Terug
Gepubliceerd op 06/02/2023

2023_CBS_00541 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022103667. Noorderlaan zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 03/02/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Erica Caluwaerts, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_00541 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022103667. Noorderlaan zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring 2023_CBS_00541 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022103667. Noorderlaan zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2022103667

Gegevens van de aanvrager:

BV TRIPLE HELIX - SUREPURE met als adres Noorderlaan z/n te 2030 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

BV TRIPLE HELIX - SUREPURE met als adres Noorderlaan z/n te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Noorderlaan zn te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 16 sectie C nr. 340C2

waarvan:

 

-          20220728-0036

afdeling 16 sectie C nr. 340C2 (SurePure recycling)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Recyclagefabriek van PUR- en PET-afval: exploitatie


 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • 30/12/2021: omgevingsvergunning (OMV_2021119580) voor de infrastructuuraanleg van het NextGen District; 
  • 21/05/2021: omgevingsvergunning (OMV_2020146821) voor ophoging Churchillzone, slopen van spoorwegen en exploitatie van een drainage;
  • 20/04/2018: omgevingsvergunning (OMV_2018011073) voor het slopen van de voormalige site van General Motors.

Bestaande toestand

Braakliggend en bouwrijp terrein in het noorden van het NextGen District (voormalige GM-site). 

Inhoud van de aanvraag 

  • bouwen van een recyclagefabriek; 
  • bouwen van een fietsenstalling; 
  • plaatsen van een hoogspanningscabine; 
  • plaatsen van een weegbrug; 
  • aanleggen van verhardingen; 
  • publiciteitsinrichtingen; 
  • een reliëfwijziging.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit voor chemische recyclage van polyurethaangrondstoffen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

15 december 2022

20 januari 2023

Voorwaardelijk gunstig

Water-Link19 december 2022Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Interne adviezen 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Stadsontwikkeling/Onroerend Erfgoed/Archeologie

19 december 2022

Geen advies uitgebracht

Stadsontwikkeling/Mobiliteit

19 december 2022

Geen advies uitgebracht

Lokale Politie/Verkeerspolitie

19 december 2022

23 december 2022

 









Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. 

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften:

  • Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven; 
  • Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Noorderlaan; 
  • Gebied voor spoorweginfrastructuur voor het vormingsstation Antwerpen-Noord en de spoorwegen rond de Grote Kreek;
  • Zone voor permanente ecologische infrastructuur voor de Grote Kreek en de zone tussen de Noorderlaan en het vormingsstation Antwerpen-Noord;
  • Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’ voor het gebied tussen de Noorderlaan en de Grote Kreek;
  • Overdruk Leidingstraat parallel aan de Noorderlaan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen 

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de waterdoorlatende verhardingen (totale oppervlakte van circa 3.403,2 m²). Het hemelwater dat op deze verhardingen valt, kan op natuurlijke wijze door de verharde oppervlakte op eigen terrein in de bodem infiltreren. 

 De gewestelijke hemelwaterverordening is wel van toepassing op de overige delen van de aanvraag. Er wordt een bovengrondse hemelwaterput geplaatst met een inhoud van 180.000 liter, dus met een grotere inhoud dan bepaald door de verordening. De aanvrager motiveert het groter nuttig hergebruik van hemelwater daar het opgevangen water kan gebruikt worden voor het spoelen van de toiletten, onderhoudswerken en als proces- en koelwater. Het groter hergebruik dan voorzien door de hemelwaterverordening kan gunstig worden geadviseerd.

Het overige hemelwater dat op de verhardingen valt en de overloop van de hemelwaterput, worden door middel van bovengrondse infiltratievoorzieningen geïnfiltreerd in de bodem. Er worden infiltratiegrachten en wadi’s voorzien verspreid op de site met een totale infiltratieoppervlakte van circa 2.041,3 m² en een infiltratievolume van circa 643,62 m³. Er wordt voldaan aan de gewestelijke hemelwaterverordening. 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is van toepassing op de aanvraag. Het ontwerp vertoont hiermee geen manifeste strijdigheden. De normbepalingen van hoofdstuk III van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 meermaals gewijzigd) dienen verder te worden nageleefd, conform artikel 11 van deze gewestelijke verordening.

Sectorale wetgeving 
 
Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden toegevoegd.
In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 5.000 m². Het project is gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota waarvan akte is genomen toe te voegen aan de aanvraag. Opgemerkt wordt dat de aktename van de bijgevoegde archeologienota (ID 24016) niet gevonden wordt op het Geoportaal van het Agentschap Onroerend Erfgoed.  

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening


Functionele inpasbaarheid
Op een braakliggend terrein langs de Noorderlaan, in het noorden van het NextGen District, wordt een chemische recyclagefabriek (project Sure Pure) gebouwd. Dit project heeft als doel lokaal polyurethaanschuim en PET-afval te verzamelen en om te zetten in chemische grondstoffen die terug gebruikt kunnen worden bij de productie van PU- en PET-producten. 

De aanvraag betreft de bouw van de recyclagefabriek in het noorden op het terrein. Het zuidelijke deel van het perceel zal onbebouwd blijven voor eventuele toekomstige uitbreidingen. 

Het gebouw heeft een grondoppervlakte van circa 19.779,24 m² en een maximale hoogte van 16,1 meter. Het recyclagecentrum wordt zo ingedeeld dat de flow van de recyclage een logische volgorde volgt doorheen het gebouw. Er zijn drie grote flows te onderscheiden in het gebouw: PU rigid, PU flexibel en PET. De ruwe producten worden via vrachtwagen aangeleverd aan de zuidelijke zijde van het gebouw en naar een binnenopslagplaats gebracht. Daarna worden de ruwe producten binnenin het gebouw gerecycleerd en opgeslagen in tanks om later langs de oostzijde van het gebouw met vrachtwagens naar externe bedrijven vervoerd te worden. Om langs de oostzijde overdekte laad- en loszones te creëren, wordt een luifel voorzien met een vrije hoogte van 6,6 meter. In het noorden van het gebouw bevindt zich nog een ruimte voor research & development (R&D).

In het gebouw worden ook twee kantoorgedeeltes voorzien. Het administratieve kantoorgedeelte wordt voorzien langs de Noorderlaan en omvat twee verdiepingen die worden ingericht met burelen, vergaderzalen, sanitaire voorzieningen, kleedruimtes en douches, eetruimtes en een labo ter ondersteuning van de R&D. Het tweede kantoorgedeelte bevindt zich in het zuiden van het gebouw en is voorzien voor de logistieke processen van het recyclagecentrum. Dit gedeelte omvat eveneens twee verdiepingen die worden ingericht met burelen, sanitair, omkleedruimtes en een instructieruimte. De burelen en vergaderzalen hebben alle een vrije hoogte van minstens 3,3 meter. 

Rondom het gebouw worden verhardingen aangelegd die opgedeeld kunnen worden in drie zones: een zone voor vrachtwagens, een zone voor werknemers en bezoekers en een zone voor de brandweer. 

De zone voor vrachtwagens bevindt zich in het zuiden en oosten van het gebouw en wordt voornamelijk uitgevoerd in asfaltverharding (circa 7.536,37 m²). Enkel ter hoogte van de afvalcontainers wordt een betonverharding (circa 286,4 m²) aangelegd. De vrachtwagenzone is bereikbaar via een in- en uitrit in het zuidwesten van de site die alleen bedoeld is voor het vrachtverkeer. Ter hoogte van deze inrit wordt tevens een weegbrug voorzien. 

De zone voor werknemers en bezoekers bevindt zich in het noordwesten van de site ter hoogte van het kantoorgedeelte. Deze zone wordt voornamelijk aangelegd met waterdoorlatende klinkers voor de interne wegenis en de parking voor personenwagens. De parking is bereikbaar via een nieuwe in- en uitrit in het westen van de site. Tevens wordt vanaf de nieuw aangelegde weg op het NextGen District een rechtstreekse ingang voorzien voor fietsers en voetgangers. Het fietspad zal in rode betonverharding worden voorzien en de voetpaden in stoeptegels. 

De zone voor de brandweer betreft een weg rondom het gebouw zodat alle gevels van het gebouw bereikbaar zijn voor de brandweer. De twee zones worden daarom met elkaar verbonden door een weg met waterdoorlatende grasdallen die enkel gebruikt zal worden door de brandweer. 

Zowel de zone voor werknemers en bezoekers als de zone voor de brandweer worden aangelegd in waterdoorlatende verhardingen met een totale oppervlakte van circa 3.622 m².

Ter hoogte van de parking voor personenwagens wordt een overdekte en afsluitbare fietsenstalling geplaatst. Deze fietsenstalling heeft een oppervlakte van circa 53,6 m² (5,2 meter x 10,3 meter) en een hoogte van 3 meter. In de fietsenstalling is er plaats voor 40 fietsen. 

Zowel op de noordelijke gevel van het recyclagecentrum als op de noordelijke gevel van de fietsenstalling, langs de Noorderlaan, wordt een publiciteitsinrichting voorzien. Deze publiciteit betreft zaakgebonden reclame en bestaat uit een reclamebord of losse letters die uitwendig verlicht worden. Op de gevel van het recyclagecentrum heeft de publiciteit een maximale breedte van 15 meter en een maximale hoogte van 13, meter. Op de gevel van de fietsenstalling heeft de publiciteit een maximale breedte van 9,3 meter en een maximale hoogte van 2 meter. 

Tevens wordt in het zuidoosten van het terrein, in de zone die nog niet ontwikkeld wordt, wel al een hoogspanningscabine voorzien. Deze cabine heeft een oppervlakte van circa 17,55 m² (3,8 meter x 4,4 meter) en een maximale hoogte van 2,5 meter. 

Het recyclagecentrum betreft een industrieel bedrijf dat deel zal uitmaken van een nieuwe cluster met circulaire bedrijven (het NextGen District). De aanvraag past zich functioneel in binnen dit industrieveld.

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag kadert in de herontwikkeling van de voormalige GM-site.

De schaal van het nieuwe gebouw past binnen de in ruimere omgeving reeds aanwezige bebouwing en binnen de voorziene ontwikkeling van deze site. Bij de inplanting op de site wordt reeds rekening gehouden met een mogelijke uitbreiding in de toekomst. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

Visueel-vormelijke elementen

Het recyclagecentrum bestaat uit een betonnen draagstructuur waarvan de gevels worden afgewerkt met geprofileerde, gepolierde, roestvrije staalplaten. Deze gevelbekleding zal de nabije omgeving reflecteren. De gevels van de laad- en loskades zullen in beton worden afgewerkt. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in zwart metaal (RAL 9004). 

De vorm van het recyclagecentrum betreft voornamelijk een vierkante doos, uitgezonderd het administratieve kantoorgedeelte langs de Noorderlaan. Dit wordt gekenmerkt door een afhellend gebogen dak waar bovenop een deel van de administratieve vleugel overhangt. De daken van dit kantoorgedeelte worden voorzien als groendaken daar deze gedeeltelijk zichtbaar zijn vanop de Noorderlaan. 

 De fietsenstalling wordt opgetrokken in staal en afgewerkt met geperforeerde staalplaten in inox en de hoogspanningscabine wordt opgetrokken in beton en afgewerkt met lichtgrijze sandwichpanelen. 

De gevels van alle gebouwen en constructies zullen uitgevoerd worden in dezelfde materialen en kleuren, en zullen een esthetisch geheel vormen in deze industriële omgeving. 

Opgemerkt wordt dat een spiegelende gevelafwerking kans op verblinding van personen inhoudt bij rechtstreekse lichtinval, alsook een desoriënterend effect kan hebben op vogels. Om deze effecten en de bijhorende risico’s te minimaliseren wordt aangeraden deze te onderzoeken of te evalueren na de bouw en zo nodig bijkomende maatregelen te nemen. Voorbeelden van maatregelen zijn onder andere het borstelen van de roestvrije gevelbeplating op bepaalde plaatsen om het spiegeleffect te minderen, het aanplanten van bomen (een zogenaamd ‘groen scherm’ tussen gebouw en wegenis) om het weerkaatsen van het zonlicht naar de gebruikers van de aanpalende weg te vermijden en het aanbrengen van extra visuele punten of een aangepaste coating waardoor de spiegelende panelen beter zichtbaar zijn voor vogels.

Bodemreliëf

Het terrein is reeds opgehoogd en bouwrijp gemaakt waardoor de site redelijk vlak is met een gemiddelde TAW-hoogte van 8,70 meter. Hierop zal de funderingskoffer komen. De site zal aangelegd worden op TAW-hoogte 9,10 meter. De binnenpas van het gebouw zal op TAW 9,20 meter komen. 

 Op de perceelgrenzen wordt telkens aangesloten op het bestaande maaiveld. Niveauverschillen tussen het terrein en de aangrenzende percelen worden telkens over voldoende afstand en met zeer flauwe hellingen in groenzones opgevangen.

Er worden verschillende infiltratiegrachten en wadi’s aangelegd in kader van de gewestelijke hemelwaterverordening waarbij het opgevangen regenwater opnieuw kan infiltreren in eigen bodem. 

Ecologische aspecten

Tussen het recyclagecentrum en de Noorderlaan en langs de zijde van de ontsluitingsweg van het NextGen District wordt een groenbuffer voorzien. Tevens worden er tussen de verhardingen, ter hoogte van de wadi’s, eveneens groenzones gecreëerd. 

 De aanplanting bestaat uit een combinatie van streekeigen bomen en struikgewas in een nauw plantenverband in groepen van circa 20 planten per soort. Om het potentieel te verbeteren voor de bijen is het belangrijk dat er voldoende bloemrijke struiken en bomen aanwezig zijn.

De beplanting wordt geselecteerd uit de streekeigen gewassen volgens de plantenwijzer van Provincie Antwerpen. 

Als ondergroei voor de struweel zal een hooilandmengsel M1 ingezaaid worden. Hooiland wordt voorzien in de zones waar geen hoogstammige beplanting mogelijk is. Dit extensief mengsel wordt aangevuld met specifiek bloemenmengsel en bijenmengsel.

In de leidingenstrook langs de Noorderlaan zijn enkel bepaalde beplantingen toegelaten. Deze bomen en struiken mogen niet hoger worden dan 2,5 meter en een stamdiameter van 10 centimeter op een hoogte van 1,5 meter niet overschrijden. Bij aanplanting van een haag kan worden geopteerd voor Listrum vulgare die minimaal één keer per jaar moet worden gesnoeid met een snoeivorm die een hoogte van 2,5 meter niet overschrijdt.

Tevens zal het dak gedeeltelijk als extensief groendak worden uitgevoerd dat zal afwateren naar een wadi die geïntegreerd zal zijn in de groenaanleg.

 Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Wegens de nabijheid van een waterleiding werd advies gevraagd aan Water-Link. Zij hebben echter geen tijdig advies uitgebracht. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een klip-klim melding uit te voeren.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Voor de toetsing van het mobiliteitsaspect wordt verwezen naar het MER voor de aanleg van de wegenis op het NextGen District (OMV_2021119580).

Opgemerkt wordt dat de fietsenstalling zich verder van de toegang van het gebouw bevindt dan de eerste parkeerplaatsen. Ook voorziet het grondplan van de fietsenstalling geen specifieke plaatsen voor overmaatse fietsen of elektrische fietsen met laadpunt (in tegenstelling tot de parkeerplaatsen voor elektrische wagens die wel expliciet aangeduid zijn). Volgens de beschrijvende nota zullen er evenwel laadpunten voor elektrische fietsen voorzien worden.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Triple Helix wenst een PUR/PET recyclage installatie te exploiteren op de NextGen site in de Antwerpse haven. Meer bepaald beoogt men om op jaarbasis 20.480 ton PUR/PET te recycleren en om te vormen tot nieuwe grondstoffen. De eindproducten na recyclage kunnen zonder verdere behandeling opnieuw als grondstof worden ingezet voor de productie van nieuwe stoffen.

Het PUR en PET afval zijn afkomstig van afgedankte consumptiegoederen na selectieve inzameling door erkende afvalstoffenhandelaars, containerparken of beheersorganisaties. Voor de PU afvalstof, die als grondstof aangekocht zal worden, wordt het onderscheid gemaakt tussen PU-hardschuim (PU-Rigid) en PU zachtschuim (PU-Flex). De voorbehandeling is verschillend, maar het recyclageproces is identiek.

Het chemisch recyclingproces dat zal worden toegepast, is depolymerisatie. Bij de depolymerisatie ondergaat het PUR en het PET polymeer in een reactor een katalytisch proces van hydrolyse en glycolyse. De lange polyurethaanketens worden in dit reactieproces afgebroken naar losse moleculen. Het productieproces is een batchproces.

Men vraagt de opslag en mechanische behandeling van 168 ton PU-Flex aan en de opslag en fysisch-chemische behandeling van 168 ton PU-Flex, 82 ton PU-Rigd en 256 ton PET flakes.

De opslag van brandbare vloeistoffen en gevaarlijke producten omvat:

- 316.500 liter brandbare vloeistoffen;

- 8.000 liter stikstof in vaste houders;

- 3,33 ton stookolie voor de stoomproductie;

- 24 ton overige ontvlambare vloeistoffen en vaste stoffen, voornamelijk katalysatoren;

- 97,91 ton bijtende vloeistoffen en vaste stoffen;

- 48 ton giftige vloeistoffen en vaste stoffen;

- 614,11 ton schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen;

- 440,94 ton vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gevaarlijk zijn voor de gezondheid.

 De vloer zal bestaan uit beton met een PU coating laag erop. PU is chemisch bestendig en waterondoorlatend. Zowel de reactoren als de opslagtanks voor gevaarlijke vloeistoffen worden binnen opgesteld en zullen nieuwe standaard inox tanks zijn, die voldoen aan alle noodzakelijke normen volgens het aanvraagdossier. De opslagtanks zijn enkelwandig en ze worden in een inkuiping geplaatst. De inkuiping wordt gerealiseerd door een vloeistofdichte rand inclusief een permanente verhoging ter hoogte van de deuren. In de opslagplaatsen van verplaatsbare recipiënten zullen lekbakken aanwezig zijn. Er zijn 2 loszone’s voorzien, beide overdekt en verzonken in de vloer zodat er een inkuiping wordt gevormd.

Er wordt een waterzuiveringsinstallatie voorzien voor de zuivering van proceswater. Het gezuiverd water zal in het eigen proces worden hergebruikt en de spui zal worden afgevoerd als vloeibare afvalstof. Er zal geen fysieke verbinding van de waterzuivering met de riolering zijn.

Het huishoudelijk afvalwater wordt gezuiverd in een IBA alvorens het geloosd wordt met een debiet van maximaal 1.050 m³/jaar. 

In het subadvies van de Haven van Antwerpen-Brugge wordt geopperd dat het niet duidelijk is of het huishoudelijk afvalwater van het noordelijk kantoorgedeelte wel gezuiverd wordt in een IBA. Uit het uitvoeringsplan blijkt echter dat ook het huishoudelijk afvalwater van dit kantoorgedeelte wordt aangesloten op de IBA.

In functie van de stoomproductie wordt er een stookinstallatie met een vermogen van 1.200 kW aangevraagd. Er zijn nog diverse andere emissiepunten, gerelateerd aan het proces en de opslagactiviteiten. De belangrijkste emissies die verwacht worden tijdens het proces waarbij PU Flex en PU Rigid omgevormd worden tot polyol zijn: water(damp), CO2, stikstofgas en VOS. Een stikstofdeken, een knockout drum en een actief koolfilter zorgen ervoor dat de emissiewaarden binnen de normering vallen. Voor organische stoffen wordt er een jaarlijkse uitstoot van 1,536 kg verwacht voor de 2 processen samen. Er wordt geen aanwezigheid van CMR-stoffen (kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia) verwacht in deze emissies. Voor het proces waarbij PET omgevormd wordt tot polyol, wordt volgens het aanvraagdossier eveneens een jaarlijkse uitstoot van 1,536 kg verwacht. Bovendien worden ook hier geen CMR-stoffen verwacht. Dezelfde redenering gaat op voor de opslagtanks van de eindproducten. Deze emissies zijn ook heel beperkt en bevatten voornamelijk enkel stikstofgas. Ook hier worden geen CMR-stoffen verwacht. Voor de opslagtanks van de grondstoffen worden eveneens geen grote emissies verwacht. Tot slot worden er ook maatregelen genomen om eventuele stofemissies te beperken. Zo zijn er aparte loszones voor stoffige producten en worden deze altijd binnen gelost. Volgens het aanvraagdossier worden er geen significante emissies naar de lucht verwacht.

Er wordt in het aanvraagdossier gesteld dat er geen geluidshinder wordt verwacht aangezien de meeste toestellen binnen geplaatst worden, in een nog nieuw te bouwen gebouw waarvoor de laatste isolatierichtlijnen gelden. De toestellen die buiten staan hebben in normale omstandigheden geen aanzienlijke geluidsproductie en veroorzaken bijgevolg geen aanzienlijke hinder. 

Verzurende en vermestende deposities worden vermeden door het zuiveringsproces van het procesgas. De emissie afkomstig van de stookinstallatie is beperkt. Het aanvraagdossier bevat een groene voortoets waaruit blijkt dat er geen risico op een betekenisvolle aantasting van actuele of mogelijke toekomstige habitats binnen Habitatrichtlijngebied verwacht wordt.

De aanvraag omvat verder ook nog enkele ondersteunende inrichtingen en activiteiten:

- 2 transformatoren van 2.300 kVA elk;

- stalplaatsen voor 10 bedrijfsvoertuigen;

- 2 stikstofgeneratoren met een individuele productiecapaciteit van 900 Nm³/uur;

- koelinstallaties en gelijkaardige installaties (702 kW);

- 1 laboratorium;

- een hogedruk stoomgenerator (7.100 liter).

Enkele inrichtingen en activiteiten zullen slechts gedurende een bepaalde duur geëxploiteerd worden. Zo zal stoom op termijn door Waterkracht aangeleverd worden waardoor de stookinstallatie en hogedrukstoomgenerator op dat moment niet meer nodig zijn. 

Het aanvraagdossier omvat een bijstelling van artikel 5.2.1.5§5 van VLAREM II dat stelt dat er een groenscherm rondom het bedrijf moet aangelegd worden, onder meer bestaande uit hoogstammige bomen. Er is een groene strook van 5 meter breed voorzien rondom de volledige site, met uitzondering van de zuidwestelijke hoek waar de hoogspanningscabine gelegen is. Tussen de hoogspanningscabine en de terreingrens is het groenscherm 1 meter breed. Het groenscherm van 5 meter is deels voorzien met hoogstammige bomen.

De gevraagde bijstelling is gangbaar in havengebied en kan verleend worden.

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning en voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.


Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

15 december 2022

Start openbaar onderzoek

24 december 2022

Einde openbaar onderzoek

22 januari 2023

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

3 februari 2023

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

24 december 2022

22 januari 2023

0

0

0

2


Bespreking van de bezwaarschriften

Tijdens het openbaar onderzoek werd een digitaal bezwaarschrift ontvangen van NMBS. Met dit bezwaarschrift reageert NMBS op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. NMBS stelt dat ze niet betrokken zijn bij dit terrein, maar Infrabel wel en dat deze geconsulteerd dient te worden. Infrabel werd vervolgens op de hoogte gebracht van het openbaar onderzoek. Infrabel heeft op zijn beurt een bezwaarschrift ingediend waarin zij aangeven geen bezwaar te hebben.

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag onder voorwaarden en voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.