Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022146588 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer benny lubin met als adres mechelsesteenweg 213 te 2018 anwterpen (belgie) |
Ligging van het project: | Molenstraat_AN 75 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 10 sectie K nr. 1520X14 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Vergunde toestand
Bestaande toestand
Nieuwe toestand
Inhoud van de aanvraag
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 29 november 2022 | 17 januari 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale regelgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande en vergunde functie als eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De bestaande nevenfunctie in de vorm van kantoorruimte verdwijnt en geeft aanleiding om het bouwvolume te verkleinen. Een groot deel van de achterbouw wordt gesloopt. Op maaiveldniveau wordt hierdoor ter hoogte van de linkse perceelsgrens bijkomende open ruimte gecreëerd. Ter hoogte van de hoge opgaande scheimuur aan de rechterzijde van het perceel blijft een achterbouw behouden, die wordt ingericht met een gastenkamer.
Op de eerste verdieping worden alle volumes voorbij de hoofdbebouwing gesloopt. Er wordt een terras aangelegd op de gelijkvloerse achterbouw die in rechtstreekse verbinding staat met de keuken en de eetruimte.
Op de bovenliggende verdiepingen tot slot worden enkele beperkte ruimtelijke ingrepen voorzien met het oog op een beter intern ruimtegebruik.
De voorgestelde ingrepen zorgen voor een verlaging van de bebouwingsdensiteit op het perceel en zijn gunstig te adviseren door de positieve impact die ze hebben op de draagkracht van het perceel en de directe omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Hoewel de ontpitting op maaiveldniveau gunstig geadviseerd kan worden, wordt opgemerkt dat de open ruimte die hierdoor vrijkomt (totaal ca. 44 m²) niet onthard en groen aangeplant wordt. Dat is strijdig met artikel 27 van de bouwcode dat voorschrijft dat tuinen tot 60 m² voor maximaal 20 m² verhard mogen worden.
Om alsnog een vergunning te kunnen verlenen dient daarom als voorwaarde bij de vergunning opgenomen te worden dat de open ruimte dient aangelegd te worden in overeenstemming met artikel 27 van de bouwcode.
Verder kunnen de aangevraagde ingrepen gunstig geadviseerd worden. Ze verbeteren immers het gebruiksgenot van de woning door de creatie van kwalitatieve buitenruimtes en bijkomende lichttoetreding in de leefruimtes. Deze ingrepen hebben een positieve impact op de woonkwaliteit zonder hierbij hinder naar de omgeving te genereren.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Aangezien het pand is opgenomen op de inventaris onroerend erfgoed werd in het kader van de vergunningsaanvraag advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:
“Het betreft een burgerhuis in neoclassicistische stijl, eind 1865 voor eigen rekening ontworpen door Jean Baptiste Winders, en in 1866 opgetrokken. […] Architect Adolphe Van Coppernolle verbouwde het pand tot eigen praktijkwoning naar een ontwerp uit 1931, en voegde daartoe de twee rechter traveeën toe, met ruimte voor een garage en zijn architectenkantoor. […]
Met een gevelbreedte van oorspronkelijk drie en sinds 1931 vijf traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel, met schijnvoegen op de begane grond, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, de bovenvensters met afgeronde bovenhoeken en geriemde omlijstingen. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Sinds 1891 wordt de oorspronkelijke middenas geaccentueerd door een houten erker met consoles, waarvan de bekronende balkonborstwering in 1931 door Van Coppernolle werd vernieuwd; van deze ingreep dateren ook de kordonvormende lekdrempels en onderdorpels in de flankerende traveeën. De twee toegevoegde traveeën onderscheiden zich als risaliet van het oorspronkelijke volume, maar hebben verder dezelfde ordonnantie, met een garagepoort op de begane grond. Bewaarde houten inkomdeur en vensters; gietijzeren voetschraper.
De plattegrond van het oorspronkelijke volume beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. […]De begane grond omvat een suite van salon en eetkamer, met in een knik de veranda uit 1891. De bovenverdiepingen bestaan telkens uit een voor- en achterkamer. De uitbreiding uit 1931 biedt volgens de bouwplannen ruimte aan een garage en nieuwe keuken op de begane grond, en het architectenkantoor dat de eerste en tweede verdieping beslaat; een nieuwe badkamer werd ingericht in de achterkamer op de eerste verdieping van het hoofdvolume.
Men wenst het pand om te vormen tot een eengezinswoning en achteraan volume af te breken in functie van een grotere buitenruimte. De achtergevel wordt geïsoleerd. Op basis van de aangeleverde informatie blijft het buitenschrijnwerk in de voorgevel behouden.
Intern worden een aantal beperkte verbouwingen doorgevoerd. Op niveau 1 wordt de muur tussen woonkamer en eetkamer verwijderd, ook ter hoogte van de trappenhal. Om de kamerstructuur leesbaar te houden wordt als voorwaarde opgelegd om te werken met portieken i.p.v. de volledige muur te verwijderen.
We gaan uit van behoud van het historische buitenschrijnwerk in de voorgevel zoals op plan weergegeven. Indien kan aangetoond worden dat het schrijnwerk in slechte staat zou zijn, kan nieuw houten schrijnwerk naar bestaand model met dezelfde indeling en profilering als het bestaande schrijnwerk. Detailtekeningen moeten voor verder advies worden voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg.”
Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg wordt integraal bijgetreden. Er worden geen wijzigingen aan de voorgevel aangevraagd. De visuele inpasbaarheid blijft bijgevolg gegarandeerd.
De wijzigingen aan de achtergevel kunnen gunstig geadviseerd worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De verharding op de koer te beperken, conform artikel 27 van de bouwcode.
2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. Op de eerste verdieping dient ter hoogte van de traphal, woonkamer en de eetruimte gewerkt te worden met portieken i.p.v. de volledige wand te verwijderen om de oorspronkelijke kamerstructuur zo veel mogelijk te behouden.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 3 november 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 29 november 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 28 april 2023 |
Verslag GOA | 20 februari 2023 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De verharding op de koer te beperken, conform artikel 27 van de bouwcode.
2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. Op de eerste verdieping dient ter hoogte van de traphal, woonkamer en de eetruimte gewerkt te worden met portieken i.p.v. de volledige wand te verwijderen om de oorspronkelijke kamerstructuur zo veel mogelijk te behouden.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.