Terug
Gepubliceerd op 24/04/2023

2023_CBS_02511 - Omgevingsvergunning - OMV_2022165956. Scheldevrijstraat 14. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/04/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_02511 - Omgevingsvergunning - OMV_2022165956. Scheldevrijstraat 14. District Hoboken - Goedkeuring 2023_CBS_02511 - Omgevingsvergunning - OMV_2022165956. Scheldevrijstraat 14. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022165956

Gegevens van de aanvrager:

de heer Thomas Danssaert met als adres Langemarkstraat 86 te 2600 Antwerpen

Ligging van het project:

Scheldevrijstraat 14 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 37 sectie C nr. 255P16

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

slopen en herbouwen van een aanbouw

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          11/06/2021: proces-verbaal (11002_2021_14196_VPV) voor het uitvoeren van werken zonder voorafgaande melding;

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/120668.

-          07/06/1939: toelating (1006#6637) voor het veranderingswerken. 

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • wonen – eengezinswoning.

Bestaande toestand

-          bouwvolume:

o        1 bouwlaag met zadeldak;

o        kroonlijsthoogte tot op circa 3,5 m; nokhoogte tot op circa 7,5 m;

o        bouwdiepte hoofdbouw tot op circa 7 m, bouwdiepte aanbouw tot op circa 13,5 m;

-          gevelafwerking: 

o        buitenschrijnwerk in wit hout;

o        voorgevelmetselwerk in bruine kleur;

-          inrichting:

o        verharde voortuin met een pad evenwijdig met de bebouwing.

Nieuwe toestand

-          bouwvolume:

  • verschillende interne constructieve werken;
  • bouwdiepte aanbouw tot op circa 10,5 m;

-          gevelafwerking:

  • achterbouw in zwartkleurig plaatmateriaal
  • schrijnwerk aanbouw in antraciet grijs aluminium.

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van het volume;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

2 maart 2023

28 maart 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren

Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden.De dakopstand voldoet niet aan het minimum van 0,30 meter.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van artikel 34 van de bouwcode:

-          Volgens de plannen wordt de verhoogde scheidingsmuur op de perceelsgrens niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. De minimale opstand die in dit artikel wordt gevraagd, is noodzakelijk om brandoverslag te voorkomen. Met het oog op het voorkomen van brandoverslag kan van dit artikel enkel afgeweken worden als de brandwerendheid van het dak voldoende is. In voorwaarde wordt een minimale brandklasse opgelegd voor de dakbekleding.

 

Functionele inpasbaarheid

De bestemming van de eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Het voorgestelde gewijzigd bouwvolume is niet storend voor de omgeving en sluit aan bij de kenmerkende bebouwing.

Het voorstel is bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar.

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is gelegen in de tuinwijk Moretusburg, welke is vastgesteld als bouwkundige erfgoed. Gelet op de ligging van de aanvraag werd er advies ingewonnen bij de stedelijke dienst Monumentenzorg:

“Naar aanleiding van uw vraag om advies, kan ik u melden dat de werken gesitueerd zijn in een pand dat is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er voor het eerst een éénduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. Voor gebouwen opgenomen in de inventaris wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van behoud.  Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen.

 

De aanvraag heeft betrekking op een pand in een tuinwijk nov F. Van Rompaey gelegen tussen de spoorweg en het industriegebied. De straten van de wijk werden geopend vanaf 1901 door de vereniging "Le progrès industriel et commercial". De tuinwijk is genoemd naar het nabij gelegen doch in 1979 gesloopte kasteel Moretusburg uit 1825. De tuinwijk werd opgericht om de werknemers van de groeiende industrie te voorzien van goede woningen en een zekere infrastructuur. De kerk werd opgericht in 1911-1913, met de bouw van de scholen in de Maalbootstraat werd gestart in 1912, beiden eveneens naar ontwerp van F. Van Rompaey. De huizen werden opgericht in drie bouwfases vanaf 1921 tot circa 1950 in opdracht van de Maatschappij voor Goedkope Woningen. Meer recent (tot 1965) werd de tuinwijk nog uitgebreid, onder meer met 8 meergezinswoningen. De oudste bebouwing uit 1921 is te vinden in het noordoostelijk deel van de wijk. Een deel van de Scheldevrijstraat werd reeds in deze eerste fase bebouwd, zo ook het nummer 14. De bebouwing in een vereenvoudigde regionalistische stijl bestaat uit gegroepeerde ééngezinswoningen van twee traveeën en één (breedhuizen) of twee (diephuizen) bouwlagen met omhaagde, omheinde of ommuurde voortuintjes. Bakstenen enkelhuizen met een doorgaans symmetrisch opgestelde afwisseling van lijst- en afgeschuinde puntgevels onder pannen mansardedaken, laatst genoemde soms overkragend bij het diephuistype (onder meer Scheldevrijstraat). Rechthoekige muuropeningen met beschilderde en geprofileerde cementlateien. Vanaf de Scheldevrijstraat 75 vinden we panden uit de tweede bouwfase terug (1928/1929).

 

De woning op nummer 14 is een woning  op rechthoekig grondplan opgebouwd uit twee traveeën en twee bouwlagen onder een recent ingepakte kroonlijst met een vernieuwd rood pannen zadeldak met vernieuwde dakkapel. Een voorgevelparement in baksteen op bakstenen plint. In de voorgevel bleef houten schrijnwerk bewaard dat verwijst naar het oorspronkelijk houten geschilderd 3-ledig schrijnwerk, mogelijks bleef het raamkader bewaard en werd enkel de beglazing met kleinhoutverdeling vervangen door glas in lood. Het pand is beeldbepalend door ligging, volume, schaal, korrel en architectuur en maakt deel uit van een uniform bouwkundig geheel. De erfgoedwaarde van de wijk zit hem in de locuswaarde met name groepswoningbouw in een stedenbouwkundig samenhangend geheel. De tuinwijk is opgericht volgens een vastgelegde structuur en de gebouwen vormen een harmonieuze eenheid omwille van hun uniforme opbouw.  De locuswaarde van het erfgoedgeheel verwijst dus niet naar specifieke eigenschappen of kwaliteiten maar naar generieke structuren zoals de ‘footprint’ van het erfgoedgeheel, de bouwlijnen, de rooilijnen, de bouwvolumes, herhalingen en ruimtelijke relatie. Recent werd een zeer uitgebreide studie gemaakt over de tuinwijk Moretusburg die het waardevolle en gave karakter van de wijk bevestigt.

 

Men wenst de bestaande aanbouw te slopen en te vervangen door een nieuwbouwvolume. De bestaande getrapte aanbouwen in baksteen worden vervangen door een aanbouw over de volledige breedte van het voorhuis. De uitbreiding wordt afgewerkt met grijze beplating. Vanuit oogpunt monumentenzorg is er principieel geen bezwaar tegen de uitbreiding van het volume zoals voorzien in de voorliggende aanvraag. De oppervlakte van de panden is beperkt. De typologie hoofdvolume – lagere achterbouw blijft duidelijk afleesbaar.  Ter hoogte van de voorgevel werd recent de witte houten kroonlijst omkast met zwart plaatmateriaal. Ook de pannen bedaking met dakkapel werd gewijzigd. De huidige dakkapel met zwarte omkasting is veel minder fijn uitgewerkt dan de oorspronkelijke, met wit houten kader. Het is niet duidelijk of ook het (oorspronkelijk) houten schrijnwerk werd vervangen. De indeling op het plan nieuwe toestand komt niet overeen met de streetviewfoto uit 2020 waarop de 3-ledige indeling nog zichtbaar is. Deze (onvergunde) ingrepen doen afbreuk aan de beeldwaarde.

 

We vragen daarom om de zwarte omkasting rondom de kroonlijst te verwijderen of minstens wit te schilderen. Hetzelfde voor wat betreft het kader rondom de dakkapel. Het houten 3-ledig schrijnwerk dient behouden of indien vervangen uitgesloten van vergunning.

 

Gelet op bovenstaande argumenten wordt over deze aanvraag een voorwaardelijk advies uitgebracht.”

 

Het advies van monumentenzorg wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd. De aanvraag heeft echter enkel betrekking op het wijzigen van de achteraanbouw. De voorgevel blijft in deze aanvraag ongewijzigd. De voorgestelde voorwaarden worden louter informatief meegegeven aan de aanvrager.

 

De aanvraag blijft visueel inpasbaar in deze woonomgeving

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Het goed is gelegen in de wijk Moretusburg of Hertogvelden, waar er mogelijk verontreiniging is door zware metalen. Gelieve dan ook rekening te houden met de gebruiksadviezen, die u achteraan de vergunning terugvindt.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

3. Alle handelingen, werken en wijzigingen, andere dan het slopen en heroprichten van de achterbouw en de interne aanpassingen op het gelijkvloers worden uitgesloten van vergunning.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 december 2022

Volledig en ontvankelijk

2 maart 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

30 juli 2023

Verslag GOA

14 april 2023

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

3. Alle handelingen, werken en wijzigingen, andere dan het slopen en heroprichten van de achterbouw en de interne aanpassingen op het gelijkvloers worden uitgesloten van vergunning.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.