Terug
Gepubliceerd op 04/09/2023

2023_CBS_05845 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023074724. Oosterveldlaan 24-24A. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 01/09/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_05845 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023074724. Oosterveldlaan 24-24A. District Wilrijk - Goedkeuring 2023_CBS_05845 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023074724. Oosterveldlaan 24-24A. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2023074724

Gegevens van de aanvrager:

VZW GasthuisZusters Antwerpen met als contactadres Oosterveldlaan 22 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Gegevens van de exploitant:

VZW GasthuisZusters Antwerpen (0428651017) met als contactadres Oosterveldlaan 22 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Ligging van het project:

Oosterveldlaan 24-24A te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 42 sectie C nrs. 173N en 173P

waarvan:

 

-          20180719-0037

afdeling 42 sectie C nrs. 173N en 173P (GasthuisZusters Antwerpen vzw, campus Sint-Augustinus)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

ziekenhuis Sint-Augustinus: het exploiteren van een bronbemaling en het tijdelijk lozen van het bemalingswater voor de uitbreiding van de afdelingen neonatologie en fertiliteit;

verder wordt er nog een afwijking op de algemene en sectorale lozingsvoorwaarden van Vlarem II gevraagd.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 14 september 2017 werd er door de deputatie van de provincie Antwerpen een omgevingsvergunning verleend (MLAV1/2017-0205). Deze vergunning is geldig tot 14 september 2037. Op 18 oktober 2018 werd deze vergunning gewijzigd (OMV_2018078068). Op 17 mei 2023 keurde de deputatie nog een wijziging goed (OMV_2022103872).

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft het exploiteren van een bronbemaling en het tijdelijk lozen van het bemalingswater voor de uitbreiding van de afdelingen neonatologie en fertiliteit. Verder wordt er nog een afwijking op de algemene en sectorale lozingsvoorwaarden van Vlarem II gevraagd.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) GasthuisZusters Antwerpen vzw, campus Sint-Augustinus
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

+2,14 m³/uur

3.6.3.1°b)

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater, waarbij het effluentwater één of meer gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II., met een effluent tot en met 5 m³/uur;

+2,14 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

8.174,00 m³/jaar


Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie, (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een tijdelijke bemaling die noodzakelijk is voor de uitvoering van eerder vergunde stedenbouwkundige handelingen. Deze stedenbouwkundige handelingen werden reeds eerder getoetst aan de verenigbaarheid met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening. De bemaling zelf is slechts tijdelijk van aard en noodzakelijk voor de uitvoeringsfase van de bouw. Het project kan beschouwd worden als verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Bemaling 

 

Er zijn 2 bouwputten waar er een bemaling zal plaatsvinden;  
 
i) Bouwput 1 is nodig voor de bouw van de nieuwe Iridium bunkers. De bemaling zal 240 dagen duren. 
Er dient een verlaging van de watertafel van -4,60 m naar -5,30 m te gebeuren binnen de bouwput in het kader van de bouwwerken. De bunkers liggen op 110 meter van het NICU gebouw. Volgens de berekeningen ligt het NICU gebouw buiten de invloedstraal van de bemaling (64 meter). De bemaling wordt uitgevoerd als een vacuümbemaling waarbij de filters worden aangezet op 7 m-mv.  

ii) Bouwput 2 is nodig voor de onder kelderde uitbreiding voor de NICU en fertiliteitsafdeling. De bemaling zou 42 dagen duren.  

Om de stedelijke diensten toe te laten de bemalingsactiviteiten op te volgen wordt voorgesteld dat onder de vorm van een bijzondere voorwaarde in de vergunning wordt opgenomen dat de exploitant de startdatum van de bemaling samen met de contactgegevens van de werfverantwoordelijke voor de opstart van de bemaling dient te melden aan de diensten Vergunningen en Milieuinterventie. Ook het einde van de bemalingswerken wordt aan deze diensten meegedeeld met vermelding van het projectnummer OMV_2023074724. 
 

In de vergunning uitgereikt door de deputatie in de zitting van 17 mei 2023 werd de bronbemaling op een maximale diepte van 9 meter onder het maaiveld met een opgepompt debiet van 4,4 m³/uur, 106 m³/dag en 15.900 m³/jaar, voor een termijn van 150 kalenderdagen (53.2.2.a) geweigerd. In de huidige aanvraag (OMV_2023074724) wordt een verandering aangevraagd voor de bemaling van 1.018 m³/ jaar naar 8.174 m³/ jaar. Dit is foutief. Er bestaat geen vergunde toestand voor rubriek 53.2.2°a). In de huidige aanvraag wordt de rubriek 53.2.2°a) gevraagd voor een maximaal debiet van 58 m³/dag of 8.174 m³/ jaar voor een duur van 240 dagen. Dit klopt niet. In het bijgevoegde document van de afvalwaterstromen staat er duidelijk dat het grondwater van de bemaling van de bunkers en het bemalingswater van de fertiliteitssite afgevoerd wordt in lozingspunt 6. Het totaal af te voeren bemalingswater bedraagt 9.192 m³/jaar. Dit is de gecoördineerde toestand. Gezien er geen vergunde toestand bestaat, moet de aangevraagde verandering aangepast worden naar 9.192 m³ per jaar. Dit zou zo opgenomen moeten worden in de vergunning.  

 

Foutief aangevraagde rubriek 53.2.2°a) in de vergunningsaanvraag:  

Rubriek 

Vergunde toestand 

Verandering 

Gecoördineerde toestand 

53.2.2°a) 

1018 m³/jaar 

8174 m³/jaar 

9.192 m³/jaar 


Geadviseerde aanvraag rubriek 53.2.2°a): 

Rubriek 

Vergunde toestand 

Nieuw 

Gecoördineerde toestand 

53.2.2°a) 

0 m³/jaar 

9.192 m/jaar 

9.192 m³/jaar 


Ook werd in dezelfde vergunning uit de zitting van 17 mei 2023 het tijdelijk lozen van bemalingswater met gevaarlijke stoffen, al dan niet met een afvalwaterzuivering aangevraagd en geweigerd (rubriek 3.4.2.- 3.6.3.1.b). De toevoegingen betroffen;   

  •       een uitbreiding van het lozingsdebiet van het bedrijfsafvalwater met 2,14 m³ per uur voor het tijdelijk lozen van bemalingswater in de openbare riolering (3.4.2).  
  •       de toevoeging van een nieuwe rubriek voor het tijdelijk lozen van afvalwater via een afvalwaterzuiveringsinstallatie in de openbare riolering (3.6.3.1.b).   

Deze wijzigingen zouden een nieuw openbaar onderzoek vereisen en (minstens) een adviesvraag aan de VMM, dit was niet mogelijk waardoor de aanvraag geweigerd werd in de zitting van 17 mei 2023. 
 
In de huidige aanvraag (OMV_2023074724) wordt een verandering aangevraagd voor; 

  •       het lozen van bedrijfsafvalwater van een vergunde toestand 26,42 m³ per uur naar het lozen van 28,56 m³ per uur (rubriek 3.4.2°). 
  •       het lozen van effluentwater via een waterzuivering van een vergunde toestand 1,42 m³ per uur naar 3,56 m³ per uur (rubriek 3.6.3.1.b). 

 

Rubriek 3.4.2° heeft een vergunde toestand van 26,42 m³ per uur waarbij de aangevraagde verandering 2,14 m³ per uur bedraagt en de gecoördineerde toestand 28,56 m³ per uur bekomen wordt. De gecoördineerde toestand klopt, echter moet de vergunde toestand aangepast worden naar 25 m³ per uur en de aangevraagde verandering naar 3,56 m³ per uur.  

Rubriek 3.6.3.1°b) heeft als vergunde toestand 1,42 m³ per uur bemalingswater dat als effluent langs de zuivering zou gaan. De verandering bedraagt 2,14 m³ per uur en de gecoördineerde toestand zou 3,56 m³ per uur bedragen. De gecoördineerde toestand klopt, echter bedraagt de vergunde toestand 0 m³ per uur. Dit moet aangepast worden in de vergunning. Bovendien moet er als verandering 3,56 m³ per uur aangevraagd worden. Dit opdat beide strengen, zowel voor de aanbouw van de bunker (1,42 m³ per uur) als het bemalingswater voor de aanbouw van de fertiliteitssite (2,14 m³ per uur) langs de afvalwaterzuiveringsinstallatie kunnen gaan en zo de correcte gecoördineerde toestand bekomen wordt. Er moet altijd rekening gehouden worden met de lozingsnormen opgenomen in de vergunning.  

De extra lozingen zijn van tijdelijke aard. De lozing van het bemalingswater met een debiet van 1,42 m³ per uur afkomstig van de fertiliteitssite, duurt 42 dagen. De lozing van het bemalingswater van 2,14 m³ per uur afkomstig van de bunkers, duurt 240 dagen. Wanneer de bemalingen zijn afgerond, moet de vergunning mogelijks herbekeken en aangepast worden. 

 

Foutief aangevraagde rubrieken 3.4.2° en 3.6.3.1.b) in de vergunningsaanvraag: 

Rubriek 

Vergunde toestand 

Verandering 

Gecoördineerde toestand 

3.4.2° 

26,42 m³/uur 

2,14 m³/uur 

28,56 m³/uur 

3.6.3.1.b) 

1,42 m³/uur 

2,14 m³/uur 

3,56 m³/uur 

 

Geadviseerde aanvraag rubrieken 3.4.2° en 3.6.3.1.b): 

Rubriek 

Vergunde toestand 

Verandering 

Gecoördineerde toestand 

3.4.2° 

25 m³/uur 

3,56 m³/uur 

28,56 m³/uur 

Rubriek 

Vergunde toestand 

Nieuw 

Gecoördineerde toestand 

3.6.3.1.b) 

0 m³/uur 

3,56 m³/uur 

3,56 m³/uur 

 

Het bemalingswater van beide sites wordt tijdelijk geloosd in lozingspunt 6 ter hoogte van de Spoorweglaan via een droogweerafvoer (DWA). Vervolgens gaat dit bemalingswater naar de RWZI te Aartselaar.  
 

Afwijkingen 

Het indelingscriterium voor arseen wordt overschreden over gehele projectlocatie. Veiligheidshalve wordt een zuiveringsinstallatie aangevraagd. In de bemalingsnota wordt het zuiveringsconcept met zandfilter voorgesteld. 
 

Parameter 

Eenheid 

IC

Analyseresultat-en bouwput 1 (RT*) 

Analyseresultaten bouwput 2 (NICU**) staal 1- staal 2 

Aangevraagde lozingsnorm 

Geadviseerd

Arseen 

µg/l 

5 

20 

270 - 28 

50 

50

Cadmium 

µg/l 

0,8 

<0,8 

1,7 - <0,8 

/ 

/

Chroom 

µg/l 

50 

92 

770 - 21 

500 

100

Nikkel 

µg/l 

30 

75 

170 - 21 

300 

100

Lood  

µg/l 

50 

35 

72 - <5 

500 

100

Zink 

µg/l 

200 

100 

270 - 11 

2000 

150

*RT : Radiotherapie ; **NICU: fertiliteitssite 

De analyseresultaten voor de bemaling van bouwput 1 geven een overschrijding voor arseen, chroom en nikkel met respectievelijk 20, 92 en 75 µg/liter. 
Volgens de analyseresultaten van de bemalingsstudie voor de bouwput 2 blijkt dat het de IC overschreden worden voor arseen, cadmium, chroom, nikkel, lood en zink dit met respectievelijk 270; 1,7; 770; 170; 72 en 270 µg/liter op 20 maart 2023.  Na een tweede staalname op 27 maart 2023 wordt enkel het IC van arseen overschreden met 28 µg/liter. De afwijking van de parameters wordt geweten aan de slibfractie die in het eerste staal aanwezig was en mogelijks een vertekend beeld heeft gegeven wat betreft de analyseresultaten. Uit de bemalingsstudie is er een overschrijding voor arseen gemeten over de gehele projectlocatie (bouwputten 1 en 2).  
Gezien er prioritaire stoffen aanwezig zijn in het bemalingswater, kan een lozingsnorm van 10 keer het indelingscriterium niet aanvaard worden. Afgaande van de analyseresultaten kan er voor arseen een norm van 50 µg/liter aanvaard worden. Voor chroom, nikkel, lood en zink wordt een lozingsnorm van respectievelijk 100 µg/liter, 100 µg/liter, 100 µg/liter en 150 µg/liter opgelegd. Dit wordt mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden.  
 
Ook is er een overschrijding van enkele PFAS parameters over de gehele projectlocatie.  

Parameter 

Eenheid 

Indelings-criterium (IC/RG) 

Analyseresultaten bouwput 1 (RT) 

Analyseresultaten bouwput 2 (NICU) staal 1- staal 2 

Aangevraagde lozingsnorm 

perfluor-n-butaanzuur 

ng/l 

20 

37 

32 

100 

perfluor-n-octaanzuur lineair 

ng/l 

20 

21 

71 

100 

perfluor-n-octaanzuur totaal 

ng/l 

50 

22 

79 

100 

perfluor-n-octaansulfonzuur lineair 

ng/l 

20 

70 

<8 

100 

perfluor-n-octaansulfonzuur totaal 

ng/l 

50 

89 

<8 

100 

 
Voor de verhoogde PFAS parameters wordt een verhoogde lozingsnorm aangevraagd van 100 ng/liter per individuele PFAS parameter. De indelingscriteria (rapportagegrenzen) voor PFAS worden overschreden voor enkele parameters over de gehele projectlocatie. Er zal mogelijk een waterzuivering geplaatst moeten worden. Het onttrokken grondwater dat verontreinigd is, zal gezuiverd worden over een grondwaterzuiveringsinstallatie. Het zuiveringsconcept met waterzijdig actieve koolfilter wordt voorgesteld in de bemalingsstudie.  

 

Parameter 

Eenheid 

Indelingscriterium (IC/RG) 

Voorgestelde lozingsnorm 

PFAS individueel 

ng/l 

20/50 

100 

 

In de beschrijving van de lozing staat opgenomen dat ongeveer 48.000 liter opgepompt grondwater aangevat zal worden in de sanitaire containers van de werfkeet voor het doorspoelen van de toiletten. Gezien het bemalingswater vervuild is met zware metalen en PFAS, moet de lozingsnorm behaald worden vooraleer het water op deze wijze gebruikt kan worden. Bovendien moet er, zoals in de zitting van 17 maart 2023 vermeld een akkoord verkregen worden van Aquafin voor het lozen van het bemalingswater op de riolering. Dit wordt mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden.  

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen. 

 

Zettingen 

 

De theoretisch berekende zettingen zijn kleiner dan de maximaal toelaatbare zettingen. Het zettingsgevaar is miniem. 
Gezien er voor zowel bouwput 1 als bouwput 2 bemaald wordt in een beperkt doorlatende kleilaag, wordt er aangeraden de filters zo diep mogelijk in de grond te plaatsen. 

 

Advies van het college

Aan het college wordt voorgesteld om een voorwaardelijk gunstig advies uit te brengen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

+3,65 m³/uur

3.6.3.1°b)

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater, waarbij het effluentwater één of meer gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II., met een effluent tot en met 5 m³/uur;

3,56 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

9.192,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De kwaliteit van het bemalingswater van elke bemalingsstreng wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten die in het WAC_IV_A_025 opgenomen zijn of zullen worden. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende norm. Indien het bemalingswater concentraties hoger dan de lozingsnormen of rapportagegrenzen bevat, wordt het bemalingswater gezuiverd alvorens te lozen in oppervlaktewater/riolering. Na toetsing van de analyseresultaten en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie kan de bemaling opnieuw opgestart worden. Na de opstart van de bemaling wordt de monitoring op het geloosde effluent herhaald als volgt: Een stillegging van de bemaling is hierbij niet meer vereist. Bij concentraties >80% norm: analyse op het geloosde effluent in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% norm aantoont. Bij concentraties <80% van de norm is er geen herhaling noodzakelijk.

2. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

3. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.

4. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.

5. De lozingsnormen opgenomen in bijlage 4.2.5.2. van Vlarem II zijn van toepassing voor het lozen van bedrijfsafvalwater, uitgezonderd voor de parameter Arseen. Hier wordt een lozingsnorm van 50 µg/l toegelaten. Voor de parameters Chroom, Nikkel, Lood en zink wordt een lozingsnorm van respectievelijk 100 µg/l, 100 µg/l, 100 µg/l en 150 µg/l opgelegd.

6. Voor de verhoogde PFAS parameters wordt een verhoogde lozingsnorm van 100 ng/l per parameter aanvaard.

7. Alvorens het opgepompte bemalingswater aan te gebruiken in de sanitaire voorzieningen van de werfkeet, dienen de lozingsnormen opgenomen in bijlage 4.2.5.2. van Vlarem II en de bijstellingen opgenomen in punt 5 en 6, behaald te worden. Bijkomend dient een akkoord van Aquafin bekomen te worden voor het lozen van het bemalingswater op de riolering.

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

27 juli 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

26 augustus 2023*

*na contact met de provincie werd een akkoord bekomen om uiterlijk 1 september 2023 advies uit te brengen. 

Onderzoek

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden:


Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De kwaliteit van het bemalingswater van elke bemalingsstreng wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten die in het WAC_IV_A_025 opgenomen zijn of zullen worden. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende norm. Indien het bemalingswater concentraties hoger dan de lozingsnormen of rapportagegrenzen bevat, wordt het bemalingswater gezuiverd alvorens te lozen in oppervlaktewater/riolering. Na toetsing van de analyseresultaten en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie kan de bemaling opnieuw opgestart worden. Na de opstart van de bemaling wordt de monitoring op het geloosde effluent herhaald als volgt: Een stillegging van de bemaling is hierbij niet meer vereist. Bij concentraties >80% norm: analyse op het geloosde effluent in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% norm aantoont. Bij concentraties <80% van de norm is er geen herhaling noodzakelijk.

2. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het dossiernummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

3. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.

4. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.

5. De lozingsnormen opgenomen in bijlage 4.2.5.2. van Vlarem II zijn van toepassing voor het lozen van bedrijfsafvalwater, uitgezonderd voor de parameter Arseen. Hier wordt een lozingsnorm van 50 µg/l toegelaten. Voor de parameters Chroom, Nikkel, Lood en zink wordt een lozingsnorm van respectievelijk 100 µg/l, 100 µg/l, 100 µg/l en 150 µg/l opgelegd.

6. Voor de verhoogde PFAS parameters wordt een verhoogde lozingsnorm van 100 ng/l per parameter aanvaard.

7. Alvorens het opgepompte bemalingswater aan te gebruiken in de sanitaire voorzieningen van de werfkeet, dienen de lozingsnormen opgenomen in bijlage 4.2.5.2. van Vlarem II en de bijstellingen opgenomen in punt 5 en 6, behaald te worden. Bijkomend dient een akkoord van Aquafin bekomen te worden voor het lozen van het bemalingswater op de riolering.

 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.