Terug
Gepubliceerd op 18/09/2023

2023_CBS_06233 - Omgevingsvergunning - OMV_2023076624. Albert Dickschenstraat ZN. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 15/09/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_06233 - Omgevingsvergunning - OMV_2023076624. Albert Dickschenstraat ZN. District Wilrijk - Goedkeuring 2023_CBS_06233 - Omgevingsvergunning - OMV_2023076624. Albert Dickschenstraat ZN. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023076624

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Camille Laats met als adres gaston fabrélaan 199 te 2610 wilrijk en de heer Jasper Janssens met als adres gaston fabrélaan 199 te 2610 wilrijk

Ligging van het project:

Albert Dickschenstraat ZN te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 43 sectie A nr. 55T

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          21/11/2017: proces verbaal (11002_2017_5340) voor het oprichten van een bijgebouw en het verharden van de voortuin;

-          4/03/1974: vergunning (222#3718) voor het oprichten van een afsluitingsmuur.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • onbebouwd perceel;

-          inrichting:

  • afsluitingsmuur ter hoogte van de voorgevelbouwlijn van de aangrenzende bebouwing.

 

Bestaande toestand

-          niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • meergezinswoning;
  • van de nieuwe woongelegenheden zijn volgende gegevens beschikbaar:
    • 1 tweeslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 106 m²;
    • 1 tweeslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van 72 m²;

-          bouwvolume:

  • slopen van de bijgebouwen;
  • slopen van de afsluitingsmuur;
  • 3 bouwlagen met zadeldak; 
  • bouwdiepte gelijkvloers 13,08 m;
  • bouwdiepte eerste verdieping 9,1 m;
  • kroonlijsthoogte 6,25 m;
  • dakterras op de eerste verdieping;
  • souterrain voorzien van uitgegraven buitenruimte op 1,85 m onder het maaiveld;
  • trap in de voortuin naar souterrain;
  • voorste en achterste dakvlak voorzien van dakkapel;

-          gevelafwerking:

  • grijze baksteen;
  • betonnen trap;
  • buitenschrijnwerk in zwart aluminium;

-          inrichting:

  • trap van tuin naar tweede bouwlaag.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de bestaande bijgebouwen en de afsluitingsmuur;

-          oprichten van een meergezinswoning.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

27 juli 2023

16 augustus 2023

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

27 juli 2023

21 augustus 2023

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

27 juli 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

27 juli 2023

28 juli 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

27 juli 2023

28 juli 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-         Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten: het vloerniveau van een kelderruimte mag maximum 1,1 m onder het niveau van het aangrenzende maaiveld liggen om in aanmerking te komen als verblijfsruimte, het vloerniveau binnen de aanvraag bevindt zich op 1,9 m onder het maaiveld;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: de fietsenkelder is enkel bereikbaar door middel van een trap;
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel: de aansluitpunten van het privaat gescheiden rioolstelsel moeten minstens 0,2 m en hoogstens 0,5 m uiteen gelegen zijn;
  • artikel 43 Septische putten: de septische put moet een minimaal volume van 2.300 l hebben.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van artikel 29 (fietsgoot), 41 en 43 van de bouwcode. Er kan niet op geldige wijze worden van afgeweken. Dit wordt als voorwaarde opgenomen bij de vergunning.

De aanvraag wijkt af op artikel 21 van de bouwcode. Met behulp van artikel 3 van de bouwcode kan er een afwijking worden toegestaan. Dit wordt verder toegelicht onder de rubriek Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt de nieuwbouw van een meergezinswoning met twee woningen. Een meergezinswoning is niet vreemd in een straat met hoofdzakelijk woonfuncties. De functionele inpasbaarheid blijft gegarandeerd.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag beoogt de nieuwbouw van een meergezinswoning. Het volume bestaat uit een souterrain, twee bovengrondse bouwlagen en een hellend dak. Binnen het voorziene volume worden er twee woningen voorzien. In het souterrain wordt er tevens een fietsenberging ingericht. Het hellend dak sluit aan bij het profiel van de rechterbuur nummer 34. De bouwdiepte op het gelijkvloers en de 1ste verdieping is eveneens kenmerkend in deze context. Het volume is bijgevolg inpasbaar binnen de bebouwde context. Schaal en ruimtegebruik zijn gunstig.

 

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe woning met lichtgrijze gevelsteen, zwart schrijnwerk past zich in in het straatbeeld. In de straat komen er overwegend woningen voor met een gevelafwerking in rood metselwerk. Van die rode baksteen gevels zijn er verschillende die detailleringen hebben in een wit of lichte kleurstelling. Enkele recentere huizen zijn afgewerkt met een lichtkleurige baksteen.

De visueel vormelijke elementen zijn gunstig.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De onderste verblijfsruimtes bevinden zich, strijdig met artikel 21, op meer dan 1,10 meter onder het niveau van het aangrenzend maaiveld. Door de aanwezigheid van de buitenruimte aangrenzend aan deze verblijfsruimtes is een afwijking op dit artikel voor ons aanvaardbaar.

Door middel van een bericht op het omgevingsloket vraagt de aanvrager een gewijzigde locatie van de septische put te vergunnen. Deze locatie is aanvaardbaar mits aan alle van toepassing zijnde artikels van de bouwcode wordt voldaan. Het aangeleverde plan zal als plan _IN_ROOD toegevoegd worden aan de te vergunnen plannen.

 

Het advies van Fluvius is voorwaardelijk gunstig en maakt integraal deel uit van de vergunning.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

Bouw van 2 appartementen op een onbebouwd perceel.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 2 x 1 = 2 parkeerplaatsen.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 – 0 = 2.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 0 = 2.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen.

 

Fietsvoorzieningen:

De fietsparkeerbehoefte is 2 x (2+1) = 6 fietsparkeerplaatsen.

Er wordt slechts plaats voorzien voor 4 fietsen. De gewoon geplaatste fietsen staan maar 30 cm uiteen. Volgens de bouwcode dient dit bij een systeem hoog/laag 40 cm te zijn, bij een systeem op gelijke hoogte 60 cm. Het hangsysteem is wel verder uiteen geplaatst. Waarom een hangsysteem voorgesteld wordt indien de fietsen ook gewoon geplaatst kunnen worden is niet duidelijk.

 

De dienst mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:

  • Fietsen gewoon recht plaatsen, niet in een hangsysteem.
  • Zorgen dat er nog 2 fietsplaatsen bij komen.

 

Vanuit stedenbouwkundig advies sluiten wij ons aan bij het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit. Het gewoon recht plaatsen moedigt het gebruik van de fiets aan en zorgt ervoor dat bewoners hun fiets gebruiksvriendelijk en veilig kunnen stallen. Bovendien moet de fietsenstalling ruimte bieden voor 6 fietsen. Dit kan eventueel door een fietsenrek in 2 lagen te voorzien.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1.  Er dient een fietsgoot te worden voorzien conform artikel 29 van de bouwcode.
  1. De aansluiting met het openbaar rioolstelsel dient te voldoen aan artikel 41 van de bouwcode.
  1. De septische put dient conform artikel 43 van de bouwcode een dimensionering van 2300 liter te hebben.
  1. Er dienen 6 fietsplaatsen gerealiseerd te worden.
  1. De voorwaarden in het toegevoegd advies van Fluvius dienen strikt te worden nageleefd.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

6 juni 2023

Volledig en ontvankelijk

27 juli 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit)

25 september 2023

Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit)

24 december 2023

Verslag GOA

5 september 2023

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1.  Er dient een fietsgoot te worden voorzien conform artikel 29 van de bouwcode.
  1. De aansluiting met het openbaar rioolstelsel dient te voldoen aan artikel 41 van de bouwcode.
  1. De septische put dient conform artikel 43 van de bouwcode een dimensionering van 2300 liter te hebben.
  1. Er dienen 6 fietsplaatsen gerealiseerd te worden.
  1. De voorwaarden in het toegevoegd advies van Fluvius dienen strikt te worden nageleefd.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.