Terug
Gepubliceerd op 04/09/2023

2023_CBS_05868 - Omgevingsvergunning - OMV_2023067939. Grasbloemstraat 34. District Merksem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 01/09/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_05868 - Omgevingsvergunning - OMV_2023067939. Grasbloemstraat 34. District Merksem - Goedkeuring 2023_CBS_05868 - Omgevingsvergunning - OMV_2023067939. Grasbloemstraat 34. District Merksem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023067939

Gegevens van de aanvrager:

de heer abdelatif esslimani met als adres H. Geeststraat 9 te 2930 brasschaat

Ligging van het project:

Grasbloemstraat 34 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 40 sectie C nr. 142W14

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          15/05/1961: toelating (1974#3738) voor oprichten woning met staatspremie.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie: eengezinswoning

-          bouwvolume:

  • ingesloten bebouwing van 2 bouwlagen met een plat dak;
  • bouwdiepte hoofdvolume van 9 m;
  • gelijkvloerse aanbouw aan de linkerzijde met bouwdiepte tot op 13 m;
  • open, onbebouwde ruimte van circa 209 m²;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in rode baksteen met gevelaccenten in blauwe hardsteen;
  • ramen en voordeur in hout;

-          inrichting:

  • septische put ter hoogte van het terras.

 

Bestaande toestand

Overeenkomstig met de vergunde toestand met volgende wijzigingen of aanvullingen:

-          functie ongewijzigd;

-          bouwvolume:

  • veranda op de gelijkvloerse verdieping aan de rechterzijde met bouwdiepte tot op 13m;
  • tuinhuis met oppervlakte van circa 33 m² tegen de linker, achter en rechter perceelgrens;
  • open, onbebouwde ruimte van circa 174 m²

-          gevelafwerking:

  • wit geschilderde houten voordeur;
  • ramen in wit pvc met gelijke indeling;

-          inrichting:

  • septische put werd verwijderd.

 

Nieuwe toestand

-          functie ongewijzigd – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • sloop van de bestaande veranda;
  • nieuwbouw van een gelijkvloerse aanbouw met totale bouwdiepte van 17 m;
  • ophoging van de bestaande aanbouw (linkerzijde) met 1 bouwlaag;
  • interne constructieve verbouwingen;
  • tuinhuis met oppervlakte van circa 33 m² tegen de linker, achter en rechter perceelgrens;
  • open, onbebouwde ruimte van circa 161 m²

-          gevelafwerking:

  • wit geschilderde houten voordeur;
  • ramen in wit pvc met gelijke indeling;
  • aanbouw gelijkvloerse verdieping in rode baksteen;
  • uitbreiding op de eerste verdieping in donkergrijze gevelbekleding;

-          inrichting:

  • septische put werd verwijderd.

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het bouwvolume door het plaatsen van een aanbouw en ophogen van de bestaande aanbouw;

-          slopen van de bestaande veranda;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren; 

-          doorvoeren van interne constructieve werken. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    elke verblijfsruimte dient te worden voorzien van voldoende daglicht en zicht. Deze opening dient minstens 10 % van de netto-vloeroppervlakte te bedragen. Hoewel de plannen hieraan voldoen, wordt opgemerkt dat de eetruimte niet beschikt over kwalitatief daglicht en zicht;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    voor scheidingsmuren geldt dat een opstand van 0,30 meter dient te worden voorzien ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakdeel. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal worden bekleed. Uit de plannen is het onvoldoende duidelijk of deze opstand wordt voorzien volgens de bepalingen van dit artikel.
    Enkelvoudige scheidingsmuren dienen te worden opgericht in niet-geperforeerd, massief materiaal. Dit is onvoldoende duidelijk weergegeven op de plannen;
  • artikel 38 Groendaken:
    nieuwe, platte daken met een oppervlakte van meer dan 20 m², dienen te worden ingericht als groendak. De nieuwe daken voldoen hier niet aan;
  • artikel 43 Septische putten:
    de septische put werd verwijderd. Er dient een septische put te worden voorzien die voldoet aan de bepalingen van dit artikel.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een pluviale overstromingskans van 1 keer op 1000 jaar onder toekomstig (2050) klimaat.

Het project is gelegen in een zone met een fluviale overstromingskans van 1 keer op 1000 jaar onder toekomstig (2050) klimaat.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is gesitueerd in de Grasbloemstraat, gelegen in een woonwijk van het district Merksem. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door eengezinswoningen.

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid.

Het gebouw past in de bestaande straatwand en het gabarit van de woningen uit zijn omgeving. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving.

Visueel-vormelijke elementen

Buiten het wijzigen van buitenschrijnwerk in de voorgevel, worden er geen wijzigingen aangebracht aan de voorgevel ten opzichte van vergunde toestand waardoor het advies inzake visuele-vormelijke elementen gunstig is.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Door de uitbreiding op de gelijkvloerse verdieping is dit het geval in het voorliggend project, waardoor de woning voldoende wooncomfort biedt.

De afwijking op artikel van de bouwcode 24 – met betrekking tot de luchttoevoer en lichtinval in de eetkamer – is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
De eetkamer bevindt zich in het midden van de woning, tussen de traphal en de badkamer. Echter door de plaatsing van de koepel in het dak en de brede openingen naar zowel de zitkamer als de keuken krijgt de ruimte voldoende daglicht. Via de brede openingen kan deze ook verlucht worden.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven. 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De scheidingsmuren moeten een dikte hebben van minstens 18 cm dik en moeten bestaan uit niet-geperforeerd, massief materiaal, conform artikel 34 van de bouwcode.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

4. Alle nieuwe platte daken moeten worden aangelegd met een groendak, conform artikel 38 van de bouwcode.

5. Er moet een septische put worden geplaatst, conform artikel 43 van de bouwcode. 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

15 mei 2023

Volledig en ontvankelijk

4 juli 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit)

2 september 2023

Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit)

1 december 2023

Verslag GOA

22 augustus 2023

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

  1. Nieuwe scheidsmuur: Volgens de bezwaarindiener wordt de nieuwe scheidsmuur achteraan niet gelijk met de perceelsgrens geplaatst maar over de perceelsgrens. Dit is volgens hem niet nodig. Hij wil de muur liefst op de perceelsgrens hebben gebouwd.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Uit de plannen kan inderdaad worden opgemaakt dat de draagmuur niet op de perceelsgrens wordt geplaatst maar er naast met daarvoor isolatie en een gevelsteen. Er wordt als het ware een volwaardige gevel gecreëerd waarbij de voorgevelsteen op het perceel van de buur komt.

Echter heeft de omgevingsvergunning een zakelijk karakter. Werken die uitgevoerd worden aan de scheidsmuren kunnen slechts uitgevoerd worden, mits de uitdrukkelijke toestemming van beide partijen. Verder is het de verantwoordelijkheid van de architect om de werken naar behoren op te volgen en van de aannemer om deze volgens de regels van de kunst uit te voeren. Het optreden van schade aan de naburige percelen kan hierdoor reeds vermeden worden.

 

  1. Afwerking scheidsmuur: De bezwaarindiener wil inspraak in de afwerking van de scheidsmuur. Hij merkt op dat scheidsmuur wordt afgewerkt met “parament” maar dat nergens vermeld staat uit welk type steen (materiaal en kleur) dit bestaat. Hij wil een voorafgaandelijk overleg.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter. Werken die uitgevoerd worden aan de scheidsmuren kunnen slechts uitgevoerd worden, mits de uitdrukkelijke toestemming van beide partijen.

 

  1. Verhogen scheidsmuur – deksteen: De bezwaarindiener merkt op dat de achterbouw verhoogd zal worden. Dit zal volgens hem een impact hebben op de bestaande deksteen van zijn achterbouw. Hij wil hier graag uitsluitsel over.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter. Werken die uitgevoerd worden aan de scheidsmuren kunnen slechts uitgevoerd worden, mits de uitdrukkelijke toestemming van beide partijen. Verder is het de verantwoordelijkheid van de architect om de werken naar behoren op te volgen en van de aannemer om deze volgens de regels van de kunst uit te voeren. Het optreden van schade aan de naburige percelen kan hierdoor reeds vermeden worden.

 

  1. Uitvoering dakopbouw: De bezwaarindiener merkt op dat de achterbouw verhoogd zal worden. Dit zal volgens hem een impact hebben op de roofing van zijn dakopbouw. Hij wil graag weten of zijn roofing wordt verwijderd of vervangen. Hij wil hier graag inspraak in hebben.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter. Werken die uitgevoerd worden aan de scheidsmuren kunnen slechts uitgevoerd worden, mits de uitdrukkelijke toestemming van beide partijen. Verder is het de verantwoordelijkheid van de architect om de werken naar behoren op te volgen en van de aannemer om deze volgens de regels van de kunst uit te voeren. Het optreden van schade aan de naburige percelen kan hierdoor reeds vermeden worden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De scheidingsmuren moeten een dikte hebben van minstens 18 cm dik en moeten bestaan uit niet-geperforeerd, massief materiaal, conform artikel 34 van de bouwcode.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

4. Alle nieuwe platte daken moeten worden aangelegd met een groendak, conform artikel 38 van de bouwcode.

5. Er moet een septische put worden geplaatst, conform artikel 43 van de bouwcode.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.