Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023061876 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Shah Swapnil Dineshchandra met als adres Berkenlaan 2 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Berkenlaan 2 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 42 sectie B nr. 218P |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden en verbouwen van een vrijstaande woning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 23/01/1937: toelating (238#4729) voor landhuis;
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/11545
Geacht vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- inrichting:
Bestaande toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen van een vrijstaande eengezinswoning;
- bouwen van een overdekte constructie (carport) aan de achterzijde van het perceel;
- voorzien van een fietsenberging in het fronton;
- uitbreiden van het volume;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 13 juli 2023 | 18 juli 2023 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 13 juli 2023 | 3 augustus 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd. Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd. Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de straat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet enerzijds in een grondige renovatie van de bestaande woning en in het bouwen van een carport in de tuin anderzijds.
De vrijstaande eengezinswoning bestaat uit 2 bouwlagen met plat dak op een deels verzonken kelderniveau. De in onbruik geraakte garage in de half verzonken kelderverdieping wordt door het heraanleggen van de hellingsinrit terug toegankelijk en functioneel gemaakt. Gezien de aangeleverde plannen geen informatie omtrent de toegangshelling naar de garage bevatten, wordt in voorwaarden opgelegd dat deze moet voldoen aan de bepalingen van art. 30 van de bouwcode.
Ter hoogte van het voormalig toegangsbordes wordt de kelder aan de straatzijde uitgebreid met een kleine fietsenberging. Boven het maaiveld resulteert deze ingreep in een verhoogd terras aan de rechterzijde van de voorgevel. Dit terras komt dieper dan het bestaand bordes en komt hierdoor binnen de bouwvrije voortuinstrook van 6 m te liggen. De fietsenstaplaats heeft een vrije hoogte van 1,87 m en is te lang en smal om functioneel te zijn. Bijkomend sluit de fietsenberging niet aan op de garage waardoor de toegang omslachtig is. Gezien ook het advies van de dienst Monumentenzorg (zie verder) om de voormalige inkom via een trappartij toegankelijk te maken, wordt geoordeeld om het verwijderen of wijzigen van het bestaande toegangsbordes ten bate van een weinig functionele fietsenstalplaats niet wenselijk is.
Het wijzigen of verwijderen van het bestaande toegangsbordes wordt bijgevolg van de vergunning uitgesloten.
Door het verplaatsen van de inkom naar de linkerzijgevel wordt de resterende oppervlakte van de voortuinstrook onthard en als tuin aangelegd. Deze ingreep wordt gunstig beoordeeld.
Naast interne constructieve werken die een optimalisatie van de beschikbare oppervlakte beogen, wordt ter hoogte van de rechterzijgevel de woning uitgebreid met een rechthoekige uitbouw van 3,04 m op 1,61 m. De kroonlijst van deze aanbouw bevindt zich op 4,88 m ten opzichte van het maaiveld. De zijgevel van het nieuwe volume ligt op 3,06 m tot de perceelsgrens en bijgevolg binnen de bouwvrije zijtuinstrook van 4,00 m.
Er zijn echter enkele factoren die een afwijking hierop verantwoorden:
- de aanbouw beschikt over een beperkte volume;
- de functie en gebruik als tempelruimte;
- het feit dat de onderzijde van het ronde raam in de zijgevel op ca. 1,70 m van de binnenvloerpas bevindt;
- het feit dat het naastliggende perceel ingericht is als tuin.
Er wordt bijgevolg geoordeeld dat de voorgestelde volume-uitbreiding in de bouwvrije zijtuinstrook uitzonderlijk gunstig geadviseerd kan worden.
Achteraan de woning voorziet de aanvraag nog in het uitbreiden het verhoogde terras over de volledige breedte van de achtergevel. Het terras meet zo 11,53 m op ca. 4,75 m.
Achteraan het perceel wordt bijkomend een carport voor 2 wagens voorzien. Deze sluit aan de bestaande tuinbergingen van de linker- als de achterbuur. De carport zelf meet ca. 6,00 m op 6,00 m maar het uitkragend dak meet 7,40 m op 7,40 m met een kroonlijsthoogte van ca. 2,45 m. Het dak van vierkant paviljoen rust aan de linkerkant op een massieve L-vormige wand die op 0,60 m van de linkerperceelsgrens gepositioneerd staat en aan de rechterzijde op 2 stalen kolommen.
Terwijl de benaming ‘carport’ een open constructie impliceert, worden de open wanden ingevuld met niet nader gedefinieerde metalen platen en een poort. De facto is deze constructie een gesloten garage en geen carport. De inplanting volgt de perceelsgrenzen niet waardoor het dak plaatselijk over de linkerperceelsgrens komt. Door niet aan te sluiten op de aanpalende panden ontstaan ingesloten restruimtes die gevat zitten tussen de buurconstructies, de massieve wand en het uitkragend dak. Het plan toont parkeerplaatsen voor 2 wagens terwijl er slechts 1 toegangsweg en geen manoeuvreerruimte in de tuinzone aangeduid wordt. Geoordeeld wordt dat zowel de voorgestelde inplanting en opbouw te weinig kwalitatief zijn en de plannen nog te veel onduidelijkheden naar gebruik toe bevatten waardoor voor deze constructie geen gunstig advies verleend kan worden. Het bouwen van de carport wordt bijgevolg van de vergunning uitgesloten.
Cultuurhistorische aspecten
Gezien het pand is opgenomen op de Inventarislijst Onroerend Erfgoed, werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:
“De aanvraag omvat de renovatie en uitbreiding van de modernistische villa. De nieuwe inkomzone wordt gesitueerd aan de linkerzijde van het gebouw. De gevels worden gereinigd, voorzien van alu schrijnwerk in steellook en opnieuw in ere hersteld.
De geplande ingrepen werden vooraf uitvoerig besproken met de stedelijke dienst monumentenzorg. Het ingediende voorstel voldoet grotendeels aan de randvoorwaarden die vooraf werden meegegeven en de geplande aanpassingen resulteren in een opwaardering van het historische pand.
Als voorwaarde wordt opgelegd om een volwaardige trappartij te voorzien ter hoogte van de oorspronkelijke inkomtravee. We begrijpen dat deze toegangsdeur niet langer de functie van hoofdinkom zal dragen, maar historisch gezien was dit wel zo. Door de deur volledig onbereikbaar te maken, ontstaat een vreemd zicht dat afbreuk doet aan de oorspronkelijke opzet van het ontwerp en de grandeur van de initiële inkompartij en inkomhal.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de aandachtspunten van de dienst monumentenzorg integraal bijgetreden en zou volgende voorwaarde mee bij de vergunning opgenomen worden mocht het wijzigen van het toegangsbordes niet van de vergunning uitgesloten worden:
- De oorspronkelijke inkomdeur aan de voorgevel bereikbaar te maken met een volwaardige trappartij.
Visueel-vormelijke elementen
De oorspronkelijke materialisatie van de woning bestaande uit een natuurstenen sokkel met bovenliggend metselwerk wordt in ere hersteld waardoor de modernistische vormentaal terug leesbaar wordt. Deze visuele opbouw wordt echter niet in de nieuwe uitbreiding aan de rechtergevel toegepast. De uitbreiding wordt namelijk volledig in metselwerk opgetrokken en maakt hierdoor visueel minder deel uit van het hoofdvolume. Daarom wordt in de voorwaarden opgenomen om het bijkomend volume eveneens van een sokkel in dezelfde natuursteen als het hoofdvolume te voorzien en deze in hoogte ook op de bestaande sokkel te laten aansluiten.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden is de aanvraag visueel inpasbaar in de omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Gezien de ligging in de Conventie Della Faille werd er advies gevraagd aan de bedrijfseenheid stadsbeheer/afdeling groen en begraafplaatsen:
“De groendienst verleent een gunstig advies, mits volgende voorwaarden:
- De bestaande groenzones en bomen in de straat voor de werf dienen met een vaste afsluiting fysiek afgeschermd worden van de werf en het werfverkeer, om schade te vermijden.
- Er mag geen werfzone ingericht worden onder de kruinzone van bestaande straatbomen of op de grasstroken in de straat (geen stockage, etc.).
- Straatbomen mogen niet gesnoeid worden.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de aandachtspunten van de bedrijfseenheid stadsbeheer/afdeling groen en begraafplaatsen bijgetreden en worden bovenstaande voorwaarden in de vergunning mee opgenomen.
Het plat dak van de carport van ca. 55 m² wordt niet als een groendak aangelegd. De bouwcode laat echter een uitzondering voor eengezinswoningen toe indien het dak aangesloten is op de regenwaterput. ( bouwcode, art. 38) De aanleg van een groendak is hier bijgevolg niet noodzakelijk.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
- De bestaande groenzones en bomen in de straat voor de werf dienen met een vaste afsluiting fysiek afgeschermd worden van de werf en het werfverkeer, om schade te vermijden.
- Er mag geen werfzone ingericht worden onder de kruinzone van bestaande straatbomen of op de grasstroken in de straat (geen stockage, etc.).
- Straatbomen mogen niet gesnoeid worden.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 3 mei 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 13 juli 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit) | 11 september 2023 |
Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit) | 10 december 2023 |
Verslag GOA | 6 september 2023 |
naam GOA | Cynthia Steurs |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
- De bestaande groenzones en bomen in de straat voor de werf dienen met een vaste afsluiting fysiek afgeschermd worden van de werf en het werfverkeer, om schade te vermijden.
- Er mag geen werfzone ingericht worden onder de kruinzone van bestaande straatbomen of op de grasstroken in de straat (geen stockage, etc.).
- Straatbomen mogen niet gesnoeid worden.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.