2023_CBS_02486 - Omgevingsvergunning - OMV_2022133744. Schouwvegerstraat ZN. District Berendrecht - Zandvliet - Lillo - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden;

Bestaande toestand

-          braakliggend terrein.

Nieuwe toestand

-          functie:  eengezinswoning;

-          bouwvolume:

• 2 bouwlagen met plat dak; 
• bouwdiepte van 17,6 m;
• kroonlijsthoogte van 3,45 m met een teruggetrokken eerste verdieping met een totale kroonlijsthoogte van 6,55 m;
• overdekt terras op de gelijkvloerse verdieping;
• bijgebouw van 30 m² aan de linkerperceelsgrens van 1 bouwlaag met plat dak met een kroonlijsthoogte van 3 m;
• aansluitend aan het bijgebouw een terras van 34 m² en een zwembad van 36 m²;

-          gevelafwerking:

• zandkleurig parement met gevelpanelen en schrijnwerk in goudkleurig aluminium;
• poort naar inpandige garage in goudkleurig aluminium schrijnwerk;

-          inrichting:

• voortuin met toegangspad en oprit naar inpandige garage.

Inhoud van de aanvraag

-          oprichten van een eengezinswoning;

-          oprichten van een bijgebouw;

-          aanleggen van terrasverharding en een zwembad.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt in de verkaveling 2014101, goedgekeurd op 25 juni 2015, meer bepaald in lot(en) 5.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgend(e) punt(en):

-          Artikel 2.1.B inplanting hoofdgebouw: de voorgestelde bouwdiepte bedraagt 17,60 meter daar waar max. 17 meter toegelaten wordt;

-          Artikel 2.2.A inplanting bijgebouwen: het bijgebouw in de tuin wordt tot tegen de perceelsgrens voorzien. volgens de voorschriften moet een bijgebouw op minimum 3 meter van de perceelsgrens ingeplant worden.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgende punten:

-        Art. 9. De voorziene hemelwaterput is groter dan het noodzakelijke standaarvolume;

-        Art. 10. Het volume van de infiltratievoorziening is te beperkt. 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

• Artikel 12 Levendige plint: in de voorgevel worden enkel een garagepoort en een inkomdeur voorzien;
• Artikel 19 Tuinafsluitingen: er wordt geen tuinafsluiting voorzien op de rooilijn, noch op de zijdelingse perceelsgrenzen
   

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))

Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet in het optrekken van een nieuwe eengezinswoning binnen de contouren van een goedgekeurde verkaveling voor woningbouw. Er is in deze dan ook sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De woning bestaat uit 2 bouwlagen onder een plat dak.

Het gelijkvloers heeft een breedte van 11,35 meter en een bouwdiepte van 17,60 meter. De laatste 3 meter wordt als overdekt terras ontworpen en dit over de volledige breedte van 11,35 meter.

Binnen dit volume worden de leefruimtes voorzien alsook een inpandige garage, een slaapkamer met dressing en een badkamer. Het gelijkvloers heeft een kroonlijsthoogte van 3,45 meter ten opzichte van het maaiveld.

Een tweede bouwlaag beslaat eveneens de volledige breedte van 11,35 meter, maar heeft slechts een bouwdiepte van 7,45 meter. Dit volume op de verdieping wordt op 3,35 meter achter de voorgevellijn van het gelijkvloers ingeplant. Dit betekent dat het volume ten opzichte van de diepte van het gelijkvloers van 17,60 meter een afstand van 6,80 meter bewaart. Binnen dit volume worden naast 2 extra slaapkamers een badkamer en een technische berging en een ruimte voor een bureau voorzien. De kroonlijsthoogte van deze verdieping bedraagt 6,55 meter.

Het ontworpen volume past binnen het in de verkaveling toegelaten profiel uitgezonderd de dakoversteek van 60 cm aan de achterzijde van het gelijkvloers.

Aangezien het hier een afwijking op de verkavelingsvoorschriften betreft, werd de aanvraag onderworpen aan een openbaar onderzoek. Rekening houdend met de geringe omvang van deze afwijking en het gegeven dat er hierover geen bezwaren ingediend werden, kan deze in toepassing van artikel 4.4.1. van de VCRO aanvaard worden.

Uit lezing van de plannen en de gevels blijkt echter dat in de voorgevel van de hoofdbebouwing op het gelijkvloers slechts een garagepoort en een inkomdeur voorzien worden. Conform artikel 12 van de bouwcode moet het gelijkvloers aan de straatzijde een verblijfsruimte bevatten om het contact met de straat te optimaliseren. Puur planmatig is die verblijfsruimte, in dit geval een slaapkamer er wel, maar door de afwezigheid van een raam in die ruimte aan de voorgevel wordt het contact met deze verblijfsruimte hier niet gerealiseerd. Er zullen alsnog een of meerdere gevelopeningen toegevoegd moeten worden om te kunnen voldoen aan voornoemd artikel 12 van de bouwcode. Deze wijziging zal als voorwaarde bij een vergunning opgenomen worden.

Aan de linkerzijde van het perceel, op de perceelsgrens, wordt op een afstand van 10 meter achter het hoofdvolume een tuinberging/fietsenberging voorgesteld met aansluitend, in de tuinzone een zwembad met terras. De hier voorgestelde berging, waarbinnen ook een toilet en een douche ten behoeve van het zwembad aanwezig zijn, heeft met een footprint van 3,40 op 8,70 meter een oppervlakte van ruim 29,5m². De kroonlijsthoogte wordt vastgelegd op 3 meter ten opzichte van het maaiveld.

De verkavelingsvoorschriften laten het plaatsen van een bijgebouw in de tuin toe tot een maximale oppervlakte van 40m² en een hoogte van 3 meter. Het volume van het voorgestelde bijgebouw alsook de voorgestelde kroonlijsthoogte kan aanvaard worden. De positie ervan wijkt echter af van de verkavelingsvoorschriften waarin opgenomen is dat bijgebouwen op 3 meter van de perceelsgrens ingeplant moeten worden. Deze afwijking vormde een 2de reden om de aanvraag te onderwerpen aan een openbaar onderzoek. Ook aangaande deze inplanting werden geen bezwaren geformuleerd. De afwijkende inplanting kan eveneens aanvaard worden in toepassing van artikel 4.4.1. van de VCRO.

Visueel-vormelijke elementen

De gebruikte materialen, zandkleurige gevelsteen in combinatie met goudkleurig aluminium schrijnwerk zijn lichte materialen die binnen de verkavelingsvoorschriften toegelaten worden. In de gevel komen eveneens, zij het zeer beperkt, gevelpanelen voor in goudkleurig aluminium, soortgelijk aan de kleur van het schrijnwerk. Voor het metselwerk van de gevel wordt gekozen voor verschillende metselwerkverbanden waardoor bovenaan de gevel van zowel het gelijkvloers als van de verdieping het schrijnwerk hierdoor bovenaan afgelijnd wordt. Eenzelfde principe, met dezelfde materialen komt terug in de vormgeving van de tuinberging.

De voorgestelde materialen en uitwerking van de gevels kunnen aanvaard worden.

Hinderaspecten – gebruiksgenot – gezondheid – veiligheid in het algemeen

Voor de voortuin wordt in de aanvraag geen afsluiting voorzien. In toepassing van artikel 19 van de bouwcode moet de voortuin afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 m. Tot de voortuinafsluiting behoren zowel de afsluiting langs openbare ruimte als afsluitingen tussen voortuinen onderling. Het voorzien van een afsluiting die aan dit artikel voldoet, zal in de voorwaarden bij de vergunning opgenomen worden.

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan Aquafin NV. Het advies is ongunstig omwille van twee redenen, namelijk:

-          In de aanvraag voorziet men een afzonderlijke septische put voor het bijgebouw die overloopt naar een sterfput. Dit is niet toegestaan aangezien alle septische putten samen via één gezamenlijke aansluiting aangesloten moeten worden op de afvalwaterleiding in de straat.

-          Het infiltratievolume van de infiltratievoorziening is te klein. De oppervlakte van het buitenzwembad dient opgeteld te worden bij de verharde dakoppervlakte voor de dimensionering van de infiltratievoorziening.

Om tegemoet te komen aan de opmerkingen opgenomen in het ongunstig advies zullen er voorwaarden opgenomen worden in de beslissing.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Men dient te voldoen aan artikel 12 van de bouwcode en de slaapkamer op het gelijkvloers aan de straatzijde te voorzien van een of meerdere gevelopeningen.

3. Men dient te voldoen aan artikel 19 van de bouwcode en de voortuin langs de openbare weg alsook tussen de voortuinen onderling af te sluiten door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter.

4. Beide septische putten dienen gezamenlijk met 1 aansluiting aangesloten te worden op de afvalwaterleiding in de straat.

5. De diameter van de afval- en hemelwateraansluiting moet minimaal 125 mm en maximaal 200 mm bedragen. 

6. Men dient een infiltratievoorziening te plaatsen met een minimale infiltratieoppervlakte van 8,52 m² en een infiltratievolume van minimum 5.325 liter.

7. De overloop van het zwembad dient aangesloten te worden op de infiltratievoorziening. De filter van het zwembad dient aangesloten te worden op DWA.

8. Men dient te voldoen aan de algemene voorwaarden zoals opgenomen in het advies van Aquafin.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten