Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023044203 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | BVBA FREEMARK PROJECTS (0691821915) met als adres Belgiëlei 173 bus 4 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Van Eycklei 27 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 6 sectie F nr. 1447D4 |
waarvan: |
|
- 20230328-0033 | afdeling 6 sectie F nr. 1447D4 (Bemaling - Antwerpen - Van Eycklei 27) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | de exploitatie van een filterbemaling voor de bouw van een kelderverdieping |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
Het project omvat een grondwaterwinning voor de bouw van ondergrondse parkeerlagen en liftputten.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) Bemaling - Antwerpen - Van Eycklei 27
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 35,00 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 35,00 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; | 125.000,00 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
Bemaling - Antwerpen - Van Eycklei 27
1. |
| Bij te stellen voorwaarde: - afwijking op bijlage 4.2.5.1. Controle-inrichting voor lozingen van afvalwater - afwijking op bijlage 4.2.5.2. Controle en beoordeling van de meetresultaten op lozingen van bedrijfsafvalwater en koelwater
Voorgesteld alternatief/aanvulling: - aangezien het een tijdelijke bemaling en tijdelijke lozing betreft wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst, enkel een staalnamekraan. De debietsmeter die geplaatst wordt, is conform Vlarem II artikel 5.53.3.32. $12 (meetinrichting tijdelijke bemaling); - staalname bemalingswater gedurende de bemaling door middel van staalnamekraantje op de collector. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies grondwater Antwerpen | 26 april 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 26 april 2023 | 24 mei 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 26 april 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ Beheer en Operaties | 26 april 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu | 26 april 2023 | 8 mei 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 26 april 2023 | 9 mei 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft een tijdelijke bemaling die noodzakelijk is voor de uitvoering van eerder vergunde stedenbouwkundige handelingen. Deze stedenbouwkundige handelingen werden reeds eerder getoetst aan de verenigbaarheid met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening. De bemaling zelf is slechts tijdelijk van aard en noodzakelijk voor de uitvoeringsfase van de bouw. Het project kan beschouwd worden als verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Voor de uitvoering van twee ondergrondse kelderverdiepingen bij een nieuwbouwproject aan de Van Eycklei 27 is een tijdelijke verlaging van de grondwatertafel noodzakelijk. Het grondwater bevindt zich op +2,34 mTAW en zal verlaagd moeten worden met 3,38 meter tot -1,04 mTAW. Voor de liftputten is plaatselijk een verlaging nodig tot -2,44 mTAW.
De exploitant wil de bemaling uitvoeren met een gravitaire filterbemaling. Een lokaal diepere bemaling ten behoeve van de liftputten wordt uitgevoerd met lokale filterkaders rond de individuele liftputten. De exploitant voorziet 125.000 m³ op te pompen in zes maanden. Het maximale debiet bedraagt initieel maximaal 35 m³/uur (840 m³/dag) en stationair 29,3 m³/uur. De invloedstraal reikt circa 390 meter ver.
De aanvrager wil het bemalingswater lozen in de RWA aan de noordzijde van de Van Eycklei, uitmondend in de stadsparkvijver. Voor het kruisen van de Van Eycklei zal gebruik gemaakt worden van een brugconstructie.
OVAM-dossiers
Binnen de invloedstraal van de bemaling bevinden er zich 27 gekende bodemdossiers, waarvan bij zes mobiele grondwaterverontreiniging aangetroffen werd. Deze werden verder onderzocht om na te gaan of de bemaling een onaanvaardbare aantrekking van de verontreiniging veroorzaakt.
OVAM nr. | locatie | meest mobiele verontreiniging | verplaatsing |
15005 | Van Eycklei 6 | benzeen | 2,9 m |
29645 | Consciencestraat | vinylchloride | 2,6 m |
33563 | Jacob Jordaensstraat | tetrachlooretheen | 2 m |
66242 | Mechelsesteenweg | 1,2-dichlooretheen | geen |
67543 | Hemelstraat | tetrachlooretheen | 0,9 m |
67846 | Lange Leemstraat 145 | tetrachlooretheen | 1 m |
De verplaatsingen van de verontreinigingen berekend voor een periode van zes maanden zijn beperkt en aanvaardbaar.
Afvalwater
Een wateranalyse uit een peilbuis op de site toont dat het water concentraties aan gevaarlijke stoffen bevat boven de geldende indelingscriteria (IC) of rapportagegrenzen (RG). De exploitant vraagt in afwijking op de algemene lozingsvoorwaarden voor lozen in oppervlaktewater, volgende bijzondere lozingsvoorwaarden:
parameter | gemeten | IC/RG | gevraagd |
arseen | 3 µg/liter | 5 µg/liter | 50 µg/liter |
xyleen | 5,6 µg/liter | 4 µg/liter | 10 µg/liter |
PFBA | 110 ng/liter | 20 ng/liter | - |
PFPeA | 21 ng/liter | 20 ng/liter | - |
PFAS individueel | - | - | 100 ng/liter |
Een waterzuiveringsinstallatie (WZI) wordt voorzien om het afvalwater te zuiveren zodat voldaan wordt aan de lozingsvoorwaarden (behandelingsstappen nog niet gekend).
De VMM, afdeling afvalwater geeft een voorwaardelijk gunstig advies op het aspect lozing van het bedrijfsafvalwater in de RWA. De voorwaarden worden mee verwerkt in bijzondere milieuvoorwaarden. Er werd geen advies ontvangen van VMM, afdeling grondwater.
Met het voornemen het water via de RWA te lozen in de vijver van het stadspark wordt door de exploitant tegemoetgekomen aan artikel 5.53.6.11 van Vlarem II. Toch is het lozen van het volledige debiet in de vijver niet gewenst. Er loopt momenteel een studie rond de mogelijkheden van fytoremediëring en sorptie van PFAS in de stadsvijver. Het doel van het onderzoek is onder andere te bepalen wat het effect is van het voeden van de vijver met grondwater (met PFAS) afkomstig van het administratief centrum Den Bell op de water-, bodem- en grondwaterkwaliteit en op welke wijze dit op een duurzame wijze kan (blijven) plaatsvinden. In het licht van deze studie is het niet wenselijk dat op dit moment andere (grote) debieten bemalingswater geloosd worden in de stadsvijver, omdat hierdoor het onderzoek ernstig verstoord kan worden. Anderzijds zou er bij het lozen van al het bemalingswater in de DWA een sterke daling van het waterniveau van de vijver optreden. De voeding bedraagt momenteel immers slechts 5 m³/uur of 120 m³/dag. Ook dit zal de resultaten van de studie sterk beïnvloeden en een daling van het waterniveau van de vijver dient ook om andere redenen steeds vermeden te worden.
Om te vermijden dat het onderzoeksproject te zeer beïnvloed wordt en/of het waterpeil van de vijver te sterk daalt, wordt gevraagd het deel van het bemalingswater dat uit noordelijke richting aan de watervoerende laag wordt onttrokken, onbehandeld in de RWA te lozen.
Het grondwater dat aangetrokken wordt van de zuidzijde moet geloosd worden in de DWA na behandeling in de WZI en voldoen aan de lozingsvoorwaarden. Elke bemalingsstreng wordt voorzien van een afzonderlijke debietmeter en staalnamepunt. Een schematische weergave van de voorziene uitvoering wordt ter goedkeuring overgemaakt aan het college vóór de start van de bemaling.
De voorgestelde lozingssituatie is vanuit milieu-hygiënisch standpunt een minderwaardige uitvoering dan wanneer het volledige debiet wordt gezuiverd en geloosd in de vijver (zoals voorzien door de aanvrager). Omdat de lopende studie er op gericht is om de modaliteiten te bepalen om in de toekomst en op langere termijn op een duurzame manier gebruik te maken van de stadsvijver als infiltratielichaam voor bemalingswater, wordt toch gekozen deze in de voorwaarden te verankeren.
Bijstelling sectorale voorwaarden
Een afwijking wordt gevraagd op de bepaling dat vóór de lozing van het bedrijfsafvalwater debietmeet- en bemonsteringsapparatuur voorzien moet worden (artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II). De hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald met een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II. Deze meetmethode biedt in voorliggende situatie evenveel garanties dat het geloosde debiet bepaald kan worden. Het volume opgepompt grondwater is gelijk aan het volume water dat geloosd zal worden. In voorwaarden wordt opgelegd dat elk lozingspunt voorzien wordt van een debietmeter. Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, zullen er staalnames gedaan worden via een aftapkraan. De monitoringsfrequentie wordt opgenomen in bijzondere vergunningsvoorwaarden.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden, kan de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten plaatsvinden met een aanvaardbaar risico voor mens en milieu. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van zeven maanden vanaf de start van de werken.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 35,00 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 35,00 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; | 125.000,00 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. Er worden minimaal twee bemalingsstrengen voorzien, zodat de bemaling opgedeeld kan worden in een noordelijk en een zuidelijk deel. Een schematische weergave van de voorziene bemalingsuitvoering en de lozingssituatie worden ter goedkeuring overgemaakt aan het college vóór de start van de bemaling (milieuvergunningen@antwerpen.be, met vermelding van OMV_2023044203).
2. Het deel van het bemalingswater dat uit noordelijke richting aan de watervoerende laag wordt onttrokken wordt onbehandeld geloosd in de RWA.
3. Het deel van het bemalingswater dat uit zuidelijke richting aan de watervoerende laag wordt onttrokken, wordt via de waterzuiveringsinstallatie geloosd in de DWA. Het geloosde water moet voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden voor lozing in openbare riolering en volgende bijzondere voorwaarden:
parameter | lozingsvoorwaarde |
arseen | 50 µg/liter |
xyleen | 10 µg/liter |
PFAS individueel | 100 µg/liter |
4. Elke bemalingsstreng beschikt over een afzonderlijke debietmeter en staalnamevoorziening.
5. De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf:
- in de eerste week en telkens de eerste week na instelling van een dieper bemalingspeil: vijfmaal;
- voor de overige periode: om de twee weken.
6. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter (na het schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal één jaar voor de opstart van de bemaling.
7. Het in- en effluent van de waterzuivering wordt gemonitord aan volgende frequentie:
- bij concentraties hoger dan 80% van de norm:
- bij concentraties maximaal 80% van de norm: maandelijks.
8. Het water geloosd in de RWA wordt ten minste tweewekelijks gecontroleerd.
9. De analyses opgelegd in bijzondere milieuvoorwaarden 7 en 8 bestaan uit het SAP en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025.
10. Om de stedelijke diensten toe te laten de bemalingsactiviteiten op te volgen, dient de exploitant de startdatum van de bemaling vóór de opstart van de bemaling te melden aan de stedelijke diensten Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be), samen met de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en het projectnummer OMV_2023044203.
11. Om te vermijden dat te veel water opgepompt wordt, wordt het gebruik van een sondegestuurde bemaling opgelegd, waarbij het pompdebiet zich automatisch aanpast aan het ingestelde waterpeil. De noodzakelijke verlaging wordt per bouwfase bepaald en de regeling van de peilsturing wordt bijgesteld in functie van de vordering van de bouwwerken.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 17 april 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 26 april 2023 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 23 september 2023 |
Verslag GOA | 22 juni 2023 |
naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. Er worden minimaal twee bemalingsstrengen voorzien, zodat de bemaling opgedeeld kan worden in een noordelijk en een zuidelijk deel. Een schematische weergave van de voorziene bemalingsuitvoering en de lozingssituatie worden ter goedkeuring overgemaakt aan het college vóór de start van de bemaling (milieuvergunningen@antwerpen.be, met vermelding van OMV_2023044203).
2. Het deel van het bemalingswater dat uit noordelijke richting aan de watervoerende laag wordt onttrokken wordt onbehandeld geloosd in de RWA.
3. Het deel van het bemalingswater dat uit zuidelijke richting aan de watervoerende laag wordt onttrokken, wordt via de waterzuiveringsinstallatie geloosd in de DWA. Het geloosde water moet voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden voor lozing in openbare riolering en volgende bijzondere voorwaarden:
parameter | lozingsvoorwaarde |
arseen | 50 µg/liter |
xyleen | 10 µg/liter |
PFAS individueel | 100 µg/liter |
4. Elke bemalingsstreng beschikt over een afzonderlijke debietmeter en staalnamevoorziening.
5. De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf:
- in de eerste week en telkens de eerste week na instelling van een dieper bemalingspeil: vijfmaal;
- voor de overige periode: om de twee weken.
6. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter (na het schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal één jaar voor de opstart van de bemaling.
7. Het in- en effluent van de waterzuivering wordt gemonitord aan volgende frequentie:
- bij concentraties hoger dan 80% van de norm:
- bij concentraties maximaal 80% van de norm: maandelijks.
8. Het water geloosd in de RWA wordt ten minste tweewekelijks gecontroleerd.
9. De analyses opgelegd in bijzondere milieuvoorwaarden 7 en 8 bestaan uit het SAP en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025.
10. Om de stedelijke diensten toe te laten de bemalingsactiviteiten op te volgen, dient de exploitant de startdatum van de bemaling vóór de opstart van de bemaling te melden aan de stedelijke diensten Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be), samen met de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en het projectnummer OMV_2023044203.
11. Om te vermijden dat te veel water opgepompt wordt, wordt het gebruik van een sondegestuurde bemaling opgelegd, waarbij het pompdebiet zich automatisch aanpast aan het ingestelde waterpeil. De noodzakelijke verlaging wordt per bouwfase bepaald en de regeling van de peilsturing wordt bijgesteld in functie van de vordering van de bouwwerken.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 35,00 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 35,00 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; | 125.000,00 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van zeven maanden vanaf de start van de werken.