Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023058932 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA EG RETAIL (BELGIUM) met als adres Kapelsesteenweg 71 te 2180 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | BVBA EG RETAIL (BELGIUM) (0406843239) met als adres Kapelsesteenweg 71 te 2180 Antwerpen |
Ligging van het project: | Leugenberg 90 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 33 sectie H nrs. 298Y5 en 299N |
waarvan: |
|
- 20230426-0039 | afdeling 33 sectie H nrs. 298Y5 en 299N (EG Ekeren Leugenberg) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het verder exploiteren van een tankstation met shop |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 5 juni 2003 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning klasse 1 aan Texaco Belgium voor de exploitatie van een tankstation met shop (MLAV1/03-10). De vergunning was geldig tot 5 juni 2023.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat de hervergunning voor de exploitatie van een bestaand tankstation met shop aan de Leugenberg te Ekeren. Er wordt eveneens een bijstelling van de sectorale voorwaarden van Vlarem II gevraagd. Voorliggende aanvraag werd ingediend op 8 mei 2023, net vóór het einde van de vergunning met referentie MLAV1/03-10. De exploitatie van negen verdeelslangen was in 2003 ingedeeld in de toenmalige klasse 1 rubriek 17.3.9.3. Door een wijziging van de indelingslijst wordt hiervoor nu klasse 2 rubriek 6.5.2 gevraagd waardoor het college van de stad Antwerpen de vergunningverlenende overheid wordt.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 2,49 m³/uur |
6.5.2° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met meer dan twee verdeelslangen; | 8 verdeelslangen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 17,20 kW |
17.3.2.1.1.2° | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; | 24,99 ton |
17.3.2.2.2°a) | opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders; | 19,38 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. | 1.000 liter |
CLP-tabel
CLP-tabel |
|
|
|
|
|
| hoeveelheid (liter) | gewicht (ton) | GHS02 | 17.3.2.1.1.2 | 17.3.2.2.2.a |
Benzine | 25.095 | 19,375 | x |
| x |
Diesel/mazout | 30.000 | 24,99 | x | x |
|
Totaal | 55.095 | 44,365 | x |
|
|
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1 | Bij te stellen voorwaarde: De exploitant wenst een afwijking aan te vragen van artikel 4.2.5.1.1.§1 betreffende de plaatsing van een meetgoot bij het overschrijden van een debiet van 2 m³/uur door het bedrijfsafvalwater afkomstig van het benzinestation.
Voorgesteld alternatief/aanvulling: De lozing van het bedrijfsafvalwater zal via een koolwaterstofafscheider met controle-inrichting gebeuren. Voor het benzinestation is er een afzonderlijke controle-inrichting aanwezig en zal het mogelijk zijn om het afvalwater op een eenvoudige manier te controleren. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 1 juni 2023 | 30 juni 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 1 juni 2023 | 14 juni 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 1 juni 2023 | 14 juni 2023 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw | 1 juni 2023 | 25 juli 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Er kan aan de hand van de in het dossier aangeleverde tekeninformatie niet eenduidig worden vastgesteld of de gebouwen en constructies op het terrein in overeenstemming zijn met de meest recente stedenbouwkundige/omgevingsvergunningen, daterend uit 1985 en 2003, al kan wel zonder meer worden opgemerkt dat principieel dergelijke vergunning beschikbaar is voor het uitbaten van een dienst-/tankstation met bijhorende commerciële ruimte.
Er wordt dan ook wezenlijk een voorwaardelijk gunstig advies verleend, voornamelijk inzake de bestemming, waarbij desgevallend een nieuwe omgevingsvergunning dient bekomen te worden indien de huidige constructies niet voldoen aan de reeds vermelde vergunningen.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De exploitatie van het tankstation met shop blijft grotendeels ongewijzigd. Er zijn geen functionele wijzigingen. Ter plaatse zijn er vier pompeilanden met telkens een verdeelpomp met twee verdeelslangen. Damprecuperatie fase 1 en fase 2 zijn voorzien. De ondergrondse gecompartimenteerde tank is dubbelwandig en voorzien van lekdetectie, overvulbeveiliging en kathodische bescherming. Keuringsattesten werden bij de aanvraag gevoegd. De tankpiste is vloeistofdicht uitgevoerd en overdekt door een luifel. De levering van brandstof gebeurt op eigen terrein. Het bedrijfsafvalwater wordt geloosd via een koolwaterstofafscheider. De bestaande winkel voorziet in de verkoop van confiserieproducten, frisdrank, fastfood, tabak, sigaretten en alcohol, evenals in de verkoop van smeerolie, ruitenwisservloeistof, antivries en onderhoudsproducten in bussen van 1 tot 25 liter.
Het debiet van het bedrijfsafvalwater afkomstig van het tankstation werd herberekend volgens de methode van VMM waarbij rekening gehouden wordt met hevige neerslagbuien die met een beperkte frequentie voorkomen. De exploitant wenst hiervoor een afwijking aan te vragen van artikel 4.2.5.1.1.§1 van Vlarem II betreffende de plaatsing van een meetgoot bij het overschrijden van een debiet van 2 m³/uur. Deze bijstelling kan gunstig geadviseerd worden gezien bij de gebruikte berekening hevige neerslagbuien in rekening gebracht worden die maar met een beperkte frequentie voorkomen. Er kan dan ook vanuit gegaan worden dat het opgegeven debiet een overschatting betreft die slechts zeer uitzonderlijk zal voorkomen.
Voor de bevoorrading van de winkel gebeuren er één tot drie leveringen per week. Brandstof wordt twee tot vijfmaal per maand geleverd afhankelijk van de aanwezige voorraad. Er wordt geschat dat er dagelijks 100 tot 250 voertuigen komen tanken, dit hangt echter sterk af van de marktsituatie en het tijdstip van de dag. Op het terrein zijn parkeerplaatsen voorzien voor klanten die de winkel willen bezoeken.
Het niet-verontreinigd hemelwater dat terechtkomt op de luifel, het dak van de winkel en de parkeerplaatsen wordt geloosd in de openbare riolering. Momenteel is er geen hergebruik van hemelwater. In het aanvraagdossier wordt gesteld dat bij een eventuele volgende ingrijpende verbouwing de nodige installaties voor opvang en hergebruik zullen worden voorzien. Het hemelwater dat toch terechtkomt op de vloeistofdichte tankpiste wordt eerst over een KWS-afscheider met geïntegreerde zandfilter geleid. De KWS-afscheider heeft een automatisch sluitende vlotter en is voorzien van een akoestisch en optisch alarm dat afgaat in het technisch lokaal bij disfunctie (als de laagdikte van de bovendrijvende olielaag de normale werking van de afscheider verhindert).
Het geluid van het aanrijden en aanschuiven van de klanten, het open- en dichtklappen van de deuren en het draaien van de motoren, wordt overstemd door het omgevingsgeluid van de drukke Leugenberg.
De Vlaamse Milieumaatschappij dienst Afvalwater adviseert gunstig voor de lozing van bedrijfsafvalwater met een maximaal debiet van 2,49 m³/uur - 6,33 m³/dag en 137,77 m³/jaar (rubriek 3.4.2) in de openbare riolering van de Leugenberg te Antwerpen (RWZI Antwerpen – Noord) mits voldaan wordt aan de algemene- en sectorale voorwaarden (52b&c) voor lozing van bedrijfsafvalwater in de openbare riolering en de volgende bijzondere voorwaarden:
- de lozing gebeurt via een KWS-afscheider;
- in afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet het bedrijf geen meetgoot plaatsen.
De dienst Mobiliteit van de stad Antwerpen heeft geen bezwaar tegen de vergunning en stelt dat er voldoende ruimte beschikbaar is om het tankstation eventueel uit te breiden met laadpalen voor elektrische wagens. Er wordt wel meegegeven dat de parkeerplaatsen beter afgebakend zouden kunnen worden en dat duidelijker aangegeven kan worden langs waar de wagens het terrein best oprijden. De exploitant wordt gevraagd dit te willen bekijken.
De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet het geval.
De watertoets werd uitgevoerd. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde en gecoördineerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 2,49 m³/uur |
6.5.2° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met meer dan twee verdeelslangen; | 8 verdeelslangen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 17,20 kW |
17.3.2.1.1.2° | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; | 24,99 ton |
17.3.2.2.2°a) | opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders; | 19,38 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. | 1.000 liter |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 8 mei 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 1 juni 2023 |
Start openbaar onderzoek | 11 juni 2023 |
Einde openbaar onderzoek | 10 juli 2023 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Beslissingsdatum na V&O (zonder noodbesluit) | 14 september 2023 |
Uiterste beslissingsdatum (noodbesluit) | 13 december 2023 |
Verslag GOA | 7 september 2023 |
naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
11 juni 2023 | 10 juli 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
Brandweervoorwaarden
De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn strikt na te leven.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 2,49 m³/uur |
6.5.2° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met meer dan twee verdeelslangen; | 8 verdeelslangen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 17,20 kW |
17.3.2.1.1.2° | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; | 24,99 ton |
17.3.2.2.2°a) | opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders; | 19,38 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. | 1.000 liter |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.