Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020037030 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | Stad Antwerpen (0207500123) met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Sportvelden het Rooi te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 21 sectie A nr. 334E |
waarvan: |
|
- 20200318-0052 | afdeling 21 sectie A nr. 334E (sportvelden het Rooi grondwaterwinning) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | de regularisatie van een bestaande grondwaterwinning voor de besproeiing van drie voetbalvelden in natuurgras |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft de regularisatie van een reeds bestaande grondwaterwinning voor de besproeiing van sportvelden.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) sportvelden het Rooi grondwaterwinning
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
53.8.2° | grondwaterwinning met een totaal opgepompt debiet groter dan 5.000 m³ per jaar en kleiner of gelijk aan 30.000 m³ per jaar; | 7.000,00 m³/jaar |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies grondwater Antwerpen | 2 november 2022 | 30 november 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Sportpark Het Rooi, goedgekeurd op 24 april 2017. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 1: zone voor centrumfuncties (ce), artikel 3: zone voor recreatie (re) en artikel 2: zone voor gemengde functies (ge).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Op basis van het dossier is het project verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Ter hoogte van de Berchemstadionstraat 63 te Berchem ligt het sportdomein ‘Het Rooi’. Langsheen de Berchemstadionstraat zijn twee sporthallen A en B aanwezig. Ter hoogte van deze sporthallen zijn kleedkamers, sanitaire voorzieningen, burelen en cafetaria’s aanwezig. Langsheen de Filip Williotstraat is een derde sporthal C aanwezig met indoor tennisvelden. Ook hier zijn de nodige faciliteiten zoals kleedkamers en sanitaire voorzieningen aanwezig. Tevens is er een cafetaria voorzien.
Op het terrein zijn verder verschillende outdoor sportvelden gelegen. Centraal gelegen binnen de onderzoekslocatie liggen vier voetbalvelden. Rond voetbalveld 1 zijn een atletiekpiste en twee basketbalvelden aangelegd. Voetbalveld 2 is aangelegd met kunstgras waar voetbalvelden 1, 3 en 4 ingezaaid werden met natuurgras. In het zuiden van de onderzoekslocatie werden twee korfbalvelden in kunstgras aangelegd. Daarnaast zijn achter sporthal C enkele padelvelden gelegen. Deze padelvelden zijn deels overdekt en eveneens in kunstgras uitgevoerd. Ze dienen dus niet te worden besproeid.
Gedurende het sportseizoen zijn de sportvelden in natuurgras de belangrijkste waterverbruikers. De velden dienen geregeld besproeid te worden om de kwaliteit ervan te bewaren.
Huidig waterverbruik en beschikbaarheid
Leidingwater
Het huidige leidingwaterverbruik bedraagt momenteel ongeveer 4.000 m³/jaar. Dit leidingwater wordt vooral gebruikt in de cafetaria’s, de douches en deels in de toiletten. Leidingwater is overal op de site beschikbaar.
Grondwater
Voor het besproeien van de 3 voetbalvelden in natuurgras wordt grondwater gebruikt vanuit 2 bestaande grondwaterputten van elk 30 m diep, die samen een debiet leveren van maximaal 7.000 m³/jaar (3.500 m³ elk). Deze zijn gelegen langs voetbalveld 3 op relatief korte afstand van elkaar. Gedurende ongeveer 5 maanden wordt grondwater gebruikt voor de besproeiing van voetbalvelden 1, 3 en 4.
Hemelwater
Sporthallen A en C zijn voorzien van hemelwaterputten voor de opvang en hergebruik van hemelwater.
Echter wordt slechts een deel van het hemelwater dat op het dak van sporthal A terechtkomt (in totaal circa 2.400 m²) opgevangen en hergebruikt (circa 1.650 m²). Dit omdat een deel van het dak van deze sporthal werd uitgevoerd als groendak (circa 750 m²). Het regenwater wordt ofwel gebufferd via de groendaken ofwel afgevoerd naar de ondergrondse regenwaterputten (5 x 10.000 liter) voor hergebruik in de toiletten. Verder wordt het regenwater gebufferd en vertraagd afgevoerd via een ondergronds bufferbekken van 40.000 liter.
Sporthal B is de oudste sporthal van het complex en heeft een dakoppervlakte van circa 3.400 m². Het dak heeft een bitumen bedekking. Deze sporthal B is niet voorzien van hemelwateropvang.
Sporthal C omvat de indoor tennisvelden en heeft een totale dakoppervlakte van 2.500 m². Het hemelwater dat hierop terechtkomt wordt eveneens opgevangen in hemelwaterputten (in totaal 60.000 liter) en gebruikt voor spoeling van de toiletten en enkele dienstkraantjes. Verder zijn bufferputten voor vertraagde afvoer van in totaal 40.000 liter aanwezig.
Indien het hemelwater dat valt op de daken van de sporthallen wordt opgevangen voor gebruik, levert dit een maximaal volume op van 3.087,36 m³ water op bij een jaargemiddelde neerslag van 800 liter/m². Een groot deel hiervan wordt nu reeds aangewend voor de binneninstallaties. De sporthallen A en C vallen echter niet onder de bevoegdheid van stad Antwerpen.
Beide korfbalvelden en voetbalveld 2 zijn bekleed met kunstgras. Onder deze velden werd een drainage voorzien in de vorm van een geperforeerd buizenstelsel. Dit water wordt momenteel dus niet hergebruikt of opgevangen, maar infiltreert via de buizen opnieuw grotendeels in de bodem.
Indien dit water toch apart zou opgevangen kunnen worden, zou het op die manier kunnen hergebruikt worden voor het (opnieuw) besproeien van sportvelden, onderhoud van groenzones, alsook voor toiletspoelingen. Bij een jaargemiddelde neerslag van 800 liter/m² zou dit een maximaal volume opleveren van 1.846,80 m³ beschikbaar hemelwater.
De totale opvang van hemelwater die zou gerealiseerd kunnen worden (mits constructie van de nodige hemelwaterputten en opvangmogelijkheid onder de velden) bedraagt circa 4.934,16 m³ water op jaarbasis.
Momenteel is gepland om voetbalveld 4 van kunstgras te voorzien voor 2027. Bij de aanbesteding zal ook bekeken worden of het haalbaar is om onder het kunstgrasveld een buffer te steken om hemelwater dat op het veld terechtkomt te hergebruiken.
Alternatieven
Alternatieven voor het gebruik van grondwater voor de besproeiing van de velden werden bekeken en vergeleken. Hierbij werd het gebruik van leidingwater niet weerhouden wegens te duur.
Er wordt opgemerkt dat voetbalveld 4 voor 2027 zal vervangen worden door een kunstgrasveld. Hiermee kan een besparing van het opgepompte grondwater van circa 2.300 m³/jaar bekomen worden (van circa 7.000 m³/jaar naar circa 4.700 m³/jaar). Daarnaast is er de mogelijkheid dit nieuwe kunstgrasveld te voorzien van een opvangbekken onder het veld om hemelwater op te vangen en te hergebruiken (in tegenstelling tot het huidige drainagesysteem onder het huidige kunstgrasveld). Dit is echter een zeer grote investering.
Andere alternatieven zoals onder andere het hemelwater van het drainagesysteem opvangen en hergebruiken, zijn niet eenvoudig te realiseren en ook te duur.
Het gebruik van grondwater voor de besproeiing van de sportvelden blijft (voorlopig) nog steeds noodzakelijk wegens te weinig hemelwateropvang. Bij toekomstige vernieuwingen van de gebouwen en/of sportvelden dient er te worden ingezet op meer hemelwateropvang zodat er zo weinig mogelijk grondwater gebruikt dient te worden. Dit zal als bijzondere voorwaarde opgenomen worden.
Grondwaterwinning
Aan de hand van boringen, sonderingen en een virtuele boring werd er een hydrogeologisch profiel opgesteld.
Hieruit blijkt dat op een diepte van 30 m het grondwater gewonnen wordt uit het Zand van Berchem (HCOV 0254) en uit grondwaterlichaam CKS_0200_GWL_1. Het betreft op deze locatie een freatisch watervoerende laag. Dit grondwaterlichaam heeft een kwantitatief toereikende toestand waarbij waakzaamheid geboden is. Er zijn meerdere locaties met dalende trends door de verminderde voeding en baseflow ten gevolge van extreme droogteperiodes met een tekort aan neerslag en hogere zomertemperaturen. Freatisch watervoerende lagen staan immers in rechtstreeks contact met de atmosfeer en reageren snel op droogte, maar ook op nattere perioden. Voor laagwaardige toepassingen moet in de eerste plaats gebruik gemaakt worden van de beschikbare alternatieve laagwaardige waterbronnen zoals hemelwater.
Voor het beregenen van 3 voetbalvelden, samen 2,1 ha groot, wordt een debiet gevraagd van maximaal 67 m³/dag en 7.000 m³/jaar. De vergunning wordt gevraagd voor een termijn van onbepaalde duur.
VMM grondwater gaat hier echter niet mee akkoord en adviseert ongunstig voor het gevraagde debiet. Voor het beregenen van de sportvelden staan ze maar een maximaal debiet toe van 2.000 m³/ha, wat neerkomt op 4.200 m³/jaar en dit voor een periode van 10 jaar.
De stad Antwerpen volgt het advies van VMM.
Aangezien het toegestane debiet de grens van 5.000 m³/jaar niet meer overschrijdt, is rubriek 53.8.1°b) van toepassing.
MER-screening:
De overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen en dit voor een periode van 10 jaar.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
53.8.1°b) | andere boringen van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning dan de boringen, vermeld in rubriek 53.1 tot en met 53.7 en 53.12, waarvan het totaal opgepompte debiet kleiner is dan of gelijk is aan 5.000 m³ per jaar en minimaal één put een diepte heeft die groter is dan het locatiespecifieke dieptecriterium, zoals weergegeven op de kaart in bijlage 2ter van dit besluit; | 4.200,00 m³/jaar |
53.8.2° | grondwaterwinning met een totaal opgepompt debiet groter dan 5.000 m³ per jaar en kleiner of gelijk aan 30.000 m³ per jaar; | zonder voorwerp |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. Het opgevangen regenwater of recupwater dient prioritair gebruikt te worden voor laagwaardige toepassingen.
2. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.
3. De omgevingsvergunning is geldig voor een maximale periode van 10 jaar.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 31 oktober 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 31 oktober 2022 |
Start 1e openbaar onderzoek | 8 november 2022 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 7 december 2022 |
Start laatste openbaar onderzoek | 1 februari 2023 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 2 maart 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 11 mei 2023 |
Verslag GOA | 10 maart 2023 |
naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
8 november 2022 | 7 december 2022 (*) | 0 | 0 | 0 | 0 |
1 februari 2023 | 2 maart 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. Het opgevangen regenwater of recupwater dient prioritair gebruikt te worden voor laagwaardige toepassingen.
2. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.
3. De omgevingsvergunning is geldig voor een maximale periode van 10 jaar.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
53.8.1°b) | andere boringen van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning dan de boringen, vermeld in rubriek 53.1 tot en met 53.7 en 53.12, waarvan het totaal opgepompte debiet kleiner is dan of gelijk is aan 5.000 m³ per jaar en minimaal één put een diepte heeft die groter is dan het locatiespecifieke dieptecriterium, zoals weergegeven op de kaart in bijlage 2ter van dit besluit; | 4.200,00 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van 10 jaar.