Op 17 mei 2005 (jaarnummer 1202) keurde de gemeenteraad de code van gemeentelijke politiereglementen van de stad Antwerpen goed. Inbreuken op de code van gemeentelijke politiereglementen kunnen sindsdien gesanctioneerd worden met administratieve sancties waaronder een administratieve geldboete.
Deze code van politiereglementen werd later nog verscheidene keren gewijzigd. De nieuwe gecoördineerde versie werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2013 (jaarnummer 753). De laatste wijziging werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 september 2022 (jaarnummer 528).
1. Openbare veiligheid en vlotte doorgang - drones
De Gedelegeerde verordening (EU) 2019/945 van de Commissie van 12 maart 2019 inzake onbemande luchtvaartuigsystemen en uit derde landen afkomstige exploitanten van onbemande luchtvaartuigsystemen (hierna Verordening 2019/945) en de Uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 van de Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen (hierna Verordening 2019/947), zijn van toepassing sedert 31 december 2020. De Verordening 2019/945 en Verordening 2019/947 hebben rechtstreekse werking en voorzien in een uitgebreid regelgevend kader dat geldt bij het besturen van onbemande luchtvaartuigen in de EU, zoals onder meer drones.
Het Koninklijk besluit van 8 november 2020 tot uitvoering van uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 van de Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen voert Verordening 2019/947 uit.
De voorschriften in artikel 101bis van de code van politiereglementen stemmen niet overeen met het huidige kader dat door de hogere regelgeving wordt voorzien en dienen hieraan aangepast te worden.
Overeenkomstig Verordening 2019/947 is het vliegen met een onbemand luchtvaartuig, zoals een drone, boven bijeenkomsten van mensen in verschillende gevallen niet toegelaten. Artikel 2, 2. van de Verordening 2019/947 verduidelijkt dat “bijeenkomsten van mensen” bijeenkomsten zijn waar zoveel mensen aanwezig zijn dat het niet mogelijk is uit de weg te gaan. Verdere richtlijnen worden er niet bepaald in de hogere regelgeving. De beoordeling of er al dan niet sprake is van een bijeenkomst van mensen, wordt bij gebreke aan verdere verduidelijking overgelaten aan de bestuurder van het onbemand luchtvaartuig.
Het vliegen met een onbemand luchtvaartuig over een groot evenement, vormt steeds een risico voor de openbare veiligheid en dit ongeacht of er op het ogenblik van de vlucht al zoveel mensen aanwezig zijn dat het niet mogelijk is om uit de weg te gaan. Grote evenementen zijn overeenkomstig artikel 104, §2 code van politiereglementen evenementen waarbij 3000 personen per dag of meer dan 1500 bezoekers tegelijk verwacht worden.
Om onder meer volgende redenen kan het besturen van onbemande luchtvaartuigen boven grote evenementen de openbare veiligheid in het gedrang brengen:
De omschrijving van bijeenkomst van mensen zonder verdere precisering maakt het mogelijk dat bestuurders van onbemande luchtvaartuigen oordelen dat er op het ogenblik van de vlucht niet dermate veel mensen aanwezig zijn dat het uit de weg gaan van de mensen onmogelijk is en dus boven grote evenementen vliegen.
Onbemande luchtvaartuigen boven grote evenementen dienen omwille van de aangehaalde veiligheidsredenen steeds vermeden te worden, zonder dat er daarbij ruimte tot beoordeling wordt overgelaten aan de bestuurder.
Gezien dit aspect niet wordt geregeld door de Europese regelgeving, noch de federale regelgeving is verdere verduidelijking in de lokale regels noodzakelijk en wordt in het gewijzigde artikel 101bis van de code van politiereglementen bepaald dat vliegen boven grote evenementen in de zin van artikel 104, §2 van de code van politiereglementen steeds verboden is. Dit met uitzondering van de gevallen waar het volgens Verordening 2019/947 toegelaten is om boven bijeenkomsten van mensen te vliegen of wanneer men als betrokkene bij het evenement, zoals de organisator of een partner van de organisator, een uitdrukkelijke toelating van de burgemeester heeft verkregen.
Organisatoren van de evenementen en hun partners zijn wel op de hoogte van de aangehaalde risico’s en kunnen in het kader van de toelating van het evenement wel de toelating verkrijgen om met een onbemand luchtvoertuig boven het grote evenement te vliegen, voor zover dit is toegelaten volgens de voorschriften van Verordening 2019/947.
2. Specifieke regelgevingen - Daden van ontucht en prostitutie
Een aantal wijzigingen aan de bepalingen met betrekking tot raamprostitutiepanden en het beheer van deze panden dringen zich op.
De artikelen 536 en 542 van de code van politiereglementen bevatten verschillende voorschriften om de hygiëne van de werkruimten in raamprostitutiepanden te waarborgen. Om de verspreiding van epidemiologische ziekten te vermijden, zoals het coronavirus COVID-19, schurft en het apenpokkenvirus dient het verplicht te worden om de afwasbare matrashoes na elke klant te reinigen met water en zeep of desinfecterende spray. Indien er gebruik wordt gemaakt van stoffen hoezen, lakens of handdoeken dienen om dezelfde redenen deze hoezen, lakens of handdoeken na elke klant vervangen te worden door propere hoezen, lakens of handdoeken die op minimum 60 graden gewassen werden. Het is de verantwoordelijkheid van de hoofdhouder om hierin te voorzien. De voorgestelde wijzigingen werden reeds besproken met de betrokken partijen op het laatste eigenaarsoverleg van 22 september 2022.
Hoofdhouders en beheerders van raamprostitutiepanden hebben een unieke positie die in sommige gevallen aanleiding zou kunnen geven tot machtsmisbruik. Zo is het niet ondenkbaar dat zij vanuit hun machtspositie extra’s vragen aan sekswerkers zoals waarborgen voor sleutels, zaken niet terugbetalen, seksuele diensten vragen, enz.. De stad verwacht van hoofdhouders en beheerders integriteit en transparantie. Ten einde deze integriteit en transparantie mede te verzekeren worden in artikel 552 van de code van politiereglementen een aantal voorwaarden voorzien waaraan de hoofdhouders en beheerders van raamprostitutiepanden moeten voldoen, zoals het signaleren van zaken die wijzen op wantoestanden, steeds medewerking verlenen aan de bevoegde diensten, het hanteren van transparante huurprijzen door middel van bijvoorbeeld een prijslijst, enzovoort.
Ten einde malafide houders en beheerders te mijden, dienen zij overeenkomstig artikel 555 van de code van politiereglementen een aantal documenten te voegen bij hun aanvraag tot aanstelling. Zo wordt onder meer ook een uittreksel van het strafregister overeenkomstig artikel 596, lid 2 Wetboek van Strafvordering gevraagd of een hieraan gelijkwaardig document. Er zijn heel wat eigenaars en beheerders van raamprostitutiepanden met de Nederlandse nationaliteit die dergelijk verzoek tot aanstelling indienen. De mogelijkheid om een gelijkwaardig document te voegen, is reeds voorzien in artikel 555. Thans wordt verduidelijkt dat een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) als een gelijkwaardig document kan worden beschouwd.
Het is tot slot belangrijk dat de stad Antwerpen steeds over de correcte contactgegevens van de hoofdhouders beschikt zodat zij snel kunnen communiceren over maatregelen, controles van het raamprostitutiepand, enzovoort. De hoofdhouder is de eindverantwoordelijke en de contactpersoon van de stad. Hij dient er dan ook voor te zorgen dat elke adreswijziging of andere wijziging van zijn contactgegevens zoals meegedeeld bij de aanvraag steeds wordt doorgegeven aan de stad Antwerpen (artikel 561 code van politiereglementen). Indien zij dit niet doen, vervalt de geschiktheidsverklaring van rechtswege.
3. Openbare veiligheid en vlotte doorgang - Alcoholverbod
Naar aanleiding van aanhoudende overlast en verstoringen van de openbare orde ingevolge de consumptie van alcohol keurde de gemeenteraad op 29 november 2021 een invoering van een alcoholverbod voor het Sint-Jansplein en omgeving goed.
Dit alcoholverbod strekt zich onder meer uit tot een gedeelte van de Trapstraat, de Oranjestraat en het Hortensia Sillisplein, ter hoogte van de Biekorfstraat. De Biekorfstraat maakt op dit ogenblik nog geen deel uit van het geldende alcoholverbod.
Het alcoholverbod wordt ter plaatse aangekondigd door specifieke borden aan de buitenrand van de zone waar het alcoholverbod geldt.
Thans staat er dergelijk bord opgesteld bij het betreden van het Hortensia Sillisplein. Daar waar er voor de uitbreiding van het alcoholverbod regelmatig alcohol werd geconsumeerd op het Hortensia Sillisplein, stelt de Politiezone Antwerpen vast dat de personen die alcohol consumeren zich hebben verplaatst tot net voorbij de buitenrand van het alcoholverbod en net voorbij het bord ter aankondiging van het alcoholverbod.
Door deze verplaatsing wordt de Biekorfstraat geconfronteerd met rondhanggedrag van personen die alcohol consumeren en bijhorende overlast zoals lawaai en vervuiling.
Om die reden dient een gedeelte van de Biekorfstraat mee opgenomen te worden in de zone van het alcoholverbod aan het Sint-Jansplein en omgeving.Artikel 135 §2 Nieuwe Gemeentewet
De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.
Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd:
Artikel 119 Nieuwe Gemeentewet: de gemeenteraad maakt de gemeentelijke reglementen van inwendig bestuur en de gemeentelijke politieverordeningen.
Artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet werd gewijzigd door de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. Deze wet trad in werking op 1 januari 2014. Het gewijzigde artikel 119bis bepaalt: de gemeenteraad kan gemeentelijke administratieve straffen en sancties opleggen overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Artikel 2 §1 van de wet van 24 juni 2013 bepaalt: de gemeenteraad kan straffen of administratieve sancties bepalen voor de inbreuken op zijn reglementen of verordeningen, tenzij voor dezelfde inbreuken door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie, straffen of administratieve sancties worden bepaald.
Artikel 6 §1 van deze wet bepaalt dat de administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar.
Artikel 45 van deze wet bepaalt dat de schorsing, de intrekking en de sluiting worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege.
Artikel 4 §5 van deze wet bepaalt: indien de gemeenteraad in zijn reglementen of verordeningen de mogelijkheid voorziet om de administratieve geldboete ten aanzien van minderjarigen op te leggen, wint hij vooraf het advies in betreffende dat reglement of die verordening van het orgaan of de organen die een adviesbevoegdheid hebben in jeugdzaken, voor zover het aanwezig is of zij aanwezig zijn in de gemeente.
De gemeenteraad keurt de wijzigingen aan de code van politiereglementen goed.