De districtsraad van Deurne besliste op 18 oktober 2001 dat de titel van eredistrictsraadslid kan worden toegekend aan districtsraadsleden die gedurende minstens 18 aaneengesloten jaren hun mandaat in het district hebben uitgeoefend, waarbij de duur van de in het bureau vervulde functies dubbel worden geteld.
Dit besluit was gebaseerd op het gemeenteraadsbesluit van 6 maart 2001, waarvoor de gemeenteraadsleden dezelfde regeling gold.
De districtsraad keurde op 22 oktober 2009 (jaarnummer 1203) het intern reglement viering mandatarissen district Deurne goed.
Dit reglement bepaalde het volgende:
Deze regeling ging van start op 1 januari 2010.
De districtsraad wil het reglement nu aanpassen zodat de anciënniteit van districtscollegeleden van vóór de rechtstreekse verkiezingen wel meetellen.
De districtsraad wil het reglement goedgekeurd op 22 oktober 2009 (jaarnummer 1203) nu aanpassen zodat de anciënniteit van districtscollegeleden van vóór de rechtstreekse verkiezingen wel meetellen.
De onderstaande passage:
wordt gewijzigd in:
Alle mandatarissen die in aanmerking komen, worden gehuldigd en krijgen een geschenk van een lokale handelaar.
De Vlaamse regering is bevoegd voor het stellen van de voorwaarden en het toekennen van eretitels voor de voorzitter van het districtscollege en de districtsschepenen. In de omzendbrief BB 2007/06 van minister Keulen staat dat een eretitel kan worden gegeven aan:
De voorzitter van het districtscollege met volgende anciënniteit:
Lid van het districtscollege met volgende anciënniteit:
De districtsraad keurt de onderstaande aanpassing van de interne afspraken goed:
wordt gewijzigd in:
Alle mandatarissen die in aanmerking komen, worden gehuldigd en krijgen een geschenk van een lokale handelaar.