Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023028158 |
Gegevens van de aanvrager: | Gary Robion met als adres Leerhoeklaan 47 te 2180 Antwerpen en Joke Van Dorslaer met als adres Leerhoeklaan 47 te 2180 Antwerpen |
Ligging van het project: | Leerhoeklaan 47 2180 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 35 sectie F nr. 250H |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 13/07/1964: vergunning (196419) voor het verkavelen van gronden voor woningbouw;
- 27/08/1964: vergunning (803#7085) voor het bouwen van een eengezinswoning.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd:
Nieuwe toestand
- conform bestaande toestand, dus mits het regulariseren van de voortuinverharding, afgezien van:
- bouwvolume:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume achteraan;
- doorvoeren van (interne) constructieve werken;
- regulariseren van het geheel verharden van de voortuinzone.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgend(e) punt(en):
- Het aanleggen van op- en afritten in de bouwvrije voortuin is verboden. Betreffende zone werd hier geheel verhard en ingericht als (twee) autostalplaatsen, weliswaar zonder dat de voortuinzone voldoet aan de vastgelegde normen om op een degelijke wijze een wagen in te parkeren (niet minimaal 5 m diep);
- Het hoofdgebouw dient een bouwdiepte van maximaal 9 m te hebben (op de bovengelegen verdiepingen), waarbij de maximale gelijkvloerse bouwdiepte kan worden voorzien tot 13 m. In deze wordt de uitbouw voorzien over 2 volwaardige bouwlagen en dit tot een bouwdiepte van 12 m (met andere woorden 3 m te diep op de 1ste verdieping).
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
In dit geval werd de gehele voortuin verhard en ingericht als autostalplaats, ook al beschikt deze bijkomend niet over de vereiste minimale diepte om laatstgenoemde op een degelijke wijze te laten plaatsvinden;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor Provincie aangewezen is als adviesinstantie.
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er zijn onvoldoende gegronde redenen om af te wijken van de geldende voorschriften, met uitzondering van artikel 6 en 10, zoals verder in dit verslag besproken wordt.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet het verbouwen en uitbreiden van een vergunde eengezinswoning en gelet op de verenigbaarheid van vermelde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van de van kracht zijnde verkaveling, is er in deze dan ook ontegensprekelijk sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De geplande volumetrie is grotendeels aanvaardbaar en in overeenstemming met de van kracht zijnde voorschriften; echter geldt dit niet rechtstreeks voor de geplande uitbreiding op de 1ste verdieping, dewelke strijdig is met de specifieke maatvoeringsvoorschriften van de vigerende verkaveling.
De aanvraag komt echter in aanmerking voor een afwijking onder toepassing van artikel 4.4.1 VCRO. Er werd namelijk een openbaar onderzoek gevoerd en artikel 4.4.1 bepaalt dat, in dat geval, beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan op de afmetingen en inplanting van constructies, maar niet op bestemming, V/T en aantal bouwlagen. De gevraagde bouwdiepte op de verdieping valt nog steeds binnen de bouwstrook, waardoor geen afwijking op de bestemming vastgesteld kan worden. Aangezien de verkaveling geen maximaal toegestane V/T index bepaalt kan de uitbreiding ook niet als een afwijking hierop beschouwd worden. Het aantal bouwlagen wijzigt evenmin, dus ook hier is de aanvraag mee in overeenstemming. Verder stellen we vast dat er in de onmiddellijke omgeving, waaronder de rechterbuur, reeds een aantal uitbreidingen op de eerste verdieping gerealiseerd werden. Hoewel deze voor het grootste deel niet vergund blijken, kan er wel gesproken worden van een nieuw referentiebeeld en kan de aanvraag hiermee in overeenstemming geacht worden.
Gezien de beperkte afwijkingen op de voorschriften wordt ook geen significante hinder of nadelen verwacht voor de aanpalenden. Bovendien leverde het openbaar onderzoek geen bezwaren op. De gevraagde uitbreiding kan bijgevolg in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening geacht worden en een afwijking op basis van artikel 4.4.1 VCRO kan gunstig geadviseerd worden.
Visueel-vormelijke elementen
De geplande werken zouden geheel aan de achterzijde plaatsvinden en zouden bijgevolg niet zichtbaar zijn vanop het openbare domein. Desalniettemin zijn de gehanteerde materialen, rood genuanceerde gevelsteen en grijs aluminium schrijnwerk, aanvaardbaar voor dit type van bebouwing en zonder meer visueel ingepast in de gebouwde context.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is dan ook zonder meer gunstig.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De voortuin moet afgesloten worden conform de bepalingen van artikel 19 – tuinafsluitingen, van de Antwerpse bouwcode.
3. De voortuin moet ingericht worden conform de bepalingen van artikel 27 van de Antwerpse bouwcode met als verharding enkel een pad, palend aan de bebouwing, en een toegangspad met een maximumbreedte van 1,50 meter.
4. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
5. Het nieuwe dak van de uitbreiding moet aangelegd worden met een groendak conform de bepalingen van artikel 38 van de Antwerpse bouwcode.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 11 maart 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 28 april 2023 |
Start 1e openbaar onderzoek | 10 mei 2023 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 8 juni 2023 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 19 juni 2023 |
Start laatste openbaar onderzoek | 29 juni 2023 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 28 juli 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit) | 10 oktober 2023 |
Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit) | 8 januari 2024 |
Verslag GOA | 24 augustus 2023 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
De organisatie van het vereiste openbare onderzoek werd niet correct uitgevoerd.
In eerste instantie dient de affiche te worden opgehangen en gedateerd minimaal 1 kalenderdag vóór de officiële startdatum van het openbare onderzoek (in dit geval 10 mei) – hier is er sprake van 10 of 16 mei (moeilijk leesbaar, gelet op de grove korrel van de foto), waardoor er ontegensprekelijk sprake is van een procedurefout.
In tweede instantie dient deze affiche te worden opgehangen of bevestigd ter hoogte van het openbare domein; aangezien er hier sprake is van een woning met voortuin, kan een affichage ter hoogte van de voorgevel dan ook niet aanvaard worden aangezien op deze manier een belanghebbende derde wordt verplicht, voor het lezen van de affiche, om principieel zonder toestemming privéterrein te betreden.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
10 mei 2023 | 8 juni 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
29 juni 2023 | 28 juli 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De voortuin moet afgesloten worden conform de bepalingen van artikel 19 – tuinafsluitingen, van de Antwerpse bouwcode.
3. De voortuin moet ingericht worden conform de bepalingen van artikel 27 van de Antwerpse bouwcode met als verharding enkel een pad, palend aan de bebouwing, en een toegangspad met een maximumbreedte van 1,50 meter.
4. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
5. Het nieuwe dak van de uitbreiding moet aangelegd worden met een groendak conform de bepalingen van artikel 38 van de Antwerpse bouwcode.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.