Terug
Gepubliceerd op 06/02/2023

2023_CBS_00539 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gedeeltelijk gunstig advies - OMV_2022143801. Moerstraat 26. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 03/02/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Erica Caluwaerts, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_00539 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gedeeltelijk gunstig advies - OMV_2022143801. Moerstraat 26. District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_00539 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gedeeltelijk gunstig advies - OMV_2022143801. Moerstraat 26. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de  vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2022143801

Gegevens van de aanvrager:

Veolia ES MRC (0460639835) met als adres Moerstraat 26 te 2030 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

zie aanvrager

Ligging van het project:

Moerstraat 26 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 16 sectie B nr. 5G

waarvan:

 

-          20170810-0036

afdeling 16 sectie B nr. 5G (VEOLIA ES MRC NV)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Afvalverwerkend bedrijf: wijziging en uitbreiding.


 


Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 26 juni 2008 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning verleend voor het verder exploiteren en veranderen van een ingedeelde inrichting of activiteit voor de behandeling van industriƫle afvalwaters, voor een termijn verstrijkend op 26 juni 2028. Nadien werden nog diverse vergunningen voor veranderingen en een bijstelling van de milieuvoorwaarden verleend.

Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft hoofdzakelijk wijzigingen aan de indeling van een aantal bestaande inrichtingen en activiteiten.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

10 januari 2023

17 januari 2023

Geen advies



Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn. De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. 

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. 

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Ten noordwesten van de aanvraag geldt voornamelijk het bestemmingsvoorschrift Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Voor de spoorwegen rondom de aanvraag geldt het bestemmingsvoorschrift Gebied voor spoorinfrastructuur. Ten noordoosten van de aanvraag geldt voor een site het bestemmingsvoorschrift Specifiek regionaal bedrijventerrein voor afvalverwerking en recyclage. De Noorderlaan ten westen van de aanvraag heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel met de Noorderlaan, dwars over het goed en ten noorden van de aanvraag lopen overdrukken met als aanduiding Leidingstraat. Ten noorden, oosten en zuiden van de aanvraag geldt het bestemmingsvoorschrift Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’. De wachtboezems van het Verlegde Schijns, ten noordoosten van de aanvraag, hebben als bestemming Zone voor permanente ecologische infrastructuur. Op circa 60 meter ten zuidoosten van de aanvraag, buiten de afbakening van het zeehavengebied, geldt voor de Kuifeend het bestemmingsvoorschrift Natuurgebied met als overdruk Grote Eenheid Natuur (GEN). 

 

Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Liefkenshoekspoortunnel (Besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2008) van toepassing met bestemming Gebied voor spoorinfrastructuur.

 


Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen aangevraagd. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt. 


Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Veolia ES MRC (VES) baat op de site aan de Moerstraat een afvalvoorbehandelingscentrum uit waar afval wordt gesorteerd, gerecycleerd en verwerkt.

Onderhavige aanvraag heeft betrekking op de indeling van een aantal bestaande inrichtingen en activiteiten in bijkomende rubrieken. De afdeling Handhaving van het departement Omgeving heeft in augustus 2022 de exploitant gewezen op de noodzaak om voor de cryogene shredderinstallatie en het kappen van solventhoudende slibs indelingsrubrieken van rubriek 2.4.1 (GPBV) aan te vragen omdat deze eveneens van toepassing zijn.

De exploitant vraagt volgende indelingsrubrieken aan:

- 2.4.1.b: de verwijdering of nuttige toepassing d.m.v. fysisch-chemische behandeling van maximaal 15.288 ton gevaarlijke afvalstoffen waaruit een deel metaal (of eventueel plastic) te recupereren is met een shredderinstallatie met cryogene nabehandeling;

- 2.4.1.c: mengen of vermengen voorafgaand aan een van de behandelingen, vermeld in rubriek 2.4.1 en 2.4.2. Het kappen van solventhoudende slibs voorafgaand aan de afvoer voor verdere verwerking (64 ton/dag);

- 2.4.1.d: herverpakking voorafgaand aan een van de behandelingen, vermeld in rubriek 2.4.1 en 2.4.2. Het kappen van solventhoudende slibs voorafgaand aan de afvoer voor verdere verwerking (64 ton/dag).

 

Verder wenst men de shredderinstallatie voornamelijk ingezet voor de behandeling van plastic recipiënten met een vermogen van 160 kW uit de vergunning te schrappen. De opslag (800 ton) en mechanische behandeling van niet-gespoeld plastic (en andere) verpakkingen die gecontamineerd zijn met gevaarlijke afvalstoffen en andere afvalstoffen die vershredderd worden voor materiaalrecuperatie en waarvoor geen cryogene behandeling noodzakelijk is, kan ook uit de vergunning geschrapt worden. 

 

De cryogene shredder verwerkt lege en technisch lege verpakkingen van gevaarlijke afvalstoffen of producten. De verschillende recipiënten worden met behulp van een lift naar de top van de shredder gebracht. Na passage doorheen een sluissysteem worden de recipiënten onder inerte stikstof vermalen. De vloeistoffen die hierbij vrijkomen worden mechanisch afgescheiden en opgevangen. Deze vloeistoffase wordt verder verwerkt met solventen. De vaste fase wordt met vloeibare stikstof in contact gebracht waarbij het afval wordt gescheiden van de verpakking en in poedervorm wordt opgevangen waarna het verder verwerkt wordt als slib. 

In het schrijven van de afdeling Handhaving wordt aangegeven dat voor de cryogene shredder en het kappen van de solventhoudende slibs de emissies van organische verbindingen naar lucht moeten worden verminderd door:

- de toepassing van artikel 3.14.2.4.6.4 (BBT 14d van de BBT-conclusies voor afvalbehandeling) zijnde: diffuse emissies insluiten, verzamelen en behandelen. Daarvoor worden technieken ingezet zoals:

- a) afval en materiaal dat diffuse emissies kan veroorzaken in gesloten gebouwen of in gesloten apparatuur, zoals transportbanden, opslaan, behandelen en hanteren;

- b) gesloten apparatuur of gebouwen onder adequate druk houden;

- c) emissies verzamelen en leiden naar een geschikt emissiereductiesysteem via een luchtafvoersysteem of luchtaanzuigsystemen in de nabijheid van de emissiebronnen;

- één of een combinatie van de technieken vermeld in BBT 45 van de BBT-conclusies voor afvalbehandeling, zijnde:

- adsorptie;

- cryogene condensatie;

- thermische oxidatie;

- natte gaswassing;

- waarvoor de emissiegrenswaarde van 30 mg/Nm³ TOC geldt.

In het aanvraagdossier wordt vermeld dat BBT 14d van toepassing zal zijn op de cryogene shredder en dat er een technische studie en meetcampagne wordt opgestart. 

Het is onduidelijk of er momenteel kan voldaan worden aan de voorwaarden van VLAREM III en de BBT-conclusies. Gelet op de vermelding dat er een technische studie en meetcampagne wordt opgestart, kan de exploitant daar momenteel zelf waarschijnlijk nog geen duidelijkheid over geven. De aanvraag omvat een verzoek tot bijstelling in afwijking van de emissiegrenswaarden bepaald in titel III van het VLAREM waarbij voldaan wordt aan de met BBT geassocieerde emissieniveaus (BBT-GEN) in de door de Europese Commissie aangenomen BBT-conclusies, zonder bijkomende informatie. De gevraagde bijstelling lijkt te suggereren dat de emissiegrenswaarde van 30 mg/Nm³ TOC niet gehaald kan worden.

Op basis van onderhavig aanvraagdossier kan momenteel geen gunstig advies verleend worden aangezien het onduidelijk is of de VLAREM III voorwaarden en BBT-conclusies haalbaar zijn. Bovendien dient de gewone procedure en niet de vereenvoudigde procedure gevolgd te worden gelet op de gevraagde bijstelling in afwijking van de emissiegrenswaarden van VLAREM III.

Specifiek voor de schrapping van de shredderinstallatie (160 kW) en de opslag en mechanische behandeling van plastic (800 ton) uit de vergunning kan wel een gunstig advies verleend worden.

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.


Advies van het college

Gedeeltelijk gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.

Gunstig voor de schrapping van de shredderinstallatie (160 kW) en de opslag en mechanische behandeling van plastic (800 ton) uit de vergunning. Ongunstig voor het overige.


Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

9 januari 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

8 februari 2023

 

Onderzoek

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven voor de schrapping van de shredderinstallatie (160 kW) en de opslag en mechanische behandeling van plastic (800 ton) uit de vergunning. Ongunstig voor het overige.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.