Terug
Gepubliceerd op 02/10/2023

2023_CBS_06568 - Omgevingsvergunning - OMV_2023058052. Floraliënlaan 58. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 29/09/2023 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Verontschuldigd

Elisabeth van Doesburg, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2023_CBS_06568 - Omgevingsvergunning - OMV_2023058052. Floraliënlaan 58. District Berchem - Goedkeuring 2023_CBS_06568 - Omgevingsvergunning - OMV_2023058052. Floraliënlaan 58. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023058052

Gegevens van de aanvrager:

de heer Cedric Moerman met als adres Tolstraat 13 bus 2 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Floraliënlaan 58 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 23 sectie C nr. 164C8

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          05/03/1990: vergunning (961#13169) voor het uitbouwen van het dak;

-          16/07/1980: vergunning (198011) voor het verkavelen van gronden.
 

Vergunde toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • ingesloten bebouwing van 2 bouwlagen met een uitspringend gedeelte ter hoogte van de eerste verdieping en ter hoogte van het dak;
  • nokhoogte van circa 10,7 meter;
  • kroonlijsthoogte van circa 6,3 meter;
  • overdekt terras ter hoogte van de gelijkvloerse verdieping (achteraan);
  • terras en veranda ter hoogte van de eerste verdieping (achteraan);

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in rode baksteen met ruime geveluitsprong in grijs/blauw gemoffeld aluminium;
  • poort naar inpandige garage in grijs aluminium;
  • voordeur in hout.

 

Bestaande toestand

Overeenkomstig met de vergunde toestand met volgende wijzigingen of aanvullingen:

-          functie ongewijzigd;

-          bouwvolume:

  • het overdekt terras op de gelijkvloerse verdieping werd betrokken in het bouwvolume;
  • de garage werd deels ingericht als een leefruimte;

-          gevelafwerking ongewijzigd;

-          inrichting:

  • open, onbebouwde ruimte van circa 125 m²;
  • terras met oppervlakte van circa 15 m².

 

Nieuwe toestand

Overeenkomstig met de vergunde toestand met volgende wijzigingen of aanvullingen:

-          functie ongewijzigd – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • gesloopte uitsprong aan de voorgevel;
  • nieuw terras aan de voorgevelzijde, voorzien van een stalen borstwering;
  • een ruime dakkapel aan de voorgevel- en achtergevelzijde;
  • de veranda wordt vervangen door een aanbouw, voorzien van een glazen gevel en wordt ingericht als een leefruimte;
  • het overdekt terras op de gelijkvloerse verdieping werd betrokken in het bouwvolume;
  • de garage wordt deels ingericht als een leefruimte;

-          gevelafwerking:

  • geïsoleerde en bepleisterde voor- en achtergevel;
  • grijs voorgevelschrijnwerk in pvc;

-          inrichting:

  • open, onbebouwde ruimte van circa 125 m²;
  • terras met oppervlakte van circa 15 m².

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de uitsprong aan de voorgevel;

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          isoleren van de achtergevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt in de verkaveling 198011, goedgekeurd op 16 juli 1980, meer bepaald in lot(en) 2.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgend(e) punt(en):

-          2.F.: De uitsprong is beperkt tot 0,50 meter in straten met voorhofjes. De uitsprong van het balkon is groter dan 0,50 meter;

-          2.K.: Er is een overstekende kroonlijst verplicht van 0,40 m. Door het isoleren en afwerken van de voorgevel steekt deze minder dan 0,40 over, maar is deze wel in harmonie met de aanpalende buren.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 13 Ondergrondse en bovengrondse uitsprongen:
    bovengrondse geveluitsprongen moeten begrepen zijn tussen twee verticale vlakken onder een hoek van 45° ten opzichte van elke erfscheiding en de kroonlijst. De uitsprong (terras) is niet begrepen binnen 45° ten opzichte van de perceelgrenzen;
  • artikel 15 In- en uitsprongen aan daken:
    bij in- en uitsprongen aan hellende daken mag de kroonlijst niet worden onderbroken. Aan de achtergevel wordt de kroonlijst onderbroken;
  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    de minimale plafondhoogte voor verblijfsruimten bedraagt 2,60 meter. Op de gelijkvloerse verdieping is de slaapkamer (een leefruimte) niet voorzien van een minimale plafondhoogte van 2,60 meter;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    voor scheidingsmuren geldt dat een opstand van 0,30 meter dient te worden voorzien ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakdeel. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal worden bekleed. Uit de plannen is het onvoldoende duidelijk of deze opstand wordt voorzien volgens de bepalingen van dit artikel.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd. Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd. Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))

Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en komt hiermee overeen met de kenmerkende woonfuncties in de straat.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De plannen tonen verschillende volume-uitbreidingen. Achteraan de gelijkvloerse verdieping wordt het overdekte terras afgesloten zodat deze deel uitmaakt van de gelijkvloerse binnenruimtes. Deze volume-wijziging past zich in binnen de bestaande contouren van de eengezinswoning en de bestaande scheimuren. Deze wijziging is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Achteraan de eerste verdieping wordt de verandaconstructie ter hoogte van de linker scheimuur afgebroken en vervangen door een nieuw glazen volume. In dit nieuwe volume wordt een ontbijthoek ingericht. Deze verblijfsruimte vergroot de bestaande verblijfsruimtes en het volume brengt geen ophoging van de scheimuur teweeg. Door de positieve impact op de woonkwaliteit, zonder bijkomende onaanvaardbare hinder ten opzichte van de aanpaler, wordt de uitbreiding gunstig beoordeeld.

 

Verder worden er twee dakkapellen voorzien, één aan de voorzijde en één aan de achterzijde. De omgeving toont een verscheidenheid  aan dakvormen waarbinnen dakkappellen niet vreemd zijn. De dakkappellen houden voldoende afstand van de perceelsgrenzen waardoor het zadeldak herkenbaar blijft. Artikel 15 van de bouwcode geeft aan dat bij in- en uitsprongen aan hellende daken de kroonlijst niet mag worden onderbroken. Dit is wel het geval ter hoogte van de achtergevel. In voorwaarden wordt opgelegd om de kroonlijst te laten doorlopen zodat de hellende dakvorm kenmerkend blijft.

 

Tenslotte toont het plan van de voorgevel dat de bestaande erkerconstructie verwijderd wordt. De uitkragende terrasconstructie zelf blijft behouden. Volgens de verkavelingsvergunning is een uitsprong beperkt tot 0,50 meter in straten met voorhofjes. De uitsprong van het balkon is groter dan deze 0,50 meter. Echter is deze uitsprong wel aanvaardbaar aangezien deze uitsprong al aanwezig was in de vergunde toestand en de nieuwe toestand ten opzichte van deze een verbetering is. Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening kan na het voeren van een openbaar onderzoek een beperkte afwijking toegestaan worden. Dit terras wijkt bijkomend af van artikel 13 van de bouwcode. Hierin wordt opgelegd dat bovengrondse geveluitsprongen begrepen moeten zijn tussen twee verticale vlakken onder een hoek van 45° ten opzichte van elke erfscheiding en de kroonlijst. Mits toepassing van artikel 3 van de bouwcode kan een afwijking worden toegestaan.

 

Visueel-vormelijke elementen

De plannen tonen dat de voorgevel wordt afgewerkt in witte crepi met grijs PVC schrijnwerk en een sectionaalpoort in aluminium grijs. De balustrade ter hoogte van de verdieping wordt voorzien in staal. Deze afwerking is aanvaardbaar.

 

De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14 cm uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet. Dit zal worden opgelegd in voorwaarden bij het verlenen van de vergunning.

 

De arrière-corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te behouden.

 

De uitstekende delen van een gevel (plint, raamdorpel, kroonlijst, …) zorgen voor een detaillering van de gevel. Het toepassen van buitengevelisolatie leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande elementen (raamdorpels, plint, kroonlijst…) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen. Deze details hebben immers ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen. Indien er voor het uitvoeren van de werken een plint aanwezig is, moet deze behouden blijven. Dit kan door de bestaande plint naar voren te plaatsen (en er achter isolatie aan te brengen) of de bestaande plint te vervangen door een nieuwe plint. Bij pleisterwerk is het noodzakelijk om een plint te plaatsen, ook al is deze niet aanwezig in de bestaande toestand. De hoogte van deze plint is minimaal 0,60 meter hoog om beschadigingen aan de gevel te voorkomen. Dit wordt opgelegd in voorwaarden.

 

Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd. Dit wordt opgelegd in voorwaarden.

 

Ter hoogte van de voorgevel is volgens de verkavelingsvergunning een overstekende kroonlijst verplicht van 0,40 meter. Door het isoleren en afwerken van de voorgevel steekt deze minder dan 0,40 meter over. Echter kan vanuit stedenbouwkundig standpunt worden geoordeeld dat de nu voorziene uitstekende kroonlijst wel in harmonie is met de aanpalende buren en vervolgens wel stedenbouwkundig aanvaardbaar is. Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening kan na het voeren van een openbaar onderzoek een beperkte afwijking toegestaan worden.

 

Ook de achtergevel wordt geïsoleerd en vervolgens afgewerkt met pleisterwerk. Ook deze materialisatie is hedendaags en stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De plannen tonen dat de gelijkvloerse garage gedeeltelijk wordt ingericht als slaapkamer. Deze slaapkamer heeft een vrije hoogte van 2,56 meter en wijkt hiermee af van artikel 21 van de bouwcode. Bijkomend merken we dat door het voorzien van deze verblijfsruimte de garage zodanig verkleint dat deze niet meer als bruikbare garage dienst doet. Het supprimeren van parkeerplaatsen is strijdig met de beleidsvisie waarbij wordt ingezet op het behoud van vergunde parkeerplaatsen. Een afwijking kan hierop niet worden toegestaan. Daarom wordt het voorzien van de gelijkvloerse slaapkamer, waardoor de vergunde garage zodanig verkleind dat deze niet meer als autostalplaats dienst kan doen, uitgesloten van de vergunning. De vergunde garage dient behouden te blijven.

 

De plannen geven onvoldoende duidelijkheid betreffende het al dan niet voorzien van een opstand van minimaal 0,30 meter ter hoogte van de nieuwe daken ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakdeel. Hieromtrent worden voorwaarden naar de brandweerstand opgelegd.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De kroonlijst ter hoogte van de achtergevel dient over de gehele gevelbreedte door te lopen conform de bepalingen van artikel 15 van de bouwcode.

2. De isolatie plus afwerkingsmateriaal dient uitgevoerd te worden met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn.

3. De arrière-corps dient behouden te blijven en vrij te blijven van materiaal en isolatie.

4. De bestaande elementen in natuursteen moeten behouden blijven of vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.

5. Onderaan de gevel dient een plint voorzien te worden van minimaal 60 cm hoogte om op een duurzame, stootvaste manier aan te sluiten op het openbaar domein. De plint steekt voorbij het gevelvlak.

6. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk dienen onzichtbaar uitgevoerd te worden.

7. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

8. Alle handelingen, werken en wijzigingen in verband met de gelijkvloerse slaapkamer worden uitgesloten van de vergunning zodat de vergunde garage behouden blijft.

9. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

25 april 2023

Volledig en ontvankelijk

15 juni 2023

Start openbaar onderzoek

26 juni 2023

Einde openbaar onderzoek

25 juli 2023

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

28 september 2023

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

27 december 2023

Verslag GOA

20 september 2023

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

26 juni 2023

25 juli 2023

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De kroonlijst ter hoogte van de achtergevel dient over de gehele gevelbreedte door te lopen conform de bepalingen van artikel 15 van de bouwcode.

2. De isolatie plus afwerkingsmateriaal dient uitgevoerd te worden met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn.

3. De arrière-corps dient behouden te blijven en vrij te blijven van materiaal en isolatie.

4. De bestaande elementen in natuursteen moeten behouden blijven of vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.

5. Onderaan de gevel dient een plint voorzien te worden van minimaal 60 cm hoogte om op een duurzame, stootvaste manier aan te sluiten op het openbaar domein. De plint steekt voorbij het gevelvlak.

6. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk dienen onzichtbaar uitgevoerd te worden.

7. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

8. Alle handelingen, werken en wijzigingen in verband met de gelijkvloerse slaapkamer worden uitgesloten van de vergunning zodat de vergunde garage behouden blijft.

9. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.