Op het einde van ieder jaar wordt een jaarafsluit voorzien waarbij onder andere bestelbonnen worden overgezet naar het nieuwe jaar om de continuïteit van de districtswerking te garanderen. Aangezien de voorbereidingen van de jaarafsluit vooral in het laatste kwartaal van 2022 plaatsvinden en de jaarafsluit effectief begin 2023 zal plaatsvinden, wordt nu reeds een principebeslissing rond bestelbonnen en restkredieten voor de jaarafsluit 2022 aan het districtscollege voorgelegd.
Voor de niet aangerekende kredieten
Artikel 258 van het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat: "Het districtscollege vóór 1 maart van het lopende boekjaar bepaalt welk gedeelte van de kredieten voor het district voor investeringen en financiering, die voor het vorige boekjaar opgenomen waren in het meerjarenplan maar nog niet zijn aangewend, overgedragen worden naar het lopende boekjaar."
Dit geldt voor zowel uitgaven als ontvangsten op investeringen.
Voor de (niet aangerekende) bestelbonnen op het einde van het boekjaar
Volgens artikel 98 van het besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus worden in het begin van het boekjaar de vastleggingen geregistreerd van de uitgaven die in de loop van het boekjaar gedaan worden als gevolg van verbintenissen uit vorige boekjaren.
Het besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30 maart 2018 (BVR BBC).
Artikel 143 van het Decreet lokaal bestur stelt dat de bepalingen met betrekking tot het overdragen van de krediten naar het lopende boekjaar van toepassing zijn op de districten met dien verstande dat de volgende woorden worden gelezen als volgt:
1° "gemeente" als "het district";
2° "de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn" als "het district";
3° "elke gemeente en elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn" als "alle districten";
4° "de gemeenteraad", "de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn" en " de gemeeteraad of de raad voor maatschappelijke welzijn" als " de districtsraad";
5° "raadsleden" als "leden van de districtsraad";
6° "het college van burgemeester en schepenen" als "het districtscollege".
Artikel 258 van het Decreet lokaal bestuur stelt dat het districtscollege bepaalt welk gedeelte van de kredieten voor het district voor investeringen, die voor het vorige boekjaar opgenomen waren in het meerjarenplan maar nog niet zijn aangewend, overgedragen worden naar het lopende boekjaar.
Het districtscollege keurt, voor de jaarafsluit 2022, goed dat: