Op 19 december 2014 (jaarnummer 13003) keurde het college het evaluatierapport over het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA) goed; de gemeenteraad nam er op 26 januari 2015 (jaarnummer 37) kennis van.
Op 22 februari 2016 (jaarnummer 109) keurde de gemeenteraad de doorstartnota van het strategisch Ruimtelijk Structuurplan (s-RSA), met als titel “We geven de stad van morgen Ruimte” goed. De doorstartnota vormde de eerste fase van het totale vernieuwingsproces van het s-RSA zoals opgenomen in het evaluatierapport. De onderzoeksfase vormde de tweede fase en liep van 2016-2018. De resultaten uit deze onderzoeksfase worden gebundeld in een inspiratienota. De derde en laatste fase bevat de effectieve opmaak van het nieuwe Strategische Ruimteplan Antwerpen (SRA).
Op 4 mei 2018 (jaarnummer 04144) keurde het college de Inspiratienota Ruimte geven aan de stad van morgen goed.
Op 5 juni 2020 (jaarnummer 04855) keurde het college de selectieleidraad GAC_2020_01116 voor de opmaak van het Strategisch Ruimteplan Antwerpen goed en keurde eveneens goed dat hiervoor een mededingingsprocedure met onderhandeling werd uitgeschreven met Europese bekendmaking.
Op 23 oktober 2020 (jaarnummer 08843) keurde het college de selectie van kandidaten en het bestek GAC_2020_01116 voor het opmaken van het Strategisch Ruimteplan Antwerpen goed.
Op 26 maart 2021 (jaarnummer 02493) keurde het college de gunning voor het Strategisch Ruimteplan, op basis van bestek GAC_2020_01116, aan TV BUUR cvba – Rebelgroup Advisory Belgium nv – Sweco Belgium nv, goed.
Op 20 december 2021 (jaarnummer 730) keurde de gemeenteraad de formele start van het planproces voor het Strategisch Ruimteplan Antwerpen goed.
Op 14 januari 2022 (jaarnummer 322) keurde het college de conceptnota voor het Strategisch Ruimteplan Antwerpen en de kennisgevingsnota van het plan-MER voor het Strategisch Ruimteplan Antwerpen goed.
Op 31 januari 2022 (jaarnummer 56) nam de gemeenteraad kennis van de conceptnota voor het Strategisch Ruimteplan Antwerpen en de kennisgevingsnota van het plan-MER voor het Strategisch Ruimteplan Antwerpen.
De Inspiratienota Ruimte geven aan de Stad van Morgen van 2018 gaf de aanzet tot een hernieuwde visie over stadsontwikkeling in Antwerpen. De stedelijke lagen Levendige Woonstad, Slimme Netwerkstad en Veerkrachtig Landschap staan centraal in de inspiratienota; zij vormen de leidraad voor de stadsontwikkelingsvisie in het SRA.
In 2020 werd een aanstellingsprocedure georganiseerd voor een multidisciplinair team voor de opmaak van het SRA. In de zomer van 2020 werd de selectieleidraad gelanceerd, in oktober het bestek.
De mededingingsprocedure met onderhandeling werd in maart 2021 afgesloten met de aanstelling van een team met TV BUUR cvba, Rebelgroup Advisory Belgium nv en Sweco Belgium nv. BUUR cvba en Sweco Belgium nv fusioneerden sindsdien tot BUUR Part of Sweco.
In de tweede helft van 2021 werd in meerdere overlegorganen inhoudelijk verkend welke lopende processen en projecten, uitdagingen en inzichten naast de Inspiratienota Ruimte geven aan de Stad van Morgen, van belang zijn voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de stad. Deze inhoudelijke verkenning leidde tot de opmaak van een concept- en een kennisgevingsnota.
De formele procedure voor het SRA start met de goedkeuring van de concept- en de kennisgevingsnota.
Inhoud van de conceptnota
De conceptnota bevat de krijtlijnen van het toekomstig ruimtelijk beleid dat Antwerpen wil vastleggen in het SRA. De focus ligt er op de strategische visie met een tijdshorizon tot 2040.
Ruimte geven aan de Stad van Morgen krijgt in de conceptnota vorm in de centrale ambitie om de meest leefbare stad te zijn met een hoge levenskwaliteit. De manier waarop deze centrale ambitie zal leiden tot ruimtelijke beleidskeuzes wordt bepaald door vier basiswaarden: Antwerpen als trotse stad, als dynamische stad, als innovatieve stad en als weerbare stad.
De drie stedelijke lagen Levendige Woonstad, Slimme Netwerkstad en het Veerkrachtig Landschap uit de inspiratienota zijn in de conceptnota uitgewerkt in de ambities:
De ruimtelijke bouwstenen en ruimtelijke strategieën die nodig zijn om de ambities waar te maken zijn mee opgenomen in de conceptnota.
Naast deze drie stedelijke lagen die een thematische uitwerking hebben, wordt in het SRA ook ingezet op gebiedsgericht beleid. De beleidsnota van de Stadsbouwmeester uit 2017 vormt hiervoor de basis. De vijf deelgebieden uit die nota worden aangevuld met de deelgebieden Schelde en Havenranden en kanaalzone. De zeven deelgebieden zijn:
In de conceptnota wordt ook een eerste blik op de beleidskaders gegeven. Beleidskaders zijn operationeel van aard en bevatten beleidskeuzes voor de middellange termijn en actieprogramma’s. Aan twee beleidskaders wordt begin 2022 gestart: een onderzoek naar het ruimtelijk instrumentarium en een onderzoek over de stedelijke ruimte rond het Albertkanaal.
Typisch voor een ruimtelijk beleidsplan is dat het een flexibel aanbouwmodel voor beleidskaders vormt. In de loop van het planproces kunnen daarom bijkomende beleidskaders worden opgemaakt.
De conceptnota wordt publiek bekendgemaakt. Antwerpenaren worden tijdens een publieke raadpleging geïnformeerd en geraadpleegd; voor de Gecoro en andere bestuursniveaus wordt een adviesronde georganiseerd.
In 2022 wordt de conceptnota uitgewerkt in een voorontwerp SRA, gevolgd door een ontwerp-SRA in 2023. Eind 2023 wordt het definitief SRA opgeleverd.
Inhoud van de kennisgevingsnota
Antwerpen wil van het SRA een veerkrachtig beleidskader maken en laat daarom een strategische milieueffectenbeoordeling voor het plan opmaken. De stadsontwikkelingsvisie in het SRA wordt in wisselwerking met een strategisch plan-Milieu Effectrapportage (plan-MER) gemaakt. Die wisselwerking laat toe het plan-MER als ontwerpinstrument voor het SRA in te zetten.
De kennisgevingsnota bevat de methodologische aandachtspunten van de strategische milieueffectbeoordeling, de verschillende milieuthema’s die mogelijk interessant zijn en een verkenning van de mogelijke omgevingseffecten van het SRA.
De kennisgevingsnota wordt tegelijk met de conceptnota publiek bekendgemaakt met een terinzagelegging. Tegelijk organiseert het Team-MER een adviesvraag bij andere bestuursniveaus en een aantal administraties.
In de kennisgevingsnota wordt een eerste stap gezet in het milieueffectenonderzoek. Tijdens het planproces volgt een uitwerking in een voorontwerp plan-MER, een ontwerp plan-MER en een definitief plan-MER. Het voorontwerp, het ontwerp en het definitief plan-MER worden gekoppeld aan het voorontwerp, het ontwerp en het definitief SRA.
Artikels 2.1.11, 2.1.12 en 2.1.13 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, die de procedure voor de opmaak van een gemeentelijk beleidsplan ruimte vastleggen.
Naast de beslissingsbevoegdheden waarover de districtsraad beschikt op grond van dit decreet, heeft de districtsraad een algemene adviesbevoegdheid voor alle aangelegenheden die betrekking hebben op het district. De districtsraad kan bij reglement die algemene adviesbevoegdheid of delen ervan overdragen aan het districtscollege.
Collegebesluit: goedkeuring concept- en kennisgevingsnota | 14 januari 2022 |
Gemeenteraad: kennisneming concept- en kennisgevingsnota | 31 januari 2022 |
GECORO: advies conceptnota | 3 februari 2022 |
Publieke raadpleging conceptnota / ter inzage kennisgevingsnota | 14 februari 2022 tot en met 14 april 2022 |
Collegebesluit: voorontwerp SRA |
|
Gemeenteraad: voorontwerp SRA |
|
GECORO: advies voorontwerp SRA |
|
Collegebesluit: ontwerp SRA |
|
Gemeenteraad: ontwerp SRA |
|
Openbaar onderzoek |
|
GECORO: advies ontwerp SRA |
|
Collegebesluit: definitief SRA |
|
Gemeenteraad: definitief SRA |
|
Data in vet cursief zijn raming.
De districtsraad adviseert de conceptnota voor het Strategisch Ruimteplan Antwerpen en de kennisgevingsnota van het plan-MER voor het Strategisch Ruimteplan Antwerpen gunstig.
De districtsraad geeft gunstig advies over het ontwerp van een aanvullend reglement met betrekking tot de politie van het wegverkeer voor de Sint-Bernardsesteenweg (gewest) in de districten Antwerpen en Hoboken, ter vervanging van het aanvullend reglement, goedgekeurd in het college van 12 mei 2021 (jaarnummer 3916).
Het bestuursakkoord ‘De Grote Verbinding’ (goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 januari 2019, jaarnummer 42) wil inzetten op uitbreiden van het aantal laadpunten. Zo lezen we in resolutie 22 dat het stadsbestuur “het netwerk van laadpunten voor elektrische voertuigen verder wil uitbreiden”.
Mobiliteit en Parkeren Antwerpen AG (hierna MPA AG) publiceerde op 11 februari 2021 een bestek voor ‘het leveren, installeren en exploiteren van publiek toegankelijke normale laadinfrastructuur en/of snellaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen in de stad Antwerpen’.
Op 24 augustus 2021 (2021_DCMPA_00218) besliste het directiecomité van MPA AG om de concessieovereenkomst voor het leveren, installeren en exploiteren van publiek toegankelijke normale Laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen in de stad Antwerpen' (perceel 1), af te sluiten tussen MPA AG en Total Belgium nv (ondernemingsnummer 0403.063.902).
Het college keurde in zitting van 4 maart 2022 (jaarnummer 1841) de locaties en het aanvullend verkeersreglement voor het district Hoboken goed.
Er werden diverse aanvragen ingediend via www.antwerpenlaadt.be voor de plaatsing van publieke laadpalen.
MPA AG legt nu de nieuwe locatie in het district Hoboken en het aanvullend verkeersreglement met gebiedsdekkende maatregelen ter advies voor.
MPA AG en de bedrijfseenheid Stadsontwikkeling/Publieke Ruimte hebben de aanvraag onderzocht (voorwaarden, locatiebepaling, advies netaansluiting, enzovoort) en stellen voor de publieke laadpaal te plaatsen op de volgende locatie:
District Hoboken
De laadpalen worden door de concessiehouder Total Belgium nv (ondernemingsnummer 0403.063.902) geplaatst en geëxploiteerd.
Elke laadpaal heeft twee laadpunten. Er wordt per laadpaal steeds één parkeerplaats voor elektrische voertuigen voorzien.
Als uit de gebruikscijfers blijkt dat een tweede voorbehouden parkeerplaats nodig is, dan kan een extra parkeerplaats voor elektrische voertuigen worden ingericht.
Aangezien ervoor de Grotebaan meerdere aanvragen zijn, werden deze ineens gebundeld, en werd ervoor geopteerd ineens twee voorbehouden plaatsen in te richten.
Er wordt verwacht dat in een volgende fase parkeersensoren zullen worden voorzien in de parkeervakken zoals voorzien in de concessieovereenkomst.
De parkeerbalans blijft ongewijzigd.
De districtsraad adviseert onderstaande locatie gunstig:
District Hoboken
De districtsraad adviseert het ontwerp van een aanvullend reglement met betrekking tot de politie van het wegverkeer voor 'publieke laadpalen, district Hoboken' gunstig, ter vervanging van het aanvullend verkeersreglement met gebiedsdekkende maatregelen 'publieke laadpalen' zoals goedgekeurd door het college op 4 maart 2022 (jaarnummer 1841).
De districtsraad keurt de notulen van 21 maart 2022 goed.
In zitting van 20 december 2021 (2021_MOT_00095) werd de motie rond de uitbreiding van de bloedtesten loodwaarden bij kinderen in het district Hoboken goedgekeurd.
Het college formuleerde in zitting van 11 maart 2022 (jaarnummer 1948) een antwoord op de collegiale brief van het districtscollege.
Artikel 173 van het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat de algemeen directeur de behandeling van de briefwisseling organiseert. Artikel 125, §3 van het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat artikel 173 van overeenkomstige toepassing is op de districtssecretaris.
Alle briefwisseling gericht aan het districtsbestuur wordt geregistreerd overeenkomstig de artikelen 290 en 132 van het Decreet lokaal bestuur.
De districtsraad neemt kennis van het antwoord van het college van burgemeester en schepenen van 11 maart 2022.
De Notelaarstraat in het district Hoboken:
De districtsraad geeft gunstig advies over het ontwerp van een aanvullend reglement met betrekking tot de politie van het wegverkeer voor de Notelaarstraat in het district Hoboken, ter vervanging van het aanvullend reglement, goedgekeurd in de collegezitting van 11 maart 2022 (jaarnummer 2106).
Er is een vraag van bewoners in de torens van Woonhaven in de Moretusstraat om meer ruimte te hebben om fietsen te plaatsen. Er zijn fietsenstallingen in de gebouwen, maar soms wil je tijdelijk je fiets buiten zetten. Of je ontvangt bezoek die met de fiets komt. Het gaat toch om veel mensen die hier in deze straat wonen. Kan het districtsbestuur geen actie ondernemen om ervoor te zorgen dat hier fietsenstallingen komen?
Ofwel door actief Woonhaven te bevragen dit te voorzien op hun terrein, ofwel door ter hoogte van de Moretusstraat zelf fietsenstallingen te plaatsen. Er staan nu al snelheidsremmende wegonderbrekingen, dus dit zou misschien ook een optie kunnen zijn.
Districtsraadslid Joye houdt zijn interpellatie.
Districtsschepen Leys geeft antwoord op de vragen.
Districtsraadslid Joye houdt nog een wederwoord.
- Het volledige debat is opgenomen en digitaal raadpleegbaar via het stadsarchief.
De Krugerbrug zal binnen enkele maanden waarschijnlijk af zijn. Daarmee is dan een belangrijke schakel in de fiets-districtenroute eindelijk klaar. De verbinding van de districtenroute met de Schelde en het veer en met Blue Gate is dan gelegd en we kunnen ons verwachten aan een toename van het fietsverkeer op deze route.
Naar aanleiding daarvan maken we ons wel zorgen over de verkeersveiligheid in de Krugerstraat. Het is niet evident om exacte cijfers te krijgen over het aantal ongevallen in een bepaalde straat, maar op het plan in de audit van de verkeerspolitie over het jaar 2020 staan toch een 18-tal aanduidingen van verkeersongevallen. Gelukkig meestal met enkel blikschade, maar er waren ook 3 ongevallen met gewonden. Het verkeerspunt met de Weerstandlaan is ongeval gevoelig, met 8 ongevallen in de afgelopen 5 jaar.
Uit de gegevens van een telraam in de Krugerstraat blijkt dat bijna 20 % van het verkeer fietsverkeer is. Maar de straat kreeg in 2017 een erg slechte beoordeling in de fietsbarometer. We citeren: ‘De Krugerstraat is deel van de districtenroute. De spitsintensiteiten zijn echter erg hoog en in combinatie met de filevorming, het aantal kruisingen en de parkeeractiviteiten is het weinig geschikt om te fietsen.’
De straat heeft een zone 30 regime en enkele verkeersplateaus, maar is smal, is druk in de spits, kent heel wat vrachtverkeer dat de nabijgelegen supermarkten bedient.
Onze vraag aan de schepen is:
De Krugerstraat zal binnenkort intenser gebruikt worden door fietsers eens de Krugerbrug af is. Maar de straat kreeg een slechte beoordeling in de fietsbarometer en kent een hoog aantal ongevallen.
Overweegt u nog bijkomende maatregelen om de verkeersveiligheid in deze straat te verbeteren? Is het een optie om van de Krugerstraat een fietsstraat te maken? Zijn er andere ingrepen mogelijk?
Districtsraadslid Van Dyck houdt haar interpellatie.
Districtsraadsleden Gyuler en Verveckken houden een tussenkomst.
Districtsschepen De Ranter geeft antwoord op de vragen.
Districtsraadslid Van Dyck houdt nog een wederwoord.
- Het volledige debat is opgenomen en digitaal raadpleegbaar via het stadsarchief.
In februari werd in de raadscommissie de adviesnota ‘Trage wegen’ voorgesteld. In die nota wordt niet alleen een inventaris gemaakt van wat er in ons district bestaat aan trage wegen, maar worden ook tal van adviezen geformuleerd om meer en betere trage wegen te realiseren.
We weten dat in de huidige meerjarenplanning geen specifiek budget kon voorzien worden omdat de nota nog niet af was aan het begin van de legislatuur.
Tegelijk is ook op het gemeentelijk niveau nog geen concrete toewijzing van budgetten gebeurd. De stad wacht nog op haalbare beleidsaanbevelingen en zal dan de opdracht geven aan de meest geschikte dienst en budget voorzien.
Onze vraag is dus aan de schepen: zal het college van Hoboken aanbevelingen doen aan de stad? Welke ingrepen krijgen voorrang? Is er in het bijzonder aandacht voor Hoboken Noord, waar groene en rustige verbindingen nu schaars zijn?
Districtsraadslid Van Dyck houdt haar interpellatie.
Districtsschepen Leys geeft antwoord op de vragen.
Districtsraadslid Van Dyck houdt nog een wederwoord.
- Het volledige debat is opgenomen en digitaal raadpleegbaar via het stadsarchief.
Tijdens een wandeling enkele weken geleden , ter hoogte van schroeilaan /polderbos/station , merkte ik dat voor de werken aan het warmtenet heel wat water wordt opgepompt. Dat is op zich niets speciaals. Wat ik wel speciaal vond , is dat de aannemer al het gepompte water gewoon in de riolen pompte en dit niet op 1 plaats maar op verschillende plaatsen. Dit terwijl het polderbos vlakbij ligt en de grondwaterstand er nu reeds veel te laag is, vooral door de zeer droge maand maart. Als ik me niet vergis bestaat er sinds enige tijd een verplichting voor de aannemers om opgepompt water niet in de riolering te dumpen , maar mits zorgvuldige controle terug in de natuur te brengen.
Het collegebesluit van de stad in 2021 voor de aanleg van het warmtenet bepaalde ook:"Het water wordt via vier lozingspunten in het aanwezige grachtenstelsel gebracht zodat de invloed van de bemaling verder wordt beperkt.
Twee lozingspunten bevinden zich ten oosten en twee ten westen van de Krugerbrug." Maar ik stelde dus vast dat het water niet in een gracht maar in het riool werd gepompt.
Hebt u informatie over de reden waarom dit niet gebeurde en waarom het water niet in de grachten werd geleid.?
In hoeverre worden zulke werken gecontroleerd en wie organiseert de controles ? zijn er sancties voor de aannemers ?
Er zijn zijn nog veel buizen te plaatsen voor het warmtenet naar nieuw zuid, volgens mij kan de bemaling beter georganiseerd worden voor de werken die nog uitgevoerd dienen te worden. De grondwaterstand is nu reeds dramatisch.
Districtsraadslid Cassiers houdt zijn interpellatie.
Districtsraadslid Joye houdt een tussenkomst.
Districtsschepen Leys geeft antwoord op de vragen.
- Het volledige debat is opgenomen en digitaal raadpleegbaar via het stadsarchief.