Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022113756 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA HEMA CONCEPT met als adres Mechelsesteenweg 1 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Frans van Dunlaan 57 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 42 sectie C nr. 232H12 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 4 |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 17/07/1928: toelating (238#19881928) voor het bouwen van een huis.
Vergund geachte toestand
- functie: meergezinswoning met 3 woongelegenheden:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting: de tuin is onverhard, zonder vrijstaand bijgebouw en heeft een oppervlakte van 94 m².
Bestaande toestand
- functie: conform vergunde toestand;
- bouwvolume: uitbreiding (gesloten luifelconstructie) op het gelijkvloers met een totale bouwdiepte van circa 16 m;
- gevelafwerking:
- inrichting: de tuin is onverhard, zonder vrijstaand bijgebouw en heeft een oppervlakte van 82 m².
Nieuwe toestand
- functie: meergezinswoning (wonen) met 4 woongelegenheden;
- bouwvolume:
- de achtergevel wordt over de volledige perceelbreedte rechtgetrokken;
- 1ste en 2de verdieping: inpandig terras aan de achtergevel;
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 4;
- voorzien van de bijkomende woongelegenheid op de 3de (zolder)verdieping;
- omvormen van de 3 bestaande eenslaapkamerappartementen naar 3 tweeslaapkamerappartementen;
- uitbreiden van het volume met een nieuwe achterbouw over 3 bouwlagen;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 23 september 2022 | 17 oktober 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 23 september 2022 | 29 september 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 23 september 2022 | 23 september 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 23 september 2022 | 10 oktober 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
De omgeving wordt gekenmerkt door gebouwen met 3 bouwlagen en een plat dak of 2 bouwlagen en een daklaag. Vier gebruikslagen is niet kenmerkend in de omgeving. De meergezinswoning met 3 woongelegenheden wordt omgevormd tot een meergezinswoning met 4 woongelegenheden waarbij een bijkomende woongelegenheid wordt voorzien op de 3de verdieping onder het zadeldak. Hiermee wordt de draagkracht van het perceel overschreden.
De bouwdiepte van de nieuwe achterbouw overschrijdt de maximaal toegelaten bouwdiepte.
Hoewel de leefruimte op het gelijkvloers wordt voorzien van een raamopening volgens de regels van dit artikel, wordt de zitkamer niet voorzien van voldoende daglicht door de grote afstand ten opzichte van de raamopening in de achtergevel.
De fietsen voor de bijkomende studio worden niet op een kwalitatieve manier gestald. Er worden niet genoeg fietsstalplaatsen voorzien voor de bestaande appartementen waarvan het aantal slaapkamers vermeerderd van 1 naar 2.
Er worden geen autostalplaatsen voorzien voor de bijkomende woongelegenheid.
Op het nieuwe platte dak van de uitbouw wordt er geen opstand voorzien ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak van minimaal 0,30 m.
De nieuwe achterbouw heeft een dakoppervlakte van circa 33 m² en wordt niet voorzien van een groendak.
Er wordt een septische put voorzien met een inhoud van 2.000 liter wat volstaat voor gebouwen tot 5 gebruiksequivalenten (GE). Volgens de bouwcode (1 GE / slaapkamer + 1 extra GE = 10 GE) dient dit echter 3.500 liter te zijn.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
De vergunning wordt geweigerd.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit woningen. Het verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning wordt dan ook functioneel inpasbaar geacht.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De bestaande uitbouw overschrijdt de kenmerkende bouwdiepte in de omgeving. Wanneer de achterbouw wordt gesloopt en herbouwd, zal deze moeten aansluiten bij de kenmerkende bouwdiepte van 15 m. De voorgestelde bouwdiepte van 16,25 m overschrijdt bijgevolg de maximaal aanvaardbare bouwdiepte. Het voorgestelde gabarit is ruimtelijk niet inpasbaar.
Bovendien zorgt deze diepe bouwdiepte ervoor dat er niet overal voldoende lichtinval is. De leefruimte op het gelijkvloers is meer dan 11 m diep en slechts 3,45 m breed, waardoor er onvoldoende daglicht valt in het centrale deel, de woonkamer. Dergelijke bouwdiepte is enkel aanvaardbaar als er daglicht wordt voorzien langs zowel de voor- als achtergevel. Dit kan enkel door de slaapkamer aan de voorgevel te supprimeren. Het voorzien van een slaapkamer, op het gelijkvloers langs de Frans Van Dunlaan is bovendien weinig kwalitatief.
De omgeving wordt verder ook gekenmerkt door gebouwen met drie bouwlagen en een plat dak of twee bouwlagen en een daklaag. De mansardeverdieping van het bestaande gebouw is atypisch in de omgeving. Vier gebruikslagen komen enkel voor op de twee hoekgebouwen in de omgeving.
Aangezien het hoofdgebouw vergund geacht is en niet wordt gesloopt, kan dit hoofdvolume worden behouden. Er wordt echter geoordeeld dat het voorzien van een zelfstandige woongelegenheid in een 4de bouwlaag niet kenmerkend is. Door deze bijkomende woongelegenheid wordt de draagkracht van het perceel overschreden.
Visueel-vormelijke elementen en Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag heeft betrekking op een meergezinswoning uit 1928. Het pand heeft geen erfgoedstatuut, maar wordt omwille van zijn historische en architecturale waarde wel als inventariswaardig beschouwd. Het is in dat kader dat voorliggende aanvraag ter advies werd voorgelegd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Het advies kan als volgt worden samengevat:
“Het pand werd opgericht in een art-decostijl en de voorgevel is afgewerkt met decoratief baksteenmetselwerk. Waar de buurpanden dateren uit dezelfde periode en eveneens in een gematigde art-decostijl werden uitgevoerd, bevat voorliggend pand een meer uitgesproken identiteit en detaillering. Samen vormen de panden nog een mooi bewaard ensemble jaren ’20 woningen in baksteenmetselwerk. De oorspronkelijke inkomdeur en het gelijkvloerse guillotineraam zijn bewaard. Het overige schrijnwerk werd vervangen. De nieuwe ramen in wit PVC resulteren door hun materialisatie en verhoudingen in een sterke verarming van de architecturale waarde van het pand. Voor deze wijziging werd bovendien geen vergunning verleend.
De intenties tot herwaardering van de voorgevel worden sterk gewaardeerd vanuit oogpunt monumentenzorg. Gezien de vervanging van de ramen op de verdiepingen niet werd vergund en gelet op de inventariswaarde die we aan het pand toeschrijven, wordt geadviseerd om het schrijnwerk te vervangen door nieuw houten schrijnwerk naar historisch model en in een witte kleur. De oorspronkelijke bouwaanvraag is gekend door de aanvrager en werd als vergunde toestand bij de aanvraag gevoegd. De initiële bouwaanvraag uit 1928 bevat voldoende informatie over de detaillering van het schrijnwerk om het correct te kunnen reconstrueren. Voorafgaand aan de bestelling en de plaatsing van het schrijnwerk, wordt gevraagd de typedetails ter goedkeuring voor te leggen aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.
De ingrepen binnenin en achteraan houden voldoende rekening met de erfgoedwaarde van het pand en kunnen gunstig geadviseerd worden vanuit oogpunt monumentenzorg.”
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding. De bestaande meergezinswoning wordt uitgebreid en verbouwd tot een appartement met 2 slaapkamers op het gelijkvloers, 1ste en 2de verdieping, en bijkomend een studio op zolder. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De werkelijke parkeerbehoefte is 1 parkeerplaats.
|
De plannen voorzien geen nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
Er is een bijkomende fietsparkeerbehoefte van twee (1 x (1 + 1) fietsstalplaatsen voor de extra studio.
Deze fietsen worden in de gang gezet. Dit is geen kwalitatieve oplossing. Aangezien de volledige achterbouw wordt gesloopt en herbouwd, kan een meer kwalitatieve oplossing worden verwacht. Ook voor de bijkomende slaapkamers in de bestaande appartementen moeten fietsenstalplaatsen worden voorzien.
Wegbeheerder
De Frans Van Dunlaan is een gewestweg en wordt beheerd door het Agentschap van Wegen en Verkeer. Er is geen advies gevraagd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 29 augustus 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 23 september 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 22 november 2022 |
Verslag GOA | 2 november 2022 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.