Terug
Gepubliceerd op 02/11/2022

2022_CBS_08649 - Omgevingsvergunning - OMV_2022086585. Lange Riddersstraat 31. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/10/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_08649 - Omgevingsvergunning - OMV_2022086585. Lange Riddersstraat 31. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_08649 - Omgevingsvergunning - OMV_2022086585. Lange Riddersstraat 31. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022086585

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Ann Segers met als adres Lange Riddersstraat 31 te 2000 Antwerpen en de heer Ian Kenny met als adres Lange Riddersstraat 31 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Lange Riddersstraat 31 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 4 sectie D nr. 942

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een woning: voorzien van een uitbreiding, uitvoeren van structurele werken

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis 

-          18/03/1977: vergunning (18#82795) voor een verbouwing (niet uitgevoerd).

 

Vergund geachte toestand 

-          functie: gemengd gebouw:

  • handelsruimte op de gelijkvloerse verdieping;
  • woongelegenheid met 2 slaapkamers op de verdiepingen;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met een zadeldak aan de voorzijde;
  • plat dak achter de nok voorzien van een dakterras;
  • aanbouw aan de achtergevel op de eerste verdieping uitgesloten (1977);

-          gevelafwerking: wit bezette gevel met houten T-ramen en roedeverdeling;

-          inrichting: tuinzone met een netto-oppervlakte van circa 12 m².

 

Bestaande toestand 

-          functie: 

  • op de gelijkvloerse verdieping is de functie handel omgevormd naar een woonfunctie;
  • het pand is hierdoor een eengezinswoning met 3 slaapkamers;

-          bouwvolume: de gelijkvloerse verdieping (berging/toilet/wasplaats) en eerste verdieping (keuken) is volledig bebouwd met een achterbouw van 12 m²;

-          gevelafwerking:

  • wit bezette gevel met houten zwart geschilderde T-ramen en roedeverdeling;
  • tralies voor de ramen op de gelijkvloerse verdieping;

-          inrichting: het perceel werd volledig bebouwd.

 

Nieuwe toestand 

-          functie: eengezinswoning met 3 slaapkamers;

-          bouwvolume:

  • de gelijkvloerse verdieping is conform de bestaande toestand;
  • de eerste verdieping is conform de bestaande toestand;
  • dakterras op de eerste verdieping;
  • structurele werken:

-          opening in de achtergevel op de eerste verdieping;

-          gesupprimeerde bestaande schouwmantel;

  • ophoogde rechter scheidingsmuur op de eerste verdieping;

-          gevelafwerking:

  • geïsoleerde en afgewerkte (14 cm) voorgevel op de eerste en tweede verdieping in eticssysteem in een lichte kleurstelling;
  • gevelplint in arduin;
  • buitenschrijnwerk in zwart aluminium ral 9005;

-          inrichting: volledige bebouwd perceel.

 

Inhoud van de aanvraag 

-          wijzigen van de functie van de gelijkvloerse verdieping van handel naar wonen (eengezinswoning met 3 in plaats van 2 slaapkamers);

-          structurele werken;

-          plaatsen van een dakterras op de eerste verdieping;

-          ophogen van de rechter scheidingsmuur op de eerste verdieping;

-          wijzigen van de voorgevel: schrijnwerk, isolatie en gevelafwerking.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

28 juli 2022

4 augustus 2022

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

28 juli 2022

8 augustus 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

28 juli 2022

11 oktober 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 1: zone voor wonen - (wo1).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:

 

-          Artikel 2.1.1 Culturele, historische en\of esthetische waarde:

Bij gebouwen gelegen in een gebied met culturele, historische en/of esthetische waarde staat de wenselijkheid van behoud voorop. Op de eerste verdieping wordt de achtergevel doorbroken om een bijbouw als uitbreiding voor de keuken te voorzien. De voorgevel wordt op de eerste en tweede verdieping voorzien van gevelisolatie van 14 cm in een etics-systeem. Verder worden alle wijzigingen ten opzichte van de vergunde toestand getoetst aan de wenselijkheid van behoud.

-          Artikel 2.1.7 Gevelmaterialen:

De voorgevel wordt op de eerste en tweede verdieping voorzien van gevelisolatie van 14 cm in een etics-systeem met een lichte kleurstelling met een gevelplint in arduin en crepi in een lichte kleur op de gelijkvloerse verdieping.

-          Artikel 2.1.11.2 Terrassen op platte daken

Terrassen zijn een extra bouwvolume en zij zijn slechts toegestaan indien zij verwerkt worden in het maximaal toegelaten bouwvolume zoals bepaald in punt 2.1.3. Er werd een nieuw dakterras voorzien op het dak van de eerste verdieping.

-          Artikel 2.2.5 Onbebouwde ruimte en tuinen:

Bij verbouwingen moet het percentage onbebouwde ruimte/bebouwde ruimte per perceel vergroten of gelijk blijven. Volgens de vergunde toestand (plan 1977) zou een deel van de gelijkvloerse verdieping nog onbebouwd zijn. Deze werd echter volledig bebouwd met boven de volledig volgebouwde gelijkvloerse verdieping de wens tot uitbreiding met een tweede bouwlaag/uitbreiding op de eerste verdieping.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • Artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed:

Bij gebouwen gelegen in een gebied met culturele, historische en/of esthetische waarde staat de wenselijkheid van behoud voorop. Op de eerste verdieping wordt de achtergevel doorbroken om een bijbouw als uitbreiding voor de keuken te voorzien.  Verder worden alle wijzigingen ten opzichte van de vergunde toestand getoetst aan de wenselijkheid van behoud.

  • Artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:

De voorgevel wordt op de eerste en tweede verdieping voorzien van gevelisolatie van 14 cm in een etics-systeem met een lichte kleurstelling met een gevelplint in arduin en crepi in een lichte kleur op de gelijkvloerse verdieping.

  • Artikel 12 Levendige plint:

Het gelijkvloers van een gebouw dat aan de openbare weg grenst, moet aan de straatzijde een verblijfs-, horeca-, kantoor- of handelsruimte bevatten met een raamopening aan de straatzijde zodat een regelmatig contact tussen de gebruiker(s) van het gebouw en de straat mogelijk is. Conform Artikel 25 “Toegankelijkheid van de functie” is een fietsenberging langs de straatzijde bij woningen met een gevelbreedte van minder dan 5 m eveneens toegelaten indien kan aangetoond worden dat er nog voldoende contact tussen de woning en de straat is. De gevelbreedte is in totaal 4,74 m. Er kan echter niet aangetoond worden dat er voldoende contact is tussen de woning en de straat door de invulling als berging en fietsenstalling.

  • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

De vergunde toestand van de woning vermeldt 2 slaapkamers met in het hellende dakvlak een speel en droogzolder. Deze ruimte wordt gedeeltelijk ingevuld als een derde slaapkamer. De ruimte van slechts 14 m² heeft een hoogte van minimaal 2,60 m op een oppervlakte van 4 m² over een breedte van 1 m.

  • Artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

Dakkoepels tellen enkel mee bij de daglichtberekening op voorwaarde dat er per verblijfsruimte andere verticale of schuine openingen voorzien zijn. Er is op de eerste verdieping, waar een uitbreiding werd voorzien in functie van de keuken enkel een dakvlakvenster voorzien met een opengaand deel van 1 m².

  • Artikel 27 Open ruimte:

Bij verbouwingen moet het percentage onbebouwde ruimte/bebouwde ruimte per perceel vergroten of gelijk blijven. Volgens de vergunde toestand (plan 1977) zou een deel van de gelijkvloerse verdieping nog onbebouwd zijn. Deze werd echter volledig bebouwd met boven de volledig volgebouwde gelijkvloerse verdieping de wens tot uitbreiding met een tweede bouwlaag/uitbreiding op de eerste verdieping.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag betreft de verbouwing en uitbreiding van een eengezinswoning en is functioneel inpasbaar.

 

Voor de omvorming van de bestaande gelijkvloerse handelsfunctie naar een woonfunctie heeft de stedelijke dienst Business en Innovatie geen bezwaar.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Het perceel met een diepte van 14,33 m werd op het gelijkvloers volledig bebouwd. Op de verdieping is de leefruimte achteraan uitgebreid met een keuken tot tegen de achterste scheimuur. Bovenop de keuken wordt een terras aangelegd met een glazen vloer en verluchtingsluik, om de keuken van daglicht en verluchting te voorzien.

 

Volgens artikel 27 van de bouwcode moet 20 % van het perceel onbebouwd blijven. Artikel 2.2.5 van RUP Binnenstad legt op dat de open ruimte bij verbouwing niet mag verkleind worden. Gezien de beperkte afmetingen van het perceel en het feit dat het bijna volledig is ingesloten door scheimuren van drie bouwlagen hoog, kan een afwijking hierop worden toegestaan. Door het terras op een hoger niveau te brengen naar +2, kan beter gebruik worden gemaakt van de bezonning. Volgens artikel 2.1.11.2 mogen terrassen slechts verwerkt worden in het maximaal toegelaten bouwvolume. Aangezien het terras bijna volledig omsloten is door scheimuren is de aanleg ervan niet storend in de omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

 

De aanvraag is volgens RUP Binnenstad gelegen in CHE-gebied. Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg is voorwaardelijk gunstig:

 

“Vanuit oogpunt monumentenzorg is er geen principieel bezwaar tegen het supprimeren van de buitenruimte op de eerste verdieping zoals vandaag reeds uitgevoerd. Het wegnemen van het schrijnwerk in de achtergevel zou ook nog aanvaardbaar zijn, het doortrekken van de bestaande raamopeningen tot beneden is eveneens bespreekbaar maar het verder openwerken van de achtergevel als in het verwijderen van de penanten en het overige muurwerk is niet aanvaardbaar. Het pand herbergt een oudere kern uit de 16de eeuw. De gevels dateren ook uit deze periode. Ook de roostering bestaande uit moer- en kinderbalken die aan de gevels is bevestigd, is nog gaaf aanwezig. Bij het supprimeren van de achtergevel krijg je een zwevend strijkhout. Het openwerken van de achtergevel zorgt bovendien voor een verarming van de context en een uitholling van de erfgoedwaarden. 

De bestaande schouwmantel wordt gesupprimeerd. Het is niet duidelijk of hier het schouwlichaam mee bedoeld wordt of dat er effectief nog schouwmantels aanwezig zijn die worden weggenomen. Dit dient aangetoond.

Zoals in voorbespreking reeds meegegeven is het niet wenselijk om de voorgevel te isoleren. De opliggende muurankers, kenmerkend voor laatmiddeleeuwse panden, zullen verdwijnen bij een gevelisolatie die men hier laat starten vanaf de eerste verdieping. De muurankers zijn hier niet louter esthetisch maar functioneel aangezien de achterliggende roostering, bestaande uit moer- en kinderbalken, door middel van de muurankers is opgehangen aan de voorgevel.

We begrijpen dat de vraag tot isolatie voortvloeit uit de wens tot verbetering van de energieprestaties. We willen als dienst Monumentenzorg deze noodzakelijkheid niet negeren en kijken daarom in samenspraak met het woonkantoor naar gepaste oplossingen binnen historisch waardevolle panden als deze. Indien na isolatie van achtergevel, schrijnwerk en bedaking verder nood is aan bijkomende verbeteringen, verwijzen we u daarom ook (geheel vrijblijvend) door naar onze collega’s van het woonkantoor.

Wij betreuren dat het houten schrijnwerk in de voorgevel, een verwijzing naar het 19de-eeuws schrijnwerk wordt vervangen door aluminium. Schrijnwerk is immers een erfgoedkenmerk bij uitstek aangezien het essentieel bijdraagt tot de belevingswaarde van de voorgevel. Om geen afbreuk te doen aan de historiciteit pleiten wij in de eerste plaats voor het behoud van het oorspronkelijk schrijnwerk. Authenticiteit is immers een belangrijk uitgangspunt in de monumentenzorg. Om toch aan betere comforteisen tegemoet te komen wordt er vaak wel toegelaten om dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning. Pas wanneer behoud niet mogelijk blijkt (aan te tonen aan de hand van een onderbouwd dossier gestoffeerd met foto’s), kan er geopteerd worden voor de vervanging van het schrijnwerk naar oorspronkelijk model, dit zowel wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking. Panden met oudere kern omgevormd tot lijstgevels, waren in oorsprong voorzien van houten, geprofileerd en geschilderd schrijnwerk dat de architecturale uitwerking van deze stijl ondersteunt. De keuze voor een ander materiaal doet afbreuk aan de erfgoedwaarde, zelfs in een kwalitatieve uitvoering die qua vormgeving dicht in de buurt van het oorspronkelijk schrijnwerk komt. Pvc of aluminium zijn immers atypische materialen voor deze pandtypes en kunnen omwille van de eigenheid van het materiaal nooit de profilering en historische detaillering van het oorspronkelijk houten schrijnwerk evenaren. De intrinsieke waarde van hout als materiaal is dan ook essentieel. De schildering van het hout geeft het schrijnwerk het verfijnde en typische uitzicht.

Het schrijnwerk in de voorgevel dient opnieuw in correct geprofileerd geschilderd hout voorzien. Detailtekeningen aan te leveren voor productie of indien gewenst te bekomen bij de stedelijke dienst Monumentenzorg. Het schrijnwerk in de achtergevel kan in aluminium worden uitgevoerd.

Het is niet duidelijk of het verwijderen van de kroonlijst vergund is. Een kroonlijst is de beëindiging van de gevel en kenmerkend voor dit type pand voorzien van een zadeldak. Het is aangewezen een nieuwe houten kroonlijst te voorzien.”

 

Het isoleren en bepleisteren van de voorgevel is in strijd met artikel 2.1.7 van het RUP en artikel 11 van de bouwcode. Historische elementen zoals muurankers, raamdorpels e.d. moeten behouden blijven en de gevel moet worden afgewerkt zoals oorspronkelijk bedoeld. Het isoleren zorgt voor een vervlakking die hier niet gewenst is. Het isoleren van de voorgevel wordt daarom ongunstig geadviseerd.

 

Vanuit het oogpunt erfgoed worden volgende voorwaarden opgelegd:

 

-          De raamopeningen in de oorspronkelijke achtergevel op de eerste verdieping (tussen keuken en zitkamer) zijn te behouden: het schrijnwerk mag verwijderd worden en de openingen mogen tot op de vloer worden doorgetrokken met behoud van de penanten.

-          Het schrijnwerk in de voorgevel moet opnieuw in correct geprofileerd geschilderd hout worden uitgevoerd. Detailtekeningen aan te leveren voor productie of indien gewenst te bekomen bij de stedelijke dienst Monumentenzorg. Het schrijnwerk in de achtergevel kan in aluminium worden uitgevoerd.

-          Indien het schouwlijf of schoorsteenmantels worden verwijderd, is dit terug te koppelen met de stedelijke dienst Monumentenzorg.

-          Het isoleren en bepleisteren van de voorgevel wordt uit de vergunning gesloten. De voorgevel is af te werken in een witte gladde pleister met behoud van de gevelankers, de arduinen dorpels en andere uitkragende elementen. Bij voorkeur is opnieuw een houten kroonlijst te voorzien.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Slaapkamer 3 op de hoogste verdieping voldoet niet volledig aan artikel 21 Minimale vrije hoogte van de bouwcode. Er is wel voldoende ruimte waar men kan rechtstaan waardoor de afwijking aanvaardbaar is.

 

Volgens artikel 24 van de bouwcode tellen dakkoepels enkel mee als er in de ruimte een andere verticale opening aanwezig is. De keuken staat in verbinding met de zit- en eetruimte, waar ramen zijn. Boven de keuken is een grote koepel met een opengaand deel zodat de ruimte toch voldoende daglicht en verluchting heeft.

 

Artikel 12 van de bouwcode legt op dat achter de gevel van het gelijkvloers een levendige functie aanwezig moet zijn. Een fietsenstalling is geen levendige functie. De ruimte op het gelijkvloers is echter groot genoeg om hier ook andere functies zoals speelruimte, atelier, …, onder te brengen. Er wordt daarom geoordeeld dat deze ruimte voldoende contact met de straat teweegbrengt.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing en uitbreiding van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De raamopeningen in de oorspronkelijke achtergevel op de eerste verdieping (tussen keuken en zitkamer) zijn te behouden: het schrijnwerk mag verwijderd worden en de openingen mogen tot op de vloer worden doorgetrokken met behoud van de penanten.

2. Het isoleren en bepleisteren van de voorgevel wordt uit de vergunning gesloten. De voorgevel is af te werken in een witte gladde pleister met behoud van de gevelankers, de arduinen dorpels en andere uitkragende elementen. Bij voorkeur is opnieuw een houten kroonlijst te voorzien.

3. Het schrijnwerk in de voorgevel moet opnieuw in correct geprofileerd geschilderd hout worden uitgevoerd. Detailtekeningen zijn aan te leveren voor productie of indien gewenst te bekomen bij de stedelijke dienst Monumentenzorg (monumentenzorg@antwerpen.be). Het schrijnwerk in de achtergevel kan in aluminium worden uitgevoerd.

4. Indien het schouwlijf of schoorsteenmantels worden verwijderd, is dit terug te koppelen met de stedelijke dienst Monumentenzorg (monumentenzorg@antwerpen.be). 

5. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. 


Standpunt college

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. Het pand waarop voorliggende aanvraag betrekking heeft is gelegen in CHE-gebied, waardoor afwijkingen op het RUP Binnenstad en op de bouwcode vastgesteld worden. Op basis van het advies van de stedelijke dienst monumentenzorg wordt geadviseerd de voorgevelisolatie van vergunning uit te sluiten. Meer bepaald stelt de dienst monumentenzorg: “Zoals in voorbespreking reeds meegegeven is het niet wenselijk om de voorgevel te isoleren. De opliggende muurankers, kenmerkend voor laatmiddeleeuwse panden, zullen verdwijnen bij een gevelisolatie die men hier laat starten vanaf de eerste verdieping. De muurankers zijn hier niet louter esthetisch maar functioneel aangezien de achterliggende roostering, bestaande uit moer- en kinderbalken, door middel van de muurankers is opgehangen aan de voorgevel.”

De aanvrager geeft in de toelichtende nota zijn argumentatie om de gevelisolatie wel aan te vragen:

“Buitenisolatie heeft een positief effect op de muren, aangezien deze volledig worden ingepakt en afgeschermd van weersinvloeden. Tegelijk behouden de massieve muren aan de binnenzijde hun thermische inertie, wat een voordeel is op vlak van oververhitting. Vooral in een stedelijke context is dit een must. Bij toepassing van buitenisolatie kunnen koudebruggen eenvoudiger worden aangepakt en vermeden, hetgeen leidt tot minder warmteverliezen en/of oppervlaktecondensatie. Het biedt ook de gelegenheid om de gevel te herstellen. Op sommige plaatsen is de noodzaak hiervan zeer urgent (houten linteel - foto 4).

Ook de voorgevel zou zowel op de 1ste als 2de verdieping worden nageïsoleerd. Het vanuit oogpunt monumentenzorg voorgestelde alternatief van binnenisolatie is enerzijds bouwfysisch en energetisch een minder interessante optie maar zorgt ook voor een aanzienlijke ruimteverlies aan woonoppervlakte en brengt onvermijdelijke dure aanpassingswerken m.b.t. verwarming en elektriciteit. De 3 smeedijzeren muurankers in de gevel blijven aanwezig maar zullen hierdoor uit het beeld verdwijnen.”

De 3 smeedijzeren muurankers worden door de gevelisolatie weliswaar aan het zicht onttrokken, maar blijven dus behouden. De uiteindelijke gevelafwerking is gelijkaardig aan diegene die in voorwaarde geadviseerd wordt, m.n. bepleistering in een lichte kleur. Deze afwerking wordt dus aanvaardbaar geacht.

De aanvraag beoogt naast het na-isoleren van de gevels ook het vervangen van het houten buitenschrijnwerk door aluminium buitenschrijnwerk. Samenhangend met de gevelisolatie wordt de horizontale positie van het schrijnwerk gewijzigd.

Het college acht beide ingrepen aanvaardbaar. Het pand blijft qua uitzicht passen in de omgeving. De smeedijzeren ankers worden aan het zicht onttrokken, maar niet verwijderd. De werken beogen een verbeterde energetische prestatie van de woning. In de beschrijvende nota wordt reeds vermeld dat de bestaande arduinen accenten i.v.v. deuromkadering, plint en dorpels gerecupereerd kunnen worden, evenals de arduinen dorpels op de verdiepingen. Dit wordt meegenomen in voorwaarden.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

1 juli 2022

Volledig en ontvankelijk

28 juli 2022

Start openbaar onderzoek

9 augustus 2022

Einde openbaar onderzoek

7 september 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

10 november 2022

Verslag GOA

14 oktober 2022

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

9 augustus 2022

7 september 2022

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De raamopeningen in de oorspronkelijke achtergevel op de eerste verdieping (tussen keuken en zitkamer) zijn te behouden: het schrijnwerk mag verwijderd worden en de openingen mogen tot op de vloer worden doorgetrokken met behoud van de penanten.

2. De bestaande arduinen accenten i.v.v. deuromkadering, plint en dorpels te recupereren, evenals de arduinen dorpels op de verdiepingen. Deze elementen dienen teruggebracht te worden en evenveel uit te steken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.

3. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren.

4. Indien het schouwlijf of schoorsteenmantels worden verwijderd, is dit terug te koppelen met de stedelijke dienst Monumentenzorg (monumentenzorg@antwerpen.be).

5. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.