Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022090982 |
Gegevens van de aanvrager: | BV WANDERTALES BV met als adres Isabella Brantstraat 40 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Lamorinièrestraat 149 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 6 sectie F nrs. 1318X4 en 1318K4 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning met private tuin naar meergezinswoning met 2 wooneenheden, een zone voor kantoor, diensten en vrije beroepen, en een gemeenschappelijke tuin met 5 units in functie van verblijfsrecreatie |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Vergunde / Geacht vergunde toestand
Bestaande toestand
Nieuwe toestand
Inhoud van de aanvraag
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 23 september 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 23 september 2022 | 27 oktober 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 23 september 2022 | 5 oktober 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie | 23 september 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | |
Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie | 23 september 2022 | 4 oktober 2022 | Geen bezwaar |
Water-link | 23 september 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 23 september 2022 | 13 oktober 2022 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 23 september 2022 | 29 september 2022 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Visit Antwerpen | 23 september 2022 | 11 oktober 2022 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 23 september 2022 | 7 oktober 2022 |
Stadsontwikkeling/ Beheer en Operaties | 23 september 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 23 september 2022 | 3 oktober 2022 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 23 september 2022 | 11 oktober 2022 |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 23 september 2022 | 26 september 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale regelgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet een omvorming van een eengezinswoning naar twee appartementen en een praktijkruimte (ruimte voor vrije beroepen). In de tuinzone worden verblijfsunits aangelegd als nevenfunctie van de praktijk. De praktijkruimte en de bovengelegen woonfuncties zijn functioneel inpasbaar in de Lamorinièrestraat en de ruimere omgeving. In het kader van de aanvraag werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Business en Innovatie. Dit advies is gunstig en laat zich als volgt lezen: “De aanvraag omvat de verbouwing van een bestaande woning naar een praktijkwoning met 2 bovenliggende woonentiteiten. In de ruime achterliggende tuin worden 5 verblijfsruimtes voorzien en nog enkele voorzieningen in functie van de praktijkwoning.
De activiteit kan het best omschreven worden als een medische praktijk in de ruime zin van het woord waaraan de verblijfsruimtes als ondergeschikte kleinschalige logies worden toegevoegd. Dit neemt echter niet weg dat de logiesfunctie wel moet aangemeld worden bij toerisme Vlaanderen.
De medische praktijk zal ook het beheer en ontvangst voorzien van de verblijfsfunctie.
Door de hele specifieke doelgroep, de inplanting in de ruimere omgeving en de kleinschaligheid kan voor het dossier een gunstig advies gegeven worden.”
Ook het advies van de stedelijke dienst Visit Antwerp laat zich gunstig lezen: “De hoofdfunctie is volgens de beschrijving eerder medisch gericht (revalidatieruimten, kabinetten) en de hotelfunctie is hieraan ondergeschikt. Sowieso moet er voor de hotelfunctie een vergunning/melding gebeuren op Vlaams niveau. De doelgroep die ze met hun project willen aanspreken is een aanvulling op de bestaande doelgroep die we op toeristisch niveau aantrekken en wordt als positief ervaren.”
De adviezen van de stedelijke diensten Business en Innovatie en Visit Antwerp worden bijgetreden.
Er kan een positief advies gegeven worden voor de aangevraagde functies.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag bevat 2 grote onderdelen:
Betreffende de hoofdbebouwing wordt de bestaande en vergunde eengezinswoning omgevormd naar een meergezinswoning met twee appartementen en een gelijkvloerse praktijkruimte.
De praktijkruimte is toegankelijk via de gemeenschappelijke inkomhal en bedraagt ca. 170 m². Hierboven bevindt zich een éénslaapkamerappartement van 105 m² met aansluitende buitenruimte van ca. 11 m². Op de tweede verdieping wordt een éénslaapkamerappartement voorzien van 95 m² met een ruim dakterras (28 m²) dat bereikbaar is via de vernieuwde en verruimde dakkapel aan de achterzijde van het hellend dak. In de kelderverdieping worden tot slot fietsenbergingen, technische ruimtes, afvalbergingen en sanitair voorzien.
De inrichting van de appartementen is strijdig met artikel 23 van de bouwcode. Het appartement van 105 m² heeft namelijk geen ruime aaneengesloten buitenruimte van 15 m² en voldoet daarom niet aan de voorwaarden die gelden bij het opdelen van een eengezinswoning. Door de groenzone in de hoek van het terras te beperken, kan evenwel een ruim terras van 16 m² voorzien worden. Dit wordt als voorwaarde bij de vergunning geformuleerd zodoende de voorgestelde opdeling wel gunstig geadviseerd kan worden.
Naast de inrichting van de appartementen is ook de gelijkvloerse praktijkruimte aanvaardbaar in de omgeving en vormt het geheel geen overschrijding van de draagkracht van het perceel. Het volume blijft in grote mate ongewijzigd en blijft, ondanks de uitbreiding van de dakkapel en de verhoging van het aantal woonentiteiten, in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. Hoewel de dakkapel beduidend breder is dan de dakkapellen in de omgeving (bouwcode, art. 6) wordt immers geoordeeld dat deze niet storend is. De dakkapel is afgestemd op de architectuur en schaal van het gebouw, is niet hinderlijk voor de naburige percelen en zorgt als toegang tot het dakterras voor een verhoging van de woonkwaliteit.
In de tuinzone zijn 6 nieuwe gebouwen voorzien: vijf identieke cabines voor verblijfsaccommodatie en een nieuw bijgebouw dat als revalidatieruimte gebruikt zal worden. De cabines hebben een oppervlakte van 21 m² (ca. 6 m bij 3,5 m) en een aansluitend privéterras van 13,4 m². In elke cabine kunnen twee personen logeren. De cabines zijn voorzien van eigen sanitair en keuken. Ze worden op een hoogte geplaatst die varieert van 1 m tot 3,5 m.
Het revalidatiegebouw heeft eenzelfde afmeting als de cabines en bevindt zich op maaiveldniveau.
Rondom de vijver en tussen de cabines worden waterdoorlaatbare verhardingen aangelegd als pad naar de cabines. Alle bestaande bomen blijven behouden. Er worden ook nieuwe bomen en heesters aangeplant.
Zowel de cabines en het paviljoen op zich (volumes) als de functie van verblijfsaccommodatie zijn niet kenmerkend voor de omgeving en daardoor strijdig met artikel 6 en 10 van de bouwcode. Echter kunnen deze alsnog gunstig geadviseerd worden. Gezien de uitzonderlijke grootte van de tuin en de ligging ervan, grenzend aan het pAkt-project wordt geoordeeld dat deze verenigbaar zijn met de plaatselijke goede ruimtelijke ordening en de draagkracht van de omgeving niet overschrijden. De geplande handelingen, werken en wijzigingen in de tuinzone kunnen positief geadviseerd worden.
De positionering van de cabines en de variërende hoogten houden voldoende rekening met de afstand tot de perceelsgrens en de hoogte van de tuinmuren. Op deze manier wordt inkijk in de omliggende percelen tot het minimum beperkt.
Het bestaande en waardevolle groene karakter van de tuinzone wordt behouden en versterkt door nieuwe aanplantingen. De beperkte grootte en de plaatsing van de cabines zijn in harmonie met de natuurlijke omgeving van de tuinzone.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De voorgevel van het hoofdgebouw blijft aan de straatzijde visueel ongewijzigd. Het schrijnwerk wordt evenwel vervangen naar oorspronkelijk model en in de oorspronkelijke witte kleurstelling. De visuele inpasbaarheid in het straatbeeld blijft bijgevolg gegarandeerd.
De achtergevel van de hoofdbebouwing wordt wel gewijzigd. Ter hoogte van de eerste en tweede verdieping wordt nieuw, zwart, aluminium schijnwerk voorzien in vergrootte raamopeningen. Bij de dimensionering van de raamopeningen wordt voldoende rekening gehouden met de bestaande gevelopbouw waardoor deze wijzigingen aanvaardbaar zijn. De dakkapel wordt vernieuwd en voorzien in zwart aluminium plooiwerk dat aansluit bij het nieuwe schrijnwerk. Deze ingrepen zijn aanvaardbaar.
De materialisatie van de nieuwe gebouwen in de tuinzone tot slot tracht zich zo goed mogelijk in te passen in de natuurlijke omgeving. De gevelafwerking wordt voorzien in koperen panelen en fijn zwart aluminium schrijnwerk in combinatie met rustieke houten elementen voor de terrassen en de trappen. Deze materialisatie is duurzaam en hedendaags en past zich harmonieus in zijn omgeving in. De aanvraag kan op dit vlak positief geadviseerd worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag is strijdig met de verordening inzake integrale toegankelijkheid. De specifieke strijdigheden werden eerder in het verslag reeds uitgebreid beschreven. Deze strijdigheden vallen uiteen in drie belangrijke punten: de toegankelijkheid van de functies in de tuin, het aangepaste sanitair en de deuren.
Alle zones die deel uitmaken van de praktijk- en revalidatieruimtes, moeten voldoen aan de bepalingen uit de verordening toegankelijkheid. Ook in de tuinzone worden praktijk- en revalidatieruimtes voorzien. Deze zijn echter niet toegankelijk. Zo zijn de toegangspaden niet in overeenstemming met artikel 14, worden de niveauverschillen niet opgevangen door een lift of helling zoals beschreven in artikel 18 en heeft de trap geen leuningen conform artikel 20.
Om alsnog een vergunning te kunnen verlenen wordt als voorwaarde bij de vergunning geformuleerd dat ook de functies in de tuin, onderdeel van de praktijk, voorzien moeten worden conform de verordening toegankelijkheid.
Er worden ook voorwaarden geformuleerd die de conformiteit van de deuren en het aangepast sanitair met de verordening toegankelijkheid moeten garanderen aangezien de plannen verschillende strijdigheden tonen.
Verder wordt opgemerkt dat de riolering niet conform de bepalingen uit de bouwcode voorzien wordt. Zo worden er geen septische put en geen toegangsputten voorzien. Er worden voorwaarden bij de vergunning geformuleerd om alsnog een vergunning te kunnen verlenen.
In het kader van de vergunningsaanvraag werd de stedelijke Groendienst om advies gevraagd. De voorwaarden uit hun voorwaardelijk gunstig advies worden overgenomen als voorwaarden van de vergunning.
Tot slot werd ook advies gevraagd aan de stedelijke dienst Milieu. Dit advies laat zich als volgt lezen: “In de aanvraag is sprake van één grote multifunctionele ruimte voor ‘kunst, yoga, workshops, health retreats’ op de gelijkvloerse verdieping. De exploitatie van een dergelijk flexibel in te vullen ruimte kan aanleiding geven tot hinder die de normale burenhinder overschrijdt. Het is onduidelijk maar zeker niet ondenkbaar dat de geplande activiteiten zich ook zullen ontplooien in het tuingedeelte. Ook dit zal mogelijk voor geluidshinder zorgen voor de omwonenden. De vijf cabines in de tuin voor verblijfsrecreatie vormen eveneens een reëel risico op overlast naar de omwonenden. Uit de plannen of het dossier blijkt niet hoe/door wie enige vorm van toezicht op de gasten gehouden zal worden.
Het project zou geen gebruik maken van fossiele brandstoffen. Echter wordt nergens vermeld hoe wel zal voldaan worden aan de warmtevraag. Mogelijk wordt/worden één of enkele warmtepompen geïnstalleerd, dewelke zeer waarschijnlijk een ingedeelde inrichting of activiteit is/zijn (gemengd dossier noodzakelijk).”
Dit advies wordt gedeeltelijk bijgetreden. De vermelding dat het project geen gebruik zou maken van fossiele brandstoffen impliceert in vele gevallen een ingedeelde inrichting of activiteit. Daarom wordt als voorwaarde bij de vergunning opgenomen dat eventuele vergunnings- of meldingsplichtige inrichtingen of activiteiten voor de start der werken, aangevraagd moeten worden.
Wat betreft de opmerkingen over de potentiële geluidshinder wordt geoordeeld dat dit gaat om niet aantoonbare, subjectieve elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project. Er wordt voldoende afstand gehouden ten opzichte van de perceelsgrenzen en er wordt rekening gehouden met de hoogte van de omliggende tuinmuren. Hierdoor wordt geen hinder naar omwonenden gegenereerd. Bijkomend wordt opgemerkt dat de tuin wordt voorzien van bijkomend groen, zowel langs de perceelsgrenzen als rond de cabines. Dit zal mogelijke hinder verzachten.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden, de functiewijziging van wonen en kantoor naar medische praktijk en het inrichten van 5 verblijfsaccommodaties. De eengezinswoning wordt op het gelijkvloers ingericht als medische praktijk en op de verdiepingen als 2 appartementen. Voor de bijkomende wooneenheid is de parkeerbehoefte 1. De medische praktijk beschikt over 3 praktijkruimtes. Op basis van de informatie uit de nota concluderen we dat het hier niet over een huisartsenpraktijk gaat waarvoor de norm voor een specialist uit de CROW wordt gehanteerd, m.n. 1.25ppl/behandelruimte. Voor de 3 praktijkruimtes is de parkeerbehoefte 3,75 (afgerond 4). Voor de 5 verblijfsaccommodaties in de tuin hanteren we de norm voor een 4 sterren hotelkamer uit de CROW nl. 0,3ppl/kamer. Dat komt neer op een behoefte van 1,5 (afgerond 2). De werkelijke parkeerbehoefte is 6 |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag die betrekking heeft op een pand met een perceelsbreedte van minder dan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 5. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 6. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Het kantoor in het bijgebouw heeft een oppervlakte van 48 m². De bestaande parkeerbehoefte is 1 (1,1ppl/100m²). Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 1. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 1 parkeerplaats. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 5. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 5 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen
Voor de bijkomende wooneenheid moeten er 2 fietsstalplaatsen voorzien worden:
Voor de medische praktijk moeten er 2 fietsstalplaatsen voorzien worden voor het personeel en een viertal fietsparkeerplaatsen voor bezoekers. Ook voor de verblijfsaccommodatie is het wenselijk om een fietsstalplaats te voorzien voor het personeel.
Er moeten 5 fietsstalplaatsen voorzien worden en een aantal fietsparkeerplaatsen voor bezoekers.
Er worden 2 fietsbergruimten voorzien, 1 voor de appartementen en 1 voor de medische praktijk.
In het totaal zijn er 18 fietsstalplaatsen waarvan er 14 in een ophangsysteem voorzien worden.
Achter elke fiets in een fietsstalplaats moet er een vrije ruimte van 1,70 m beschikbaar zijn, dat is hier niet het geval. Als voorwaarde bij de vergunning wordt opgelegd dat de grootste fietsenberging anders dient ingericht te worden waardoor er minstens 5 fietsen gestald kunnen worden volgens de principes uit de bouwcode.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De groenzone op het terras van de eerste verdieping dient bij de toegankelijke zone van het terras gevoegd te worden zodat de totale oppervlakte van het terras meer dan 15 m² bedraagt.
2. De functies in de tuin die een onderdeel vormen van de praktijkruimtes in de voorbouw, moeten volledig conform zijn met de bepalingen uit de gewestelijke verordening inzake integrale toegankelijkheid.
3. Alle nieuwe deuren die onderworpen zijn aan de gewestelijke verordening inzake integrale toegankelijkheid, dienen voorzien te worden conform de bepalingen uit deze verordening.
4. Het aangepaste sanitair bij de praktijkruimte dient voorzien te worden conform de bepalingen uit de gewestelijke verordening inzake integrale toegankelijkheid.
5. De afvoerleidingen dienen voorzien te worden van toezichtsputten zoals voorgeschreven in artikel 41 van de bouwcode.
6. Er dient een septische put voorzien te worden zoals voorgeschreven in artikel 43 van de bouwcode.
7. Eventuele vergunningsplichtige of meldingsplichtige inrichtingen of activiteiten (warmtepompen, koelinstallaties,...) dienen voor de start der werken, aangevraagd te worden.
8. De grootste fietsenberging in de kelder dient ingericht te worden zodoende er minstens 5 fietsen gestald kunnen worden volgens de principes van artikel 29 van de bouwcode.
9. Onderstaande voorwaarden dienen in acht genomen te worden bij de werken in de tuinzone:
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van: 1. de gemeentelijke projecten; 2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 25 juli 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 23 september 2022 |
Start openbaar onderzoek | 4 oktober 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 2 november 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 6 april 2023 |
Verslag GOA | 17 februari 2023 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
4 oktober 2022 | 2 november 2022 | 0 | 0 | 0 | 1 |
Bespreking van de bezwaren
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De stedelijke dienst Mobiliteit adviseerde deze aanvraag voorwaardelijk gunstig. Ze hebben geen bezwaar tegen het niet voorzien van parkeerplaatsen. Wel zal er een parkeerretributie toegepast worden voor de 5 ontbrekende plaatsen. Deze zal op termijn door de stad gebruikt worden om buurtparkings te realiseren. Het smalle perceel met grote erfgoedwaarde laat niet toe om parkeerplaatsen te voorzien en de bijkomende parkeerdruk is beperkt.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Er wordt door de gemeentelijke omgevingsambtenaar geoordeeld dat de draagkracht van het perceel niet overschreden wordt door voorgesteld project. Er wordt voldoende afstand gehouden ten opzichte van de perceelsgrenzen en er wordt rekening gehouden met de hoogte van de omliggende tuinmuren. Hierdoor wordt geen hinder naar omwonenden gegenereerd. De verhardingen zijn beperkt en de paden worden voor het voornaamste deel in waterdoorlaatbare natuurlijke materialen voorzien.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De groenzone op het terras van de eerste verdieping dient bij de toegankelijke zone van het terras gevoegd te worden zodat de totale oppervlakte van het terras meer dan 15 m² bedraagt.
2. De functies in de tuin die een onderdeel vormen van de praktijkruimtes in de voorbouw, moeten volledig conform zijn met de bepalingen uit de gewestelijke verordening inzake integrale toegankelijkheid.
3. Alle nieuwe deuren die onderworpen zijn aan de gewestelijke verordening inzake integrale toegankelijkheid, dienen voorzien te worden conform de bepalingen uit deze verordening.
4. Het aangepaste sanitair bij de praktijkruimte dient voorzien te worden conform de bepalingen uit de gewestelijke verordening inzake integrale toegankelijkheid.
5. De afvoerleidingen dienen voorzien te worden van toezichtsputten zoals voorgeschreven in artikel 41 van de bouwcode.
6. Er dient een septische put voorzien te worden zoals voorgeschreven in artikel 43 van de bouwcode.
7. Eventuele vergunningsplichtige of meldingsplichtige inrichtingen of activiteiten (warmtepompen, koelinstallaties,...) dienen voor de start der werken, aangevraagd te worden.
8. De grootste fietsenberging in de kelder dient ingericht te worden zodoende er minstens 5 fietsen gestald kunnen worden volgens de principes van artikel 29 van de bouwcode.
9. Onderstaande voorwaarden dienen in acht genomen te worden bij de werken in de tuinzone:
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren