Terug
Gepubliceerd op 02/10/2023

2023_CBS_06567 - Omgevingsvergunning - OMV_2023045920. Driekoningenstraat 32. District Berchem - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 29/09/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Verontschuldigd

Elisabeth van Doesburg, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_06567 - Omgevingsvergunning - OMV_2023045920. Driekoningenstraat 32. District Berchem - Weigering 2023_CBS_06567 - Omgevingsvergunning - OMV_2023045920. Driekoningenstraat 32. District Berchem - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023045920

Gegevens van de aanvrager:

de heer Wai Pang met als adres Bredabaan 1289 te 2930 Brasschaat

Ligging van het project:

Driekoningenstraat 32 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 21 sectie B nr. 188M7

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning met complementaire winkelfunctie tot een gelijkvloerse winkel plus 2 woonentiteiten

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          11/05/1960: toelating (957#131) voor verbouwingswerken;

-          03/06/1924: toelating (961#7357) voor veranderingswerken.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning met gelijkvloerse winkelruimte van circa 47 m² als complementaire functie;

-          bouwvolume:

  • hoekpand van 4 bouwlagen onder mansardedak;
  • perceel volledig bebouwd;
  • vloerpas 35 centimeter ten opzichte van het voetpadniveau;

-          gevelafwerking:

  • bepleisterde voorgevels;
  • houten buitenschrijnwerk op een plint in blauwe hardsteen.

 

Bestaande toestand

-          functie:

  • eengezinswoning met gelijkvloerse winkelruimte als complementaire functie:
  • winkelinrichting licht gewijzigd met behoud van de interne doorgang naar het woongedeelte;

-          bouwvolume:

  • vloerpas 14 centimeter ten opzichte van het voetpadniveau;

-          gevelafwerking:

  • lichtgrijs en bruingrijs geschilderde, gecementeerde voorgevels;
  • buitenschrijnwerk in wit pvc, grijs geschilderd hout en wit staal op een plint in bruine natuursteen.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • autonome, gelijkvloerse winkelfunctie;
  • 2 bovenliggende wooneenheden waarvan:
    • 1 studio met een netto vloeroppervlakte van circa 53 m² (waarvan 16 m² afzonderlijke bergruimte);
    • 1 twee-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 77 m²;

-          bouwvolume:

  • centrale volume uitbreiding op de eerste verdieping ingericht als badkamer bij de studio;
  • aanleg van een dakterras op de volume uitbreiding;
  • vloerpas 14 centimeter ten opzichte van het voetpadniveau;

-          gevelafwerking:

  • conform bestaande toestand met uitzondering van: nieuw raam in de traphal op de tweede verdieping.

 

Inhoud van de aanvraag

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 1 naar 2;

-          wijzigen van de complementaire winkelfunctie naar een zelfstandige winkelfunctie;

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de vloerpas;

-          wijzigen van de voorgevel; 

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

3 juli 2023

14 juli 2023

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

3 juli 2023

10 juli 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

3 juli 2023

6 juli 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

3 juli 2023

17 juli 2023

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik: de elementen in natuursteen (onder andere raamdorpels) werden beschilderd;
  • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten: bij functiewijziging dient iedere ruimte te voldoen aan de minimale vrije hoogte. De winkelruimtes achteraan beschikken over een vrije hoogte van respectievelijk circa 2,4 meter en 2,5 meter < minimale 2,6 meter;
  • Artikel 26 Afvalverzameling: er wordt geen afvalberging voorzien bij de winkelfunctie;
  • Artikel 27 Open ruimte: na de gelijkvloerse functiewijziging van complementaire functie naar hoofdfunctie wordt er geen open ruimte voorzien op het maaiveldniveau;
  • Artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimte: de studio beschikt niet over een eigen kwalitatieve buitenruimte van minimaal 4 m²;
  • Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: noch voor de woonfunctie en noch voor de handelsfunctie worden er fietsstalplaatsen voorzien;
  • Artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: er wordt geen autostalplaats voorzien;
  • Artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen: het rioolstelsel van het gebouw wordt niet gescheiden voorzien tot aan de straat en voldoet dus niet aan dit artikel en artikel 41 van de bouwcode;
  • Artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel: de hemelwaterafvoeren in de voorgevel worden niet voorzien conform §2 van dit artikel;
  • Artikel 43 septische putten: de inhoud van de septische put wordt niet verduidelijkt.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor Stad Antwerpen aangewezen is als adviesinstantie.

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021. 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Het pand is gelegen in woongebied, in een buurtwinkelstraat (Driekoningenstraat-Statiestraat). Tegen de opdeling van het gebouw in functie handel op het gelijkvloers en bovengelegen woonfunctie is er gelet op de specifieke context geen bezwaar, op voorwaarde dat zowel het handelsgelijkvloers als de woonfunctie voldoende kwalitatief zijn. Dit is in voorliggende aanvraag echter niet het geval.

 

De verwevenheid van functies is een essentieel kenmerk van een binnenstedelijk gebied. Maar een te grote mix van verschillende functies of een te grote concentratie van één bepaalde functie kan tevens voor conflicten en overlast zorgen. Voorbeelden van overlast hierbij zijn geluidsproductie, parkeerdruk, mobiliteitsgeneratie, laden en lossen, dag- of nachtactiviteiten. Ook een te hoge concentratie meergezinswoningen kan overlast met zich meebrengen. De impact van een appartementsgebouw is bijvoorbeeld heel anders dan dat van een rijhuis voor één gezin.

 

Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden.

 

De studio heeft een totale oppervlakte van circa 53 m². Hiervan is echter 16 m² voorzien als bergruimtes die niet rechtstreeks verbonden zijn met de studio, waardoor de totale verblijfsruimte van de studio slechts circa 35 m² groot is. Dit is strikt genomen voldoende om te voldoen aan artikel 22 van de bouwcode. De studio beschikt echter niet over een eigen buitenruimte van minimaal 4 m². Deze studio zonder buitenruimte en met een ongunstige verhouding tussen verblijfsruimte en niet-verblijfsruimte heeft bijgevolg onvoldoende leefkwaliteit.

 

Het duplexappartement heeft wel een buitenruimte, maar beschikt niet over een gunstige verhouding tussen dag- en nachtkant van het appartement. De totale leefruimte heeft slechts een oppervlakte van circa 31 m², wat slechts overeen komt met 40 % van de totale woning. Bovendien heeft ook de interne circulatie van het duplex-appartement omwille van de steile en smalle trap een onvoldoende kwaliteit.

 

Bijkomend wordt het gelijkvloers niet voorzien van de noodzakelijk gemeenschappelijke delen die nodig zijn voor de woonentiteiten. Hieruit kunnen we concluderen dat door het omvormen van 1 grote woongelegenheid naar 3 kleinere entiteiten (waarvan 2 kleine woonentiteiten) de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt en tegelijkertijd het woongenot daalt. Verder verhoogt dit de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Met uitzondering van de badkamer op de eerste verdieping en het terras erboven blijft het bouwvolume ongewijzigd.

Dit volume en het terras bevinden zich tussen het eigen bouwvolume en het vergunde gabarit van het aanpalende gebouw.

Hiertegen is bijgevolg geen bezwaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Gelet op het feit dat het gelijkvloers een handelsruimte in een buurtwinkelgebied en omdat het een kleinschalig hoekgebouw betreft, zou een afwijking op artikel 27 van de bouwcode gunstig geadviseerd kunnen worden op voorwaarde dat de leefkwaliteit van de overige delen van het gebouw voldoende is. Dit is in voorliggende aanvraag echter niet het geval.

 

De woningen zijn enkel bereikbaar via een zeer steile traphal, waarbij het merendeel van de trappen slechts een breedte hebben van circa 70 centimeter. De combinatie tussen de grote hellingsgraad en smalle breedte zorgt ervoor dat de woonentiteiten onvoldoende kwalitatief en veilig bereikbaar zijn.

 

De nutsbeheersmaatschappij Fluvius stelt in het advies dat er een tellerlokaal voor elektriciteit voorzien dient te worden. Dit werd niet voorzien. De kelder van het gebouw is enkel toegankelijk voor de handelszaak en staat niet in verbinding met de woondelen, het is binnen het huidige ontwerp niet mogelijk om het tellerlokaal te voorzien.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden van 1 naar 2. De winkel op het gelijkvloers blijft behouden.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1

1 bijkomende wooneenheid : parkeerbehoefte = 1

De werkelijke parkeerbehoefte is 1.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte langs de Driekoningenstraat van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en onverenigbaarheden met een goede ruimtelijke ordening. 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

27 april 2023

Volledig en ontvankelijk

3 juli 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

1 september 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

30 november 2023

Verslag GOA

18 september 2023

Naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.