Terug
Gepubliceerd op 02/11/2022

2022_CBS_08647 - Omgevingsvergunning - OMV_2022102842. Lange Altaarstraat 13. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/10/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_08647 - Omgevingsvergunning - OMV_2022102842. Lange Altaarstraat 13. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_08647 - Omgevingsvergunning - OMV_2022102842. Lange Altaarstraat 13. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022102842

Gegevens van de aanvrager:

de heer Gauthier de Borrekens met als adres Lange Altaarstraat 13 te 2018 Antwerpen en mevrouw Marijke Janssens met als adres Lange Altaarstraat 13 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Lange Altaarstraat 13 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 6 sectie F nr. 1284C13

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          01/02/1902: toelating (1902#185) voor keldergaten versmallen;

-          25/10/1886: toelating (1886#1428) voor drie huizen.

 

Vergunde / Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing van 2 bouwlagen onder een zadeldak;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in wit gevelpleisterwerk met bossagewerk op het gelijkvloerse en gevellijsten en paneelwerk onder de kroonlijst;
  • houten buitenschrijnwerk met T-verdeling en wit geschilderde houten kroonlijst;
  • gevelplint in blauwe hardsteen;
  • balkon op de eerste verdieping.

 

Bestaande toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing van 2 bouwlagen onder een zadeldak;
  • achterbouw van 1 tot 2 bouwlagen onder platte daken en een overdekt terras;

-          gevelafwerking overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd van:

  • rode baksteengevel ontdaan van origineel pleisterwerk;
  • gewijzigd houten buitenschrijnwerk zonder T-verdeling;
  • bruin geschilderde houten kroonlijst;

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 2 bouwlagen onder een mansardedak in gesloten bebouwing;
  • achterbouw van 1 bouwlaag onder plat dak langs de rechter perceelsgrens en 2 bouwlagen onder plat dak langs de linker perceelsgrens;
  • totale gelijkvloerse bouwdiepte van 14,95 m;
  • twee dakkapellen in het voorste dakvlak en 1 dakkapel in het achterste dakvlak;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in wit gevelpleisterwerk;
  • wit geschilderd houten buitenschrijnwerk met T-verdeling en houten voordeur met verticale houten planchetten in een witte kleur;
  • ramen voorzien van ventilatieroosters type invisivent;
  • wit geschilderde houten kroonlijst;
  • gevelplint in blauwe hardsteen;
  • mansardedak in zwarte natuurleien;
  • dakkapellen in wit geschilderd hout.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de dakverdieping;

-          bouwen van een nieuwe daklaag met mansardedak;

-          slopen van de bestaande achterbouw;

-          bouwen van een nieuwe achterbouw;

-          uitbreiden van de scheimuren met beide aanpalers;

-          wijzigen van de voorgevel.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

8 september 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

de hoogte van de bureauruimte in de nieuwe achterbouw is beperkt tot 2,50 m. De hoogte van slaapkamer 3 onder het nieuwe mansardedak is beperkt tot 2,55 m;

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

de scheimuren met de linker en rechter aanpalende ter hoogte van het nieuwe mansardedak en de scheimuur met de linker aanpalende ter hoogte van de nieuwe achterbouw hebben geen opstand van ten minste 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak;

  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

de aansluiting dient gerealiseerd te worden conform de voorwaarden uit dit artikel.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De bestaande en vergunde woonfunctie in de vorm van een eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voorziet in de sloop van de bestaande achterbouw en het afdak achteraan de woning. Na de sloop wordt een nieuwe achterbouw opgetrokken die op het gelijkvloers perceelsbreed wordt uitgevoerd en zich op de eerste verdieping als entresolvolume laat lezen. Op het gelijkvloers wordt de bouwdiepte beperkt met 90 cm t.o.v. de bestaande gelijkvloerse bouwdiepte. De bouwdiepte van het nieuwe entresolvolume blijft ongewijzigd.
De bouwhoogte van het entresolvolume wordt echter wel aangepast. Deze verhoging brengt een scheimuurverhoging van 1 m t.o.v. de linkerbuur met zich mee. Aangezien de verhoging beperkt blijft tot 1 m en kadert in een betere interne verblijfskwaliteit, de bouwdiepte beperkt wordt en de oorspronkelijke entresoltypologie gerespecteerd blijft, kan deze ingreep gunstig geadviseerd worden.

 

Naast de wijzigingen aan de achterbouw wordt ook het dak aangepast. De bestaande kroonlijsten blijven hierbij behouden aan de voor en achtergevel maar het hellend dak wordt verwijderd en vervangen door een mansardedak. Ook deze ingreep kan gunstig geadviseerd worden.
 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Aangezien het pand gelegen is in een zone met cultuurhistorische erfgoedwaarde werd tijdens de aanvraag advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg; “Het pand an sich is geen vastgesteld inventarispand, maar staat wel vermeld bij de 2 flankerende huisnummers 11 en 15. Samen met het tussenliggende huis vormden deze twee identieke neoclassicistische burgerhuizen immers een ensemble, ontworpen in 1886 door architect E. Horckmans in opdracht van de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen. Het ensemble is representatief voor de realisaties van de maatschappij in de jaren 1880. […]

De centrale woning op nummer 13 verloor door de ontpleistering en de vervanging van het schrijnwerk zijn authentieke karakter. De twee identieke flankerende woningen behielden wel hun originele uitzicht. Het zijn bescheiden burgerwoningen van twee bouwlagen en drie traveeën onder zadeldak, met een bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel. Het oorspronkelijke 19de eeuwse schrijnwerk van nummer 11 werd integraal bewaard, wat de authenticiteit van dat pand sterk verhoogt. […]

 

De aanvraag omvat de verbouwing en uitbreiding van de historische eengezinswoning. De werken werden voorafgaand besproken met de stedelijke dienst Monumentenzorg. De aangevraagde werken omvatten naast een uitbreiding tegen de achtergevel en de plaatsing van een mansardedak, het herstellen van de bepleisterde gevel en plaatsing houten schrijnwerk in de voorgevel. In het interieur worden de bestaande historische elementen maximaal bewaard.

Vanuit oogpunt monumentenzorg is er geen principieel bezwaar tegen de aangevraagde wijzigingen en de geplande uitbreiding. De ingrepen in het interieur en achteraan worden uitgevoerd met voldoende respect voor de aanwezige erfgoedwaarde. Als voorwaarde wordt opgelegd om eventuele aanpassingen aan de oorspronkelijke interieurelementen t.o.v. voorliggend ontwerp, ter goedkeuring voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.

 

De 3 panden binnen het historische ensemble zijn vandaag voorzien van een zadeldak. Als centraal pand binnen het ensemble van drie en de afwijkende hoogte ten opzichte van de 2 flankerende panden, zou een afwijkende dakvorm niet onaanvaardbaar zijn. Een klassiek mansardedak, zoals voorgesteld, kan dus gunstig geadviseerd worden.

De intentie om de historische voorgevel opnieuw in ere te herstellen, wordt sterk gewaardeerd. Reconstructie van de gedecapeerde bepleistering en de uitvoering van het houten schrijnwerk naar historisch model kan vanzelfsprekend gunstig geadviseerd worden. Graag ontvangen we, voorafgaandelijk aan de bestelling en de uitvoering van het schrijnwerk, een aantal typedetails ter goedkeuring. Het bewaarde schrijnwerk van het buurpand nummer 11 kan daarbij dienen als type-ontwerp.

 

Het plaatsen van verluchtingsroosters in de ramen is steeds zeer zichtbaar (ook bij het type invisivent) en kan om die reden vanuit historisch oogpunt niet worden aanvaard. Gezien vermelding van het pand in de inventaris kan, indien nodig, een afwijking bekomen worden van de EPB-voorschriften.

De inkomdeur wordt voorzien in hout afgewerkt met houten latten. Deze uitvoering sluit niet aan bij de neoclassicistische vormentaal van de voorgevel. Geadviseerd wordt om een houten paneeldeur te voorzien, geïnspireerd op de deuren van de flankerende panden nummer 11 en 15.

Gelet op het bovenstaande, wordt een voorwaardelijk gunstig advies verleend door de stedelijke dienst Monumentenzorg.
 

  • Het interieur (lijstwerk, binnenschrijnwerk, trap, schouwmantels, vloeren) op gelijkvloerse en eerste verdieping, de inkomhal en traphal blijft in situ behouden. Al dan niet vergunningsplichtige aanpassingen t.o.v. voorliggend ontwerp moeten ter goedkeuring worden voorgelegd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg;
  • Uitvoering van het schrijnwerk in de voorgevel in hout naar historisch model. Daarbij worden geen verluchtingsroosters toegestaan;
  • Typedetails van het schrijnwerk van de voorgevel worden voorafgaand aan de bestelling en de uitvoering ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg;
  • Uitvoering van de houten inkomdeur als paneeldeur naar historisch neoclassicistisch model (cfr. huisnummers 11 en 15).”

 

Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg wordt integraal bijgetreden en de voorwaarden worden bij de vergunning geformuleerd.
Ook de voorgestelde materialisatie en het nieuwe schrijnwerk voor de achtergevel kan gunstig geadviseerd worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Ondanks de duidelijke verbetering qua woonkwaliteit en intern gebruiksgemak dient opgemerkt te worden dat de aanvraag strijdig is met verschillende artikels van de bouwcode. De belangrijkste strijdigheid betreft de beperkte interne vrije hoogte van de nieuwe bureauruimte en van slaapkamer 3 onder het nieuwe mansardedak. Daar waar artikel 21 uit de bouwcode een minimale vrije hoogte voorschrijft van 2,60 m is de vrije hoogte in de bureauruimte beperkt tot 2,50 m en in de slaapkamer tot 2,55 m. Gezien de beperkte afwijking in deze ruime eengezinswoning, is een afwijking op dit artikel uitzonderlijk te motiveren.

Daarnaast zijn er ook strijdigheden aangaande de opstanden van de scheidingsmuren (bouwcode, art. 34) en de aansluitingen op het openbare rioolstelsel (bouwcode, art.41.). Bij de vergunning worden voorwaarden geformuleerd om de aanvraag overeen te doen stemmen met de bepalingen uit de bouwcode.
 

Rekening houdende met de geformuleerde voorwaarden kan de aanvraag wat dit punt betreft, gunstig geadviseerd worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De aanvrager moet het plat dak van de uitbouw bekleden met een materiaal dat valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of is opgenomen op de lijst in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.)

3. De rioolaansluiting moet voorzien worden conform bouwcode, art. 41.

4. Het interieur (lijstwerk, binnenschrijnwerk, trap, schouwmantels, vloeren) op het gelijkvloers en de eerste verdieping, de inkomhal en traphal blijft in situ behouden. Al dan niet vergunningsplichtige aanpassingen t.o.v. voorliggend ontwerp moeten steeds ter goedkeuring worden voorgelegd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.

5. De uitvoering van het schrijnwerk in de voorgevel dient te gebeuren in hout naar historisch model. Daarbij worden geen verluchtingsroosters toegestaan.

De typedetails van het schrijnwerk in de voorgevel moeten voorafgaand aan de bestelling en de uitvoering ter advies voorgelegd worden aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.

6. De houten inkomdeur dient uitgevoerd te worden als een paneeldeur naar historisch neoclassicistisch model overeenkomstig de paneeldeuren op huisnummer 11 en 15.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

1 augustus 2022

Volledig en ontvankelijk

8 september 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

7 november 2022

Verslag GOA

21 oktober 2022

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De aanvrager moet het plat dak van de uitbouw bekleden met een materiaal dat valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of is opgenomen op de lijst in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.)

3. De rioolaansluiting moet voorzien worden conform bouwcode, art. 41.

4. Het interieur (lijstwerk, binnenschrijnwerk, trap, schouwmantels, vloeren) op het gelijkvloers en de eerste verdieping, de inkomhal en traphal blijft in situ behouden. Al dan niet vergunningsplichtige aanpassingen t.o.v. voorliggend ontwerp moeten steeds ter goedkeuring worden voorgelegd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.

5. De uitvoering van het schrijnwerk in de voorgevel dient te gebeuren in hout naar historisch model. Daarbij worden geen verluchtingsroosters toegestaan.

De typedetails van het schrijnwerk in de voorgevel moeten voorafgaand aan de bestelling en de uitvoering ter advies voorgelegd worden aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.

6. De houten inkomdeur dient uitgevoerd te worden als een paneeldeur naar historisch neoclassicistisch model overeenkomstig de paneeldeuren op huisnummer 11 en 15.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.