de grootte van de ruimte. Conform artikel 24 van de bouwcode zou deze kamer, met een vloeroppervlakte van 22,70 m², minstens ca. 2,5 m² aan raamopeningen moeten hebben. In de aanvraag wordt er slechts een dakvlakraam van 0,90 m² voorzien. Voldoende lichttoetreding in iedere verblijfsruimte kan en moet gegarandeerd worden. Dit gebeurt door het dakvlakvenster te verruimen of er meerdere te voorzien zodat er minstens 2,5 m² aan raamopeningen aanwezig is. Indien niet aan deze voorwaarde wordt voldaan, dient “gastenslaapkamer” ingericht te worden als berging. Dit wordt als voorwaarde van de vergunning gesteld.
Omdat de plannen onvoldoende informatie bevatten over het rioleringsstelsel en de septische put worden hierover voorwaarden gekoppeld aan de vergunning zodat de aanvraag voldoen aan artikel 40 en 43 van de bouwcode.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijvende toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De gastenkamer op de 3de verdieping te voorzien van 2,5m² dakvlakramen, tenzij deze ruimte ingericht wordt als berging (bouwcode, art. 24).
3. Het pand voorzien van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. Het voorzien van de DWA en RWA en de aansluiting ervan op het openbaar rioolstelsel moet gebeuren conform de voorschriften van artikel 40 en artikel 41 uit de bouwcode.
4. Het pand voorzien van een septische put, conform artikel 43 uit de bouwcode.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 7 juli 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 2 augustus 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 1 oktober 2022 |
Verslag GOA | 14 september 2022 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De gastenkamer op de 3de verdieping te voorzien van 2,5m² dakvlakramen, tenzij deze ruimte ingericht wordt als berging (bouwcode, art. 24).
3. Het pand voorzien van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. Het voorzien van de DWA en RWA en de aansluiting ervan op het openbaar rioolstelsel moet gebeuren conform de voorschriften van artikel 40 en artikel 41 uit de bouwcode.
4. Het pand voorzien van een septische put, conform artikel 43 uit de bouwcode.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.